De Italiaansch-Abessynische oorlog. Frankrijk en Centraal Europa 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 Februari 1936 Derde Blad BINNENLAND. Van het front. Hoewel er nog geen enkel nauwkeurig bericht is ontvangen over de situatie in Ogaden loopt het hardnekkige gerucht, dat belangrijke gevechten worden geleverd in de buurt van Sasa Baneh. Men vraagt zioh af of generaal Graziani een offensief in de richting van Dzjidzjiga heeft inge zet. Aan het Zuidelijk front bombardeert de Italiaansche luchtmacht onophoudelijk Abessijnsche colonnes, die zich concen- treeren om te trachten onder leiding van generaal Sahle het verslagen leger van ras Desta te reorganiseeren. Aan het Noordelijk front maken de Ita lianen gebruik van den toestand, welke door hun recente overwinning is ontstaan. Door de bezetting van de streek van Gaela ten Zuid-Zuid-Westen van Makallé verhinderen zij de ravitailleering der le gers van ras Seyoem en ras Kassa, die zij dwingen zich in Westelijke richting terug te trekken, althans hun effectieven te ver minderen en de legermachten te verdeelen in kleine afdeelingen, die ter plaatse kun nen ravitailleeren. De Abessijnsche regeering blijft het stil zwijgen bewaren omtrent den slag bij Makallé. Te Addis Abeba gelooft men, dat het volgend doel der Italianen Benda is, een belangrijk strategisch punt op de hoogvlakte, welke de Danakil-woestijn beheerscht en vanwaar de bergen bij Ma kallé kunnen worden bereikt. De Abessijnsche regeering is voornemens te Genéve te protesteeren over de gevan genneming en deportatie naar Polen (via Italië) van 2 Polen, den dokter Maximi- lius Belau uit Warschau en diens assistent Hedzjoeska Tedenze, die in dienst waren van het Abessijnsche Roode Kruis en Zon dag door de Italianen werden aangetrof fen in een spelonk bij den berg Amba Aradam. De Italiaansche artillerie gaat voort de Abessijnsche stellingen aan het Noordelijk front te bestoken, waaruit men te Addis Abeba concludeert, dat een nieuwe Ita liaansche aanval kan worden verwacht. In alle haaast zijn groote versterkingen gezonden naar ras Seyoem en ras Kassa pin hen in staat te stellen het hoofd te bieden aan lederen opmarsch der Italia nen. ItaUaansche deserteurs, die den tro penhelm dragen zijn in de straten der hoofdstad gezien. Ten einde te bewijzen, dat de ItaUaansche krijgsgevangenen goed worden behandeld, heeft de Abessijnsche regeering naar Dessié een Italiaansch officier gezonden, die de vorige maand was krijgsgevangen gemaakt en te Addis Abeba was geïnterneerd. Men heeft deze officier in de gelegen heid gesteld te Dessié een bezoek aan zijn eveneens krijgsgevangen gemaakte land genoten te brengen. (Copyright Reuter-A.N.P.l. Bi] een onaerzoek aan de hoogvlakte van Zalgada zag de pers, dat vele dorpen in brand waren gestoken, hetzij door de Ita lianen, hetzij door de Abessijnen, teneinde een vrije zone te scheppen. Men kon constateeren. dat troepenver plaatsingen plaats hebben ten westen van Amba Aradam. Op de helUngen van de Amba Aradam liggen nog vele dooden van de Abessijnen .aangezien de Italianen hen nog niet allen hebben kunnen begraven. Ook zag men vele gewonde Abessijnen. die door de Italianen op draagbaren werden weggedragen, alsmede bewoners van de dorpen, die naar de ravitailleerings- plaatsen werden geleid, aangezien zij sedert eenige dagen geen levensmiddelen meer hebben. De luchtvaart was zeer actief, vooral in het gebied, waar de weg van Socota naar Tembien ligt. Aanslag op den Negus? Door de autoriteiten van het vliegveld te Addis Abeba is een daad van sabotage ontdekt, waarvan de bedrijvers het blijk baar op het leven van den Negus gemunt hadden. Het vhegtuig, waarvan de keizer ge woonlijk bij zijn reizen gebruik maakt, is beschadigd. De autoriteiten laten niets los omtrent den aard dier beschadiging, maar men meent te weten, dat zekere heden zand