De Italiaansch-Abessynische
oorlog.
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 22 Februari 1936
PARLEMENTAIR OVERZICHT
BINNENLAND.
Thijs IJs bestrijdt de Reuzen van Pakkijs
De heer VAN ROSMALEN zal eveneens
voor het voorstel stemmen.
Wethouder VAN STRALEN beveelt nog
maals het voorstel van het college bij den
raad aan.
Na dupliek van den heer GOSLINGA
wordt het voorstel van B. cn W. aange
nomen met 2®5 stemmen (tegen de hee-
ren Gosltoga, Schoneveld, Eikerbout, Bee-
kenkamp en Romijn).
5o. Voorstel om de werkloozen en hunne
gezinsleden in de gelegenheid te stellen
in het gemeentelijk badhuis stortbaden
tegen verminderd tarief te nemen. (29)
Z. h. st. aangenomen.
60. Praeadvies op het voorstel van den
heer Koole inzake instelling van een
schoolspreekuur. (30)
Conform besloten.
7o. Voorstel:
a. tot intrekking, met ingang van een
nader door Burgemeester en Wethouders
tc bepalen datum, van de verordening van
29 April 1909 (Gemeenteblad No. 6) op
de brandweer, zooals deze sedert is ge
wijzigd:
b. tot beschikbaarstelling van gelden
ten behoeve van de uitbreiding van het
brandweermaterieel
c. om Burgemeester en Wethouders te
machtigen aan H. M. de Koningin te ver
zoeken de jaarwedde van den Commissaris
van Politie. In verband met het onder
brengen van de brandweer bij de politie, te
verhoogen met f. 500.—, zulks gerekend te
zijn ingegaan op 1 Juni 1935;
d. om den Burgemeester te machtigen
een regeling vast te stellen, betreflende
het toekennen van belooningen aan het
politiepersoneel, dat bij brand heeft dienst
gedaan. (3D
Wordt op voorstel van B. en W. aan
gehouden.
De VOORZITTER dankt den raad voor
de wijze, waarop hij gevolg heeft gegeven
aan zijn verzoek tot beperking van den
spreektijd.
Bij de rondvraag maakt de heer ELKER-
BOUT een opmerking over de loonen van
de arbeiders, die in werkverschaffing te
werk gesteld zijn in Wassenaar.
De hear WTLMER brengt namens den
raad den voorzitter dank en hulde voor
zijn leiding en betrekt ln dien dank ook
den secretaris en de ambtenaren.
De heer ROMIJN informeert of er al
een beslissing is genomen inzake de
groentendistributie.
Do VOORZITTER antwoordt ontkennend.
Hierna volgt te ruim halftwaalf sluiting.
TWEEDE KAMER.
BEGROOTING VAN
NED.-INDIÊ.
De tweede dag der discussie over de
Indische Begrooting.
Hij bracht ditmaal twee redevoeringen,
waarvan wij weinig behoeven te zeggen,
namelijk van den revolutionair-socialist
Sneevliet en den communist Roestam. Wij
behoeven er daarom weinig van te zeggen,
omdat het standpunt van deze uitersten
hekend genoeg Is en elk jaar is afgestemd
op hetzelfde oordeel. Een oordeel, dat
saam te vatten valt in deze woorden: er
deugt lettelijk niets van. Noch de Indische
Regeering als zoodanig, noch de gouver
neur-generaal, noch de Minister van Ko
loniën, noch het staatkundige, economi
sche, sociale en financieele beleid van die
alle kunnen genade vinden in de oogen
der revolutionair-socialisten en commu
nisten. „Indië los van Holland!" is hun
leus. Alleen dit kan redding brengen. Zoo
vormden de redevoeringen van deze beide
heeren een doorloopende scherpe critiek
op alles wat met het beleid in Indië te
maken heeft. Zij noemden Indië het land
van ondervoeding, hooge sterfte en anal-
phabetisme. Maar gelukkig riep de heer
Sneevliet uit daagt internationaal „de
godenschemering der koloniale politiek".
Nog verschillende andere afgevaardig
den voerden in deze vergadering het
woord.
