stadsnieuws! 76®te Jaargang DINSDAG 18 FEBRUARI 1936 No. 23282 Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 20 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bl] vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. by maximum aantal woorden ypn 30. - Incasso volgens postrechj. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Poet cheque- en Girodienst No. 570S5 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijns per 3 maanden f. 2.3$ per week f. 0.18 Franco per post f. 2 35 per 3 maanden portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. FRITZ HIRSCH OPERETTE. „Wien, Wien nur du allcin!" Fritz Hirsch ln den Leidschen Schouw burg beteekent altijd een vrijwel uitver kocht Huis en het was gisteravond niet anders. Om even voor middernacht viel het gordijn voor de laatste maal. maar de stormachtige bijval bewees, dat bij nie mand ook maar één oogenblik de gedach te was opgekomen, dat men ook van het goede te veel.kan krijgen. Integendeel, als het aan de bezoekers lag. dan zaten zij er nóg! Het gegeven, dat aan „Wien, Wien nur du allein" ten grondslag ligt, is zoomin als bij eenige andere operette, nieuw te noemen. De even bekoorlijke als gefortuneerde goudsmidsweduwe Margarete (Martha Wagner), voelt zich sterk aangetrokken, tot het mannelijk gedeelte van haar aris tocratische cliënteele en zou zich, zoo deze zich voordeed, stellig niet de kans laten ontgaan om haar naam aan dien van een. edelman te verbinden. Zij steekt deze af fectie allerminst onder stoelen of banken en het wekt dan ook geen verwondering, dat twee berooide edellieden, ridder Fri- dolin von Gumpendorff (Fritz Hirsch) en graaf Jaromir von Greifenstein (Arpad Latabari een poging wagen om dit gouS- vischje te verschalken, waarby het hun uit den aard der zaak uitsluitend om het geld te doen is. In een weergalooos-geestige scène ver klaart laatstgenoemde zijn liefde aan Margarete. Hun beider verstandhouding is een voortdurende doorn in het oog van Christian (Eman Silten), een der gezel len van Margarete, die van het begin af aan op het aardige weeuwtje verliefd is. Ook zij mag in haar hart, den levenslus- tigen gezel heel wat liever lijden dan den houterigen graaf, maar het eenige be zwaar is, dat Christian niet van adel is. Maar ook tegen een verbintenis met graaf Jaromir bestaan wel eenige bedenk- selen, al was het alleen maar, dat hij reeds meerdere verlovingen achter den rug heeft. Margarete ziet haar fout ln en wenschte Christian in Jaromir's plaats. De gezel voelt er echter niet voor de echtgenoot van „die Frau Meisterin" te worden; wel heeft hij Margarete lief maar met de positie van een graaf Jaromir kan hij zich niet tevreden stellen. Het is de gemoedelijke waard Zapferi (Walter Triebeli, die de laatste misver standen en hinderpalen uit den weg ruimt en die bewerkstelligt, dat Margarete en Christian elkaar hun liefde bekennen Ziedaar in het kort de inhoud van deze kostelijke operette, vol Weensche kleur en vroolijkheid. Daartusschen door duikt tel kens weer het frêle figuurtje op van Claire Clairy, als de leerjongen Maxi, een echte flapuit en de lieveling der gezellen. Martha Wagner was de lieftallige goud smidsweduwe en zij voldeed in alle op zichten aan de eischen, welke die rol haar stelde; vocaal behoort zij stellig tot de beste krachten van dit ensemble. Haar partner Eman Silten staat niet op de hoogte van een Paul Harden of een Al- bert May, doch paste zich uitstekend aan. Een onbetaalbaar duo vormden de beids berooide edellieden, alias Fritz Hirsch en Arpad Latabar. Eerstgenoemde was weer geweldig op dreef; zijn „Humsti di Bum- sti" ontketende ware lachsalvo's en dave rend applaus. Daarnaast Arpad Latabar, de man met de verwonderlijke beenen, die schijnen te spotten met elke anatomische structuur! Onvergetelijk blijft de herin nering aan hun creatie tezamen met Claire Clairy van het aardige refreintje „Mein Liebling, mach dein Herzchen auf"! Daarnaast dienen nog genoemd de gra cieuze verschijning