hebben gemengd in de olie terwijl ook de benzine-leiding schijnt te zijn bewerkt. Een streng onderzoek wordt ingesteld. Men gelooft, dat de saboteurs deel uit maken van een bende betaalde buiten- landsche spionnen, die zich in Abessynië ophoudt. Onthulling van Engelsche documenten. De „Giomale d' Italia" publiceert zon der commentaar, maar op sensationeele manier, uittreksels uit het rapport der Britsche interministerieele commissie, welke in het voorjaar van 1935 belast werd mt de bestudeering der Engelsche belan gen in Abessynië. Het blad drukt in groote letters zinnen af, ontleend aan de con clusies van het rapport o.a.: „Er bestaan in Abessynte geen Britsche levensbelangen, die gewichtig genoeg zijn, om aan de regeering van Z.M. een verzet voor te schrijven tegen een verovering van Abessynië door Itaüë". Het blad wijst er op, dat uit het rapport valt op te maken, dat Italië bij den aan vang van het Italiaansch-Abessijnsche conflict stappen heeft gedaan bij de Brit sche regeering „om van gedachten te wis selen over de wederzijdsche belangen in Ethiopië van beide regeeringen, ten einde de mogelijkheid te overwegen van een harmonische onderlinge ontwikkeling dier belangen". Blijkens het rapport beschreef Vitetti, Italiaansch legatieraad te Londen, in den loop dezer demarche „het in het geheim begin Januari 1935 tusschen Italië en Frankrijk gesloten accoord betreffende Abessynië." De mogelijkheid overwegend van een gedeeltelijke of totale opslokking van Abessynië van het standpunt der Engel sche belangen, besluit het rapport: 1. ItaUë zal al het mogelijke doen om zich de controle over Abessynië te ver zekeren. 2. De controle van ItaUë over Abessynië zou m zeker opzicht voordeelig zijn voor Engeland. Eer! onafhankelijk Abessynië verdient Zl 122^ eur' van het standpunt der rijks- 'S1v8,' maar een bedreiging der En- I222S2, belangen schijnt ver verwijderd, fcorlog onwaarsdhijnliJkheid van een 4. Engeland zou zich de controle moeten verzekeren over het gebied van het Tana- meer voor het geval dat Abessynië zou verdwijnen. Volgens de „Giomale d'Italia" geeft dit rapport ook aan, welke grenswijzigingen Engeland ingeval van een verovering door Italië van Abessynië onder oogen zou moeten zien. Bij Engelsch-Somaliland zou den de weidegronden der Somalls getrok ken moeten worden, voor Kenya zouden herzieningen moeten komen tusschen den 38sten en 40sten lengtegraad, waarbij in het bijzonder rekening zal moeten worden gehouden met de waterrijke gebieden; voor den Soedan worden grenswijzigingen voorgesteld, waarbij de Zuid-Westelijk van den Blauwen Nijl liggende gebieden van Beni-Sjangoel worden ingelijfd. De indruk in Engeland. Engelsche officieele kringen weigeren elk commentaar over het artikel van de „Giomale d'Italia". Dat rapport werd niet gepubliceerd. In politieke kringen zegt men echter, dat de „onthullingen" van het Italiaansche blad niets sensationeels heb ben. Men herinnert er inderdaad aan, dat tengevolge van de démarche van Italië bij Engeland in Januari 1935 omtrent de vooruitzichten voor de ontwikkeling der economische belangen van Italië in Abes synië de Engelsche regeering beloofd had de kwestie te overwegen. Het is het resul taat van haar onderzoek bij de koloniale regeeringen in de buurt van Abessynië en bij de kroondeskundigen, dat ongetwijfeld het onderwerp vormde van het rapport, waarover de „Giomale d'Italia" het heeft. Men voegt er overigens bij, dat. indien de uittreksels, welke het ItaUaansche blad geeft, met den oorspronkelijken tekst over eenkomen, zij strekken tot bevestiging der Engelsche bewering, dat Engeland zich bij zijn verweer tegen den aanval niet heeft laten leiden door imperialistische over wegingen. De „Daily Telegraph" zegt dat genoemde documenten eigendom waren van de Britsche regeering en hoewel niets bijzon- dei- geheims in het document stond, is het