De negus brengt een bezoek aan de Ned. Roode Kruis ambulance DIE HOUTEN KLAAS FEUILLETON. 77sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad TE FONTAIS EBLEAU TO ND EEN BETROU WB AARHEID SRIT VOOR MOTOREN PLAATS, als uit de foto blijkt, was het parcours niet altijd even gemakkelijk. -Zoo- TOMMY ROSE bij aan komst op Croydon na zijn recordvlucht Kaapstad Londen. DE GEWELDIGE BRAND, WELKE IN DE NABIJHEID DER LONDENSCHE HAVENS WOEDDE vernielde een zestal groote opslagplaatsen. Driehonderd brandweerlieden namen aan het blusschingswerk deel. Het nablusschen. Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. YONGE door J. I, en E. A. H. 8) Wel was een half jaar opzegging de wettelijke term, maar mr. Burford had hem hiervan vrijstelling gegeven. Gedu rende dezen tijd, dat hij dus op het kan toor werkzaam zou zijn, was hij van plan „die arme Emma" in Westhaven nog eens te gaan opzoeken, maar dit was geen tocht, waar hij met veel genoegen op uit zag; in ieder geval wilde hij er nog even mee wachten, tot hij beslist zou weten wat hij voor haar en de kinderen zou kunnen doen, want hij wilde zich bepaald voor een deel met hun opvoeding belasten en was blij, dat zij nog jong genoeg waren om ge heel gevormd te kunnen worden. Toen volgde het theedrinken bij miss Lang, een plechtstatige maaltijd, waarbij de dames zeer vormelijk waren. Lord Northmoor voelde zich niet op zijn gemak en zei maar heel weinig, hetgeen Mary weer hinderde voor hem, want zoo kwam hij nooit tot zijn recht. HOOFDSTUK V. De plichten van Zijn Lordschap. De veertien dagen, die volgden, brach ten allerlei vreemde en nieuwe ervaringen. Lord Northmoor zat weer heele dagen op het kantoor, over de papieren gebogen en leek weer zoo geheel de oude, dat mr. Burford zich in den regel vergiste en hem eenvoudig Morton noemde, zóó natuurlijk en gewoon, dat na dien eersten keer de klerken er niet eens meer over gichelden. Sir Edward kwam hem daar opzoeken en bij een onderhoud op zijn zitkamer boven het kantoor vroeg hij hem te dinee- ren met mr. Burford. Dit werd echter geen succes, want Morton voelde zich steeds in tegenwoordigheid van zijn chef en had niets te zeggen, vooral omdat George en Freda met zulke critiseerende blikken naar hem keken, of de gedachte: „die houten Klaas" hun steeds op de lippen zweefde, al spraken ze die natuurlijk niet uit! Het eenige oogenblik, dat Frank even uit de plooi kwam, was, toen lady Kenton en hij in de schemering een wandeling in den tuin maakten en hij de rozen bewon derde, waarna hij iets vroeg over de beste soorten en er meteen bij vertelde, dat de tuin in Northmoor zeer verwaarloosd was en dat hij dien nu weer goed in orde wilde laten maken „dat wil zeggen", verbe terde hij dit, „als we daar kunnen wonen." Lady Kenton merkte wel dat „we" en het speet haar, dat ze nu juist gestoord werd in het gesprek. „We zullen niets uit hem krijgen, tot we hem alleen hebben," zei ze bij ziehzelve. „We moeten hem nog eens vragen zonder Burford." Voordat dit echter kon plaats hebben, zouden ze hem eerst nog ontmoeten op een partij, die de Burfords op hun villa gaven, om de menschen daar uit den om trek in de gelegenheid te stellen kennis te maken met zijn Lordschap die zich nu minder dan ooit in staat voelde een woord tegen hen te zeggen. Lady Kenton vroeg aan mrs. Burford of die haar wilde voorstellen aan miss Mar shall, daar zij er geen oogenblik aan ge twijfeld had of Mary zou hier tegenwoor dig zijn. „O, lady Kenton, ik geloof toch waarlijk niet dat die dwaasheid aanmoediging ver dient. Miss Lang en ik zijn het er over eens. dat het veel beter voor hem zou wezen, als die betrekking verbroken werd." „Is er iets tegen haar?" „O, neen, dat niet! Maar het arme kind is geheel ongeschikt voor die positie en onder ons gezegd; in aanmerking geno men de conditie, waarin het landgoed verkeert, is zijn lordschap wel verplicht een dame van fortuin te trouwen. Op zijn leeftijd moet hij nu maar alle romance aan kant zetten," voegde zij er glim lachend bij, want in waarheid was zij min der beschaafd dan haar echtgenoot. Zij was juist degene, die het meeste plicht plegingen maakte tegenover den man, dien zij tot nog toe als een ondergeschikte had behandeld; vandaar dat haar beleefd heden juist zoo iets pijnlijks hadden voor