stadsnieuws!
76®te Jaargang
DINSDAG 18 FEBRUARI 1936
No. 23282
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES:
20 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bl] vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. by maximum aantal woorden
ypn 30. - Incasso volgens postrechj. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Poet cheque- en Girodienst No. 570S5 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijns
per 3 maanden f. 2.3$
per week f. 0.18
Franco per post f. 2 35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
FRITZ HIRSCH OPERETTE.
„Wien, Wien nur du allcin!"
Fritz Hirsch ln den Leidschen Schouw
burg beteekent altijd een vrijwel uitver
kocht Huis en het was gisteravond niet
anders. Om even voor middernacht viel
het gordijn voor de laatste maal. maar de
stormachtige bijval bewees, dat bij nie
mand ook maar één oogenblik de gedach
te was opgekomen, dat men ook van het
goede te veel.kan krijgen. Integendeel, als
het aan de bezoekers lag. dan zaten zij
er nóg!
Het gegeven, dat aan „Wien, Wien nur
du allein" ten grondslag ligt, is zoomin
als bij eenige andere operette, nieuw te
noemen.
De even bekoorlijke als gefortuneerde
goudsmidsweduwe Margarete (Martha
Wagner), voelt zich sterk aangetrokken,
tot het mannelijk gedeelte van haar aris
tocratische cliënteele en zou zich, zoo deze
zich voordeed, stellig niet de kans laten
ontgaan om haar naam aan dien van een.
edelman te verbinden. Zij steekt deze af
fectie allerminst onder stoelen of banken
en het wekt dan ook geen verwondering,
dat twee berooide edellieden, ridder Fri-
dolin von Gumpendorff (Fritz Hirsch) en
graaf Jaromir von Greifenstein (Arpad
Latabari een poging wagen om dit gouS-
vischje te verschalken, waarby het hun
uit den aard der zaak uitsluitend om het
geld te doen is.
In een weergalooos-geestige scène ver
klaart laatstgenoemde zijn liefde aan
Margarete. Hun beider verstandhouding is
een voortdurende doorn in het oog van
Christian (Eman Silten), een der gezel
len van Margarete, die van het begin af
aan op het aardige weeuwtje verliefd is.
Ook zij mag in haar hart, den levenslus-
tigen gezel heel wat liever lijden dan den
houterigen graaf, maar het eenige be
zwaar is, dat Christian niet van adel is.
Maar ook tegen een verbintenis met
graaf Jaromir bestaan wel eenige bedenk-
selen, al was het alleen maar, dat hij
reeds meerdere verlovingen achter den
rug heeft. Margarete ziet haar fout ln en
wenschte Christian in Jaromir's plaats.
De gezel voelt er echter niet voor de
echtgenoot van „die Frau Meisterin" te
worden; wel heeft hij Margarete lief maar
met de positie van een graaf Jaromir kan
hij zich niet tevreden stellen.
Het is de gemoedelijke waard Zapferi
(Walter Triebeli, die de laatste misver
standen en hinderpalen uit den weg ruimt
en die bewerkstelligt, dat Margarete en
Christian elkaar hun liefde bekennen
Ziedaar in het kort de inhoud van deze
kostelijke operette, vol Weensche kleur en
vroolijkheid. Daartusschen door duikt tel
kens weer het frêle figuurtje op van
Claire Clairy, als de leerjongen Maxi, een
echte flapuit en de lieveling der gezellen.
Martha Wagner was de lieftallige goud
smidsweduwe en zij voldeed in alle op
zichten aan de eischen, welke die rol haar
stelde; vocaal behoort zij stellig tot de
beste krachten van dit ensemble. Haar
partner Eman Silten staat niet op de
hoogte van een Paul Harden of een Al-
bert May, doch paste zich uitstekend aan.