toch de vraag, hoe dit document in handen van een buitenlandsche mogend heid kwam. Zonder twijfel zal dit door White Hall nauwkeurig onderzocht worden. Er is hier sprake van een rapport van John Maffey, die voorzitter was van de interministerieele commissie welke in 1935 was ingesteld om de Britsoh-Abessijnsche betrekkingen te bestudeeren. De commissie was half Juni tot een conclusie gekomen, welke evenwel niet werd gepubliceerd, aangezien toen de Italiaansche actie reeds dreigend was. Er wordt geproken van het Driemogend- heden-Verdrag van 1906, alsmede van de Italiaansch-Abessijnsche betrekkingen en de Britsche belangen. KONINGIN EN PRINSES IN SILEZIË. TAL VAN BEZIENSWAARDIGHEDEN BEZOCHT. Maandag hebben, naar de Tel. uit Wal denburg verneemt, H.M. de Koningin en de Prinses wandelingen gemaakt in de om geving van Waldenburg. Zij bezochten de mooist gelegen plekken rondom den Hei delberg, vanwaar zij genoten van een heerlijk uitzicht over het vreedzame heu vellandschap. Zij brachten ook een bezoek aan de beide plaatsjes Bad Charlotten- brunn en Görbersdorf. Op de tusschen begroeide bergen gele gen hellingen bij Görbersdorf zullen aan staande Zaterdag en Zondag de skiwed strijden om de Silezische kampioenschap pen worden gehouden, die ook door het koninklijk gezelschap zuUen worden bijge woond.. Terwijl de Koningin en de Prin ses zich aan de wandelsport wijdden, heeft een deel van het gevolg zich in de buurt van de Andreas-Baude vermaakt met de beoefening van het skiloopen. Helaas is de sneeuw op de glooiingen rondom de Baude ten gevolge van den dooi niet ideaal meer. Eergisterochtend heeft het koninklijk gezelschap met begeleiding een excursie gemaakt naar de Schrotholzkirche bij Reimswaldau, een van de meest eigenaar dige bezienswaardigheden van geheel Sile_ zié. Zoowel het kerkgebouw als de vrij staande klokketoren is geheel uit hout ge bouwd en zij komen nergens anders in zulk een zuiveren stijl voor. Eergisteravond heeft prinses Juliana in het Capitol, het eenige bioscooptheater van Waldenburg de Karl Frölich-film „Trau- mulus" gezien. Gisteren hadden de Koningin en de Prinses een uitnoodiging aangenomen om de beide op rotsen gebouwde en deels in de bergwanden uitgehouwen stadjes Aders, bach en Weckelsdorf te bezoeken, die in het Duitsch sprekend gebied in Cechoslo- vakije liggen. Het hooge gezelschap stelde groot be lang in de natuurwonderen dezer merk waardige en schilderachtige plaatsjes. Vandaar werd de tocht voortgezet langs de grens naar het vroeger tot Oostenrijk, thans tot Cechoslovakije behoorende stadje Braunau. Pas laat in den avond zijn de koninklijke gasten na een zeer interessan ten tocht naar de Andreasbaude terugge keerd. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer zal op Dinsdag 25 Febr. a.s des middags om half twee in de afdeelingen onderzoeken het wetsontwerp tot instelling van een Defensiefonds. Op Woensdag 26 Februari des voormid- dags om 11 uur komt de Eerste Kamer in openbare vergadering bijeen ter behande ling van de begrootingen van Sociale Za ken en van Binnenlandsche Zaken en van de Posterijen-begrooting. DE POSTBEGROOTING. Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer. Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake de post- begrooting van 1936. Daarin verklaart de minister dat het streven der bedrijfslei ding er op blijft gericht de waarde van het nachtpostnet te vergrooten door in aansluiting daarop de verzendingsgelegen heden zooveel mogelijk te verruimen en een vroegtijdige aansluiting van de bestel ling te verzekeren. Reeds thans wordt van 60 tot 70 °/n van het totaal aantal te be stellen stukken in de eerste bestelling uit gereikt. Door deze maatregelen, alsmede door een zoo doelmatig mogelijke regeling van de buslichtingen en postverzendingen in ver band met de daarop aansluitende postbe stellingen is voorts