De Gele Rijders jubileeren <- Brand in Engelsche meisjesschool
TESSA
76sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
(lOOr RICHARD STARR.
Vertaald door A. RIEWERD.
C9)
Maar dan moest zij, tenminste eenigen
tijd, in zijn gezelschap blijven. En hoe zou
dat kunnen, zonder dat hij tot de ontdek
king zou komen, dat zij Lallie Mulvaney
niet was?
Zij kon natuurlijk beproeven, Lallie's
stem na te bootsen. Miss Mulvaney had
een lage, wat schorre stem, die niet moei
lijk na te bootsen was, maar Tessa twij
felde er zeer aan, of zij het kon.
Plotseling verschafte de man zelf de
kans. Hij naderde eerbiedig.
Hl aar?" vroeg hij.
Tessa knikte, terwijl zij de poederdoos
en het donsje weg borg.
„Ik zie, dat je je mantel aan hebt."
Tessa trok levendig haar schouders op.
„Ik ben benieuwd, of wij dezelfde ge
dachte hadden. Wat zou je er van den
ken, om bij mij thuis een cigarette op te
steken en een kopje koffie te drinken?
Ik zal ze zelf zetten. Je hebt me beloofd,
die Japaneesche prenten te komen bekij
ken, en je hebt al zoo dikwijls gezegd. Jat
Je mijn kamers zou willen zien. Het ziet
er daar binnen erg warm en vol uit. Wij
zouden binnen het uur terug kunnen
zijn. Wat zeg je er van, Lallie?"
„Inshallah," zei Tessa met een lage,
schorre stem.
„Wat?"
„Wa aleikum salaam."
De man grinnikte. Klaarblijkelijk was
hij gewend aan de speelsche manieren
van Mulvaney.
„O juist, we zijn vanavond Turksch. Als
je in Turksch costuum bent, moet je ook
spreken en doen als een Turk. Dat betee-
kent zeker, dat je meegaat?"
„Djellaba tarbosh," zei Tessa.
„Goed. Je benteen schat."
Hij stak zijn arm door den hare en
bracht haar door de draaideur naar
buiten,
„Bekommer je maar niet om je auto."
fluisterde hij. „We zullen een taxi nemen.
Je chauffeur hoeft niet te weten, waar wij
heen gaan."
Eenige oogenblikken later zaten zij in
een taxi en reden weg van de plaats, waar
het bal gegeven werd. Zij wist niet, waar
zij heen gingen, hoewel zij gepoogd had,
het af te luisteren. Het was donker in de
auto, en zij hadden nog niet ver gereden,
toen de man een arm om haar heen sloeg
en haar probeerde te kussen.
Maar Tessa zei: „Bismillah, sapristi" en
duwde hem weg. Zij was er niet heel zeker
van, dat sapristi goed Turksch was. Maar
het had gevolg. De man gichelde en her
haalde zijn poging niet. Hij sprak over
dansen en over menschen, die zij niet ken
de. Van tijd tot tijd wierp Tessa er in
haar mooiste Turksch een opmerking tus-
schen, en telkens gichelde de man en ge
noot van de grap.
Wat meer was, dan Tessa deed. Zij be
gon nu tot het besef te komen, dat zij
een stout stukje uithaalde. Het was over
eenen. En zij zat in een auto met een
vreemden man en ging naar wat hij zijn
huis noemde, wat waarschijnlijk betee-
kende jonggezellenkamers. waar naar alle
waarschijnlijkheid, behalve zij, niemand
zou zijn.
Het was niet bijzonder geruststellend,
vooral, daar zij wist, dat hij een laag ka
rakter had en nergens tegenop zag.
Als zij eenmaal in zijn kamers waren,
hoe zou zij dan haar spel kunnen volhou
den? Het was duidelijk, dat het onmoge
lijk was. En als hij merkte, dat hij bedro
gen was, zou zij een kwade aan hem heb
ben, vooral, als hij haar mocht herkennen
ais het meisje, dat hij had vastgebonden
in de kamer in het Majestic-hotel. Maar,
zoo vleidde zij zichzelf, dat zou niet erg
waarschijnlijk zijn.
Er was nog tijd om van gedachte te
veranderen. Zij kon de auto laten stilhou
den en uitstappen. Of, als zij die kamers
bereikt hadden, kon zij weigeren er bin
nen te gaan. Zij kon dan een beroep doen
op den chauffeur.
Maar daardoor zou zij de kans verwer
pen, wat meer van dezen man te weten te
komen, en dus ,om Luella te helpen. Zij
besloot ten koste van alles voort te gaan.
Zij wilde tenminste te weten komen, wie
de man was, hoe hij heette en waar hij
woonde, en vertrouwde op haar geluk, om
er zich uit te redden.
Maar er was één ding, dat zij kon doen.
Zij kon beproeven Jimmy te laten weten
waar zij was heengegaan. Haar balboekje,
dat zij nog in de hand hield, gaf haar in,
hoe dat misschien gelukken zou.
Zij wist, dat de achterzijde van het
boekje onbedrukt was. Zij probeerde in
het donker te schrijven en schreef het
volgende
„Belangrijk. Wilt u alsjeblieft West
25964, mr. Turner, opbellen. Zeg hem, dat
Tessa Fisher in gevaar is aan het adres,
waar u mij achter laat. Of ga er heen en
haal hem alsjeblieft."