van Irma Herlitz als een Italiaansche comtezza, Else Bötticher als de trouwlustige huishoudster en Wal ter Triebei als de waard Zapferi. wiens Turksche stoel en „alter Rotwein" ieder een dwingen de waarheid te spreken. Aan de regie was als steeds alle aan dacht besteed: Gerard Vroom ontwierp de kleurige décors, Sophie Degenhardt de fraaie en met gratie gedragen costumes. Hans Lichtenstein tenslotte als leider van het orkest, droeg het zijne by tot het volledig succes van den avond. Claire Clairy ontving een bloemstuk. Hopelijk volgt er „ein baldiges Wieder- seh'n!" o WERKLOOZEN STRIJD COMITÉ. Gisteravond was door het Werkloozen Strijd Comité (W.S.C.) een propaganda- feestvergadering belegd in „Zomerlust". De bekende declamator Coen Hissink. was wegens ziekte verhinderd om op te treden. Deze ruimte werd echter op uit nemende wijze aangevuld door den dich ter en humorist J. Pas uit R'dam en het bekende Leidsche Accordeon-duo Iterson- Wijngaarden en pianist Riethoven, die al len hun belanglooze medewerking aan dezen avond verleenden. Zij oogstten een dankbaar applaus. De heer Kranendonk uit R'dam zette uiteen welke methoden de regeering-Colyn thans overweegt om te komen tot een bezuiniging van plm. 17 millioen welke bezuiniging z.i. een aan slag wordt op het levenspeil van de werk loozen. Hij wekte de werkloozen op zich aaneen te sluiten, georganiseerden en on georganiseerden. VOORDRACHT VAN PROF. Dr. WEIGELT Over de opzienbarende fossielvondsten in het Geiseldal. Gisteravond hield prof. dr. Johannes Weigeit uit Halle ln het Geologisch Mu seum alhier een voordracht over de fos siele vondsten in het Geiseldal, getiteld: „Was bedeuten die Geiseltalforschungen der Martin-Luther-Universitat Halle Wittenberg für die Naturwissenschaf- ten". Twintig kilometer ten zuiden van de oude zoutstad Halle ligt in het dal een bruinkoolontginning, aldus spr. Dit voor komen beslaat weliswaar geen groote op pervlakte, doch heeft een dikte van meer dan 100 meter. Deze zeer groote dikte is te verklaren, doordat in de diepte dikke zoutlagen uitgeloogd zijn, zoodat een in zinking ontstond, waarin bij hoog water telkens weer koolvormende planten aan gevoerd worden. Met behulp van geophy- sische methodes is de ouderdom van deze bruinkool ln Midden-Duitschland geschat op ongeveer 30.000.000 jaar. De wereld kaart zag er toentertijd geheel anders uit dan thans. Alpen en Himalaya waren nog niet gevormd. De gTOOte ketengebergten van onze aarde moesten nog ontstaan. De warme Indische Oceaan reikte over Zuid- Beieren en Zwitserland tot in Frankrijk. Het vasteland van Amerika stond kort te voren nog in verbinding met Europa. Overal in deze bruinkolen heeft men over blijfselen van een warmte-zoekende flora gevonden, n.l. palmen, rubberboomen, nootmuskaatboomen, etc. Ieder spoor van dierlijk leven ontbrak echter. Hoe on waarschijnlijk het ook leek, dat bij zoo'n rijke flora geen dieren aanwezig waren, men moest met deze leemte in onze ken nis genoegen nemen. De oorzaak hiervan was de aanwezigheid van humuszuren, die al het skeletmateriaal opgelost hadden. In het Geiseldal echter hebben kalkbronnen, die in de kolenvormende lagen uitmond den, de humuszuren geneutraliseerd. Hierdoor is het mogelijk geweest, dat in de laatste 6 jaren door de geologen van de universiteit Halle overblijfselen van meer dan 6000 gewervelde dieren voor den dag gebracht zijn. Men heeft overblijfselen van halfapen, insecteneters, vleermuizen, roofdieren, tapirachtige hoefdieren, oer- paarden, varkens, talrijke vogels, meer dan 50 krokodillen, vele hagedissen, slangen, rivier-, moeras- en land-schildpadden, kikvorschen, salamanders, de voorouders van zalm, snoek en baars. land. ,en zoet waterslakken gevonden. Hierbij komt nu nog de ongewoon fraaie conservatie van de weeke deelen. Van veel dieren zijn de spieren het kraakbeen, de huid. de bloed vaten, de kleur, de hoornschubben. de veeren, de eierschalen en de maaginhoud bewaard gebleven. Zelfs het bladgroen be hield zijn