De Italiaansch-Abessynische oorlog. LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Zaterdag 22 Februari 1936 PARLEMENTAIR OVERZICHT BINNENLAND. Thijs IJs bestrijdt de Reuzen van Pakkijs De heer VAN ROSMALEN zal eveneens voor het voorstel stemmen. Wethouder VAN STRALEN beveelt nog maals het voorstel van het college bij den raad aan. Na dupliek van den heer GOSLINGA wordt het voorstel van B. cn W. aange nomen met 2®5 stemmen (tegen de hee- ren Gosltoga, Schoneveld, Eikerbout, Bee- kenkamp en Romijn). 5o. Voorstel om de werkloozen en hunne gezinsleden in de gelegenheid te stellen in het gemeentelijk badhuis stortbaden tegen verminderd tarief te nemen. (29) Z. h. st. aangenomen. 60. Praeadvies op het voorstel van den heer Koole inzake instelling van een schoolspreekuur. (30) Conform besloten. 7o. Voorstel: a. tot intrekking, met ingang van een nader door Burgemeester en Wethouders tc bepalen datum, van de verordening van 29 April 1909 (Gemeenteblad No. 6) op de brandweer, zooals deze sedert is ge wijzigd: b. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de uitbreiding van het brandweermaterieel c. om Burgemeester en Wethouders te machtigen aan H. M. de Koningin te ver zoeken de jaarwedde van den Commissaris van Politie. In verband met het onder brengen van de brandweer bij de politie, te verhoogen met f. 500.—, zulks gerekend te zijn ingegaan op 1 Juni 1935; d. om den Burgemeester te machtigen een regeling vast te stellen, betreflende het toekennen van belooningen aan het politiepersoneel, dat bij brand heeft dienst gedaan. (3D Wordt op voorstel van B. en W. aan gehouden. De VOORZITTER dankt den raad voor de wijze, waarop hij gevolg heeft gegeven aan zijn verzoek tot beperking van den spreektijd. Bij de rondvraag maakt de heer ELKER- BOUT een opmerking over de loonen van de arbeiders, die in werkverschaffing te werk gesteld zijn in Wassenaar. De hear WTLMER brengt namens den raad den voorzitter dank en hulde voor zijn leiding en betrekt ln dien dank ook den secretaris en de ambtenaren. De heer ROMIJN informeert of er al een beslissing is genomen inzake de groentendistributie. Do VOORZITTER antwoordt ontkennend. Hierna volgt te ruim halftwaalf sluiting. TWEEDE KAMER. BEGROOTING VAN NED.-INDIÊ. De tweede dag der discussie over de Indische Begrooting. Hij bracht ditmaal twee redevoeringen, waarvan wij weinig behoeven te zeggen, namelijk van den revolutionair-socialist Sneevliet en den communist Roestam. Wij behoeven er daarom weinig van te zeggen, omdat het standpunt van deze uitersten hekend genoeg Is en elk jaar is afgestemd op hetzelfde oordeel. Een oordeel, dat saam te vatten valt in deze woorden: er deugt lettelijk niets van. Noch de Indische Regeering als zoodanig, noch de gouver neur-generaal, noch de Minister van Ko loniën, noch het staatkundige, economi sche, sociale en financieele beleid van die alle kunnen genade vinden in de oogen der revolutionair-socialisten en commu nisten. „Indië los van Holland!" is hun leus. Alleen dit kan redding brengen. Zoo vormden de redevoeringen van deze beide heeren een doorloopende scherpe critiek op alles wat met het beleid in Indië te maken heeft. Zij noemden Indië het land van ondervoeding, hooge sterfte en anal- phabetisme. Maar gelukkig riep de heer Sneevliet uit daagt internationaal „de godenschemering der koloniale politiek". Nog verschillende andere afgevaardig den voerden in deze vergadering het woord. Volgens