HET LOCARNO-CONFLICT 77sle Jaargang WOENSDAG 11 MAART 1936 No. 23301 STADSNIEUWS. De conferentie der Locarno-mogendheden te Parijs wordt naar Londen overgebracht. Ook de Volkenbondsraad is in Engeland's hoofd stad bijeengeroepen. Sarraut's rede voor het Fransche parlement klonk veel gematigder dan zijn radio-rede, doch in wezen handhaafde hij de Fransche stelling. Hitier hoopt, dat Engeland de rol van bemiddelaar zal willen spelen. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week f- 0.18 Franco per post f. 2.35 per 3 maanden portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR KINDERHERSTELLINGS- EN VAC ANTIEKOLONIES. Jaarvergadering der Leidschc afdeeling. De Leidsche afdeeling van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings en Vacantiekolonies hield gistermiddag haar jaarlijksche vergadering. Dr. J. Munk, voorzitter der Leidsche afdeeling opende de vergadering met een hartelijk woord van welkom. De notulen van de vorige vergadering werden door de secretaresse voorgelezen en ongewijzigd goedgekeurd. Nadat de voorzitter eenige ingekomen stukken had behandeld, werd het jaarverslag voorge lezen. Het volgende is er aan ontleend: Er werden in het afgeloopen verple- gingsjaar 45 kinderen uitgezonden met een aantal verpleegdagen van 1752. 22 Kinderen werden verpleegd in het „Rivierhuis" in De Steeg, 15 kinderen in „Huize Heelsum" te Heelsum, 1 kind met 4 maanden verpleging in het „Boschhuis" te Nunspeet, 2 jongens in het „Zeehuis" te Bergen aan Zee en 5 kinderen in „Rus senduin" te Bergen aan Zee, dit laatste groepje geheel voor rekening van het Bio-fonds. De algemeene toestand der kinderen was uitstekend, zij namen allen in ge wicht en lengte toe en kwamen vroolijk en gesterkt weer naar huis. Reden tot klagen over het aantal verpleegdagen mag de afdeeling niet heb ben, want met wegzenden van 40 kinderen gaat heel wat geld weg. Dank zij een bridge-wedstrijd, een verloting en een legaatje kreeg de afdeeling het benoodigde geld bijeen. Toch moesten er nog kinderen blijven staan op de lijst voor het verplegings- jaar 1936, omdat de aanvragen voor uit zending hoe langer hoe talrijker worden. Een kort overzicht van de financiën laat zien, dat het ledental sterk achteruitgaat, zoodat het aantal contribuanten steeds kleiner wordt. Het ontvangsten-saldo 1934 was f. 235,79'/!; de voornaamste verdere ont vangsten waren: gem.-subsidie f.510: le gaat mevrouw Kloots f.500, jaarlijksche bijdrage f, 160,55, bijdrage verplegingskos- ten ouders f. 161, van vereenlging f. 125, van het Bio-fonds f. 205,70, opbrengst straatcollecte f. 202.18. bridge-wedstrijd f. 144 en loterij f. 325,75. De uitgaven aan verplegingsgelden, reis. kosten geleidsters en kinderen, vracht, porti, advertenties, drukwerk, lidmaat schap C.O. enz. bedroegen f. 2589,88'/; In het bestuur kwam geen verandering. Nu is het verplegingsjaar 1936 weer in gegaan. Reeds ging een groep van 10 kinderen naar de bosschen, en thans staat weer een nieuwe groep van 15 kinderen klaar om met 1 Mei te vertrekken. Er blijft echter nog wel het dubbele aantal staan op het lijstje voor uitzen ding; daarom doet het bestuur zijn best om ook zooveel mogelijk allen te kunnen uitzenden door het houden van 'n bridge- wedstrijd, ten huize van een der bestuurs leden, den heer en mevrouw Verhei.j van WijkRoem en door een te houden siraat- collecte op Zaterdag 23 Mei. KUNSTKRING VOOR ALLEN. Het „Budapcster Strijkkwartet". Vier stemmen tot één vergroeid, gelijk vier bladen aan dezelfde stengel, tezamen vormend een edel klaverblad van vier, even uitzonderlijk als dit op zijn soortige- nooten: