Eerste Kamer
over de Defensie-begrooting.
GOUDEN HUWELIJKSFEEST
Help Uw Nieren
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 28 Februari 1936
Derde Blad
No. 23291
Waardeering voor het regeeringsbeleid.
PARLEMENTAIR OVERZICHT
RECHTZAKEN.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Eer
ste Kamer over het ontwerp van wet tot
vaststelling van hoofdstuk VIII (Departe
ment van Defensie) der Rijksbegrooting
lSS6 betuigen verscheidene leden hun
waardeering voor het beleid van den va
ngen minister van Defensie, die geruimen
tijd het bewind van het departement van
Landsverdediging heeft moeten voeren in
éen periode, waarin allerwege aandrang
is geoefend om vóór alles op de defensie
te bezuinigen en wiens taak derhalve niet
gemakkelijk is geweest. Anderzijds waren
deze leden niet blind voor het voordeel,
verbonden aan het feit, dat in het tegen
woordig tijdsgewricht de leiding van de
departementen van Koloniën en van De
fensie in één hand ls gebracht en wel in
die van den voorzitter van den Raad van
Ministers, een omstandigheid, waardoor
het defenslebelang als vanzelf en op dit
o'pgeriblik bestaat daartoe naar het Inzicht
der hier aan het woord zijnde leden alle
aanleiding in het middelpunt is ge
plaatst van de politiek van het Kabinet in
ajn geheel.
Het had de algeheele instemming van
vele leden, dat het Kabinet, om de woor
den van den voorzitter van den Raad van
Ministers zelve te bezigen, het roer heeft
omgeworpen en een anderen koers is gaan
sturen.
Bijzondere waardeering hadden de leden
vpbrts voor de openhartigheid, waarmede
4e regeering de gebreken der weermacht
in de stukken heeft uiteengezet.
Zij achtten het nuttiger, dat thans zoo
snel mogelijk het tekort moet worden in
gehaald, dan zich al te zeer te verdiepen
in de vraag, wie voor de in het verleden
gepleegde verzuimen het meest verant-
vJóordelijk zou moeten worden gesteld. Zij
tfraren er van overtuigd, dat de regeering
door een versterking van de defensie, on
danks den financleelen nood, ter hand
te nemen, blijk heeft gegeven de kentering
te verstaan, die ook zij in de volksover
tuiging meenden op te merken.
Debat over de defensiepolitiek der re
giering wilde zij liever uitstellen tot bij de
behandeling van het defensiefonds-ont
werp, waarvan zij de indiening toejuich
ten, en over de zeemacht tot de regeering
haar standpunt heeft bepaald ten aanzien
van de vraag, waarover de commissie-
Kan heeft geadviseerd; reeds thans wil
den zij echter de hoop uitspreken, dat de
regeering'niet zou besluiten het plan van
een harmonisch samengestelde vloot los te
laten, zij het ook dat daarenboven zonder
twijfel de marine-luchtmacht aanzienlijk
zal moeten worden versterkt.
Met het oog op den moeilijken toestand
in het Oosten achtten zij uitbreiding en
versterking van de zeemacht van drin
gend belang»
Verschillende lede'il waren getroffen door
de woorden van den minister-president in
zijn radio-nieuwjaarsrede toen hij han
delde over het toegenomen gevaar voor
Nederland om in bultenlandsche conflic
ten te worden betrokken. Dit gevaar mag
inderdaad niet worden onderschat,
doch h. i. was het deel uitmaken van den
Volkenbond aan de toeneming daarvan
niet vreemd, en zij verwachtten van het
lidmaatschap van den Bond eerder nadeel
dan profijt. Anderen achtten loyale mede
werking met den Volkenbond geboden. Een
aantal leden betoogde, dat Nederland niet
in staat is zelfstandig tegenweer van be-
teekenis te bieden tegen groote mogend
heden en het daarom aangewezen ls op
samenwerking met den Volkenbond met
behulp van een polltieleger.
Met een beroep op de geschiedenis werd
ervan andere zijde op gewezen, dat tijdig
cie meest krachtige maatregelen voor ver
dediging behooren te worden getroffen.
De bestaande gevaren zijn groot, in
Europa, doch vooral in den Pacific. Nu de
internationale ontwapening niet is gelukt,
is sterke uitbreiding van de weermacht
geboden.