den heer Joekes Is de econo mische toestand van Indië nog nooit zoo donker geweest als op dit oogenblik. Hij deed uitkomen dat zoowel uitvoer als in voer gedaald zijn tot op 1/3 van de waar de van een jaar of zes geleden, en waar de prijzen der producten zich niet in ge lijke verhouding wijzigen, is er een ge weldige economische achteruitgang ont staan. De werkloosheid, en in het alge meen de sociale nood, zijn geweldig. Een rede van den heer Van Poll bewoog zich in dezelfde lijn. Het spreekt vanzelf, dat hij kwam met de verdediging van zijn oude denkbeeld: de zelfvoorziening van Indië. Hij erkende dat er in deze richting iets gedaan is, maar niet genoeg, en daar om moet dit streven krachtig worden be vorderd en dient er meer en systemati sche samenwerking te komen met het moederland. En. even pessimistisch, of zelfs nog pessimistischer dan mr. Joekes, noemde de heer Van Poll den toestand der Indische volkshuishouding, catastro- phaal, zoodat verdere aanpassing, verdere bezuiniging ten eenenmale onmogelijk moet worden geacht. Intusschen heeft de heer Joekes in het licht gesteld, dat Ne derland niet alles voor Indië kan doen: we doen trouwens al veel. Maar wel zal Ne derland financieele hulp dienen te ver- leenen. In staatkundigen zin was de woordvoerder der vrijzinnig-democraten niet tevreden over het beleid der laatste jaren. Met name meende hij, dat er veel te lankmoedig is opgetreden ten aanzien van de nationaal-socialisten en wees hij op het ongerechtvaardigd onderscheid in voorschriften (uniform-verbod b.v.) tus- schen Nederland en Indië. De heer K. ter Laan heeft een goed woord gesproken voor en over de ambte naren en hun belangen. Met deze aanteekeningen over den twee den dag van het debat meenen wij te kunnen volstaan. Over het algemeen treft het ons, dat er zeer pessimistisch ge oordeeld wordt over den economlschen toestand van Indië. En dit, waar men juist ir, den laatsten tijd meer dan eens heeft kunnen vernemen, dat het diepste punt der crisis voor Indië voorbij was, dat er weer een flauwe schemer van opleving te bespeuren viel. Het is blijkbaar anders! HAGENAAR. DE FINANTIEELE TOESTAND VAN ROTTERDAM. Uitzonderlijke maatregelen zijn noodjg. In den gemeenteraad van Rotterdam heeft de burgemeester verklaard dat men thans het initiatief zal moeten nemen tot het treffen van de uitzonderlijke maat regelen. Dat zal een heel moeilijke taak zijn, maar spr. gelooft, dat het de eenige mander is om deze aangelegenheid tot een bevredigende oplossing te brengen. Het spreekt vanzelf, dat ieder onzer ge hoopt had, dat de hulp, die wij van de regeering zouden krijgen, verder zou zijn gegaan, dan op dit oogenblik mogelijk blijkt, maar nu dat geval zich niet voor doet, kunnen wij, dunkt spr., niet voort gaan met ons te verdiepen in beschouwin gen over de redelijkheid van onze verlan gens, waaraan spr. op zichzelf niets wil afdoen, maar hebben wij ook rekening te houden met den toestand, die ontstaat, indien er geen oplossing komt. De moeilijkheden zullen, indien geen oplossing wordt bereikt, zelfs voortdurend en hand over hand toenemen. En het is ln een afzienbaren tijd te verwachten, dat die moeilijkheden niet kunnen worden opgelost. Spr. meent, dat het de plicht van het gemeentebestuur is om rekening te houden met de gegronde verwachting, dat de re geering niet zal toegeven en dat dus de situatie zal ontstaan, diat de gemeente haar verplichtingen met het oog op