kleur. De talrijke kevers hebben nog prachtige groen-, blauw- en roodgoude kleuren. Men kan twee soorten vindplaat sen onderscheiden. In de eerste plaats de ingedroogde poelen met de bij vloed ver dronken landdieren en de op het land om gekomen waterdieren. In de tweede plaats ronde instortingstrechters die in de droge tijden de drinkplaatsen waren, waar de krokodillen en roofdieren hun buit be machtigden. De vondsten hebben vele zo- ogeographische problemen opgelost en hebben aangetoond, dat de oorsprong van vele dieren in Europa gezocht moet wor den, terwijl men vroeger meende, dat deze in andere continenten lag. GRONDWATER. En het gevaar van verzakkingen. Onze stadgenoot, architect H. J. Jesse schrijft ons: Het grondwater staat altyd hooger dan het buitenwater, en wanneer er een uit graving geschiedt, zal men er spoedig mede kennis maken. Men graaft dan een putje, plaatst een pomp en graaft verder; putje, pompen, graven. In vele gevallen gebeurt er niets, als men niet te diep graaft en spoedig gereed komt, waardoor 't grondwater weer kan opkomen. Maar bij dieper graven verlaagt men niet alleen den grondwaterstand ter plaatse, maar door het toevloeien van alle zijden krijgt het grondwater een omge keerde kegelvormige helling van groote uitgestrektheid. Alle grond binnen den omtrek van de omgekeerde kegel begint uit te drogen, wordt kleiner van volume; dus krimpt. De oppervlakte zakt in hellende richting en wat er op staat zakt mede. Wanneer de naaste gebouwen goed onderheid zijn, zul len die niet zakken, maar hebben toch nog de kans van af te schuiven naar de put. Om al deze gevaren te voorkomen, is het noodzakelijk, vóór dat met graven wordt aangevangen, rondom de te graven fundeerput een waterdichten damwand te heien; ongeveer twee malen zoo diep als er van het grondwater af gegraven zal worden. Van-zelf-sprekend moet deze in wendig ter dege worden geschoord naar mate men dieper graaft, zoodat geen uit wijken of lek kan ontstaan. Bij het graven zal het grond- en kwel water naar de buitenzijde van den dam wand gepompt worden, zoodat het grond water tot tegen de kuip op zijn oorspron kelijke hoogte gehandhaafd blijft en en kel het overtollige water wordt afge voerd. De naaste grond kan dan niet uitdrogen en zakken; heien zal meestal ook geen schade doen, omdat zoolang er nog geen ontgraving gedaan is, de richting van de kracht vrijwel loodrecht is. KINDERKOOR „DE KLEINE STEM". Een mooie avond! Konden wij de vorige uitvoering van het Kinderkoor „De Kleine Stem" niet zoo gunstig beoordeelen, waren er toen zelfs meerdere ernstige aanmerkingen te maken, ditmaal heeft deze vereeniging volop revanche genomen en bewijs geleverd, van véél te kunnen, wanneer daar maar de ernstige wil toe aanwezig is. Met de be kende operette „De Woudkoningin" van Mart. Schuil is gisteravond een groot en welverdiend succes geoogst, waarin wij ons van harte verheugen, na de eertijds be sproken inzinking. De Stadszaal was prachtig bezet, toen de heer v. d. Linden met enkele woorden den avond opende en den steun Inriep van donateurs, alsmede de kinderen opwekte zich bij „De Kleine Stem" aan te sluiten. Spr. kondigde aan, dat als extra-num mers „Grootmoedertje" en „Het Waaier tje" zouden gegeven worden. Deze bleken al dadelijk een alleraardigst begin: de ge zongen tweespraak tusschen de grootmoe der en het kleinkind, beiden in vriendelijk en goedgekozen costuum en dan de goed ingestudeerde dans met het waaiertje als onderwerp van het duet, sloegen buiten gewoon in. Er werd zuiver en onbevangen gezongen, zoodat wij toen reeds het gevoel kregen, dat deze uitvoering op alleszins tevredenstellend peil zou komen te staan. Met „De Woudkoningin" ging het in stijgenden lijn! Het duurt wel even, voor dat de toehoorder precies weet. waar de inhoud heenvoert, omdat niet al te duide lijk tot uitdrukking komt, wat alle figuren in dit zangspel te beteekenen hebben en v/aar hun onderlinge verhouding heen moet voeren maar allengs wordt dit tijdens