geluk schenkend aan het muzikale gehoor, waartusschen zij opbloeit. Ziehier het symbool, dat ons voor den geest kwam, bij het beluisteren van het Budapester strijkkwartet. Door de geheele wereld geacclameerd, reizen zij van land tot land, zaaien overal hun betooverende klanken uit. Gedragen door de kracht van hun kunst, bestaan zij het, om iederen avond opnieuw in volle concentratie en bezieling de Muze te dienen, op een wijze, die hen verre doet I uitstijgen boven het niveau, dat de meeste ensembles bereiken. Gevieren spinnen zij een ragfijn weefsel van klanken en van kleuren tezamen, zóó doorzichtig, duidelijk en subtiel vibree- rend, dat een klaarte waart over alles, wat uit hun zeldzaam sonore en met el kander harmonleerende instrumenten vloeit. Hun terugkomst, zoo juist na een tourneé door Indië waarop weer bezoeken aan Marokko en Amerika zullen volgen, ls hier weer tot een triomf geworden! Hun keuze was ditmaal bepaald op Mozart en Ravel vóór-, op Brahms na de pauze. Géén noviteit, gelijk Hindemith dit was op hun concert in het vorig seizoen. Maar bekende werken, waarvan een audi tie bij hén toch altijd belangrijk blijft, uit hoofde der ongeëvenaardheid van hun kunnen. Men hoort, hoe verfijnd, ver innerlijk, vergeestelijkt kwartetpel in per fectie móet en kan zijn. Het hoogtepunt was ongetwyfeld Ravel's kwartet in F dur, dat reeds in 1904 on middellijk de hoogste attentie trok. Klas siek naar den vorm, voor dien tijd zéér modern qua harmonie, vloeiend en luchtig het ontstaan van de eene melodische ge- daohte uit de andere, zonder spoor van moeizaam ontworpen thematiek. Weemoe dig feeder, licht verglijdend, een constante wisseling van expressieve timbre's of in teressante pizzicati-effecten, gedragen door de diepe en mysterieuse basis van de cello, die door Mischa Schneider als een meester bespeeld werd. Het boeiende kwartet werd gehuld in een sfeer van immaterieele schoonheid. Het genoot een sublieme interpretatie, zóó apart van visie, zóó homogeen van klank en kleur, dat het den verrukten toehoorder een wijle schonk van uitzonderlijk stil en heimelijk genieten. Voor velen zal deze kennesma- king met Ravel zeker een openbaring zijn geweest! Mozart's D moll kwartet, waar mee het concert werd ingezet, gaf voor zoover men het zich veroorloven mag, op het spel der Budapesters een iets minder opgetogen opmerking te maken! wel licht nog niet die volkomen créatie, welke voert tot hl de regionen, waar slechts de idéé heerscht, zcoals deze door het kunst werk wordt gemanifesteerd. Afgezien van de ook hier algeheele technische superio riteit, kwam het ons voor, dat zich de allerzuiverste overgave, nog niet zóó na drukkelijk openbaarde, als bij Ravel. Het technisch enorm zware, doch sou- verein beheerscht vertolkte Brahms kwar tet, op. 51 no. 1 11873), „gründlich" in de doorwerkte thematiek en factuur, aan Mendelssohn herinnerend in de streelende Romance, werd wederom voorgedragen met het hoogste innerlijke enthousiasme! Zelfs in de forte-passages der finale bleef de klank nobel en rein. nergens ruw of scherp, absoluut egaal van draagkracht. Het is opmerkelijk, hoe géén dezer Budapesters ook maar één moment domi neert, zelfs in solotrekjes nimmer te plot seling accentueert, hoe zij op elkaar af gestemd blijven, in een schier visionaire kleuren wereld met meest verwonderlijk sehoone timbre's, slechts te bereiken na bezonnen en ingespannen studie en dan nog slechts bij musici, wier muzikaal instinct en technisch alvermogen evident zijn. De „vier-een'heid" dezer Budapesters, stempelt dit kwartet tot de edélsten, die wij óóit