het feit, dat de leeningen van de particuliere banken hoe langer hoe meer afloopen, tegenover de leveranciers, tegenover Ce- genen, die in gemeentedienst zijn, laat spr. zeggen in het algemeen tegenover hen, die vorderingen op de gemeente hebben, niet zullen kunnen voldoen. Spr. wil er nog eens de aandacht op vestigen, dat men niet verder komt met te praten over de vraag in hoeverre de ge meente recht op het verstrekken van kas geld zou hebben, of daarop aanspraak zou kunnen doen gelden. In de zeer abnormale omstandigheden, waarin de financiën van Nederland verkeeren, moet verwacht wor den, dat de regeerlng na.de mededeelin- gen, die zij heeft gedaan bij de behande ling van dit onderwerp in de Tweede Ka mer, haar standpunt handhaaft. Het zou naar het spr. voorkomt een lichtvaardigheid zijn, die een bestuurder niet mag hebben, om rekening te houden met de mogelijkheid, dat wanneer er nu ten slotte te Rotterdam verder niet be langrijk bezuinigd werd. de regeering toch haai- standpunt zou wijzigen. Voor de honderdste maal naar West-Indië. Gistermiddag is het mailschip „Oranje Nassau" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. voor zijn honderdste reis van Amsterdam naar West Indië vertrokken. Deze reis ge schiedt onder commando van kapitein B. Klip. De „Oranje Nassau" die in 1911 ge bouwd werd voor den Koninklijken West- Indischen Maildienst, welk lichaam reeds vele jaren in het bedrijf der K.N.S.M. Is opgenomen, verkeert ondanks haar 25 jaren nog in uitstekenden staat. Inwendig zijn in den loop der jaren verschillende veranderingen aangebracht, als gevolg waarvan de accomodatlc geheel beant woordt aan de eischen van dezen tijd. HEROPENING VAN HET SPOORWEG MUSEUM. In het eerste hoofdgebouw derNederl. Spoorwegen te Utrecht is gistermiddag het Spoorwegmuseum heropend. Vele autori teiten uit de spoorwegwereld gaven blijk van hun belangstelling. Zoo zagen wij o.m. G. van der Meulen, secretaris-generaal van het departement van waterstaat en voorzitter van den raad van commissaris sen der Ned. Spoorwegen, Ir. E. C. W. van Dijk, directeur der Ned. Spoorwegen, den secretaris Jhr. dr. C. Beelaerts van Blok land; alle chefs van dienst; dr. J. G. C. van Vlooten, paardenarts le klas, zoon van den grondlegger van het museum; dr. W. C Sohuylenburg, directeur van het Centraal Museum, den heer Tresllng, di recteur Ned. Postmuseum, den heer Assel- bergs, directeur van het Spoorwegmuseum en vertegenwoordigers van de verschillende personeelsbonden. Dr. ir. G. W. v. Heukelom, voorzitter van den Raad van Toezicht op het Spoorweg museum, heeft een woord van welkom ge sproken, daaraan toevoegend een woord van dank tot de directie, die, toen dienst belang de tot nu toe gebruikte gebouwen opvorderde, deze verhuizing mogelijk maakte, waardoor het museum niet ach teruit, maar vooruit is gegaan. Spr. bracht hulde aan allen, die aan het tot stand komen en aan de ontwikkeling van het museum bijdroegen, ln 't bijzonder roemde hij het werk van den ambtenaar van Vloo ten, die met zijn particuliere collectie den grondslag legde. Ir. van Heukelom gaf voorts een overzicht van de periode van bestaan (van 1929 af) en wees op liet, groote belang, dat het museum ook heeft voor het bekend worden van den arbeid der Spoorwegen naar buiten. Ir. E. C. W. van Dijk heeft mede namens dr. H. van Manen woorden van groote waardeering gericht tot den raad van toezicht en tot den directeur. Hun werk is boven