Zij verwachtten, dat de Volkenbond er
ten slotte in zal slagen een nieuwe rechts
orde te vestigen en den oorlog uit te
bannen, doch zoolang dit niet bereikt is,
mag de nationale verdediging niet worden
verwaarloosd. Nederland is aangewezen op
collectieve samenwerking, doch het be
hoort ook als zelfstandig medewerker te
kunnen optreden, wil het niet te eeniger
tijd het gelag moeten betalen.
Weer-plicht is weer-recht, aldus enkele
leden, en het is een eer voor den staats
burger. dit te bezitten. De weermacht moet
in alle opzichten op peil worden gebracht,
met name de vloot in Indië. Ten slotte
betreurden zij het ontslag van nationaal-
socialistische reserve-officieren, waardoor
h.l. krachtige nationale elementen aan 't
leger worden onttrokken.
Anderen wezen op het voortdurend ge
vaar, dat dreigt van de zijde van die lan
den, waar het nationalisme hoogtij viert.
Na het mislukken der ontwapeningscon
ferentie valt allerwegen versterking der
bewapening op te merken en voortgaande
verbetering van de vernietigingmethoden,
waarbij de meest menschonteerende mid
delen niet meer worden versmaad. De
vraag doet zich nu voor, of Nederland in
dezen dwazen wedloop, die, wordt hij niet
gestuit, tot de grootst denkbare ramp zal
leiden, zal moeten meedoen.
Eenige leden gaven als hun meening,
dat minister Deckers het land in voldoen
den staat van verdediging heeft gehouden
en wilden de regeering niet aanzetten tot
verhooging van de militaire uitgaven. Zij
wezen er op, dat de belastingen niet meer
verhoogd kunnen.
Voorts werd gepleit voor aanschaffing
van reservemotoren voor vliegtuigen en
een behoorlijken benzinevoorraad, voor
voor versterking van de garnizoenen in de
Zuidelijke en Oostelijke provincies, voor
verruiming van het contingent en verlen
ging van den duur der eerste oefening, ter
wijl het aanstaand herstel van de derde
herhalingsoefeningen met genoegen werd
vernomen.
Aangedrongen werd op maatregelen te
gen hf.t euvel, dat werkgevers soms dienst
plichtigen, die voor herhalingsoefeningen
zijn opgekomen, daarna niet weer in
dienst nemen, op bespoediging van de uit
voering der plannen tot economisch en
industrieele oorlogsvoorbereiding en op de
instelling van een weerbelasting voor hen,
die niet voor den militairen dienst worden
aangewezen. Eventueel wilde men gaarne
vernemen, welke onoverkomelijke bezwa
ren tegen dit laatste bestaan.
Ten slotte werd nogmaals het verzoek
gedaan, dat het departement van Defensie
ae benoodigde materialen zooveel mogelijk
van de binnenlandsche industrie zal be
trekken.
RECLAME.
EERSTE KAMER.
BEGROOTING VAN
SOCIALE ZAKEN.
Minister Slingenberg heeft gisteren de
sprekers bij zijn begrooting beantwoord.
Daarna deed zich een incident voor tus-
schen de socialisten, den minister en den
nationaal-socialistischen heer van Vessem.
Deze was was in het debat teruggekomen
op zijn schriftelijke vragen inzake de be
kende verklaring, door een hoofdambte
naar van het Rijk afgegeven (en door de
betrokken firma in groote advertenties ge
publiceerd) inzake de kwaliteit van een
bepaald soort margarine. De Minister nu
herhaalde, dergelijke vragen onbeantwoord
te zullen laten, zoolang ze gesteld werden
op een voor den betrokken ambtenaar zoo
'beleedigende wijze, als de heer van Vessem
z.i. had gedaan. Toen deze daarop inter-
rumpeerende vroeg of dit was in het belang
van het Nederlandsche volk, knetterden
van de zijd^ der socialisten tal van inter
rupties op hem aan, die niet steeds van
vleienden aard waren. Zoo riep men hem
toe: „Halve Duitscher! Halve Nederlan
der!" Het was de eerste maal, dat het op
een dergelijke wijze tot een incident kwam j
tusschen socialisten en nationaal-socialis-
ten in den Senaat.
