Eerste Kamer over de Defensie-begrooting. GOUDEN HUWELIJKSFEEST Help Uw Nieren 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 28 Februari 1936 Derde Blad No. 23291 Waardeering voor het regeeringsbeleid. PARLEMENTAIR OVERZICHT RECHTZAKEN. Blijkens het Voorloopig Verslag der Eer ste Kamer over het ontwerp van wet tot vaststelling van hoofdstuk VIII (Departe ment van Defensie) der Rijksbegrooting lSS6 betuigen verscheidene leden hun waardeering voor het beleid van den va ngen minister van Defensie, die geruimen tijd het bewind van het departement van Landsverdediging heeft moeten voeren in éen periode, waarin allerwege aandrang is geoefend om vóór alles op de defensie te bezuinigen en wiens taak derhalve niet gemakkelijk is geweest. Anderzijds waren deze leden niet blind voor het voordeel, verbonden aan het feit, dat in het tegen woordig tijdsgewricht de leiding van de departementen van Koloniën en van De fensie in één hand ls gebracht en wel in die van den voorzitter van den Raad van Ministers, een omstandigheid, waardoor het defenslebelang als vanzelf en op dit o'pgeriblik bestaat daartoe naar het Inzicht der hier aan het woord zijnde leden alle aanleiding in het middelpunt is ge plaatst van de politiek van het Kabinet in ajn geheel. Het had de algeheele instemming van vele leden, dat het Kabinet, om de woor den van den voorzitter van den Raad van Ministers zelve te bezigen, het roer heeft omgeworpen en een anderen koers is gaan sturen. Bijzondere waardeering hadden de leden vpbrts voor de openhartigheid, waarmede 4e regeering de gebreken der weermacht in de stukken heeft uiteengezet. Zij achtten het nuttiger, dat thans zoo snel mogelijk het tekort moet worden in gehaald, dan zich al te zeer te verdiepen in de vraag, wie voor de in het verleden gepleegde verzuimen het meest verant- vJóordelijk zou moeten worden gesteld. Zij tfraren er van overtuigd, dat de regeering door een versterking van de defensie, on danks den financleelen nood, ter hand te nemen, blijk heeft gegeven de kentering te verstaan, die ook zij in de volksover tuiging meenden op te merken. Debat over de defensiepolitiek der re giering wilde zij liever uitstellen tot bij de behandeling van het defensiefonds-ont werp, waarvan zij de indiening toejuich ten, en over de zeemacht tot de regeering haar standpunt heeft bepaald ten aanzien van de vraag, waarover de commissie- Kan heeft geadviseerd; reeds thans wil den zij echter de hoop uitspreken, dat de regeering'niet zou besluiten het plan van een harmonisch samengestelde vloot los te laten, zij het ook dat daarenboven zonder twijfel de marine-luchtmacht aanzienlijk zal moeten worden versterkt. Met het oog op den moeilijken toestand in het Oosten achtten zij uitbreiding en versterking van de zeemacht van drin gend belang» Verschillende lede'il waren getroffen door de woorden van den minister-president in zijn radio-nieuwjaarsrede toen hij han delde over het toegenomen gevaar voor Nederland om in bultenlandsche conflic ten te worden betrokken. Dit gevaar mag inderdaad niet worden onderschat, doch h. i. was het deel uitmaken van den Volkenbond aan de toeneming daarvan niet vreemd, en zij verwachtten van het lidmaatschap van den Bond eerder nadeel dan profijt. Anderen achtten loyale mede werking met den Volkenbond geboden. Een aantal leden betoogde, dat Nederland niet in staat is zelfstandig tegenweer van be- teekenis te bieden tegen groote mogend heden en het daarom aangewezen ls op samenwerking met den Volkenbond met behulp van een polltieleger. Met een beroep op de