Volgens den heer Joekes Is de econo
mische toestand van Indië nog nooit zoo
donker geweest als op dit oogenblik. Hij
deed uitkomen dat zoowel uitvoer als in
voer gedaald zijn tot op 1/3 van de waar
de van een jaar of zes geleden, en waar
de prijzen der producten zich niet in ge
lijke verhouding wijzigen, is er een ge
weldige economische achteruitgang ont
staan. De werkloosheid, en in het alge
meen de sociale nood, zijn geweldig. Een
rede van den heer Van Poll bewoog zich
in dezelfde lijn. Het spreekt vanzelf, dat
hij kwam met de verdediging van zijn
oude denkbeeld: de zelfvoorziening van
Indië. Hij erkende dat er in deze richting
iets gedaan is, maar niet genoeg, en daar
om moet dit streven krachtig worden be
vorderd en dient er meer en systemati
sche samenwerking te komen met het
moederland. En. even pessimistisch, of
zelfs nog pessimistischer dan mr. Joekes,
noemde de heer Van Poll den toestand
der Indische volkshuishouding, catastro-
phaal, zoodat verdere aanpassing, verdere
bezuiniging ten eenenmale onmogelijk
moet worden geacht. Intusschen heeft de
heer Joekes in het licht gesteld, dat Ne
derland niet alles voor Indië kan doen: we
doen trouwens al veel. Maar wel zal Ne
derland financieele hulp dienen te ver-
leenen. In staatkundigen zin was de
woordvoerder der vrijzinnig-democraten
niet tevreden over het beleid der laatste
jaren. Met name meende hij, dat er veel
te lankmoedig is opgetreden ten aanzien
van de nationaal-socialisten en wees hij
op het ongerechtvaardigd onderscheid in
voorschriften (uniform-verbod b.v.) tus-
schen Nederland en Indië.
De heer K. ter Laan heeft een goed
woord gesproken voor en over de ambte
naren en hun belangen.
Met deze aanteekeningen over den twee
den dag van het debat meenen wij te
kunnen volstaan. Over het algemeen treft
het ons, dat er zeer pessimistisch ge
oordeeld wordt over den economlschen
toestand van Indië. En dit, waar men juist
ir, den laatsten tijd meer dan eens heeft
kunnen vernemen, dat het diepste punt
der crisis voor Indië voorbij was, dat er
weer een flauwe schemer van opleving te
bespeuren viel. Het is blijkbaar anders!
HAGENAAR.
DE FINANTIEELE TOESTAND VAN
ROTTERDAM.
Uitzonderlijke maatregelen zijn noodjg.
In den gemeenteraad van Rotterdam
heeft de burgemeester verklaard dat men
thans het initiatief zal moeten nemen tot
het treffen van de uitzonderlijke maat
regelen. Dat zal een heel moeilijke taak
zijn, maar spr. gelooft, dat het de eenige
mander is om deze aangelegenheid tot een
bevredigende oplossing te brengen.
Het spreekt vanzelf, dat ieder onzer ge
hoopt had, dat de hulp, die wij van de
regeering zouden krijgen, verder zou zijn
gegaan, dan op dit oogenblik mogelijk
blijkt, maar nu dat geval zich niet voor
doet, kunnen wij, dunkt spr., niet voort
gaan met ons te verdiepen in beschouwin
gen over de redelijkheid van onze verlan
gens, waaraan spr. op zichzelf niets wil
afdoen, maar hebben wij ook rekening te
houden met den toestand, die ontstaat,
indien er geen oplossing komt.
De moeilijkheden zullen, indien geen
oplossing wordt bereikt, zelfs voortdurend
en hand over hand toenemen. En het is ln
een afzienbaren tijd te verwachten, dat
die moeilijkheden niet kunnen worden
opgelost.
Spr. meent, dat het de plicht van het
gemeentebestuur is om rekening te houden
met de gegronde verwachting, dat de re
geering niet zal toegeven en dat dus de
situatie zal ontstaan, diat de gemeente
haar verplichtingen met het oog op het
feit, dat de leeningen van de particuliere
banken hoe langer hoe meer afloopen,
tegenover de leveranciers, tegenover Ce-
genen, die in gemeentedienst zijn, laat spr.
zeggen in het algemeen tegenover hen,
die vorderingen op de gemeente hebben,
niet zullen kunnen voldoen.