den dialoog nader verklaard. Hoe natuur getrouw waren de décors; het groote, ge heimzinnige bosch waarin de kinderen het begin van de vacantie vieren en dan alle avonturen, die zij daarin op onverwachte wijze gaan beleven! Zij zijn getuige van héél die bewogen geschiedenis van den baron, wiens kind door zigeuners ontstolen werd en die nu in afzondering deze verdwij ning betreurt: hij is een eenzame kluize naar in lange, bruine pij geworden, woont in een kleine hut, vèr van het wereldge- woel verwijderd.Totdat plotseling een vroolijke zigeunerstoet het bosch binnen trekt en voor de verrukte oogen van de kinderschaar een voorstelling komt geven. Het vervolg laat zich wel raden: onder de zigeuners bevindt zich óók het 12 Jaren tevoren gestolen meisje. Uiteindelijk vin den vader en dochter elkaar terug, niet echter, dan nadat er nog héél wat avon tuurlijks is gebeurd. Daarin spelen nog een rol de man, die vroeger het kind ontvoerde en de opvoedster van het meisje, die in dertijd valschelijk van deze ontvoering was beschuldigd. Maar alles komt tot een goed en opgetogen slot! Er is in deze operette veel verscheiden heid, zoowel wat zang als actie betreft en men heeft dit alles weten uit te buiten. Hoe sloeg b.v. de optocht in der zigeuners, met hun paard en beer: het was een kleu- rig-bonte verrassing, die, mede door de levendige costuums, geweldig insloeg! En zoo was er nog véél meer, te veel om het hier allemaal gedetailleerd te memo- reeren. Maar over het algemeen behielden wij de herinnering aan een welverzorgde uitbeelding, waaraan allen zich met groote toewijding hebben gegeven! Wat ons het meeste verheugde was het feit, dat er zich onder de meisjes eenige veelbelovende stemmetjes bevonden: vooral het ontvoer de meisje bleek op dreef en bleef ditmaal tot het einde toe, vrijwel zuiver. Er is met veel animo gezongen en de kinderen trouwens tevens de grooteren, die ook belangrijke rollen hadden waren er allen volkomen „in". Het deed ons dan ook groot genoegen, dat de ..Kleine Stem'' in menig opzicht een „verjongingskuur" heeft ondergaan! Den heer Beumer, die de muzikale leiding had. komt hiervoor een woord van lof toe, evenals mevr. M. SchippersVerwer, die als steeds, getrouw de pianobegeleiding verzorgde. Speciaal willen wij ook mevr. van der LijkeSytsma huldigen voor haar aardige regie en mooi gekozen costuums, die het oog boeiden! Het groote applaus heeft wel bewezen, hoezeer de volle Stadszaal van deze uit voering heeft genoten: allen waren ten zeerste voldaan. Verschillende betrokkenen zijn nog in de bloemetjes gezet, wat wel verdiend was. ..De Kleine Stem" moge zóó blijven voortgaan: ons wachten dan nog zeker meerdere te loven uitvoeringen! WERKVERSCHAFFING VOORHEEN EN THANS. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijziging: Li-Po (Linoleum - Lijmen - Onderhou den). Oude Vest 171, Leiden. Chemische fabrieken, import en fabricatie. Wijziging handelsnaam in: Li-Lo (Linoleum - Lij men - Onderhouden). AANGEHOUDEN. De politie alhier heeft een 56-jarigen stadgenoot aangehouden, den koopman P. de R., die wordt verdacht van oplich ting van een drietal gouden horloges ten nadeele van den juwelier B. in de Don ker steeg. Lezing van mr. H. B. Wildt Meyboom. Als tweede van de serie lezingen over Maatschappelijke Zorg uitgaande van de ambtenaren van den Gem. Dienst voor Soc. Zaken hield mr. H. B. Wildt Meyboom, hoofdcommies aan het departement van Sociale Zaken en Rijksinspecteur voor de werkverschaffing in alg. dienst, een voor dracht over „Werkverschaffing voorheen en thans". In zijn openingswoord wees de voorzitter, de heer P. C. G. A. Wijkmans, directeur van den Gem. Dienst voor Sociale Zaken, op de achtereenvolgens uitgevoerde werk verschaffingsobjecten te Leiden; zoo is nu weer een object in uitvoering te Wasse naar. Hier vinden gedurende 9 maanden pl.m. honderd man werk. Na nog eens met nadruk te hebben gewezen op de onwaar heid, dat er veel werkschuwheid zou zijn en dit te hebben weerlegd