Of het leesbaar was, kon zij met geen
piogelijkheid zeggen. Toen de auto stil
stond en de man haar er uit hielp, liet zij
haar taschje achter. Het huis zag er uit-
als een blok flats. De voordeur was geslo
ten, en terwijl haar geleider naar zijn
sleutel zocht, riep zij ontsteld met een
lage, heesche stem:
„Mijn taschje!" en snelde terug naar
de auto.
Die had zich juist weer in beweging ge
zet, maar de chauffeur stopte en zij haal
de haar taschje er uit. Zij duwde het bal
boekje in zijn hand en fluisterde
„Breng hem dit alsjeblieft. Laat mij niet
in den steek. Het is heel erg gewichtig."
Zij liet deze woorden vergezeld gaan
van een blik, die den chauffeur tot haar
slaaf maakte Zij wist, dat hij Jimmy zou
brengen als hij het briefje kon lezen.
HOOFDSTUK XXXIX.
Open kaart.
Met een bezwaard hart keerde Tessa
den chauffeur den rug toe en liep de
stoep weer op. Haar geleider wachtte haar
boven op en zij liep voor hem uit de open
deur binnen.
De deur sloeg met een akeligen galm
achter hen dicht en gaf haar het gevoel
gevangen te zijn.
Er was een lift. maar die werkte niet.
Zij liepen naar boven tot de derde ver
dieping en Tessa vroeg zich met een
ellendig gevoel af, of, als haar briefje
Jimmy Turner ooit zou bereiken, hij in
staat zou zijn uit te vinden, in welke flat
zij zich bevond.
Zij geloofde, dat hij, als hij maar het
adres wist, haar zou vinden, al moest hij
elke flat in het gebouw opbellen. Zoo'n
kleinigheid zou Jimmy in het minst niet
afschrikken. Maar misschien zou hij haar,
na de wijze, waarop zij den laatsten keer
vaa elkaar geschelde» warp», niet willen
vinden. Maar dat was een lage gedachte,
en zij verkoos die niet te koesteren.
Al dien tijd, dat zij de trappen opliepen,
maakte de man geen enkele opmerking,
wat Tessa erg vreemd vond. Zij had wer
kelijk verwacht, dat hij weer een poging
zou doen haar te kussen op die verlaten
trap. Maar hij deed niets en zei niets. Zij
kreeg een vaag, angstig voorgevoel, dat
hij haar verdacht.
Nu, als dat zoo was, was er niets aan ta
doen. Als zij zijn kamers bereikt zouden
hebben, zou zij toch dadelijk ontmaskerd
worden. Zij kon niet verwachten, dat zij
zich den geheelen tijd als Turksche zou
kunnen blijven voordoen. Natuurlijk zou
zij het probeeren, maar het leek haar toe,
dat het" niet zou gelukken.
Toen zij voor een deur op de derde ver
dieping stil hielden, en hij weer aan zijn
sleutels morrelde, wist Tessa, dat, wat er
hierna ook gebeuren zou, zij haar doel be
reikt had. De naam van den man stond
op een koperen plaatje op de deur. Mr.
Chester Stringer. Den naam van de straat
wist zij niet, maar dien kon zij lezen als
zij wegging.
Weer trad hij terug, terwijl zij den
drempel overtrad, en weer had zij het ge
voel of de gevangenisdeur zich achter
haar sloot. Hfj draaide het licht op.
„Kom mee, Lallie, hier in," zei hij. En
zij volgde hem in een kamer een zit
kamer, waar een vroolijk vuur brandde.
Het was een heerenkamer, de meubels wa
ren met leer bekleed. Er was een vuur
scherm en een zitje voor den haard, en
daar ging zij zitten en warmde haar han
den. Zij wilde niet meer denken en liet
zich maar gaan. Het moest maar gaan,
zooals het ging. Zij kon er niets aan ver
helpen.
.CWordt vervolgd).
EEN HEVIGE BRAM) VERWOESTTE HET GEBOUW VAN DE QUEENSWOOD MEISJESSCHOOL TE
HATFIELD (ENGELAND). Ongeveer 60 leerlingen en- het personeel konden zich bijtijds in veiligheid stellen.
Niemand werd gewond.
GROOTER DAN PRIMO CARNERA IS DE P00L-
SCHE BOKSER LEON KETCHELL. De reus
wordt in Londen gemeten.
CARNAVAL. DE TIJD DER ZOTHEDEN.
De negus van Abessynié, wordt wel het meest
geïmiteerd door de Carnavalsgasten.
TER GELEGENHEID VAN DEN 143STEN VERJAARDAG VAN HET KORPS RIJDENDE ARTILLERIE,
BETER BEKEND ALS ,,DE GELE RIJDERS" werd door Arnhem een tocht gemaakt.
Voqrop de trompetters.
DE HEER AS8ELBERGHS, DIRECTEUR VAN HET SPOOR-
WEGMUSEUM TE UTRECHT kijkt met belangstelling naar het
model van de hefbrug te Rotterdam, dat is tentoongesteld
in het nieuwe spoorwegmuseum.