Wat de rede van den Minister betreft
zullen wij ons tot het voornaamste bepa
len. Het versche kadetje ligt met per
missie voor de beeldspraak nog in de
windselen. Zijn Excellentie zelf was er niet
erg voor het verbod van nachtarbeid en
het belang der kleine bakkers mogen niet
in het gedrang komen maarals er geen
belangen werden geschaad, is hij er ook
niet bepaald tegen. Hij zal de zaak door de
betrokken instanties laten onderzoeken,
ook door den Hoogen Raad van Arbejd, en
dan zal hij verder zien Wij voor ons zien
er voorloopig niet veel van komen. De
Minister heeft medegedeeld, dat de be-
drijfsraden, al groeit dit proces natuurlijk
langzaam, nuttig werk doen; hij zal dit
zooveel mogelijk steunen, maar ook hij
blijft het adviseerend karakter der be
drijf sraden voorshands op den voorgrond
stellen en voelt niet veel voor verordenende
bevoegdheid. Bij de reorganisatie der so
ciale verzekering zal. wat in de practijk
goed gebleven is, worden gehandhaafd. De
Commissie van toezicht inzake de toepas
sing der ziekte-wet zal worden uitgebreid.
De Minister stelde in het licht, dat de
volksgezondheid nooit gunstiger en het
sterfte-cijfer nooit lager is geweest dan
t&ane. Aardappelmeel in het brood? Alleen
RECLAME.
7653
.Z.Q.GeNEveB
als de voedingswaarde niet daalt. Het
ziekenfondswezen zal worden geordend. In
dien wel noodig is om werk in Nederland
te houden zal de Minister niet aarzelen
overwerk-vergunningen te geven. Sociale
bepalingen wil de Regeering in arbeids
overeenkomsten desnoods verbindend ver
klaren, maar geen loonen.
Inzake de werkloosheid deelde de Minis
ter allereerst mede, dat werkloozen-uitkee-
ringen alleen dalen als de loonen dalen,
maar anders niet. De werkverschaffing be
vordert hij zoo krachtig mogelijk, en als
de gemeenten financieel niet in staat zijn
bepaalde werken te doen uitvoeren, worden
er andere aangewezen. De Regeering is
bereid als middel tot bestrijding der werk
loosheid de 40-urige werkweek te aan
vaarden. wanneer dit internationaal ge
schiedt en ook de andere landen tot invoe
ring overgaan. Maar de minister voegde er
aan toe, dat dit wel niét zal gebeuren, en
dit te minder, waar verschillende landen
nog niet eens de 48-uren-week hebben in
gevoerd. Eenzijdige invoering door Neder
land is onmogelijk. Verschillende onzer
industrieën kunnen weer concurreeren met
het buitenland, maar eenzijdige invoering
der 40-uren-week zou de werkloosheid ver-
grooten.
De Minister deed uitkomen, wat de
Regeering reeds ter bestrijding der werk
loosheid gedaan heeft en beloofde dat in
deze richting wordt voortgewerkt. Maar ter
illustratie vermeldde hij toch nog even het
cijfer van ongeveer 300 millioen gulden, als
het bedrag, dat per jaar uit overheids
kassen wordt betaald voor werkloozen,
armen .ouden en zieken: daaronder zijn
128 millioen voor werkloozen-uitkeering en
werkverschaffing.
Is het eigenlijk niet een wonder, dat we
in dezen tijd zulk een bedrag voor dat
doel nog kunnen opbrengen?
Er is nog vrij langdurig gerepliceerd,
maar nieuws leverde de discussie niet meer
op; de fcsgrooting werd aangenomen.
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
Met de Begrooting van Binnenlandsche
Zaken is begonnen. Reeds hebben eenige
sprekers het oude probleem van de auto
nomie der gemeenten in debat gebracht.
Wij komen er morgen op terug.
KON ZIJN ARM NIET
OPBEUREN.
NU VRIJ VAN ALLEN PIJN.