Spr. wil er nog eens de aandacht op
vestigen, dat men niet verder komt met te
praten over de vraag in hoeverre de ge
meente recht op het verstrekken van kas
geld zou hebben, of daarop aanspraak zou
kunnen doen gelden. In de zeer abnormale
omstandigheden, waarin de financiën van
Nederland verkeeren, moet verwacht wor
den, dat de regeerlng na.de mededeelin-
gen, die zij heeft gedaan bij de behande
ling van dit onderwerp in de Tweede Ka
mer, haar standpunt handhaaft.
Het zou naar het spr. voorkomt een
lichtvaardigheid zijn, die een bestuurder
niet mag hebben, om rekening te houden
met de mogelijkheid, dat wanneer er nu
ten slotte te Rotterdam verder niet be
langrijk bezuinigd werd. de regeering toch
haai- standpunt zou wijzigen.
Voor de honderdste maal naar West-Indië.
Gistermiddag is het mailschip „Oranje
Nassau" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij.
voor zijn honderdste reis van Amsterdam
naar West Indië vertrokken. Deze reis ge
schiedt onder commando van kapitein B.
Klip. De „Oranje Nassau" die in 1911 ge
bouwd werd voor den Koninklijken West-
Indischen Maildienst, welk lichaam reeds
vele jaren in het bedrijf der K.N.S.M. Is
opgenomen, verkeert ondanks haar 25
jaren nog in uitstekenden staat. Inwendig
zijn in den loop der jaren verschillende
veranderingen aangebracht, als gevolg
waarvan de accomodatlc geheel beant
woordt aan de eischen van dezen tijd.
HEROPENING VAN HET SPOORWEG
MUSEUM.
In het eerste hoofdgebouw derNederl.
Spoorwegen te Utrecht is gistermiddag het
Spoorwegmuseum heropend. Vele autori
teiten uit de spoorwegwereld gaven blijk
van hun belangstelling. Zoo zagen wij o.m.
G. van der Meulen, secretaris-generaal
van het departement van waterstaat en
voorzitter van den raad van commissaris
sen der Ned. Spoorwegen, Ir. E. C. W. van
Dijk, directeur der Ned. Spoorwegen, den
secretaris Jhr. dr. C. Beelaerts van Blok
land; alle chefs van dienst; dr. J. G. C.
van Vlooten, paardenarts le klas, zoon
van den grondlegger van het museum;
dr. W. C Sohuylenburg, directeur van het
Centraal Museum, den heer Tresllng, di
recteur Ned. Postmuseum, den heer Assel-
bergs, directeur van het Spoorwegmuseum
en vertegenwoordigers van de verschillende
personeelsbonden.
Dr. ir. G. W. v. Heukelom, voorzitter van
den Raad van Toezicht op het Spoorweg
museum, heeft een woord van welkom ge
sproken, daaraan toevoegend een woord
van dank tot de directie, die, toen dienst
belang de tot nu toe gebruikte gebouwen
opvorderde, deze verhuizing mogelijk
maakte, waardoor het museum niet ach
teruit, maar vooruit is gegaan. Spr. bracht
hulde aan allen, die aan het tot stand
komen en aan de ontwikkeling van het
museum bijdroegen, ln 't bijzonder roemde
hij het werk van den ambtenaar van Vloo
ten, die met zijn particuliere collectie den
grondslag legde. Ir. van Heukelom gaf
voorts een overzicht van de periode van
bestaan (van 1929 af) en wees op liet,
groote belang, dat het museum ook heeft
voor het bekend worden van den arbeid
der Spoorwegen naar buiten. Ir. E. C. W.
van Dijk heeft mede namens dr. H. van
Manen woorden van groote waardeering
gericht tot den raad van toezicht en tot
den directeur. Hun werk is boven alle lof
verheven. Het had de directie gespeten,
dat zij de tot nu toe gebruikte lokaliteiten
moest opelsclhen, maar zij had daarvan
nu geen spijt meer. omdat deze wisseling
voor het museum gunstig bleek te zijn.