hoorden! Spontaan en uit den grond van aller hart kwam het applaus voor de heeren Joseph Roismann, Alexander Schneider, Stefan Ipolyi en Mischa Schneider, wier capaciteiten wij een vorig maal reeds zoo uitvoerig huldigden en wier wederkomst onze hooggestemde verwachtingen nog overtroffen heeft! DE PHYSICA VAN ARISTOTELES. Voordracht van Dr. J. A. Vollgraff. Op uitnoodiging van het Nederlandsch Natuurwetenschappelijk Museum en het Leidsche Universiteitsfonds heeft dr. J. A. Vollgraff gisteravond in het Kamerlingh Onnes Laboratorium alhier gesproken over de Physica van Aristoteles. Spreker wijst er op hoezeer in de 16de en 17de eeuw in Midden- en West-Europa het waardeeringsoordeel over Aristoteles' natuurkunde zich heeft gewijzigd. Voor groote vereering kwam vaak (al werden de werken van den wijsgeer over zoölogie bij voortduring op prijs gesteld) het te gendeel In de plaats. Diverse uitspraken van Aristoteles too- nen dat hijzelf geen slaafsche navolging begeerde, doch veeleer het zelfstandig nadenken wilde aanmoedigen. Wanneer wij hem beschouwen als de man van het geocentrische stelsel, bij wien alle vaste sterren op éénzelfden bol bevestigd zijn, dan staat hij voor ons gevoel zeer ver van ons af. Zoodra wij echter uitspraken van algemeenen aard als de bovengenoemde in het oog vatten, die ook van vandaag of gisteren konden zijn. komt hij veel dichter bij ons. Voortgekomen uit een medisch milieu, daarna leerling van Plato geworden, heeft Aristoteles de behoefte gevoeld om de aandachtige beschouwing van concrete kwesties te doen gepaard gaan met het streven naar algemeenheid van opvatting. Terwijl Plato's streven gekarakteriseerd kan worden door de woorden „universalia ante res" en dat der bij uitstek op het concrete lettenden door „universalia post es", wordt Aristoteles' standpunt goed uitgedrukt door de spreuk „universalia in rebus": zoowel de afzonderlijke zaken als de samenvattende begrippen moeten vol gens hem tot hun recht komen. Hierin kan men het, bij de natuurstudie, moeilijk met hem oneens zijn. Evenwel dragen systemen, hoezeer noo- dig, steeds het stempel van hun ontwer per en moeten zij voortdurend omgewerkt of door andere vervangen worden. De vier elementen (aarde, water, lucht en vuur) hebben sinds lang afgedaan, maar het al gemeene denkbeeld, dat de elementen in elkander kunnen overgaan doet juist te genwoordig weder opgeld. Het door Aristo teles gevormde energeia, en zijn denk beeld van den overgang van het poten- tieele in het actueele (o.a. bij de valbe- weging) leeft in de physica voort, hoewel de aan een-en-ander door 19de eeuwsche physici gehechte beteekenis wel een heel andere is dan bij hemzelven. Zoo kan men ook zeggen, dat de ma thematische physica bij hem begint, om dat hij wel eens een weglengte en een tijd elk door een letter aanduidt. Een poover begin zeker als men denkt hoezeer de formule thans den scepter zwaait. Spreker citeert diverse plaatsen van Aristoteles over licht, geluid, warmte, enz. In de Meteorologika heeft Aristoteles het over de kracht van den stoom, die volgens hem de aardbevingen veroorzaakt; deze plaats heeft sterk de aandacht getrokken en op den duur aanleiding geven tot het construeeren van stoommachines. De physicus dien Aristoteles voorname lijk bestrijdt, hoewel hij af en toe niet nalaat hem te prijzen, is Demokritos. Zoo als men weet, heeft Aristoteles zich noch met het bestaan van atomen, noch met dat van het vacuum kunnen vereenigen. In de Mechanica heeft Aristoteles of Iemand van zijn school het over de weegschaal, de takels, de op de gewichten uitgeoefende krachten