„Ik kam niet dankbaar genoeg zijn voor
hetgeen Kruschen Salts voor mij gedaan
heeft. Ik neem lederen morgen op mijn
nuchtere maag de dagelijksche dosis tegen
rheumatiek. In mijn werkkring ben ik
■blootgesteld aan weer en wind, terwijl ik
bovendien bijna 20 HM. per dag moet
fietsen. Het was zoo erg, dat ik mijn arm
niet meer kon opbeuren; mijn beenen
deden mij ontzettend pijn als ik een klei
nen afstand gereden had. Nadat ik vrijwel
alles geprobeerd had, en zelfs alle tanden
had laten trekken, raadde een vriend mij
eens een proef met Kruschen Salts te
nemen. In korten tijd verminderden toen
de pijnen en heden ten dage blijf ik vol
komen gezond door mijn dagelijksche dosis
Kruschen Salts." D. G. T. te B.
Rheumatische pijnen hangen samen met
een overmaat van urinezuur in het bloed.
Dit gevaarlijke zuur ontstaat als gistings
product van afvalstoffen, die zich in het
lichaam hebben opgehoopt. Kruschen Salts
nu spoort de afvoerorganeningewanden,
nieren en lever aan tot krachtiger wer
king, waardoor de afvalstoffen langs de
natuurlijke kanalen zacht en volkomen
uit het lichaam zullen worden verwijderd.
Het bloed wordt gezuiverd, waardoor de
pijnen afnemen om tenslotte geheel te
verdwijnen. 9412
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en erkende dro-
gisten a f.0.90 en f. 1.60 per flacon, omzet- j
belasting inbegrepen. Let op, dat op het
etiket op de flesch, zoowel als op de bui
tenverpakking de naam Rowntree Handels
Maatschappij, Amsterdam, voorkomt.
TWEEDE KAMER.
BEHANDELING DER
INDISCHE BEGROOTING.
Minister Colijn heeft gisteren bij het
algemeen debat over Indië nog van dupliek
gediend.
Aangezien er naar de Minister zelf
verklaarde geen nieuwe argumenten in
de replieken naar voren waren gebracht,
bepaalde zijn tweede rede zich als vanzelf
tot een nadere toejichting. Wat de finan-
cieele politiek betreft verklaarde hij, be
doeld te hebben, dat er voor een rendabel
werk nog wel geleend zal mogen worden;
alleen zal er niet geleend mogen wor
den, als er geen compensatie tegenover
staat. Wil en kan Nederlandsch Indië hel
pen? vroeg de Minister. Wat de wil be
treft is er geen twijfel mogelijk. Natuurlijk
wil Nederland, als het maar zou kunnen.
Maar het kan niet en er is ook geen uit
zicht op. Hoe zal men dan zoo is er ge
vraagd in het debat het budget sluitend
maken? Daarop verklaarde de Minister nog
geen antwoord te kunnen geven; dit punt
is in Indië in onderzoek en de resultaten
daarvan dienen te worden afgewacht. De
Minister verklaarde in sommige zaken te
hebben berust (o.a. in de vermindering
der salaris-bezuiniging van 10 op 4 mil
lioen) omdat men die beter in Indië kan
beoordeelen dan hier. Hij stelde nog eens
in het licht, dat men in Indië veel heeft
gedaan inzake de verlaging der vaste las
ten. Het stopzetten van renten en aflos-
singen is niet mogelijk, want dan zou
Nederland op grond van de garantie
de renten moeten betalen, en aangezien
deze 70 millioen per jaar bedragen, is dit
onmogelijk.
i Ook de economische politiek heeft de
Minister nog nader onderstreept. Hij wil
1 een interdepartementale commissie
i aangevuld met personen uit het bedrijf s-
1 leven benoemen, om het denkbeeld der
I zelfvoorziening, in verband met de in-
I dustrialiseering, te bestudeeren, maar de
Minister verklaarde ronduit er niet veel
van te verwachten.
I Wat de staatkundige onderwerpen be
treft hield de Minister vol, dat de N.S.B.
in Indië anders optreedt dan in Nederland.
Zij stelt er b.v. de rassen-kwestie niet op
den voorgrond. Uit dit verschil van optre
den kan verschil van behandeling voort
vloeien. De Minister erkende dat de heer
Mussert zijn tevredenheid over de Indische
Regeering heeft uitgesproken, en dit deed
hij heeft men gezegd omdat hij die
Regeering fascistisch achtte, maar
vroeg de Minister sinds wanneer is de
heer Mussert zulk een autoriteit op be
stuursgebied, dat men zijn oordeel zonder
meer moet aannemen.