alle lof verheven. Het had de directie gespeten, dat zij de tot nu toe gebruikte lokaliteiten moest opelsclhen, maar zij had daarvan nu geen spijt meer. omdat deze wisseling voor het museum gunstig bleek te zijn. In dezen tijd, waarin de moderniseering van de spoorwegen plaats heeft in een tempo als nooit te voren, is het museum van groot belang, omdat het de taak heeft deze wisseling ln beeld te brengen. De genoodigden hebben daarna de ver zamelingen bekeken. NED. LANDMETERSFEDERATIE OPGERICHT. Te Delft is een vergadering gehouden van de besturen der verschillende veree- nigingen op landmeetkundig gebied. Be sloten is tot oprichting van de Nederland- sche landmeetkundige federatie. Het be stuur werd als volgt samengesteld: prof. J. W. Tienstra, voorzitter; O. J. Jonas, landmeter bij het kadaster te Arnhem, secretaris; K. v. d. Molen, civiel landme ter te Zutphen, penningmeester; prof. ir. W. Schermerhorn. Delft; A. L. J. Roburgh, ir. verificateur bij het kadaster te Den Haag; A. C. J. Hof. landmeter te Amster dam; R. Roelofs, landmeter in N.O.-Indie; G. F. Witt, landmeter te Den Haag; F. Hutink. landmeter te Rotterdam. Het doel is: bevordering der wetenschap der landmeetkunde, de behartiging van de maatschappelijke belangen. JUBILEUMREIS VAN DE „ORANJE NASSAU". Ir. J. P. VAN l'ÖNKHUYZEN. nsciG Naar het „U. D." verneemt, zal de heer ir J. P. van Lonkhuyzen wegens het be reiken van den pensioengerechtigden leef tijd begin April aftreden als directeur van de Nederlandsche Heidemaatschappij. DE POSTVLUCHTEN. Hedenmorgen is de Kievit met 4 passa giers en post van Schiphol naar Indië ver trokken. DE KWESTIE-VRIJMAN. De oud-rijksbouwmeester Vrijman heeft een nader adres tot de Tweede Kamer gericht, waarin hij zich er over beklaagt, dat nog niet is voldaan aan vroeger door de Kamer genomen beslissingen, daar hij noch eervol ontslag, noch billijke genoeg doening heeft gekregen. In hun inlichtingen aan de Kamer over dit nieuwe adres zeggen de ministers van Financiën en van Justitie, dat, wat het niet verleenen \van eervol ontslag betreft, de toenmalige minister van Financiën bij de beraadslagingen ln de Kamer over de betreffende conclusie van de meerderheid der commissie reeds als zijn oordeel heeft te kennen gegeven, dat het hem niet mo gelijk zou zijn aan die conclusie, Indien zij door de Kamer zou worden aanvaard, gevolg te geven. En wat de billijke genoegdoening be treft, wordt er aan herinnerd, dat bij de wet van 15 April 1931 reeds een bedrag van ongeveer f. 76,500 voor adressant ls uitgetrokken. Daar over dit bedrag overeen stemming met den raadsman van adres sant was verkregen, is de regeering van oordeel, dat het hier een afgedane zaak betreft, waarop niet behoort te worden teruggekomen. TROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. In overleg met het bestuur der federatie Den Haag van de S.D.AP. heeft de heer M. Vrijenhoek bedankt als lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Dit besluit is genomen in verband met de bij de candidaatstelling overeengekomen voor waarde, dat hij bij wederbenoeming tot wethouder van Den Haag, na de behan deling van de provinciale begrooting, zijn zetel af zou staan. Opvolgster van den heer Vrijenhoek is mevr. H. BleuminkLouman. PROEVEN MET DE AERONCA. In beginsel heeft de raad van beheer der nationale luchtvaartschool besloten, om een proef te nemen met het geven van vliegonderwfjs op het onlangs geïmpor teerde