In dezen tijd, waarin de moderniseering
van de spoorwegen plaats heeft in een
tempo als nooit te voren, is het museum
van groot belang, omdat het de taak heeft
deze wisseling ln beeld te brengen.
De genoodigden hebben daarna de ver
zamelingen bekeken.
NED. LANDMETERSFEDERATIE
OPGERICHT.
Te Delft is een vergadering gehouden
van de besturen der verschillende veree-
nigingen op landmeetkundig gebied. Be
sloten is tot oprichting van de Nederland-
sche landmeetkundige federatie. Het be
stuur werd als volgt samengesteld: prof.
J. W. Tienstra, voorzitter; O. J. Jonas,
landmeter bij het kadaster te Arnhem,
secretaris; K. v. d. Molen, civiel landme
ter te Zutphen, penningmeester; prof. ir.
W. Schermerhorn. Delft; A. L. J. Roburgh,
ir. verificateur bij het kadaster te Den
Haag; A. C. J. Hof. landmeter te Amster
dam; R. Roelofs, landmeter in N.O.-Indie;
G. F. Witt, landmeter te Den Haag; F.
Hutink. landmeter te Rotterdam.
Het doel is: bevordering der wetenschap
der landmeetkunde, de behartiging van de
maatschappelijke belangen.
JUBILEUMREIS VAN DE
„ORANJE NASSAU".
Ir. J. P. VAN l'ÖNKHUYZEN.
nsciG
Naar het „U. D." verneemt, zal de heer
ir J. P. van Lonkhuyzen wegens het be
reiken van den pensioengerechtigden leef
tijd begin April aftreden als directeur van
de Nederlandsche Heidemaatschappij.
DE POSTVLUCHTEN.
Hedenmorgen is de Kievit met 4 passa
giers en post van Schiphol naar Indië ver
trokken.
DE KWESTIE-VRIJMAN.
De oud-rijksbouwmeester Vrijman heeft
een nader adres tot de Tweede Kamer
gericht, waarin hij zich er over beklaagt,
dat nog niet is voldaan aan vroeger door
de Kamer genomen beslissingen, daar hij
noch eervol ontslag, noch billijke genoeg
doening heeft gekregen.
In hun inlichtingen aan de Kamer over
dit nieuwe adres zeggen de ministers van
Financiën en van Justitie, dat, wat het
niet verleenen \van eervol ontslag betreft,
de toenmalige minister van Financiën bij
de beraadslagingen ln de Kamer over de
betreffende conclusie van de meerderheid
der commissie reeds als zijn oordeel heeft
te kennen gegeven, dat het hem niet mo
gelijk zou zijn aan die conclusie, Indien
zij door de Kamer zou worden aanvaard,
gevolg te geven.
En wat de billijke genoegdoening be
treft, wordt er aan herinnerd, dat bij de
wet van 15 April 1931 reeds een bedrag
van ongeveer f. 76,500 voor adressant ls
uitgetrokken. Daar over dit bedrag overeen
stemming met den raadsman van adres
sant was verkregen, is de regeering van
oordeel, dat het hier een afgedane zaak
betreft, waarop niet behoort te worden
teruggekomen.
TROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
In overleg met het bestuur der federatie
Den Haag van de S.D.AP. heeft de heer
M. Vrijenhoek bedankt als lid van de
Provinciale Staten van Zuid-Holland. Dit
besluit is genomen in verband met de bij
de candidaatstelling overeengekomen voor
waarde, dat hij bij wederbenoeming tot
wethouder van Den Haag, na de behan
deling van de provinciale begrooting, zijn
zetel af zou staan.
Opvolgster van den heer Vrijenhoek is
mevr. H. BleuminkLouman.
PROEVEN MET DE AERONCA.
In beginsel heeft de raad van beheer
der nationale luchtvaartschool besloten,
om een proef te nemen met het geven van
vliegonderwfjs op het onlangs geïmpor
teerde tweepersoons Aenonca sport/vlieg
tuig. Daartoe zullen vijf nader aan te
wijzen personen een opleiding op dit
vliegtuigtype ontvangen.