Een onbetaalbaar duo vormden de beids
berooide edellieden, alias Fritz Hirsch en
Arpad Latabar. Eerstgenoemde was weer
geweldig op dreef; zijn „Humsti di Bum-
sti" ontketende ware lachsalvo's en dave
rend applaus. Daarnaast Arpad Latabar,
de man met de verwonderlijke beenen, die
schijnen te spotten met elke anatomische
structuur! Onvergetelijk blijft de herin
nering aan hun creatie tezamen met
Claire Clairy van het aardige refreintje
„Mein Liebling, mach dein Herzchen
auf"!
Daarnaast dienen nog genoemd de gra
cieuze verschijning van Irma Herlitz als
een Italiaansche comtezza, Else Bötticher
als de trouwlustige huishoudster en Wal
ter Triebei als de waard Zapferi. wiens
Turksche stoel en „alter Rotwein" ieder
een dwingen de waarheid te spreken.
Aan de regie was als steeds alle aan
dacht besteed: Gerard Vroom ontwierp de
kleurige décors, Sophie Degenhardt de
fraaie en met gratie gedragen costumes.
Hans Lichtenstein tenslotte als leider
van het orkest, droeg het zijne by tot het
volledig succes van den avond.
Claire Clairy ontving een bloemstuk.
Hopelijk volgt er „ein baldiges Wieder-
seh'n!"
o
WERKLOOZEN STRIJD COMITÉ.
Gisteravond was door het Werkloozen
Strijd Comité (W.S.C.) een propaganda-
feestvergadering belegd in „Zomerlust".
De bekende declamator Coen Hissink.
was wegens ziekte verhinderd om op te
treden. Deze ruimte werd echter op uit
nemende wijze aangevuld door den dich
ter en humorist J. Pas uit R'dam en het
bekende Leidsche Accordeon-duo Iterson-
Wijngaarden en pianist Riethoven, die al
len hun belanglooze medewerking aan
dezen avond verleenden. Zij oogstten een
dankbaar applaus. De heer Kranendonk
uit R'dam zette uiteen welke methoden de
regeering-Colyn thans overweegt om te
komen tot een bezuiniging van plm. 17
millioen welke bezuiniging z.i. een aan
slag wordt op het levenspeil van de werk
loozen. Hij wekte de werkloozen op zich
aaneen te sluiten, georganiseerden en on
georganiseerden.
VOORDRACHT VAN PROF. Dr. WEIGELT
Over de opzienbarende fossielvondsten
in het Geiseldal.
Gisteravond hield prof. dr. Johannes
Weigeit uit Halle ln het Geologisch Mu
seum alhier een voordracht over de fos
siele vondsten in het Geiseldal, getiteld:
„Was bedeuten die Geiseltalforschungen
der Martin-Luther-Universitat Halle
Wittenberg für die Naturwissenschaf-
ten". Twintig kilometer ten zuiden van
de oude zoutstad Halle ligt in het dal een
bruinkoolontginning, aldus spr. Dit voor
komen beslaat weliswaar geen groote op
pervlakte, doch heeft een dikte van meer
dan 100 meter. Deze zeer groote dikte is
te verklaren, doordat in de diepte dikke
zoutlagen uitgeloogd zijn, zoodat een in
zinking ontstond, waarin bij hoog water
telkens weer koolvormende planten aan
gevoerd worden. Met behulp van geophy-
sische methodes is de ouderdom van deze
bruinkool ln Midden-Duitschland geschat
op ongeveer 30.000.000 jaar. De wereld
kaart zag er toentertijd geheel anders uit
dan thans. Alpen en Himalaya waren nog
niet gevormd. De gTOOte ketengebergten
van onze aarde moesten nog ontstaan. De
warme Indische Oceaan reikte over Zuid-
Beieren en Zwitserland tot in Frankrijk.
Het vasteland van Amerika stond kort te
voren nog in verbinding met Europa.
Overal in deze bruinkolen heeft men over
blijfselen van een warmte-zoekende flora
gevonden, n.l. palmen, rubberboomen,
nootmuskaatboomen, etc. Ieder spoor van
dierlijk leven ontbrak echter. Hoe on
waarschijnlijk het ook leek, dat bij zoo'n
rijke flora geen dieren aanwezig waren,
men moest met deze leemte in onze ken
nis genoegen nemen. De oorzaak hiervan
was de aanwezigheid van humuszuren, die
al het skeletmateriaal opgelost hadden. In
het Geiseldal echter hebben kalkbronnen,
die in de kolenvormende lagen uitmond
den, de humuszuren geneutraliseerd.