enz. De peripateti sche dynamica kent evenwel niet de stel ling, dat de kracht aan de massa een ver snelling geeft en het heeft later veel hoofdbrekens gekost om dit te leeren be grijpen. Het z.g. „rad van Aristoteles" werpt een eenigszins mysterieus wiskun dig probleem op en vormt het uitgangs punt van een der dialogen van Galilei. In de schilderij van Rembrandt ziet men Aristoteles met de hand op de buste van Homerus hij gevoelde veel voor poëzie - en 'n medaillon dragende met het borstbeeld van zijn leerling Alexander, die er op uittoog om de Grieksche gedachten over den aardbol te verspreiden. De bi bliotheek van Aristoteles kwam na zijn dood in Alexandrië, dat een uitstralings punt van Grieksche wijsheid is geweest; voor Aristoteles brak het tijdvak van den grooten. roem echter eerst veel later aan. PROF. DR. L. VAN ITALLIE. Wordt morgen 70 jaar. Morgen zal een in breeden kring geacht stadgenoot, prof. dr. L. va:i Itallie zijn 70sten geboortedag herdenken. Leopold van Itallie werd 12 Maart 1863 te Maastricht geboren. Hij volgde de H.B.S. aldaar en studeerde te Utrecht hl de pharmacie. Reeds op 20-jar .gen leeftijd legde hij met gunstig gevolg het examen voor apotheker af, als hoedanig hij zich te Rotterdam vestigde. In 1901 behaalde hij zijn doctorsgraad aan de Universiteit te Bem op een proefschrift getiteld „Ueber den -nitalischen und den Amerikani- schen Styrax (von Liquidambar orientalis und Liquidambar rtyraciflua In 1902 werd -ij benoemd t leeraar aan. de Rijksveearisenljschool te Utrecht, welk ambt hij gedurende een vijftal jaren, be kleedde. In de jaren 1906 en '07 was hij bovendien lector aan de Universiteit aldaar. In laatstgenoemd jaar volgde hij hier ter stede prof. dr. H. P. Wijsman op als hoogleeraar in de artsenijbereidkunde en vergifleer, welk ambt hij op 25 September van dat jaar aanvaardde met het uit spreken van een rede over „De vermeer dering onzer kennis onutrent de genees middelen in de 19de eeuw". Prof. dr. L. van Itallie. Een groot aantal publicaties hij is o.a. redacteur van het Pharmaceutisch Weekblad en wetenschappelijke ver handelingen is van zijn hand versohenen. Wij noemen hier als de voornaamste: „Aebhylhydrocupreïne of optochine" (in samenwerking met prof. dr. J. v. d. Hoeve) „Chintne en Chinidine bij hartziekten" (tezamen met J. B. Polaki, „Smalarina cremonense"; het Latijnsch-Nederlandscli Woordenboek op de Pharmacopaea Neder- landica (met dr. R. T. F. Reudler); „Toxi cologie en gerechtelijke scheikunde" (te zamen met dr. H. G. Bijlsma)„Narcotica" (in samenwerking met nu wijlen prof. dl'. W. Storm van Leeuwen en dr. E. Arrias; „De macht van het kleine" en andere. Bijzonder groot is het aantal binnen- en buitenlandsche onderscheidingen, dat hem in den loop der jaren is ten deel gevallen en die een bewijs vormen van zijn inter nationale wetenschapplijke verdiensten. De regeering erkende deze door zijn be noemingen tot commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en van den Neder- landschen Leeuw. Verder is prof. Van Itallie o.m. eerelid van Philadelphia College of Pharmacy and Science (1922), welke onderscheiding in 1928 werd gevolgd door zijn benoeming tot „master of Pharmacy" honoris causa; voorts honorary member of the American Pharmaceutical Association (1923); corres- porideerend lid (1924) en eerelid (1930) van de Académie Royale de Médicine de Eclgique te Brussel; eerelid van de Société Suisse de Pharmacie (1925); eerelid der Ned. Indische Apothekersvereen. (1926); BINNENLAND. De regeering over de begrooting van landbouw en visscherij. (3e Blad). Ons parlementair