Onderhandelingen worden gevoerd met
den directeur van den luchtvaartdienst om
ontheffing van de wettelijke voorschriften
te verkrijgen om deze proef op Schiphol
te kunnen uitvoeren, onder leiding van
een der instructeurs der N.L.S.
UIT NED. OOST-INDIË.
OPBRENGST TANDMIDDELEN.
BATAVIA, 21 Febr. (Aneta). De lands-
middelen brachten over de maand Dec.
1935 In totaal op f. 36.700.000 tegenover
in de maand Dec. 1934 f. 36.100.000 op.
De totaal-opbrengst over het jaar 1935
bedroeg f. 378.600.000, tegenover in het
jaar 1934 f. 386.900.000.
De Invoering van de loonbelasting had
niet alleen een grootere opbrengst, doch
een snellere betaling van het verschul
digde tengevolge, waardoor de opbrengst
aan belasting over 1935 voor een bedrag
van naar schatting van f. 7.000.000 in gun-
stigen zin werd beïnvloed ten opzichte van
1934.
De verbetering van de cijfers over 1935
is ook veroorzaakt doordat in verschil
lende gevallen de achterstallige inkom
stenbelasting uit het rubberuitvoerrecht
werd voldaan.
In totaal is door verhooging van de be
staande belastingen en invoering van
nieuwe heffingen de belasting-opbrengst
over het jaar 1935 met rond f. 10.000.000
verhoogd ten opzichte van het jaar 1934.
Tot en met de maand onder verslag ls
f. 2.150.000 ontvangen aan uitvoerrecht op
bevolkingsrubber. Dit bedrag ls ln de voor
gaande cijfers niet verwerkt.
Van 't front.
De gisteren van het front ontvangen
telegrammen toonen aan, dat drie Italiaan
sche colonnes gisteren zonder slag of
stoot 20 K,M. zijn vooruitgeschoven. Door
dezen opmarsch hebben zij de vruchtbare
vlakte bij Boeia bereikt en nieuwe posi
ties kunnen bezetten, vanwaar zij de
Maximesjits-vallei beheerschen. Het ge
rucht loopt zelfs, dat Italiaansche verken
ners tot bij den berg Amba Aladzji zijn
genaderd. Aderat, een der door de Italia
nen bezette punten, ligt op ongeveer 35
K.M. ten Zuiden van Makalle. De op
marsch was voorafgegaan door een voor
bereiding door de artillerie. De drie Ita
liaansche colonnes, die door vliegtuigen
werden voorafgegaan, hebben hun doel
dan ook bereikt zonder eenlgen tegenstand
te ondervinden. Achter de Italiaansche
stormtroepen kwamen afdeelingen genie
soldaten. die er direct toe overgingen ka
ravaanwegen in goed berijdbare wegen te
herscheppen. Zij legden voorts telefoon
verbindingen aan, waardoor de verbin
ding met de achter het nieuw veroverde
gebied gelegen stellingen wordt verbeterd.
Zij zullen thans vermoedelijk in staat zijn
voor het a.s. regenseizoen nog verder op
te trekken.
Volgens berichten uit Abessijnsche bron
zou ras Moeloegeta hebben medegedeeld,
dat zijn troepen sedert eenlgen tijd dag
en nacht krachtig worden gebombardeerd.
Een mededeeling van den correspondent
van Reuter-A.N.P. bij de Italiaansche le
gers ln het Noorden behelst, dat het eer
ste Italiaansche legercorps, dat uit 20.000
man bestaat, de geheele vlakte van Boela
heeft bezet zonder ook maar een schot te
hebben gelost.
Drie infanteriedivisies zijn des ochtends
om half zeven vertrokken. Zij hebben de
hoogten van den Garadsjam, Aderat en
den berg Gomolo bereikt, zoomede Dabra
Aila. Deze namen roepen de herinnering
wakker aan de gevechten tusschen ras
Mangasja en generaal Arimondi in 1895.