geschiedenis werd ervan andere zijde op gewezen, dat tijdig cie meest krachtige maatregelen voor ver dediging behooren te worden getroffen. De bestaande gevaren zijn groot, in Europa, doch vooral in den Pacific. Nu de internationale ontwapening niet is gelukt, is sterke uitbreiding van de weermacht geboden. Zij verwachtten, dat de Volkenbond er ten slotte in zal slagen een nieuwe rechts orde te vestigen en den oorlog uit te bannen, doch zoolang dit niet bereikt is, mag de nationale verdediging niet worden verwaarloosd. Nederland is aangewezen op collectieve samenwerking, doch het be hoort ook als zelfstandig medewerker te kunnen optreden, wil het niet te eeniger tijd het gelag moeten betalen. Weer-plicht is weer-recht, aldus enkele leden, en het is een eer voor den staats burger. dit te bezitten. De weermacht moet in alle opzichten op peil worden gebracht, met name de vloot in Indië. Ten slotte betreurden zij het ontslag van nationaal- socialistische reserve-officieren, waardoor h.l. krachtige nationale elementen aan 't leger worden onttrokken. Anderen wezen op het voortdurend ge vaar, dat dreigt van de zijde van die lan den, waar het nationalisme hoogtij viert. Na het mislukken der ontwapeningscon ferentie valt allerwegen versterking der bewapening op te merken en voortgaande verbetering van de vernietigingmethoden, waarbij de meest menschonteerende mid delen niet meer worden versmaad. De vraag doet zich nu voor, of Nederland in dezen dwazen wedloop, die, wordt hij niet gestuit, tot de grootst denkbare ramp zal leiden, zal moeten meedoen. Eenige leden gaven als hun meening, dat minister Deckers het land in voldoen den staat van verdediging heeft gehouden en wilden de regeering niet aanzetten tot verhooging van de militaire uitgaven. Zij wezen er op, dat de belastingen niet meer verhoogd kunnen. Voorts werd gepleit voor aanschaffing van reservemotoren voor vliegtuigen en een behoorlijken benzinevoorraad, voor voor versterking van de garnizoenen in de Zuidelijke en Oostelijke provincies, voor verruiming van het contingent en verlen ging van den duur der eerste oefening, ter wijl het aanstaand herstel van de derde herhalingsoefeningen met genoegen werd vernomen. Aangedrongen werd op maatregelen te gen hf.t euvel, dat werkgevers soms dienst plichtigen, die voor herhalingsoefeningen zijn opgekomen, daarna niet weer in dienst nemen, op bespoediging van de uit voering der plannen tot economisch en industrieele oorlogsvoorbereiding en op de instelling van een weerbelasting voor hen, die niet voor den militairen dienst worden aangewezen. Eventueel wilde men gaarne vernemen, welke onoverkomelijke bezwa ren tegen dit laatste bestaan. Ten slotte werd nogmaals het verzoek gedaan, dat het departement van Defensie ae benoodigde materialen zooveel mogelijk van de binnenlandsche industrie zal be trekken. RECLAME. EERSTE KAMER. BEGROOTING VAN SOCIALE ZAKEN. Minister Slingenberg heeft gisteren de sprekers bij zijn begrooting beantwoord. Daarna deed zich een incident voor tus- schen de socialisten, den minister en den nationaal-socialistischen heer van Vessem. Deze was was in het debat teruggekomen op zijn schriftelijke vragen inzake de be kende verklaring, door een hoofdambte naar van het Rijk afgegeven (en door de betrokken firma in groote advertenties ge publiceerd) inzake de kwaliteit van een bepaald soort margarine. De Minister nu herhaalde, dergelijke vragen onbeantwoord te zullen laten, zoolang ze gesteld werden op een voor den betrokken ambtenaar zoo 'beleedigende wijze, als de heer van Vessem z.i. had