met, te wijzen op de pl.m. vijfhonderd vrijwillige aan meldingen voor plaatsingen bij die werk verschaffing, gaf hij het woord aan den inleider. Terugwijzende op de lezing van ir. Verwey ving spr. zijn lezing aan met te wijzen op den in zekeren zin steeds bestaan heb bende werkloosheid en een bepaalden be- strijdingsvorm. Voorheen was de bestrij ding steeds aan particulieren overgelaten en dan werd gewerkt met contra-presta tie, in dezen werd „onderdak" verstrekt voor het verrichten van werk, zooals erw ten- en koffielezen, touw- en wolpluizen en soortgelijk werk. Dit geschiedde dan in werkhuizen. Amsterdam had reeds hl 1654 een werkhuis, Harlingen in 1768. In latere jaren, aldus spreker werden de landarbeid-kolonies gesticht o.a. die te Frederiksoord door generaal v. d. Bosch, welke echter ook een reclasseeringskarakter dragen. Ten plattelande werd werkverschaffing door de armbesturen meer beschouwd als armenzorg. In de steden en dit vooral tijdens den oorlog werd veel gewerkt met comité's, later het Kon. Nat. Steuncomité en de Nat. Bond voor Werkverschaffing. Deze laatste bracht orde in de materie, door hem werd in de huidige richting ge stuurd. In de jaren 1918-1928 is de werk loosheid niet omvangrijk. Bij de werkver schaffingen in die jaren waren tusschen de 2000 en 9000 man geplaatst en een rijks subsidie. varieerend tusschen 2 en 7 000.000 werd verstrekt. In 1919 werd de taak van tiet Kon. Nat. Steuncomité overgenomen door het departement van Arbeid, nog later, in 1923, ging zij over naar het de partement van Binnenlandsche Zaken, terwijl zy nu is ondergebracht bij het departement van Sociale Zaken. Groote werken uit dien tijd zijn: inpoldering van den Biïsbosch, waterschap de Regge, nor malisatie der Limburgsche beken, inpol dering Wieringermeer. Na 1930 komt de periode, waarin de bemoeiing dér overheid tot uitdrukking komt. Deze bemoeiing vindt haar organi satie in een verzameling circulaires', spr. wijst hierbij op het verschil tusschen de circulaire der werkverschaffing, de steun regeling 1932 en de armenwet 1912. De werkloosheid is nog steeds toene mend, het aantal personen dat in den steun der overheid betrokken is, is te ver gelijken met het aantal inwoners van Rot terdam en 's Gravenihage te zamen. Aan het eind van 1935 waren 468.000 werk zoekenden ingeschreven, hiervan waren 205.000 gesteund en 55.000 geplaatst bij werkverschaffingen. Zoo werd aan het emd van het vorige jaar uitgegeven 145 millioen aan werkloozenzorg, 111 mil lioen aan armenzorg en 84 millioen aan uitkeeringen in verband met invaliditeits wet, ouderdomswet en dergelijke, totaal plm. 340 millioen, ongeveer even veel als b.v. het totale Rijksbudget van voor den oorlog. Daarna wees spr. op het moreele effect van werkverschaffing, om eens een korten tijd verlost te worden van steun, (hel weer eens opgenomen te zijn in een werkkring. Immers toch aard en karakter van het Nederl. Volk is, zelf in eigen levensonderhoud te willen voorzien. Tot behoud van den prikkel dm normaal werk te blijven zoeken, liggen de loonen in de werkverschaffing beneden het loon dn het vrije bedrag, maar boven de steun uitkeringen. Het loon bij de werken van het werkfonds, dat tot doel heeft werk- verruimen, ügt dan weer tusschen werk- verschaffingsloon en loon ln het vrije be drijf. In de werkverschaffing wordt tot prikkel der arbeidsprestatie ook nog een vergoeding van 10"/» gegeven, afhankelijk van de verrichtingen bij flink werken. In het zorgen voor de jeugd met over heidssteun vinden we ook een vorm van werkverschaffing, hier wordt echter geen loon ter bestrijding van levensonderhouds kosten, maar een zakgeld gegeven. Hierbij vinden we cursussen, uitvoering van pas sende werkverschaffingsobjecten en kam pen. Ook wordt aandacht geschonken aan de werk'ooslieid der hoofdarbe.ders; hiervoor werkt, aldus spr., de Stichting tot Verrui ming van Werkgelegenheid voor Acad. Ge- vormden (1933), die door middel van wetenschappelijke opdrachten «enigszins hulp tracht