De divisies hadden om elf uur 's ochtends
hun doel bereikt, zonder dat de vijand
zich ook maar ergens had vertoond. Des
middags heeft maarschalk Badoglio op
nieuw een tocht gemaakt door het ver
overde gebied, waarbij hij o.m. een bezoek
heeft gebracht aan het dorp Boeia. Sedert
10 Februari hebben de Italianen ten Zui
den van Makalle 1850 vierk. KM. terrem
veroverd.
De bestuurders van Italiaansche ver
kenningsvliegtuigen verklaren op de pa
den en wegen, welke naar het Zuiden toe
gang geven vele vluchtelingen en tallooze
dooden en gewonden te hebben waarge
nomen.
De correspondent van Reuter A.N.P. te
Addis Abeba doet opmerken, dat het voor
de Abessijnsche regeering onmogelijk is
snel de resultaten van veldslagen bekend
te maken door het onvoldoende aantal
radiozenders en telefoonaansluitingen.
Een andere reden is, dat de Italianen
Abessijnsche berichten met radiotoestellen
zouden kunnen opvangen, hetgeen tot re
sultaat heeft, dat het Abessijnsche hoofd
kwartier er de voorkeur aan geeft van
koeriers gebruik te maken.
(Copyright Reuter-A.N.P.)
Van Abessijnsche zijde wordt nog ge
meld;
Naar vernomen wordt heeft Ras Moe
loegeta zijn linies in de provincies En-
derta eenigszins teruggetrokken, teneinde
hooger in 't gebergte betere verdedigings
stellingen te kunnen betrekken, daar de
Italiaansche aanvallen voortduren. On
danks het feit echter, dat andere stellin
gen betrokken zijn, aldus wordt met na
druk naar voren gebracht, heeft men de
belegering van Makalle niet opgegeven. De
Italianen hebben nieuwe pogingen gedaan
om de bezetting van Makalle door middel
van vliegtuigen van levensmiddelen en
munitie te voorzien. Een uitval der Ita
lianen in de richting van den weg naar
Abaro is afgeslagen.
Van het Somalifront meldt het hoofd
kwartier van generaal Nasiboe nieuwe
terreinwinsten der Abessijnen in de rich- 1
TARIEFSVERLAGING DOOR DE P.T.T.
BATAVIA, 21 Febr. (Aneta). Naar het
.Bat. Nieuwsblad" mededeelt, ls de P.T.T.
voornemens tariefsverlagingen in te voe
ren. Deze verlagingen zullen bestaan ln
halveering van het woord-tarief voor ge
wone telegrammen od Java. verlaging van
het recht op een telegram-adres van f. 60
tot f. 25 per iaar, en halveering van het
telefoontarief naar Nederland.
JUBILEUM REGENT BANGKALAN.
PAMEKASAN. 21 Febr. (Aneta). Op
28 Maart a.s. hoopt Raden Adipati Ario
Tjakraningrat regent van Bangkalan. zijn
30-jarig dienstjubileum te herdenken.
ting van Warandab en Coron. In het ge
bied van Ogaden worden de strijd-opera-
ties door de thans aanvangende ondra
gelijke hitte, die tot April nog blijft stij
gen, bemoeilijkt voor de gemotoriseerde
troepen. Een Abessijnsche vlieger, die uit
het hoofdkwartier van Nasiboe ln Addis
Abeba ls aangekomen, heeft verteld, dat
tengevolge van de hitte reeds na een
vlucht van 5 minuten het koelwater en
de olie temperaturen van 100 graden had
den bereikt.
De Abessijnsche troepen in Tigre ne
men, naar men aanneemt, in Italiaansche
kringen, de volgende posities in: het leger
van Ras Seyoem, dat zich bij Abl Addl be
vindt, zou zich r.aar het Oosten ln de
richting van Takkaze bewegen, terwijl de
troepen van Ras Kassa, die te Melfa wa
ren gelegerd, het punt naderen, waar de
rivieren Gheva en Takkaze samenvloeien,
om vervolgens verder te trekken naar
Semien.
De 20.000 mannen van Ras Ghiettacciua-
bate zouden tusschen Maiughi Aibeta en
Amba Alagl gekampeerd zijn.