gedaan. Toen deze daarop inter- rumpeerende vroeg of dit was in het belang van het Nederlandsche volk, knetterden van de zijd^ der socialisten tal van inter rupties op hem aan, die niet steeds van vleienden aard waren. Zoo riep men hem toe: „Halve Duitscher! Halve Nederlan der!" Het was de eerste maal, dat het op een dergelijke wijze tot een incident kwam j tusschen socialisten en nationaal-socialis- ten in den Senaat. Wat de rede van den Minister betreft zullen wij ons tot het voornaamste bepa len. Het versche kadetje ligt met per missie voor de beeldspraak nog in de windselen. Zijn Excellentie zelf was er niet erg voor het verbod van nachtarbeid en het belang der kleine bakkers mogen niet in het gedrang komen maarals er geen belangen werden geschaad, is hij er ook niet bepaald tegen. Hij zal de zaak door de betrokken instanties laten onderzoeken, ook door den Hoogen Raad van Arbejd, en dan zal hij verder zien Wij voor ons zien er voorloopig niet veel van komen. De Minister heeft medegedeeld, dat de be- drijfsraden, al groeit dit proces natuurlijk langzaam, nuttig werk doen; hij zal dit zooveel mogelijk steunen, maar ook hij blijft het adviseerend karakter der be drijf sraden voorshands op den voorgrond stellen en voelt niet veel voor verordenende bevoegdheid. Bij de reorganisatie der so ciale verzekering zal. wat in de practijk goed gebleven is, worden gehandhaafd. De Commissie van toezicht inzake de toepas sing der ziekte-wet zal worden uitgebreid. De Minister stelde in het licht, dat de volksgezondheid nooit gunstiger en het sterfte-cijfer nooit lager is geweest dan t&ane. Aardappelmeel in het brood? Alleen RECLAME. 7653 .Z.Q.GeNEveB als de voedingswaarde niet daalt. Het ziekenfondswezen zal worden geordend. In dien wel noodig is om werk in Nederland te houden zal de Minister niet aarzelen overwerk-vergunningen te geven. Sociale bepalingen wil de Regeering in arbeids overeenkomsten desnoods verbindend ver klaren, maar geen loonen. Inzake de werkloosheid deelde de Minis ter allereerst mede, dat werkloozen-uitkee- ringen alleen dalen als de loonen dalen, maar anders niet. De werkverschaffing be vordert hij zoo krachtig mogelijk, en als de gemeenten financieel niet in staat zijn bepaalde werken te doen uitvoeren, worden er andere aangewezen. De Regeering is bereid als middel tot bestrijding der werk loosheid de 40-urige werkweek te aan vaarden. wanneer dit internationaal ge schiedt en ook de andere landen tot invoe ring overgaan. Maar de minister voegde er aan toe, dat dit wel niét zal gebeuren, en dit te minder, waar verschillende landen nog niet eens de 48-uren-week hebben in gevoerd. Eenzijdige invoering door Neder land is onmogelijk. Verschillende onzer industrieën kunnen weer concurreeren met het buitenland, maar eenzijdige invoering der 40-uren-week zou de werkloosheid ver- grooten. De Minister deed uitkomen, wat de Regeering reeds ter bestrijding der werk loosheid gedaan heeft en beloofde dat in deze richting wordt voortgewerkt. Maar ter illustratie vermeldde hij toch nog even het cijfer van ongeveer 300 millioen gulden, als het bedrag, dat per jaar uit overheids kassen wordt betaald voor werkloozen, armen .ouden en zieken: daaronder zijn 128 millioen voor werkloozen-uitkeering en werkverschaffing. Is het eigenlijk niet een wonder, dat we in dezen tijd zulk een bedrag voor dat doel nog kunnen opbrengen? Er is nog vrij langdurig gerepliceerd, maar nieuws leverde de discussie niet meer op; de fcsgrooting werd aangenomen. BINNENLANDSCHE ZAKEN. Met de Begrooting van Binnenlandsche