aanmerkelijke bespoe diging in de overkomst van de correspon denties bereikt. Uitbreiding van het aantal postbestel lingen zou tot evenredige hooge kosten leiden. Het ligt in de bedoeling van de leiding van het staatsbedrijf, aan de plaatsing van postzegelautomaten, waarmede in de drie groote plaatsen wordt begonnen, ge leidelijk uitbreiding te geven. Hierbij zou o.m. rekening worden gehouden met de mogelijke behoefte aan een dergelijke voorziening wegens den openstellingstijd van de postinrichting in de kleinere plaat sen en ten plattelande. De minister is van meening dat een grond bestaat het beleid met betrekking tot het voornemen van naasting der tele foonnetten in de groote steden te laken. Onvoldoend beheer door de gemeenten van haar telefoonnetten is nooit aanleiding tot naastingsplannen geweest. Daartoe hebben geleid overwegingen van algemeen telefoonbeleid. De minister k"n derhalve de aangevoerde bezwaren niet deelen. het geen niet wegneemt, dat hii hoewel zijn overtuiging in geen enkel opzicht veran dering heeft ondergaan, uiteraard uit hoofde van zijn taak met betrekking tot de gemeenten rekening zal weten te hou den met de tijdsomstandigheden. Wat betreft de klacht van eenige leden, dat het soms voorkomt dat personen, die voor de microfoon spreken slechts 10 mi nuten voor den aanvang hunner rede bericht ontvangen van de door de radio- omroep-contröle-commissie noodig geoor deelde schrappingen ook indien de tekst wel degelijk intijds was ingezonden, merkt de minister op. dat inderdaad een omroep- vereeniging wel - op het laatste oogen- blik met de beslissing van de radio-om- roep-contróle-commissie in kennis gesteld wordt. De voorgeschreven termijn van viif dagen, welke dan niettemin in acht geno men werd is echter de uiterste termijn voor de inzending der teksten. Klachten zouden naar het oordeel van den minister slechts voor kunnen komen indien die termijn van viif dazen niet onaanzienlijk verruimd werd. Of dit echter in het belang van omroeovereenieingen en van de voor haar microfoon optredende sprekers ge acht moet worden, betwijfelt de minister. Restauratie der Habsburg-dynastie thans een ongewenscht experiment door Frangois De Tessan, oud-onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken in Frankrijk. De Fransche regeering met Albert Sar- raut aan het hoofd, streeft er naar de al- gemeene veiligheid van Europa te verhoo- gen en ontplooit een groote activiteit voor een bevredigende regeling van haar diplo matieke betrekkingen in den geest der Geneefsche samenwerking. Met zijn eerste woorden verklaarde de nieuwe voorzitter van den ministerraad, dat hij den Volken bond niet allen met de lippen, maar met zijn geheele hart zou steunen. Hij wilde de openbare meening, die in beroering was gekomen, als gevolg van de politiek van zijn voorganger Pierre Laval, formeel ge ruststellen. De noodzakelijkheid iederen twijfel in de verhouding met Engeland weg te nemen, de wensch de beduchtheid der Sovjet Unie te kalmeeren, en het plan de banden met de Kleine Entente opnieuw aan te knoopen. deze factoren hebben zijn eerste handelingen geleid en de maat regelen voorgeschreven, die hij genomen heeft om den toestand op te helderen. De besprekingen te Londen tusschen de Fransche leiders en de Britsche staatslie den na de teraardebestelling van ko ning George V zijn aan deze noodzake lijk geachte herziening voorafgegaan Maar evenzeer heeft de Fransche regee ring gemeend aan de vraagstukken van Midden-Europa bijzondere aandacht te moeten wijden en tot het voorwerp van haar speciale waakzaamheid te maken. Vandaar al die besprekingen, die te Pa rijs plaats hadden en nog steeds voort duren. Het is natuurlijk niet geoor loofd te bevestigen, dat het hier een „statuut" der Donaulanden betreft en de verwerkelijking van een reeds nauwkeurig uitgewerkt programma. Wat vaststaat is, dat men gezocht