Hierdoor is het mogelijk geweest, dat in
de laatste 6 jaren door de geologen van
de universiteit Halle overblijfselen van
meer dan 6000 gewervelde dieren voor den
dag gebracht zijn. Men heeft overblijfselen
van halfapen, insecteneters, vleermuizen,
roofdieren, tapirachtige hoefdieren, oer-
paarden, varkens, talrijke vogels, meer dan
50 krokodillen, vele hagedissen, slangen,
rivier-, moeras- en land-schildpadden,
kikvorschen, salamanders, de voorouders
van zalm, snoek en baars. land. ,en zoet
waterslakken gevonden. Hierbij komt nu
nog de ongewoon fraaie conservatie van
de weeke deelen. Van veel dieren zijn de
spieren het kraakbeen, de huid. de bloed
vaten, de kleur, de hoornschubben. de
veeren, de eierschalen en de maaginhoud
bewaard gebleven. Zelfs het bladgroen be
hield zijn kleur. De talrijke kevers hebben
nog prachtige groen-, blauw- en roodgoude
kleuren. Men kan twee soorten vindplaat
sen onderscheiden. In de eerste plaats de
ingedroogde poelen met de bij vloed ver
dronken landdieren en de op het land om
gekomen waterdieren. In de tweede plaats
ronde instortingstrechters die in de droge
tijden de drinkplaatsen waren, waar de
krokodillen en roofdieren hun buit be
machtigden. De vondsten hebben vele zo-
ogeographische problemen opgelost en
hebben aangetoond, dat de oorsprong van
vele dieren in Europa gezocht moet wor
den, terwijl men vroeger meende, dat deze
in andere continenten lag.
GRONDWATER.
En het gevaar van verzakkingen.
Onze stadgenoot, architect H. J. Jesse
schrijft ons:
Het grondwater staat altyd hooger dan
het buitenwater, en wanneer er een uit
graving geschiedt, zal men er spoedig
mede kennis maken. Men graaft dan een
putje, plaatst een pomp en graaft verder;
putje, pompen, graven. In vele gevallen
gebeurt er niets, als men niet te diep
graaft en spoedig gereed komt, waardoor
't grondwater weer kan opkomen.
Maar bij dieper graven verlaagt men
niet alleen den grondwaterstand ter
plaatse, maar door het toevloeien van alle
zijden krijgt het grondwater een omge
keerde kegelvormige helling van groote
uitgestrektheid.
Alle grond binnen den omtrek van de
omgekeerde kegel begint uit te drogen,
wordt kleiner van volume; dus krimpt. De
oppervlakte zakt in hellende richting en
wat er op staat zakt mede. Wanneer de
naaste gebouwen goed onderheid zijn, zul
len die niet zakken, maar hebben toch
nog de kans van af te schuiven naar de
put.
Om al deze gevaren te voorkomen, is
het noodzakelijk, vóór dat met graven
wordt aangevangen, rondom de te graven
fundeerput een waterdichten damwand te
heien; ongeveer twee malen zoo diep als
er van het grondwater af gegraven zal
worden. Van-zelf-sprekend moet deze in
wendig ter dege worden geschoord naar
mate men dieper graaft, zoodat geen uit
wijken of lek kan ontstaan.
Bij het graven zal het grond- en kwel
water naar de buitenzijde van den dam
wand gepompt worden, zoodat het grond
water tot tegen de kuip op zijn oorspron
kelijke hoogte gehandhaafd blijft en en
kel het overtollige water wordt afge
voerd.
De naaste grond kan dan niet uitdrogen
en zakken; heien zal meestal ook geen
schade doen, omdat zoolang er nog geen
ontgraving gedaan is, de richting van de
kracht vrijwel loodrecht is.
KINDERKOOR „DE KLEINE STEM".