Wij kunnen ons tot het bovenstaande be
palen; het algemeen debat was daarmee
geëindigd.
Bij het hoofdstuk „Justitie" zijn. als
steeds, velerlei punten ter sprake gebracht.
Zoo klaagde de heer Cramer, dat er veel
te veel is bezuinigd op de personeels-uit-
gaven en klaagde hij er over dat naar
zijn overtuiging op sociaal-wetgevend
gebied niets gebeurt. En voor de werkloo
zen moet er veel meer gedaan worden dan
thans het geval is. Op verdere voorberei
ding van sociale wetgeving drong ook de
heer van Dijk aan; de heer Sneevliet had
allerlei aanmerkingen op toestanden in ge
vangenissen; de heer van Boetselaer was
verheugd over de beloofde uitbreidüig van
de arbeidsinspectie op Java. Zoo was er
meer, waarbij, als steeds, de communisten
de kroon spanden in het stellen van radi
cale eischen. En dat het eeuwige onder
werp der poenale sanctie ook weer ten
tooneeie verscheen, spreekt van zelf.
De Minister heeft in zijn antwoord doen
uitkomen, dat de uitbreiding der arbeids
inspectie niet zoo ver zal kunnen gaan,
als sommigen wenschen; echter zal ook
aan ambtenaren van het binnenlandsch
bestuur dergelijk werk opgedragen kunnen
worden. Overigens zijn verschillende so
ciale voorzieningen in onderzoek, en zal
een algemeene regeling inzake de Zon
dagsrust spoedig tot stand komen. Ook
inzake de werkloosheid zal wel een en
ander worden gedaan.
Bij het hoofdstuk ..Financiën" heeft de
Minister verzekerd, dat hij er niet aan
denkt het zoutmonopolie af te schaffen of
den zoutprijs te verlagen, al zal onder
zocht worden of voor de aller-armsten iets
kan worden gedaan. Tijdelijke opschor
ting van de landrenten is onmogelijk; een
Van het Echtpaar v. d.
Oud-Burgemeester
Weijden-v. Bemmel.
van Nieuwkoop.
Op Zondag a.s. vieren de heer en mevr.
Van der Weijden, tot voor enkele jaren
Burgervader en Burgemeestersvrouwe van
Nieuwkoop, hun gouden huwelijksfeest. De
heer P. A. Th. van der Weijden werd te
Nieuwkoop geboren op 30 Januari 1863 en
mevrouw J. A. van Bemmel op 12 Mei
1864 te Wijk bij Duurstede. Zij zijn der
halve resp. 73 en 71 jaren oud.
Sedert êen viertal jaren woont het echt
paar niet meer in Nieuwkoop, doch in
hst landelijke Noord-Brabant met zijn
vele wandelwegen, mooie bosschages en
gezond klimaat en wel te Best (Huize
Nazareth).
Aan belangstelling zal het hun Zondag
in het anders zoo rustige Nazareth niet
ontbreken. Daarvoor heeft de heer Van
der Weijden als oud-burgemeester van
Nieuwkoop, als oud-lid van de Provinciale
Staten van Zuid-Holland, als oud-Dijk
graaf van den polder Nieuwkoop en Noor
den enz. met zijn mevrouw nog te veel
dankbare en verknochte vrienden.
Wij hopen dat het Gouden Paar nog
menig jaar genieten mag van zijn wel
verdiende rust!
HET ACHTERHOUDEN VAN
BRIEVEN OP ADVERTENTIES.
BEHANDELING VOOR DEN
HOOGEN RAAD.