tweepersoons Aenonca sport/vlieg tuig. Daartoe zullen vijf nader aan te wijzen personen een opleiding op dit vliegtuigtype ontvangen. Onderhandelingen worden gevoerd met den directeur van den luchtvaartdienst om ontheffing van de wettelijke voorschriften te verkrijgen om deze proef op Schiphol te kunnen uitvoeren, onder leiding van een der instructeurs der N.L.S. UIT NED. OOST-INDIË. OPBRENGST TANDMIDDELEN. BATAVIA, 21 Febr. (Aneta). De lands- middelen brachten over de maand Dec. 1935 In totaal op f. 36.700.000 tegenover in de maand Dec. 1934 f. 36.100.000 op. De totaal-opbrengst over het jaar 1935 bedroeg f. 378.600.000, tegenover in het jaar 1934 f. 386.900.000. De Invoering van de loonbelasting had niet alleen een grootere opbrengst, doch een snellere betaling van het verschul digde tengevolge, waardoor de opbrengst aan belasting over 1935 voor een bedrag van naar schatting van f. 7.000.000 in gun- stigen zin werd beïnvloed ten opzichte van 1934. De verbetering van de cijfers over 1935 is ook veroorzaakt doordat in verschil lende gevallen de achterstallige inkom stenbelasting uit het rubberuitvoerrecht werd voldaan. In totaal is door verhooging van de be staande belastingen en invoering van nieuwe heffingen de belasting-opbrengst over het jaar 1935 met rond f. 10.000.000 verhoogd ten opzichte van het jaar 1934. Tot en met de maand onder verslag ls f. 2.150.000 ontvangen aan uitvoerrecht op bevolkingsrubber. Dit bedrag ls ln de voor gaande cijfers niet verwerkt. Van 't front. De gisteren van het front ontvangen telegrammen toonen aan, dat drie Italiaan sche colonnes gisteren zonder slag of stoot 20 K,M. zijn vooruitgeschoven. Door dezen opmarsch hebben zij de vruchtbare vlakte bij Boeia bereikt en nieuwe posi ties kunnen bezetten, vanwaar zij de Maximesjits-vallei beheerschen. Het ge rucht loopt zelfs, dat Italiaansche verken ners tot bij den berg Amba Aladzji zijn genaderd. Aderat, een der door de Italia nen bezette punten, ligt op ongeveer 35 K.M. ten Zuiden van Makalle. De op marsch was voorafgegaan door een voor bereiding door de artillerie. De drie Ita liaansche colonnes, die door vliegtuigen werden voorafgegaan, hebben hun doel dan ook bereikt zonder eenlgen tegenstand te ondervinden. Achter de Italiaansche stormtroepen kwamen afdeelingen genie soldaten. die er direct toe overgingen ka ravaanwegen in goed berijdbare wegen te herscheppen. Zij legden voorts telefoon verbindingen aan, waardoor de verbin ding met de achter het nieuw veroverde gebied gelegen stellingen wordt verbeterd. Zij zullen thans vermoedelijk in staat zijn voor het a.s. regenseizoen nog verder op te trekken. Volgens berichten uit Abessijnsche bron zou ras Moeloegeta hebben medegedeeld, dat zijn troepen sedert eenlgen tijd dag en nacht krachtig worden gebombardeerd. Een mededeeling van den correspondent van Reuter-A.N.P. bij de Italiaansche le gers ln het Noorden behelst, dat het eer ste Italiaansche legercorps, dat uit 20.000 man bestaat, de geheele vlakte van Boela heeft bezet zonder ook maar een schot te hebben gelost. Drie infanteriedivisies zijn des ochtends om half zeven vertrokken. Zij hebben de hoogten van den Garadsjam, Aderat en den berg Gomolo bereikt, zoomede Dabra Aila. Deze namen roepen de herinnering wakker aan de gevechten tusschen ras Mangasja en generaal Arimondi in 1895. De divisies hadden om elf uur 's ochtends hun doel bereikt, zonder dat de vijand zich ook maar ergens