heeft naar de beste mid delen om aan die landen waarborgen te geven, welke een belangrijke factor vormen by het streven naar het organiseeren van den vrede. Dat was reeds een aantal jaren geleden het ideaal van Aristide Briand. Er valt niet aan te twijfelen dat ondanks de ver schillende wisselvalligheden in de conti nentale politiek en de veranderingen, die er uit voortvloeien de ideeën van den ..pelgrim der verzoening" inspiratie bleven geven aan hen. die successievelijk den post aan het Quai d'Orsay hebben bezet. Wij zien haar nu opnieuw verschijnen in een meer concreten vorm. Van het begin van 1935 af werden tusschen bondskanse lier Schuschnigg en de Fransche autori teiten besprekingen gevoerd, die deze ideeën tot basis hadden. Daarna heeft men er zich toe gezet de collectieve garanties, vervat in de besluiten van Rome. Londen en Stresa in een internationaal verdrag samen te brengen. Den 3den Mei van het zelfde jaar 1935 kwamen de vertegenwoor digers van Italië Oostenrijk en Hongarije onder presidium van den Duce bijeen om na te gaan hoe de vroeger tusschen de drie landen getroffen schikkingen met het uit gebreider plan van het Donaupact in over eenstemming konden worden gebracht! De Fransche regeering streefde in vol komen harmonie met de regeering van Mussolini naar een algemeen verdrag van non-agressie niet-inmenglng en consul tatie. Anderzijds werd een Donauconferen- tie in het vooruitzicht gesteld teneinde de economische vraagstukken te regelen en aan de politieke toenadering een hechte basis te geven waarop de betrokken mate- rieele belangen konden uitgroeien en samenwerken tot het welzijn van allen. Ongelukkigerwijze zijn al die voorbereidin gen toen in September het Italiaansch- Ethiopische conflict verergerde, hangende gebleven. De diplomatieke besprekingen te Parijs zijn feitelijk niets anders dan een voort zetting van die politiek. Albert Sarraut en Flandin hebben natuurlijk zoowel de zor gen van het oogenblik als de politieke ont wikkeling van de landen in Midden- Europa onder de oogen moeten zien. Het is hun gebleken en hetzelfde geldt voor het kabinet te Londen dat de bescher ming van de Oostenrijksche onafhankelijk heid een voornaam punt uitmaakt van het program der stabilisatie. De raadgevin gen die Prins Starhemberg zoowel in de Britsche hoofstad als te Parijs ten -aanzien van een eventueel herstel der Habsburgers ontving hebben hem overtuigd van de onmogelijkheid van een dergeliiken stap en hem er toe gebracht de kwestie voor „niet actueel" te verklaren, Hoe groot de teleurstelling der Oosten rijksche royalisten ook moge zijn, zü die nen er zich rekenschap van te geven dat de toenaderine tot de Kleine Entente slechts dan bereikt kan worden, wanneer zü hun plan laten „sluimeren" en wan neer zij. zoo niet hun principes, dan toch tenminste iedere activiteit ten gunste dezer principes in den steek laten. Groot-Brit- tannië en Frankrijk gaven een soortgelijk advies en hebben er ten sterkste bij Prins Starhemberg op aangedrongen een nieuwe politieke crisis en een kwetsing der ge voelens van sommige staten te vermijden. Tot bondskanselier Schuschnigg heeft men tijdens zijn jongste bezoek aan Praag gezegd: .Tsjecho-Slowakije zal den terug keer van de vroegere dynastie te Weenen niet dulden. De ware garantie van Oosten - rijk's onafhankelijkheid ligt in een open hartige samenwerking der Donaustaten en in het handhaven van een vredes politiek met de groote mogendheden die trouw ziin aan den Volkenbond De Kleine Entente is allerminst van plan een econo misch blok te vormen dat tegen andere staten gericht is. Zij is bereid tot een vol komen vrije samenwerking en wat Tsjecho Slowakije betreft dat land hoont slechts het voorbeeld te kunnen geven door on derhandelingen te openen met Oostenrijk en Hongarije. Frankrijk wenscht deze goede voorne mens van harte te steunen, maar