Een mooie avond!
Konden wij de vorige uitvoering van het
Kinderkoor „De Kleine Stem" niet zoo
gunstig beoordeelen, waren er toen zelfs
meerdere ernstige aanmerkingen te maken,
ditmaal heeft deze vereeniging volop
revanche genomen en bewijs geleverd, van
véél te kunnen, wanneer daar maar de
ernstige wil toe aanwezig is. Met de be
kende operette „De Woudkoningin" van
Mart. Schuil is gisteravond een groot en
welverdiend succes geoogst, waarin wij ons
van harte verheugen, na de eertijds be
sproken inzinking.
De Stadszaal was prachtig bezet, toen
de heer v. d. Linden met enkele woorden
den avond opende en den steun Inriep van
donateurs, alsmede de kinderen opwekte
zich bij „De Kleine Stem" aan te sluiten.
Spr. kondigde aan, dat als extra-num
mers „Grootmoedertje" en „Het Waaier
tje" zouden gegeven worden. Deze bleken
al dadelijk een alleraardigst begin: de ge
zongen tweespraak tusschen de grootmoe
der en het kleinkind, beiden in vriendelijk
en goedgekozen costuum en dan de goed
ingestudeerde dans met het waaiertje als
onderwerp van het duet, sloegen buiten
gewoon in. Er werd zuiver en onbevangen
gezongen, zoodat wij toen reeds het gevoel
kregen, dat deze uitvoering op alleszins
tevredenstellend peil zou komen te staan.
Met „De Woudkoningin" ging het in
stijgenden lijn! Het duurt wel even, voor
dat de toehoorder precies weet. waar de
inhoud heenvoert, omdat niet al te duide
lijk tot uitdrukking komt, wat alle figuren
in dit zangspel te beteekenen hebben en
v/aar hun onderlinge verhouding heen
moet voeren maar allengs wordt dit tijdens
den dialoog nader verklaard. Hoe natuur
getrouw waren de décors; het groote, ge
heimzinnige bosch waarin de kinderen het
begin van de vacantie vieren en dan alle
avonturen, die zij daarin op onverwachte
wijze gaan beleven! Zij zijn getuige van
héél die bewogen geschiedenis van den
baron, wiens kind door zigeuners ontstolen
werd en die nu in afzondering deze verdwij
ning betreurt: hij is een eenzame kluize
naar in lange, bruine pij geworden, woont
in een kleine hut, vèr van het wereldge-
woel verwijderd.Totdat plotseling een
vroolijke zigeunerstoet het bosch binnen
trekt en voor de verrukte oogen van de
kinderschaar een voorstelling komt geven.
Het vervolg laat zich wel raden: onder de
zigeuners bevindt zich óók het 12 Jaren
tevoren gestolen meisje. Uiteindelijk vin
den vader en dochter elkaar terug, niet
echter, dan nadat er nog héél wat avon
tuurlijks is gebeurd. Daarin spelen nog een
rol de man, die vroeger het kind ontvoerde
en de opvoedster van het meisje, die in
dertijd valschelijk van deze ontvoering was
beschuldigd. Maar alles komt tot een goed
en opgetogen slot!
Er is in deze operette veel verscheiden
heid, zoowel wat zang als actie betreft en
men heeft dit alles weten uit te buiten.
Hoe sloeg b.v. de optocht in der zigeuners,
met hun paard en beer: het was een kleu-
rig-bonte verrassing, die, mede door de
levendige costuums, geweldig insloeg!
En zoo was er nog véél meer, te veel om
het hier allemaal gedetailleerd te memo-
reeren. Maar over het algemeen behielden
wij de herinnering aan een welverzorgde
uitbeelding, waaraan allen zich met groote
toewijding hebben gegeven! Wat ons het
meeste verheugde was het feit, dat er zich
onder de meisjes eenige veelbelovende
stemmetjes bevonden: vooral het ontvoer
de meisje bleek op dreef en bleef ditmaal
tot het einde toe, vrijwel zuiver.