had vertoond. Des middags heeft maarschalk Badoglio op nieuw een tocht gemaakt door het ver overde gebied, waarbij hij o.m. een bezoek heeft gebracht aan het dorp Boeia. Sedert 10 Februari hebben de Italianen ten Zui den van Makalle 1850 vierk. KM. terrem veroverd. De bestuurders van Italiaansche ver kenningsvliegtuigen verklaren op de pa den en wegen, welke naar het Zuiden toe gang geven vele vluchtelingen en tallooze dooden en gewonden te hebben waarge nomen. De correspondent van Reuter A.N.P. te Addis Abeba doet opmerken, dat het voor de Abessijnsche regeering onmogelijk is snel de resultaten van veldslagen bekend te maken door het onvoldoende aantal radiozenders en telefoonaansluitingen. Een andere reden is, dat de Italianen Abessijnsche berichten met radiotoestellen zouden kunnen opvangen, hetgeen tot re sultaat heeft, dat het Abessijnsche hoofd kwartier er de voorkeur aan geeft van koeriers gebruik te maken. (Copyright Reuter-A.N.P.) Van Abessijnsche zijde wordt nog ge meld; Naar vernomen wordt heeft Ras Moe loegeta zijn linies in de provincies En- derta eenigszins teruggetrokken, teneinde hooger in 't gebergte betere verdedigings stellingen te kunnen betrekken, daar de Italiaansche aanvallen voortduren. On danks het feit echter, dat andere stellin gen betrokken zijn, aldus wordt met na druk naar voren gebracht, heeft men de belegering van Makalle niet opgegeven. De Italianen hebben nieuwe pogingen gedaan om de bezetting van Makalle door middel van vliegtuigen van levensmiddelen en munitie te voorzien. Een uitval der Ita lianen in de richting van den weg naar Abaro is afgeslagen. Van het Somalifront meldt het hoofd kwartier van generaal Nasiboe nieuwe terreinwinsten der Abessijnen in de rich- 1 TARIEFSVERLAGING DOOR DE P.T.T. BATAVIA, 21 Febr. (Aneta). Naar het .Bat. Nieuwsblad" mededeelt, ls de P.T.T. voornemens tariefsverlagingen in te voe ren. Deze verlagingen zullen bestaan ln halveering van het woord-tarief voor ge wone telegrammen od Java. verlaging van het recht op een telegram-adres van f. 60 tot f. 25 per iaar, en halveering van het telefoontarief naar Nederland. JUBILEUM REGENT BANGKALAN. PAMEKASAN. 21 Febr. (Aneta). Op 28 Maart a.s. hoopt Raden Adipati Ario Tjakraningrat regent van Bangkalan. zijn 30-jarig dienstjubileum te herdenken. ting van Warandab en Coron. In het ge bied van Ogaden worden de strijd-opera- ties door de thans aanvangende ondra gelijke hitte, die tot April nog blijft stij gen, bemoeilijkt voor de gemotoriseerde troepen. Een Abessijnsche vlieger, die uit het hoofdkwartier van Nasiboe ln Addis Abeba ls aangekomen, heeft verteld, dat tengevolge van de hitte reeds na een vlucht van 5 minuten het koelwater en de olie temperaturen van 100 graden had den bereikt. De Abessijnsche troepen in Tigre ne men, naar men aanneemt, in Italiaansche kringen, de volgende posities in: het leger van Ras Seyoem, dat zich bij Abl Addl be vindt, zou zich r.aar het Oosten ln de richting van Takkaze bewegen, terwijl de troepen van Ras Kassa, die te Melfa wa ren gelegerd, het punt naderen, waar de rivieren Gheva en Takkaze samenvloeien, om vervolgens verder te trekken naar Semien. De 20.000 mannen van Ras Ghiettacciua- bate zouden tusschen Maiughi Aibeta en Amba Alagl gekampeerd zijn. Voorts zouden groote afdeelingen re servetroepen bij het meer van Ashanghi worden samengetrokken. In Sjire liggen nog steeds de troepen van ras Haileu Boerroe en ras