het is zaak dat Oostenrijk niet meer op de ver klaringen van Prins Starhemberg terug komt ondanks het geschil van den vice- kanselier met de legitimisten en dat er geen aanleiding tot nieuw wantrouwen geschapen wordt. Joego-Slavië en Roe menië zijn eveneens bereid het hunne bij te dragen aan de heropleving van het Donaugebied. wanneer, zooals prins Paul gezegd heeft de Habsburg-kwestie van het program geschrapt wordt". Dan zou men waarlijk een nieuwe phase binnentreden. De Fransche onderhandelaars hebben de onzekerheid, die bü de Kleine Entente bestond in belangrijke mate teruggebracht Zij voerden met den koning van Roemenië en den regent van Joego-Slavië duidelijke en beslissende besprekingen, die tot resul taat hadden dat de banden der traditio- neele vriendschap nauwer werden aange haald. de misverstanden welke de betrek kingen mochten zijn binnengeslopen, ver wijderd werden en de lijnen werden vast gesteld van de te volgen politiek voor de veiligheid der Europeesche gemeenschap. Een deel der Hongaarsche meening heeft zeer fel stelling genomen tegen de ..Parijsche besprekingen" en daarbij tot uitdrukking gebracht dat de revisie voor alles moest plaats vinden en dat het nut teloos zou zijn de kwesties van het Donau- bekken te willen regelen zonder Italië. ,Wü zijn een revisionnistisch volk", schreef onlangs de Uj Magyarsag. en onze plaats is naast de volken, die de revisie eischen". Wij gelooven niet dat een dergelijke on verzoenlijkheid dienstig is aan de belangen van Hongarije en wij kennen bovendien Hongaren, die ofschoon ze hun patriot tische aspiraties handhaven niet vijandig staan tegenover een natuurlijke samenwerking met het doel de crisis te be strijden en nuttige pogingen tot toenade ring te ondernemen. In de tweede plaats denkt Frankrijk er- zoo weinig aan zich van Italië te verwij deren of te profiteeren van de moeilijk heden tengevolge van de Abessynische affaire, dat het zich '-aast heeft Italië op de hoogte te houden van de verschillen de onderhandelingen die plaats vonden tusschen de officieele vertegenwoordigers van Engeland, de Kleine Entente en Oos tenrijk. De heer Flandin heeft zooals hü toegaf voortdurend contact onder houden met den Italiaanschen gezant te Parijs Cerutti. Niemand zal ontkennen dat om tot be stendige overeenkomsten te komen. Italië een voornaam aandeel moet hebben in de reconstructie van het Donaugebied. Geen enkele Franschman zal het in zijn hoofd krijgen de belangrijkheid van die rol te onderschatten. Men betreurt om velerlei redenen, dat Italië zich in het Afrikaansche avontuur gestort heeft en in het bijzonder dat het zoodoende verant woordelijkheden op zich genomen heeft, die zijn optreden in Centraal Europa on middellijk kunnen verzwakken. Men had liever gezien dat het zich bezig had ge houden met de reorganisatie der Donau landen in plaats van in September een andere richting in te slaan Wat wii noodig hebben is de totaliteit van de vredeskrachten bezield door het zelfde enthousiasme om aldus niet alleen Midden-Europa maar Europa in zlin ge heel een bestaan te verzekeren, bevrijd van de smartelijke onzekerheid die het terneerdrukt en die het algemeene herstel van het vertrouwen belemmert. (Nadruk verboden), RECLAME. Verstopping wordt vlug verholpen door Leopillen. Sedert 20 jaar een beproefd, zuiver plantaardig laxeermiddel, dat een milde en prompte uitwerking heeft. Leopillen in doosjes vanaf 20 ct. Bij alle apothekers en drogisten. 