Zaken is begonnen. Reeds hebben eenige sprekers het oude probleem van de auto nomie der gemeenten in debat gebracht. Wij komen er morgen op terug. KON ZIJN ARM NIET OPBEUREN. NU VRIJ VAN ALLEN PIJN. „Ik kam niet dankbaar genoeg zijn voor hetgeen Kruschen Salts voor mij gedaan heeft. Ik neem lederen morgen op mijn nuchtere maag de dagelijksche dosis tegen rheumatiek. In mijn werkkring ben ik ■blootgesteld aan weer en wind, terwijl ik bovendien bijna 20 HM. per dag moet fietsen. Het was zoo erg, dat ik mijn arm niet meer kon opbeuren; mijn beenen deden mij ontzettend pijn als ik een klei nen afstand gereden had. Nadat ik vrijwel alles geprobeerd had, en zelfs alle tanden had laten trekken, raadde een vriend mij eens een proef met Kruschen Salts te nemen. In korten tijd verminderden toen de pijnen en heden ten dage blijf ik vol komen gezond door mijn dagelijksche dosis Kruschen Salts." D. G. T. te B. Rheumatische pijnen hangen samen met een overmaat van urinezuur in het bloed. Dit gevaarlijke zuur ontstaat als gistings product van afvalstoffen, die zich in het lichaam hebben opgehoopt. Kruschen Salts nu spoort de afvoerorganeningewanden, nieren en lever aan tot krachtiger wer king, waardoor de afvalstoffen langs de natuurlijke kanalen zacht en volkomen uit het lichaam zullen worden verwijderd. Het bloed wordt gezuiverd, waardoor de pijnen afnemen om tenslotte geheel te verdwijnen. 9412 Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en erkende dro- gisten a f.0.90 en f. 1.60 per flacon, omzet- j belasting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de bui tenverpakking de naam Rowntree Handels Maatschappij, Amsterdam, voorkomt. TWEEDE KAMER. BEHANDELING DER INDISCHE BEGROOTING. Minister Colijn heeft gisteren bij het algemeen debat over Indië nog van dupliek gediend. Aangezien er naar de Minister zelf verklaarde geen nieuwe argumenten in de replieken naar voren waren gebracht, bepaalde zijn tweede rede zich als vanzelf tot een nadere toejichting. Wat de finan- cieele politiek betreft verklaarde hij, be doeld te hebben, dat er voor een rendabel werk nog wel geleend zal mogen worden; alleen zal er niet geleend mogen wor den, als er geen compensatie tegenover staat. Wil en kan Nederlandsch Indië hel pen? vroeg de Minister. Wat de wil be treft is er geen twijfel mogelijk. Natuurlijk wil Nederland, als het maar zou kunnen. Maar het kan niet en er is ook geen uit zicht op. Hoe zal men dan zoo is er ge vraagd in het debat het budget sluitend maken? Daarop verklaarde de Minister nog geen antwoord te kunnen geven; dit punt is in Indië in onderzoek en de resultaten daarvan dienen te worden afgewacht. De Minister verklaarde in sommige zaken te hebben berust (o.a. in de vermindering der salaris-bezuiniging van 10 op 4 mil lioen) omdat men die beter in Indië kan beoordeelen dan hier. Hij stelde nog eens in het licht, dat men in Indië veel heeft gedaan inzake de verlaging der vaste las ten. Het stopzetten van renten en aflos- singen is niet mogelijk, want dan zou Nederland op grond van de garantie de renten moeten betalen, en aangezien deze 70 millioen per jaar bedragen, is dit onmogelijk. i Ook de economische politiek heeft de Minister nog nader onderstreept. Hij wil 1 een interdepartementale commissie i aangevuld met personen uit het bedrijf s- 1 leven benoemen, om het denkbeeld der I zelfvoorziening, in verband met de in- I dustrialiseering, te bestudeeren, maar de Minister verklaarde ronduit er niet veel van te verwachten. I Wat de staatkundige onderwerpen be treft hield de Minister