Imeroe, terwijl in Semien de soldaten van ras Makkonen Andalacciu 10.000 man sterk, staan. Deze legers heb ben het voordeel van het terrein, dat zeer moeilijk begaanbaar is voor tanks en ook voor de vliegtuigen groote moeilijk heden oplevert; zij bestaan voor een groot deel uit geregelde troepen. De huidige positie van den linkervleugel der Italiaansche strijdkrachten kan ver geleken worden met een driehoek, waar van de eene hoek ligt ten Zuiden van de Boeja-vlakte, ln de richting van den Amba Alagi. De noord-westelijk wijzende hoek raakt dan de rivier Ghewa, ten zui den van Abbi Addl. Dan loopt nog een zijde van den driehoek langs de oostelijke helling van de Danakil-woestijn. De conclusies van het Giomale d'Italia. In een hoofdartikel trekt het Giomale d'Italia de volgende conclusies uit het door dit blad gepubliceerde Engelsehe rapport over de Britsche belangen in Abessynië. 1 De jnterministerieele commissie is op 6 Maart 1936 met een nauwkeurige op dracht voor te bestudeeren problemen door het Foreign Office aangesteld. Op dit oogenblik naderde het Italiaanscb-Abes- slinsch conflict reeds een gewapende bot sing en de Italiaansche regeering had reeds de aandacht van de Engelsehe re geering op deze aangelegenheid gevestigd. 2. De interministerieele commissie en het ministerie van buitenlandsche zaken zlln uitgegaan van de uitdrukkelijke ver onderstelling van een mogelijk Italiaansch optreden dat de gedeeltelijke of volledige inlijving van Abessynië door Italië ten gevolge zou kunnen hebben. 3. De commissie en het Foreign Office hebben naar aanleiding van de bestudee ring van het Abessijnsche vraagstuk noch een vonnis ln den geest van den Volken bond, noch eenigerlei reserve gemaakt ten opzichte van nog komende stappen van den Volkenbond. Zij hebben integendeel hun taak beperkt tot het constateerèn van de nationale belangen van Engeland. Hieruit concludeert het blad tenslotte, dat de Britsche regeering door de over weging van Inlijving van Abessynië door Italië zonder daarbij rekening te houden met volkenbondsopvattingen een beperkt initiatief in eigen belang heeft genomen. Engelands huidige politiek vormt derhalve een plotselinge zwenking. Uit het gepubliceerde rapport blijkt volgens het blad ook nog. dat Italië van het begin van het Abessijnsche conflict af. het plan heeft gehad met Engeland op een basis van een gemeenschappelijk onder zoek der problemen te onderhandelen. Duidelijk ls ook. dat Italië altijd de Brit sche belangen heeft willen ontzien. Eden zal Maandag in het Lagerhuis een verklaring afleggen. 8. Thijs ging dus op 't pad om te probeeren, of hij een kans soms had om de reuzen van Pakkijs 't vernielen af te leeren en de voortgang van hun slecht bedrijf te keeren. Maar na wat hij van hen al had gehoord door den koning en door Gogopoen, had hij niet veel hoop dat hij veel zou kunnen doen. Maar na een tijd zag hij een boer, gezeten op een steen; de man was zeer bedroefd naar 't scheen. Zoodra hij Thijsje zag, wees hij op een puinhoop die daar in de verte lag. „Dat was eens mijn boerderij!" riep hij. „De reuzen zijn hier n uur geleden langs gekomen en hebben hem gansch uit elkaar geno men. Alles hebben zij daar stuk gemaakt, en ik ben daardoor tot armoede geraakt!" „Wel!" riep nu Thijsje kwaad, „Ik zie dat 't werk'lij-k zoo niet langer gaat! Ik zal die reuzen gaan kastijden en t land van hen bevrijden!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 11