Frank Morton. Onder heel het gezelschap waren sir Edward en lady Kenton degenen, met wie hjj zich juist het meest op zijn gemak voelde, want zij waren heel gewoon tegen hem, konden zonder eenige verandering van optreden hen volkomen als huns ge lijke behandelen. Ze dwongen hem ook niet om deel te nemen aan het algemeene gesprek, zooals hun gastheer dit deed, al was dit dan ook met de beste bedoelingen. Toen miss Burford een oogenblik later aan de piano zat, vroeg lady Kenton hem, of ze miss Marshall eens mocht opzoeken. Hij kreeg een kleur van dankbaarheid en genoegen, terwijl hij antwoordde: „Heel graag! Dat zullen wij ten zeerste op prijs stellen." Lady Kenton wist genoeg van den gang van de school, om te weten, wanneer zij haar bezoek moest brengen, zoodat zij eerst nog een onderhoud kon hebben met miss Lang, die zij immers al kende. Zij werd ontvangen in een van de sa lons, terwijl de openslaande deuren naar den anderen gesloten waren. „Ik heb tegen miss Marshall gezegd, dat die kamer altijd te harer beschikking is, om er lord Northmoor te ontvangen, of schoon hij steeds na kantoortijd komt." „Hij gedraagt zich uitstekend." „Zeer achtenswaardig, maar die arme miss Marshall bevindt zich in een wan hopige positie." „Ja? Is zij niet gelukkig in zijn sand- vastigheid?" „Ze verkeert in pijnlijke onzekerheid en wij weten haast niet, wat wij haar raden moeten. Ze is overtuigd van zijn genegen heid, maar ze schrikt er van terug om een positie te aanvaarden, waarvoor zij zoo weinig geschikt is." „Zou ze er waarlijk zoo weinig geschikt voor zijn?" Miss Lang draalde even: „Ze is geheel een dame, en zulk een door en door goed en consciëntieus persoontje, als er misschien geen tweede bestaat! Maar, ziet u, lady Kenton, ze heeft haar heele leven hier doorgebracht, van haar zestiende jaar af; ze is om zoo te zeggen nooit buiten het schoollakaal geweest, dus, hoe zij ooit de taak van hoog-adellijke dame zou moeten vervullen, begrijp ik niet! Dit kon wel op een groote teleurstel ling uitloopen, voor haar en voor hem ook." „Heeft ze een goed verstand?" „Ongetwijfeld. We kunnen ons geheel verlaten op haar tact in den omgang met de meisjes en ze is een goede onderwijze res, maar ze is in het geheel niet aan gelegd om te willen schitteren." „Iemand, die verlangde te schitteren, zou in dit geval misschien maar lastig zijn." „Dat is mogelijk. Zijn lordschap zelve verlangt zeker ook niet te schitteren, maar daarom juist moest hij iemand heb ben, die hem wat naar voren te halen weet; hem een weg zou weten te banen in de groote kringen." „Dat kon wel niet bevorderlijk wezen voor zijn huiselijk geluk!" „Misschien niet. Maar uw ladyschap heeft niet gezien, wat een onbeduidend persoontje het is, ofschoon wij beiden zeer op haar gesteld zijn en het ons een ver lichting zou wezen, als wij niet langer hoefden te denken, dat wij haar in haar gewetensbezwaren zouden moeten sterken. Want, al zou zij hem om zichzelfswille ook opgeven, het zou haar het hart breken! Zal ik haax nu roepen? Otoen een stem aan den anderen kant van de deuren zeer duidelijk verneembaar werd: „ze schijnt bezoek te hebben!" „Toch niet lord Northmoor. Het is een vrouwenstem en een luide." Er was een klank in die stem, die lady Kenton deed voortgaan: „De menschen zijn er altijd zoo gauw bijhet is zeker iemand die om steun komt aankloppen." „Is vrees, dat het een schoonzuster van hem is," zei miss Lang, zelve wat zachter sprekend, „Ik heb haar eens gezien bij een uitvoering van het kerkkoor enik kan niet zeggen, dat ze een heel gunstigen indruk op mij maakte!" „Misschien dat ik beter doe op een anderen dag terug te komen," zei lady Kenton. „Het lijkt nu wel of wij luisteren." (Wordt vervolgd). ONDER GROOT ENTHOUSIASME l)ER LEERLINGEN van een huishoud-* school te Amsterdam, arriveert de eerste lading, meel voor het bakken van olie bollen, welke verkocht zullen worden op den voor liefdadig doel georganiseerden oliebolle'ndag. HET TENTENKAMP DER NED. ROODE KRUIS AMBULANCE TE DESSIE. Op den achtergrond de gebouwen der Fransche lazaristen, waarin het hospitaal der ambulance is gevestigd. DE NEGUS bij de Neder- landsche Roode Kruis arnbu- laince te Dessié. Naast hem dr. Winckel, leider der expeditie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5