Er is met veel animo gezongen en de
kinderen trouwens tevens de grooteren,
die ook belangrijke rollen hadden waren
er allen volkomen „in". Het deed ons dan
ook groot genoegen, dat de ..Kleine Stem''
in menig opzicht een „verjongingskuur"
heeft ondergaan!
Den heer Beumer, die de muzikale leiding
had. komt hiervoor een woord van lof toe,
evenals mevr. M. SchippersVerwer, die
als steeds, getrouw de pianobegeleiding
verzorgde. Speciaal willen wij ook mevr.
van der LijkeSytsma huldigen voor haar
aardige regie en mooi gekozen costuums,
die het oog boeiden!
Het groote applaus heeft wel bewezen,
hoezeer de volle Stadszaal van deze uit
voering heeft genoten: allen waren ten
zeerste voldaan. Verschillende betrokkenen
zijn nog in de bloemetjes gezet, wat wel
verdiend was. ..De Kleine Stem" moge zóó
blijven voortgaan: ons wachten dan nog
zeker meerdere te loven uitvoeringen!
WERKVERSCHAFFING VOORHEEN EN
THANS.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijziging:
Li-Po (Linoleum - Lijmen - Onderhou
den). Oude Vest 171, Leiden. Chemische
fabrieken, import en fabricatie. Wijziging
handelsnaam in: Li-Lo (Linoleum - Lij
men - Onderhouden).
AANGEHOUDEN.
De politie alhier heeft een 56-jarigen
stadgenoot aangehouden, den koopman
P. de R., die wordt verdacht van oplich
ting van een drietal gouden horloges ten
nadeele van den juwelier B. in de Don
ker steeg.
Lezing van mr. H. B. Wildt Meyboom.
Als tweede van de serie lezingen over
Maatschappelijke Zorg uitgaande van de
ambtenaren van den Gem. Dienst voor
Soc. Zaken hield mr. H. B. Wildt Meyboom,
hoofdcommies aan het departement van
Sociale Zaken en Rijksinspecteur voor de
werkverschaffing in alg. dienst, een voor
dracht over „Werkverschaffing voorheen
en thans".
In zijn openingswoord wees de voorzitter,
de heer P. C. G. A. Wijkmans, directeur
van den Gem. Dienst voor Sociale Zaken,
op de achtereenvolgens uitgevoerde werk
verschaffingsobjecten te Leiden; zoo is nu
weer een object in uitvoering te Wasse
naar. Hier vinden gedurende 9 maanden
pl.m. honderd man werk. Na nog eens met
nadruk te hebben gewezen op de onwaar
heid, dat er veel werkschuwheid zou zijn
en dit te hebben weerlegd met, te wijzen
op de pl.m. vijfhonderd vrijwillige aan
meldingen voor plaatsingen bij die werk
verschaffing, gaf hij het woord aan den
inleider.
Terugwijzende op de lezing van ir. Verwey
ving spr. zijn lezing aan met te wijzen op
den in zekeren zin steeds bestaan heb
bende werkloosheid en een bepaalden be-
strijdingsvorm. Voorheen was de bestrij
ding steeds aan particulieren overgelaten
en dan werd gewerkt met contra-presta
tie, in dezen werd „onderdak" verstrekt
voor het verrichten van werk, zooals erw
ten- en koffielezen, touw- en wolpluizen
en soortgelijk werk. Dit geschiedde dan
in werkhuizen. Amsterdam had reeds hl
1654 een werkhuis, Harlingen in 1768. In
latere jaren, aldus spreker werden de
landarbeid-kolonies gesticht o.a. die te
Frederiksoord door generaal v. d. Bosch,
welke echter ook een reclasseeringskarakter
dragen.
Ten plattelande werd werkverschaffing
door de armbesturen meer beschouwd als
armenzorg. In de steden en dit vooral
tijdens den oorlog werd veel gewerkt met
comité's, later het Kon. Nat. Steuncomité
en de Nat. Bond voor Werkverschaffing.