Voorts zouden groote afdeelingen re
servetroepen bij het meer van Ashanghi
worden samengetrokken. In Sjire liggen
nog steeds de troepen van ras Haileu
Boerroe en ras Imeroe, terwijl in Semien
de soldaten van ras Makkonen Andalacciu
10.000 man sterk, staan. Deze legers heb
ben het voordeel van het terrein, dat zeer
moeilijk begaanbaar is voor tanks en
ook voor de vliegtuigen groote moeilijk
heden oplevert; zij bestaan voor een groot
deel uit geregelde troepen.
De huidige positie van den linkervleugel
der Italiaansche strijdkrachten kan ver
geleken worden met een driehoek, waar
van de eene hoek ligt ten Zuiden van de
Boeja-vlakte, ln de richting van den
Amba Alagi. De noord-westelijk wijzende
hoek raakt dan de rivier Ghewa, ten zui
den van Abbi Addl. Dan loopt nog een
zijde van den driehoek langs de oostelijke
helling van de Danakil-woestijn.
De conclusies van het
Giomale d'Italia.
In een hoofdartikel trekt het Giomale
d'Italia de volgende conclusies uit het door
dit blad gepubliceerde Engelsehe rapport
over de Britsche belangen in Abessynië.
1 De jnterministerieele commissie is op
6 Maart 1936 met een nauwkeurige op
dracht voor te bestudeeren problemen
door het Foreign Office aangesteld. Op dit
oogenblik naderde het Italiaanscb-Abes-
slinsch conflict reeds een gewapende bot
sing en de Italiaansche regeering had
reeds de aandacht van de Engelsehe re
geering op deze aangelegenheid gevestigd.
2. De interministerieele commissie en
het ministerie van buitenlandsche zaken
zlln uitgegaan van de uitdrukkelijke ver
onderstelling van een mogelijk Italiaansch
optreden dat de gedeeltelijke of volledige
inlijving van Abessynië door Italië ten
gevolge zou kunnen hebben.
3. De commissie en het Foreign Office
hebben naar aanleiding van de bestudee
ring van het Abessijnsche vraagstuk noch
een vonnis ln den geest van den Volken
bond, noch eenigerlei reserve gemaakt ten
opzichte van nog komende stappen van
den Volkenbond. Zij hebben integendeel
hun taak beperkt tot het constateerèn
van de nationale belangen van Engeland.
Hieruit concludeert het blad tenslotte,
dat de Britsche regeering door de over
weging van Inlijving van Abessynië door
Italië zonder daarbij rekening te houden
met volkenbondsopvattingen een beperkt
initiatief in eigen belang heeft genomen.
Engelands huidige politiek vormt derhalve
een plotselinge zwenking.
Uit het gepubliceerde rapport blijkt
volgens het blad ook nog. dat Italië van
het begin van het Abessijnsche conflict af.
het plan heeft gehad met Engeland op een
basis van een gemeenschappelijk onder
zoek der problemen te onderhandelen.
Duidelijk ls ook. dat Italië altijd de Brit
sche belangen heeft willen ontzien.
Eden zal Maandag in het Lagerhuis een
verklaring afleggen.
8. Thijs ging dus op 't pad om te probeeren, of hij een kans
soms had om de reuzen van Pakkijs 't vernielen af te leeren en de
voortgang van hun slecht bedrijf te keeren. Maar na wat hij van
hen al had gehoord door den koning en door Gogopoen, had hij niet
veel hoop dat hij veel zou kunnen doen.
Maar na een tijd zag hij een boer, gezeten op een steen; de man
was zeer bedroefd naar 't scheen. Zoodra hij Thijsje zag, wees hij op
een puinhoop die daar in de verte lag.
„Dat was eens mijn boerderij!" riep hij. „De reuzen zijn hier n
uur geleden langs gekomen en hebben hem gansch uit elkaar geno
men. Alles hebben zij daar stuk gemaakt, en ik ben daardoor tot
armoede geraakt!"
„Wel!" riep nu Thijsje kwaad, „Ik zie dat 't werk'lij-k zoo niet
langer gaat! Ik zal die reuzen gaan kastijden en t land van hen
bevrijden!"