vol, dat de N.S.B. in Indië anders optreedt dan in Nederland. Zij stelt er b.v. de rassen-kwestie niet op den voorgrond. Uit dit verschil van optre den kan verschil van behandeling voort vloeien. De Minister erkende dat de heer Mussert zijn tevredenheid over de Indische Regeering heeft uitgesproken, en dit deed hij heeft men gezegd omdat hij die Regeering fascistisch achtte, maar vroeg de Minister sinds wanneer is de heer Mussert zulk een autoriteit op be stuursgebied, dat men zijn oordeel zonder meer moet aannemen. Wij kunnen ons tot het bovenstaande be palen; het algemeen debat was daarmee geëindigd. Bij het hoofdstuk „Justitie" zijn. als steeds, velerlei punten ter sprake gebracht. Zoo klaagde de heer Cramer, dat er veel te veel is bezuinigd op de personeels-uit- gaven en klaagde hij er over dat naar zijn overtuiging op sociaal-wetgevend gebied niets gebeurt. En voor de werkloo zen moet er veel meer gedaan worden dan thans het geval is. Op verdere voorberei ding van sociale wetgeving drong ook de heer van Dijk aan; de heer Sneevliet had allerlei aanmerkingen op toestanden in ge vangenissen; de heer van Boetselaer was verheugd over de beloofde uitbreidüig van de arbeidsinspectie op Java. Zoo was er meer, waarbij, als steeds, de communisten de kroon spanden in het stellen van radi cale eischen. En dat het eeuwige onder werp der poenale sanctie ook weer ten tooneeie verscheen, spreekt van zelf. De Minister heeft in zijn antwoord doen uitkomen, dat de uitbreiding der arbeids inspectie niet zoo ver zal kunnen gaan, als sommigen wenschen; echter zal ook aan ambtenaren van het binnenlandsch bestuur dergelijk werk opgedragen kunnen worden. Overigens zijn verschillende so ciale voorzieningen in onderzoek, en zal een algemeene regeling inzake de Zon dagsrust spoedig tot stand komen. Ook inzake de werkloosheid zal wel een en ander worden gedaan. Bij het hoofdstuk ..Financiën" heeft de Minister verzekerd, dat hij er niet aan denkt het zoutmonopolie af te schaffen of den zoutprijs te verlagen, al zal onder zocht worden of voor de aller-armsten iets kan worden gedaan. Tijdelijke opschor ting van de landrenten is onmogelijk; een Van het Echtpaar v. d. Oud-Burgemeester Weijden-v. Bemmel. van Nieuwkoop. Op Zondag a.s. vieren de heer en mevr. Van der Weijden, tot voor enkele jaren Burgervader en Burgemeestersvrouwe van Nieuwkoop, hun gouden huwelijksfeest. De heer P. A. Th. van der Weijden werd te Nieuwkoop geboren op 30 Januari 1863 en mevrouw J. A. van Bemmel op 12 Mei 1864 te Wijk bij Duurstede. Zij zijn der halve resp. 73 en 71 jaren oud. Sedert êen viertal jaren woont het echt paar niet meer in Nieuwkoop, doch in hst landelijke Noord-Brabant met zijn vele wandelwegen, mooie bosschages en gezond klimaat en wel te Best (Huize Nazareth). Aan belangstelling zal het hun Zondag in het anders zoo rustige Nazareth niet ontbreken. Daarvoor heeft de heer Van der Weijden als oud-burgemeester van Nieuwkoop, als oud-lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland, als oud-Dijk graaf van den polder Nieuwkoop en Noor den enz. met zijn mevrouw nog te veel dankbare en verknochte vrienden. Wij hopen dat het Gouden Paar nog menig jaar genieten mag van zijn wel verdiende rust! HET ACHTERHOUDEN VAN BRIEVEN OP ADVERTENTIES. BEHANDELING VOOR DEN HOOGEN RAAD. Voor den Hoogen Raad is gisteren ge- pieit in de zaak van den heer Bos, die een bemiddelingsbureau heeft te Rotterdam contra het Rotterdamsch Nieuwsblad. De heer Bos schrijft op bepaalde advertenties onder nummer en biedt de diensten asn van zijn