8012 POLITIEKE ACTIE VAN BUITEN LANDERS. Moeten in ons land maatregelen worden genomen? Het Tweede Kamerlid, de heer Goseling, heeft de ministers van Buitenlandsche Zaken en van Justitie de volgende vraag gesteld Is de regeering bereid mede in het liöht van het volgens een officieel bericht door den Zwitserschen Bondsraad geno men besluit om een landelijke leiding en districtsleiding van de Duitsche nationaal- socialistische partij in Zwitserland in geen enkelen vorm meer toe te laten te overwegen, of het niet noodzakelijk is. dat ook in Nederland afdoende maatregelen worden genomen om een einde te maken aan alle politieke activiteit van buiten landers. niet alleen individueel, maar vooral in eenigerlei vorm van samenwer king? STAATK. GEREF. PARTIJ. Een verband van raadsleden. Te Gouda is opgericht een Verband van Gemeenteraadsleden van de Staatk. Geref. Partij. Aanwezig waren 14 gemeenteraads leden en 20 personen wier namen op de jongste candidatenlijsten voor de Raads verkiezingen vanwege deze Partij voor kwamen. 30 van hen traden toe als lid. Besloten werd dat Gouda het middelpunt zal zijn voor het houden van vergaderin gen. Tot leden van het bestuur werden ge kozen de heeren A. Vlasblom te Delft, voor.: J. M. v, d. Tas te Zoetermeer, C. Bos te Boskoop; A. M. Hoogendijk te Quder- kerk a. d. IJssel en M. C. v. d. Spek te Moercapelle, allen behoorend tot den Sta- tenkring Gouda De bestuursleden nemen maar voor één jaar zitting, wijl het de bedoeling is de vereeniging nog meer lan delijk uit te breiden. VEREEN. VOOR GEESTELIJKE VOLKS GEZONDHEID OP GEREF. GRONDSLAG. De algemeene vergadering. In het Parkhotel te Amsterdam werd heden onder presidium van oud-minister mr. dr. J. Donner van den Haag, lid van den Hoogen Raad, de algemeene verga dering gehouden van de Vereeniging voor Geestelijke Volksgezondheid op Geref. grondslag. De heer Donner opende de ver gadering met gebed en het lezen van en kele verzen van Ef. 5. Vervolgens sprak hij een kort openingswoord, dat niet anders bevatte dan een woord van welkom tot de opgekomenen. De seer., dr. A. Hutter, van Loosduinen, bracht hierna verslag uit van de werkzaamheden verricht sedert de op richting der vereeniging. Het verslag werd goedgekeurd. Het aftr. bestuurslid, dr. A. Hutter, werd herkozen. Hierna kwam aan de orde de bespreking van eenige vraag stukken betreffende het Huwelijk. Dr. C. J. Honig, arts te Amsterdam, re fereerde over: „De medische zijde van het huwelijksprobleem in dezen tijd". Tweede referent was dr. E. D. Kraan, Geref. predikant te Vlaardingen, die refe reerde over; „De predikant tegenover de huwelijksvragen in dezen tijd". DE OPHEFFING VAN DISTRIBUTIE VAN BLIKVLEESCH. Hedenmorgen is ten bureele van den wethouder van Sociale Zaken te Den Haag den heer L. Buurman, de conferentie aan gevangen tusschen de gemeenten Amster dam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht over de gevolgen van de opheffing der distributie van blikvleesch voor gesteun- den en over de vraag welke maatregelen naar aanleiding van de opheffing moeten worden genomen. Er waren verscheidene wethouders uit Amsterdam, Rotterdam en Utrecht aan wezig. Behalve wethouder Buurman woon de de chef van de afdeeling sociale zaken de heer J. v. Wijk de conferentie bij. De „Perkoetoet Rangoon. DE POSTVLUCHTEN. op thuisreis, landde te VERSPREIDE BERICHTEN. De gewone audiëntie van den minis ter van Financiën zal op Maandag 24 Febr. niet plaats hebben. UIT NED. OOST-lNDIË. DE VOLKSRAAD. BATAVIA, 19 Febr. (Aneta) De Volks raad nam met 31 stemmen voor en 13 st. legen de ontwerp-invoerordonnantie ma nufacturen 1936 aan. nadat vrijwel alle fracties verklaarden, dat Nederland met dergelijke maatregelen niet te ver moet gaan. OFFICIEELE MUTATIES. BUITENZORG, 20 Febr. (Aneta). Met Ingang van 30 April is op verzoek eervol ontslag verleend aan prof. dr. B. J. O. Schrieke. hoofdambtenaar op non-activi teit. laatstelijk directeur van het Depar- (.ement van Onderwijs en Eeredienst, on der dankbetuiging voor de vele gewichtige den Lande bewezen diensten. Verder is met ingang van 23 Juni op verzoek eervol ontslag verleend aan ir G. J. Post van der Burg, hoofd van den In- dischen Centralen Aanschaffingsdienst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 9