Deze laatste bracht orde in de materie,
door hem werd in de huidige richting ge
stuurd. In de jaren 1918-1928 is de werk
loosheid niet omvangrijk. Bij de werkver
schaffingen in die jaren waren tusschen
de 2000 en 9000 man geplaatst en een rijks
subsidie. varieerend tusschen 2 en 7 000.000
werd verstrekt. In 1919 werd de taak van
tiet Kon. Nat. Steuncomité overgenomen
door het departement van Arbeid, nog
later, in 1923, ging zij over naar het de
partement van Binnenlandsche Zaken,
terwijl zy nu is ondergebracht bij het
departement van Sociale Zaken. Groote
werken uit dien tijd zijn: inpoldering van
den Biïsbosch, waterschap de Regge, nor
malisatie der Limburgsche beken, inpol
dering Wieringermeer.
Na 1930 komt de periode, waarin de
bemoeiing dér overheid tot uitdrukking
komt. Deze bemoeiing vindt haar organi
satie in een verzameling circulaires', spr.
wijst hierbij op het verschil tusschen de
circulaire der werkverschaffing, de steun
regeling 1932 en de armenwet 1912.
De werkloosheid is nog steeds toene
mend, het aantal personen dat in den
steun der overheid betrokken is, is te ver
gelijken met het aantal inwoners van Rot
terdam en 's Gravenihage te zamen. Aan
het eind van 1935 waren 468.000 werk
zoekenden ingeschreven, hiervan waren
205.000 gesteund en 55.000 geplaatst bij
werkverschaffingen. Zoo werd aan het
emd van het vorige jaar uitgegeven
145 millioen aan werkloozenzorg, 111 mil
lioen aan armenzorg en 84 millioen aan
uitkeeringen in verband met invaliditeits
wet, ouderdomswet en dergelijke, totaal
plm. 340 millioen, ongeveer even veel als
b.v. het totale Rijksbudget van voor den
oorlog. Daarna wees spr. op het moreele
effect van werkverschaffing, om eens een
korten tijd verlost te worden van steun,
(hel weer eens opgenomen te zijn in een
werkkring. Immers toch aard en karakter
van het Nederl. Volk is, zelf in eigen
levensonderhoud te willen voorzien.
Tot behoud van den prikkel dm normaal
werk te blijven zoeken, liggen de loonen
in de werkverschaffing beneden het loon
dn het vrije bedrag, maar boven de steun
uitkeringen. Het loon bij de werken van
het werkfonds, dat tot doel heeft werk-
verruimen, ügt dan weer tusschen werk-
verschaffingsloon en loon ln het vrije be
drijf. In de werkverschaffing wordt tot
prikkel der arbeidsprestatie ook nog een
vergoeding van 10"/» gegeven, afhankelijk
van de verrichtingen bij flink werken.
In het zorgen voor de jeugd met over
heidssteun vinden we ook een vorm van
werkverschaffing, hier wordt echter geen
loon ter bestrijding van levensonderhouds
kosten, maar een zakgeld gegeven. Hierbij
vinden we cursussen, uitvoering van pas
sende werkverschaffingsobjecten en kam
pen.
Ook wordt aandacht geschonken aan de
werk'ooslieid der hoofdarbe.ders; hiervoor
werkt, aldus spr., de Stichting tot Verrui
ming van Werkgelegenheid voor Acad. Ge-
vormden (1933), die door middel van
wetenschappelijke opdrachten «enigszins
hulp tracht te verleenen; bij de P.T.T.
wordt extra werk gezocht voor technici,
het bureau voor de statistiek voor kan
toorbedienden.
Na de pauze werd druk gebruik gemaakt
van de gelegenheid tot vragen stellen.
In zijn dankwoord maakte de heer Wijk
mans zich zeer zeker de tolk der toehoor
ders, met te wyzen op de prachtige uiteen
zetting, gegeven door den heer Wildt
Meyboom.
BINNENLAND.
Fusie van den Bond van Zuid-HoIL
Kleine Kweekers en het Holl. Bloembollen
kweekers Genootschap (3e Blad).