te verleenen; bij de P.T.T. wordt extra werk gezocht voor technici, het bureau voor de statistiek voor kan toorbedienden. Na de pauze werd druk gebruik gemaakt van de gelegenheid tot vragen stellen. In zijn dankwoord maakte de heer Wijk mans zich zeer zeker de tolk der toehoor ders, met te wyzen op de prachtige uiteen zetting, gegeven door den heer Wildt Meyboom. BINNENLAND. Fusie van den Bond van Zuid-HoIL Kleine Kweekers en het Holl. Bloembollen kweekers Genootschap (3e Blad). Officieele opening der Narcissententoon- stelling „Bloemlust" te Sassenheim (Uit de Omstreken, 2e Blad). Vreemdelingen op politieke vergaderingen (Binnenland, 3e Blad). Vrachtauto uit Nieuwveen te Amstelveen gekanteld; één doode (Gemengd, 3e Blad). Nieuwe kindermishandeling te Megen (Gemengd, 3e Blad). De moord aan de Geest in Den Haag; verdachte veroordeeld tot 7 jaar gevange nisstraf. (Rechtzaken, le Blad). De Tweede Kamer heeft heden het De fensiefonds goedgekeurd. (Laatste Berich ten, le Blad). BUITENLAND. De Abessijnen erkennen de nederlaag ten Z. van Makalle, die de Italianen thans trachten te vervolmaken (2e en le Blad). Ontbinding van Duitsche organisaties in Polen (Buitenland, le Blad). De Engelsche defensieplannen (Buiten land en Tel., le Blad). De neutraliteitswet in de Ver. Staten ver lengd (Buitenland, le Blad). Opstand in Paraguay. De regeering ge-> vlucht (Buitenland, le Blad). Linksche overwinningen by de verkie zingen in Spanje (Buitenland, le Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN, EERSTE BLAD. MILITARIA. Bij aanschrijving van den Minister van Defensie is bepaald, dat de aanwijzing voor opleiding tot dienstplichtig onder officier bij de Infanterie in den vervolge niet meer geschiedt door den betrokkën Indeelings-districtscommandant, doch bij het regiment, waarbij de dienstplichtige is ingelijfd. Hiermede is men weder tot het oude stelsel teruggekeerd. De aanwijzing voor deze opleiding heeft eerst plaats twee maanden na opkomst van de October- of Maart-ploeg uit deze ploegen, op voordracht van de betrokken compagniescommandant, door den regi mentscommandant. Door deze regeling wordt bereikt, dat door persoonlijk contact en beoordeeling, naast de verstrekte gegevens voorkomen de op den inlij vingsstaat betreffende onderwijs, beroep, A. P. I. e. d. de grootst mogelijke zekerheid wordt verkregen, dat de meest geschikten voor de onderoffi ciersrang worden bestemd; voor de be trokkenen heeft deze nieuwe regeling ech ter het nadeel dat zij, in stede van gerui- men tijd vóór de inlijving, eerst nadat zij twee maanden in dienst zijn in kennis worden gesteld of zij voor de onderoffi ciersopleiding zijn bestemd en dus 12 maanden moeten dienen. LEIDSCHE RADIO VEREENIGING. Voor een geheel gevulde zaal werd gis teravond een lezing met demonstraties ge houden, welwillend aangeboden door de firma „Daviro" uit Rotterdam. Namens deze firma waren aanwezig de heeren Roos en Welling. Door den zwaren mist werd de aanvang dezer lezing zeer vertraagd, zoodat het theoretische gedeelte geheel moest ver vallen. I De sprekers gaven echter aan de hand van rondverspreide schema's een juist in zicht van het meer practische gedeelte en een verklaring van verdschillende moei lijke problemen zoomede van de construc tie der onderdeden. Hierbij kwamen o.a. ter sprake de spoe len, de geluidlooze of rustige afstemming, de isolatiematerialen en het streven naai de zoo getrouw mogelijke weergave van het geluid. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd ruim gebruik gemaakt. Hierna volgden de demonstraties zelve; aan de hand van een kerncollectie radio- apparaten werd ten gehoore gebracht wat deze firma in den handel brengt. Verder werd nog tentoongesteld een aan tal meetinstrumenten, zoowel voor de rad'or-nateurs als voor laboratorium- ge' ruik. De voorzitter was de tolk der aanwezi gen, toen hij te bijna 12 uur de vergadering sloot en den sprekers hartelijk dank bracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 1