Voor den Hoogen Raad is gisteren ge-
pieit in de zaak van den heer Bos, die een
bemiddelingsbureau heeft te Rotterdam
contra het Rotterdamsch Nieuwsblad. De
heer Bos schrijft op bepaalde advertenties
onder nummer en biedt de diensten asn
van zijn bemiddelingsbureau, in welke het
Rott. Nieuwsblad een daad van concur
rentie ziet. De courant geeft deze brieven
van den heer Bos ook niet door aan de
aoverteerders. De heer Bos, die hierin een
onrechtmatige daad zag, stelde bij de Rot-
terdamsche rechtbank een vordering tot
schadevergoeding in wegens onrechtma
tige daad. De rechtbank, zoowel als het
Hoi te 's-Gravenhage hebben de vorde
ring afgewezen. Het Hof heeft daarbij
uitgemaakt, dat de rechtsverhouding tus
schen Nieuwsblad en adverteerder mede
brengt, dat de brieven op advertenties
terstond na de bezorging in eigendom
overgaan aan den adverteerder, die de
courant machtigt de brieven in ontvangst
te nemen. De eigendom der brieven had
op dien grond de heer Bos verloren. Deze
laatste ging van 's Hofs arrest in cas
satie bij den Hoogen Raad.
Voor de eischende partij pleitte mr. P.
H. M. Hoogenbergh uit Rotterdam, voor
de verweerster mr. Westerman van Mee-
teren te 's-Gravenhage.
Mr. Hoogenbergh verdedigde 2 cassatie
middelen. Hij betoogde, dat het Hof ten
j onrechte heeft beslist, dat de adverteer-
ders, zoodra de brieven aan de bureaux
van het dagblad zijn besteld, door middel
van dat dagblad bezit van die brieven
verkrijgen en daardoor het bezitsrecht van
den afzender verloren gaat. Pleiter stelde
hiertegenover, dat de geadresseerde eerst
liet bezit van den brief verkrijgt wanneer
deze onder zijn macht gebracht wordt Dit
laatste vatte men niet te letterlijk op.
Het begrip „bezit'' is nog geen feitelijke
macht. Een baas, door een jager gescho
ten, is onmiddellijk zijn eigendom. Een
parapluie dien in den parapluiebak van 'n
vriend achtergelaten is, blijft het eigen
dom van den bezitter. Hier is de brief, die
achtergehouden werd, nimmer in de
rechtssfeer van den adverteerder geweest.
Het is een fictie, dat de adverteerder zou
goed vinden, dat bepaalde brieven worden
achtergehouden. Men kan ook niet zeg
gen. dat de adverteerder geacht wordt,
het bezit te hebben van den brief, ook al
zou de adverteerder goedvinden, dat de
achterhouding plaats heeft. De redenee
ring van het Hof gaat dus niet op. Men
I kan iemand een eigendom toch niet op-
i dragen? Of is iemand, bij wien een bom
in huis geworpen wordt, eigenaar van dien
bom? Volgens het Hof zou dit het geval
zijn. Het bezit gaat eerst over, als die
overgang niet wordt geweigerd, in casu
als de brief den geadresseerde wordt over
gegeven.
Het Hof heeft voorts beslist, dat, afge
zien van de advertentievoorwaarden niet
kan worden aanvaard eenigerlei verplich
ting voor het Nieuwsblad jegens den af
zender van brieven, waarvan het voor
den adverteerder het bezit verkregen
heeft, door te zenden. Toch had het Hof
het belang van den afzender erkend bij
het onverwijld doorzenden van die brieven.
Het Nieuwsblad heeft dus dit belang ge
schonden. Het schond hiermee de norm,
dat ieder, die gerechtigd is, brieven voor
een ander in ontvangst te nemen, die
ook doorzenden moet. Ook het briefge
heim lcomt hier in 't spel.
Mr. Westerman van Meeteren zette uit
een, wat de bron is van deze procedure.
De heer Bos heeft een listig systeem uit
gevonden om het Nieuwsblad te becon-
curreeren. Hij wilde adverteerders atten-
deeren op zijn bureau. De bedoeling is
dus die adverteerders naar zijn bureau
meer algemeene verhooging van de ven
nootschapsbelasting kan overwogen wor
den.
De Kamer heeft de afdeelingen „Justi
tie" en „Financiën" goedgekeurd.
HAGENAAR.
RECLAME.