bemiddelingsbureau, in welke het Rott. Nieuwsblad een daad van concur rentie ziet. De courant geeft deze brieven van den heer Bos ook niet door aan de aoverteerders. De heer Bos, die hierin een onrechtmatige daad zag, stelde bij de Rot- terdamsche rechtbank een vordering tot schadevergoeding in wegens onrechtma tige daad. De rechtbank, zoowel als het Hoi te 's-Gravenhage hebben de vorde ring afgewezen. Het Hof heeft daarbij uitgemaakt, dat de rechtsverhouding tus schen Nieuwsblad en adverteerder mede brengt, dat de brieven op advertenties terstond na de bezorging in eigendom overgaan aan den adverteerder, die de courant machtigt de brieven in ontvangst te nemen. De eigendom der brieven had op dien grond de heer Bos verloren. Deze laatste ging van 's Hofs arrest in cas satie bij den Hoogen Raad. Voor de eischende partij pleitte mr. P. H. M. Hoogenbergh uit Rotterdam, voor de verweerster mr. Westerman van Mee- teren te 's-Gravenhage. Mr. Hoogenbergh verdedigde 2 cassatie middelen. Hij betoogde, dat het Hof ten j onrechte heeft beslist, dat de adverteer- ders, zoodra de brieven aan de bureaux van het dagblad zijn besteld, door middel van dat dagblad bezit van die brieven verkrijgen en daardoor het bezitsrecht van den afzender verloren gaat. Pleiter stelde hiertegenover, dat de geadresseerde eerst liet bezit van den brief verkrijgt wanneer deze onder zijn macht gebracht wordt Dit laatste vatte men niet te letterlijk op. Het begrip „bezit'' is nog geen feitelijke macht. Een baas, door een jager gescho ten, is onmiddellijk zijn eigendom. Een parapluie dien in den parapluiebak van 'n vriend achtergelaten is, blijft het eigen dom van den bezitter. Hier is de brief, die achtergehouden werd, nimmer in de rechtssfeer van den adverteerder geweest. Het is een fictie, dat de adverteerder zou goed vinden, dat bepaalde brieven worden achtergehouden. Men kan ook niet zeg gen. dat de adverteerder geacht wordt, het bezit te hebben van den brief, ook al zou de adverteerder goedvinden, dat de achterhouding plaats heeft. De redenee ring van het Hof gaat dus niet op. Men I kan iemand een eigendom toch niet op- i dragen? Of is iemand, bij wien een bom in huis geworpen wordt, eigenaar van dien bom? Volgens het Hof zou dit het geval zijn. Het bezit gaat eerst over, als die overgang niet wordt geweigerd, in casu als de brief den geadresseerde wordt over gegeven. Het Hof heeft voorts beslist, dat, afge zien van de advertentievoorwaarden niet kan worden aanvaard eenigerlei verplich ting voor het Nieuwsblad jegens den af zender van brieven, waarvan het voor den adverteerder het bezit verkregen heeft, door te zenden. Toch had het Hof het belang van den afzender erkend bij het onverwijld doorzenden van die brieven. Het Nieuwsblad heeft dus dit belang ge schonden. Het schond hiermee de norm, dat ieder, die gerechtigd is, brieven voor een ander in ontvangst te nemen, die ook doorzenden moet. Ook het briefge heim lcomt hier in 't spel. Mr. Westerman van Meeteren zette uit een, wat de bron is van deze procedure. De heer Bos heeft een listig systeem uit gevonden om het Nieuwsblad te becon- curreeren. Hij wilde adverteerders atten- deeren op zijn bureau. De bedoeling is dus die adverteerders naar zijn bureau meer algemeene verhooging van de ven nootschapsbelasting kan overwogen wor den. De Kamer heeft de afdeelingen „Justi tie" en „Financiën" goedgekeurd. HAGENAAR. RECLAME. 