overzicht. (3e Blad). Activiteit van buitenlanders; maatrege len tegen ongewenschte toestanden. (Bin nenland, 3e Blad). De ontslagkwestie van prof. van Calcar voor het Ambtenarengerecht. (Laatste Ber. Ie Blad). Beperking van vrouwenarbeid: advies van den Hoogen Raad van Arbeid. (Bin nenland, 3e Blad). Algemeene vergadering van den Neder- landschen Tuindersbond. (Land- en Tuin bouw, 2e Blad). Arrestatie te Oss in verband met een in 1923 gepleegden roofmoord. (Gemengd, 3e Blad). Dr. Colijn zal hedenavond een korte radio-rede houden over den internationa len toestand. (Laatste Berichten, le BI.), BUITENLAND. Overleden is 65 jaar oud, de Engelsche admiraal Beatty. (3e Blad). Het Britsehe Lagerhuis aanvaardt de defensie;-voorstellen der regeering. (Bui tenland, le Blad). Nieuwe Italiaansche actie in Abessynië te verwachten? (3e en le Blad). Goebbels opent de verkiezingscampagne in Duitschland. (Buitenland le Blad). Hodza's bezoek aan Weenen is beëindigd. (Buitenland, le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN, EERSTE BLAD. officier in de Belgische Kroonorde (1926); eerelid van de Société Fharmaceutique te Athene (1927); officier de l'Instruction pu'blique de France (1928); correspondee- rend lid van de Académie de Médicine te Parijs en van de Oesterreiohische Pharma- zeutische Geseilschaft te Weenen (1929); eere-voorzitter der Fédération Internatio nale Pharmaceutique (1930), eerelid der Societa di Farmacia di Torino en van de Deutsche A/pothekerverein. In 1932 werd hem de gouden Fliickinger-medaille toe gekend; in 1933 werd hij benoemd tot eerelid van de Oesterreiohische Pharma- zeutische Geseilschaft en tot doctor hono ris causa van de Sorbonne te Parijs, ter wijl in 1934 zijn benoeming volgde tot eere-doctor van de Universiteit te Luik. Ook op ander terrein heeft hij zich nog verdienstelijk gemaakt, n.l. als voorzitter van de Vereeniging voor facultatieve Lijk verbranding, welke functie hij gedurende 10 jaar heeft bekleed. Bij zijn aftreden in 1936 werd hem spontaan het eerelidmaat- sohap aangeboden. De onaangename consequentie van het bereiken van den 70-jarigen leeftijd is voor den nog uitermate vitalen hooglee raar. dat hij aan het einde van. dezen cursus het ambt zal moeten neerleggen, dat hij alsdan gedurende 29 jaar op de meest eervolle wijze zal hebben bekleed. DILETTANT BIJ BEROEPSTOONEEL. Naar wij vernemen heeft de heer H. de Wilde, een der meest op den voorgrond tiedende leden van de Kon. Ver „Litteris Sacrum" gevolg gegeven aan een tot hem gericht dringend verzoek van de leiding van de Tooneelgroep „Het Masker om dezer dagen in de provincie Groningen.bij eenige opvoeringen van het bekende too- neelstuk „Mejonkvrouwe de la Seigliere" de wegens ziekte vacante rol te spelen van den advocaat des Tournelles, een creatie, waarmede de heer de Wilde nog kort ge leden in den Leidschen Schouwburg veel eer inlegde HET CONFLICT BIJ DE GEBR. PEL. Omtrent de besprekingen, die de rijks bemiddelaar prof. mr. A. C. Josephus Jitta met partijen, betrokken bij het dreigende conflict bij de N.V. suikerwerkenfabriek v.h. Gebr. Pel, heeft gevoerd, kan wor den medegedeeld, dat de rijksbemiddelaar een voorstel gedaan heeft, waarop par tijen Maandag zullen antwoorden. ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het candidaatsexamen wis- en natuurkunde de heer A Riet (Den Haag)voor het candidaatsexamen Wls- en Natuurkunde, letter F de heer K. A. de Vries (Den Haag) en voor het -toctoraal examen wis- en natuurkunde, hoofdvak scheikunde, de heer E. Hellendoorn (Den Haag).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 1