6561
Door slechte werking van da NIEREN kun! U last krijgen
van 'i nachts moeien opstaan, Zenuwachtigheid, Pijn in
de Boenen, Duizeligheid, Verliea van Energie, Krampen,
Branding Cysresr voorkom! minder goede werking van do
NIEREN en geeft, gegarandeerd, in 8 dagen vollodige
voldoening ol U kn|gl Uw geld lenig. Neem Cvslejc,
Uw Bpotheker of drogin heeil hel.
te lokken. Het betreft hier kleine adver
tenties van 40 cent, waarvan de bedoe
ling is, dat ze gecontinueerd worden. Het
gebeurt niet als de adverteerders naar
den heer Bos gaan. De heer Bos parasi
teert dus op de advertenties. Het betreft
hier niet reflecteerende mededingers en
het Nieuwsblad achtte zich gerechtigd,
deze brieven niet door te zenden.
De adverteerders machtigen de courant,
de brieven voor hen in ontvangst te ne
men. Er moet dus worden aangenomen,
dat de brieven eigendom van de adver
teerders zijn, zoodra ze op het couranten-
bureau aangekomen zijn. De stelling van.
de tegenpartij acht spr. geheel in strijd
met het instituut der bezitsverkrijging,
zooals dat luidt in art. 596 B.W. Het niet-
doorzenden der brieven valt geheel buiten
den eigendomsovergang. Het zich verdie
pen in casuïstiek, zooals de tegenpleiter
deed, is volgens pi. onnoodig.
De zaak is dus uit wanneer vaststaat
dat de eigendomsoverdracht plaats heeft
zooals het Hof dat zegt. Het tweede cas
satiemiddel mist volgens pi. feitelijken
grondslag. H&t Hof zegt immers zelf niet,
wat het belang van den heer Bos is, het
interpreteert slechts de stellingen der te
genpartij. Voorts is spr.'s bezwaar, dat 't
middel een verboden norm stelt, n.l. dat
het redelijk belang bij het Nieuwsblad
ontbrak en het daarom ook een onrecht
matige daad pleegde. Deze stelling is in
cassatie voo het eerst geponeerd en bo
vendien onjuist omdat het belang wel
degelijk reeël is.
Tenslotte is de stelling van de tegenpar
tij, dat er hier een onrechtmatige daad
zou zijn, onjuist. Er bestond geen contrac-
tueele verhouding tusschen Bos en het R.
N. De norm, die de tegenpartij stelt, vindt
in het maatschappelijk verkeer, noch in
de redelijkheid, grondslag.
Na re- en dupliek werd de conclusie van
den advocaat-generaal, mr. Wijnveldt, be
paald op 12 Maart a.s.
HAAGSCHE RECHTBANK.
De 19.jarige W. v. d. N. te Leiden, heeft
in het tijdvak van Augustus tot November
van het vorig jaar verschillende rijwielen
ontdaan van de daarop bevestigde belas
tingplaatjes. De dagvaarding vermeldde
er 17. In H. H. te Leiderdorp vond N. een
alnemer van de gestolen plaatjes. Achter
volgens stonden de dief en de heler te
recht. Het O.M. eischte tegen N. 8 mnd.
en tegen H. 6 mnd gevangenisstraf. Uit
spraak 11 Maart a.s.
In Juli 1934 is te Leidschendam inge
broken in de cantine, staande op het ter
rein der Z.H E.S. De dader, zekere Van H.
vond niet veel van zijn gading. Hij moest
zich met een flesch limonade tevreden
stellen. In den loswerkman B. M. van der
B. uit Voorburg, vond hij een medehelper
die hem licht verschafte, door een aan
tal lucifers voor hem aan te steken. Deze
B. had zich wegens medeplichtigheid aan
diefstal te verantwoorden. Daar hij nog
pas een vonnis voor een vel ernstiger feit
ondergaat, werd tegen hem thans 8 maan
den gevangenisstraf geëischt. Uitspraak
11 Maart a.s.
De koopman K. B. uit Oegstgeest, die
terecht stond wegens het veroorzaken van
lichamelijk letsel door schuld, heeft op 14
Juli van het vorig jaar met zijn auto op
het kruispunt HeerenwegRijnsburger-
we? te Noordwijk een motorrijder aange
reden. met het gevolg dat de duopassagier
de heer J. F. ten Hove uit Amsterdam
lichamelijk letsel bekwam.
Na getuigenverhoor eischte het O. M.
tegen B. twee maanden hechtenis. Uit
spraak 11 Maart a.s.