Officieele opening der Narcissententoon-
stelling „Bloemlust" te Sassenheim (Uit
de Omstreken, 2e Blad).
Vreemdelingen op politieke vergaderingen
(Binnenland, 3e Blad).
Vrachtauto uit Nieuwveen te Amstelveen
gekanteld; één doode (Gemengd, 3e Blad).
Nieuwe kindermishandeling te Megen
(Gemengd, 3e Blad).
De moord aan de Geest in Den Haag;
verdachte veroordeeld tot 7 jaar gevange
nisstraf. (Rechtzaken, le Blad).
De Tweede Kamer heeft heden het De
fensiefonds goedgekeurd. (Laatste Berich
ten, le Blad).
BUITENLAND.
De Abessijnen erkennen de nederlaag ten
Z. van Makalle, die de Italianen thans
trachten te vervolmaken (2e en le Blad).
Ontbinding van Duitsche organisaties in
Polen (Buitenland, le Blad).
De Engelsche defensieplannen (Buiten
land en Tel., le Blad).
De neutraliteitswet in de Ver. Staten ver
lengd (Buitenland, le Blad).
Opstand in Paraguay. De regeering ge->
vlucht (Buitenland, le Blad).
Linksche overwinningen by de verkie
zingen in Spanje (Buitenland, le Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN,
EERSTE BLAD.
MILITARIA.
Bij aanschrijving van den Minister van
Defensie is bepaald, dat de aanwijzing
voor opleiding tot dienstplichtig onder
officier bij de Infanterie in den vervolge
niet meer geschiedt door den betrokkën
Indeelings-districtscommandant, doch bij
het regiment, waarbij de dienstplichtige
is ingelijfd. Hiermede is men weder tot het
oude stelsel teruggekeerd.
De aanwijzing voor deze opleiding heeft
eerst plaats twee maanden na opkomst
van de October- of Maart-ploeg uit deze
ploegen, op voordracht van de betrokken
compagniescommandant, door den regi
mentscommandant.
Door deze regeling wordt bereikt, dat
door persoonlijk contact en beoordeeling,
naast de verstrekte gegevens voorkomen
de op den inlij vingsstaat betreffende
onderwijs, beroep, A. P. I. e. d. de grootst
mogelijke zekerheid wordt verkregen, dat
de meest geschikten voor de onderoffi
ciersrang worden bestemd; voor de be
trokkenen heeft deze nieuwe regeling ech
ter het nadeel dat zij, in stede van gerui-
men tijd vóór de inlijving, eerst nadat zij
twee maanden in dienst zijn in kennis
worden gesteld of zij voor de onderoffi
ciersopleiding zijn bestemd en dus 12
maanden moeten dienen.
LEIDSCHE RADIO VEREENIGING.
Voor een geheel gevulde zaal werd gis
teravond een lezing met demonstraties ge
houden, welwillend aangeboden door de
firma „Daviro" uit Rotterdam. Namens
deze firma waren aanwezig de heeren Roos
en Welling.
Door den zwaren mist werd de aanvang
dezer lezing zeer vertraagd, zoodat het
theoretische gedeelte geheel moest ver
vallen.
I De sprekers gaven echter aan de hand
van rondverspreide schema's een juist in
zicht van het meer practische gedeelte en
een verklaring van verdschillende moei
lijke problemen zoomede van de construc
tie der onderdeden.
Hierbij kwamen o.a. ter sprake de spoe
len, de geluidlooze of rustige afstemming,
de isolatiematerialen en het streven naai
de zoo getrouw mogelijke weergave van het
geluid.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd ruim gebruik gemaakt.
Hierna volgden de demonstraties zelve;
aan de hand van een kerncollectie radio-
apparaten werd ten gehoore gebracht wat
deze firma in den handel brengt.
Verder werd nog tentoongesteld een aan
tal meetinstrumenten, zoowel voor de
rad'or-nateurs als voor laboratorium-
ge' ruik.
De voorzitter was de tolk der aanwezi
gen, toen hij te bijna 12 uur de vergadering
sloot en den sprekers hartelijk dank
bracht.