6561 Door slechte werking van da NIEREN kun! U last krijgen van 'i nachts moeien opstaan, Zenuwachtigheid, Pijn in de Boenen, Duizeligheid, Verliea van Energie, Krampen, Branding Cysresr voorkom! minder goede werking van do NIEREN en geeft, gegarandeerd, in 8 dagen vollodige voldoening ol U kn|gl Uw geld lenig. Neem Cvslejc, Uw Bpotheker of drogin heeil hel. te lokken. Het betreft hier kleine adver tenties van 40 cent, waarvan de bedoe ling is, dat ze gecontinueerd worden. Het gebeurt niet als de adverteerders naar den heer Bos gaan. De heer Bos parasi teert dus op de advertenties. Het betreft hier niet reflecteerende mededingers en het Nieuwsblad achtte zich gerechtigd, deze brieven niet door te zenden. De adverteerders machtigen de courant, de brieven voor hen in ontvangst te ne men. Er moet dus worden aangenomen, dat de brieven eigendom van de adver teerders zijn, zoodra ze op het couranten- bureau aangekomen zijn. De stelling van. de tegenpartij acht spr. geheel in strijd met het instituut der bezitsverkrijging, zooals dat luidt in art. 596 B.W. Het niet- doorzenden der brieven valt geheel buiten den eigendomsovergang. Het zich verdie pen in casuïstiek, zooals de tegenpleiter deed, is volgens pi. onnoodig. De zaak is dus uit wanneer vaststaat dat de eigendomsoverdracht plaats heeft zooals het Hof dat zegt. Het tweede cas satiemiddel mist volgens pi. feitelijken grondslag. H&t Hof zegt immers zelf niet, wat het belang van den heer Bos is, het interpreteert slechts de stellingen der te genpartij. Voorts is spr.'s bezwaar, dat 't middel een verboden norm stelt, n.l. dat het redelijk belang bij het Nieuwsblad ontbrak en het daarom ook een onrecht matige daad pleegde. Deze stelling is in cassatie voo het eerst geponeerd en bo vendien onjuist omdat het belang wel degelijk reeël is. Tenslotte is de stelling van de tegenpar tij, dat er hier een onrechtmatige daad zou zijn, onjuist. Er bestond geen contrac- tueele verhouding tusschen Bos en het R. N. De norm, die de tegenpartij stelt, vindt in het maatschappelijk verkeer, noch in de redelijkheid, grondslag. Na re- en dupliek werd de conclusie van den advocaat-generaal, mr. Wijnveldt, be paald op 12 Maart a.s. HAAGSCHE RECHTBANK. De 19.jarige W. v. d. N. te Leiden, heeft in het tijdvak van Augustus tot November van het vorig jaar verschillende rijwielen ontdaan van de daarop bevestigde belas tingplaatjes. De dagvaarding vermeldde er 17. In H. H. te Leiderdorp vond N. een alnemer van de gestolen plaatjes. Achter volgens stonden de dief en de heler te recht. Het O.M. eischte tegen N. 8 mnd. en tegen H. 6 mnd gevangenisstraf. Uit spraak 11 Maart a.s. In Juli 1934 is te Leidschendam inge broken in de cantine, staande op het ter rein der Z.H E.S. De dader, zekere Van H. vond niet veel van zijn gading. Hij moest zich met een flesch limonade tevreden stellen. In den loswerkman B. M. van der B. uit Voorburg, vond hij een medehelper die hem licht verschafte, door een aan tal lucifers voor hem aan te steken. Deze B. had zich wegens medeplichtigheid aan diefstal te verantwoorden. Daar hij nog pas een vonnis voor een vel ernstiger feit ondergaat, werd tegen hem thans 8 maan den gevangenisstraf geëischt. Uitspraak 11 Maart a.s. De koopman K. B. uit Oegstgeest, die terecht stond wegens het veroorzaken van lichamelijk letsel door schuld, heeft op 14 Juli van het vorig jaar met zijn auto op het kruispunt HeerenwegRijnsburger- we? te Noordwijk een motorrijder aange reden. met het gevolg dat de duopassagier de heer J. F. ten Hove uit Amsterdam lichamelijk letsel bekwam. Na getuigenverhoor eischte het O. M. tegen B. twee maanden hechtenis. Uit spraak 11 Maart a.s.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9