AARDAPPELMEEL De begrooting van onderwijs. LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Woensdag 12 FeTmiari 1936 PARLEMENTAIR OVERZICHT INGEZONDEN /TUKKEN BINNENLAND. voor het binden van groen- ^2 ten en soepen, voor het 2 maken van pudding en via Uw keuken Voorloopig verslag der Eerste Kamer. VRAGENRUBRIEK. TWEEDE KAMER. WIJZIGING VAN DE COMPTABILITEITSWET. De Kamer begon met de herdenking van een doode (Koning George V) en met een hartelijk woord tot een in de Kamer na een langdurige ziekte teruggekeerden levende iden griffier mr. Keeper). Toonde de Kamer bij het eerste haar eerbied door groote stilte, bij het tweede betuigde zij haar instemming door een hartelijk ap plaus. Zij heeft haar eigenlijke werkzaamhe den aangevangen door de behandeling van het wetsontwerp inzake de wijziging der Comptabiliteitswet, dat betrekking had op de organisatie, de werkwijze en de samen stelling der Algemeene Rekenkamer. Had, want.... de Tweede Kamer heeft het ontwerp afgestemd. Het ontwerp bedoelde in hoofdzaak uit breiding te geven aan de (thans zeer be perkte) delegatie van bevoegdheden der vergadering op den voorzitter, zoodat de afdoening der dagelijksche werkzaamhe den voor goed zou worden overgebracht van het college op den voorzitter. Op deze wijze zou (nadat het aantal leden der Rekenkamer in den loop der jaren reeds is teruggebracht van 7 op 3) thans een een hoofdig bestuur worden ingevoerd. De Re kenkamer zelf behoefde dan niet meer ge regeld te vergaderen; een klein aantal bijeenkomsten per Jaar werd voldoende geacht. De vaste bezoldiging zou worden vervangen door een beloontng per verga dering, doch het salaris van den voorzit ter, op wiens schouders het overgroote deel der werkzaamheden zou komen te rusten, zou met f. 2250 worden verhoogd en gebracht op f.8980. Het geheel zou echter besparing meebrengen. Zooals gezegd, wij moeten in den ver deden tijd spreken, want, vrijwel bij ver- lassing, is het voorstel verworpen. Het debat erover was kort. Slechts een anti-revolutionair en een sociaal-demo craat hebben het woord gevoerd. Hun be zwaren liepen evenwijdig. Zij vreesden dat door de wijzigingen van het ontwerp het gezag der Rekenkamer zou worden aan getast en de controle niet zou worden ver beterd; zij wenschten dat de Rekenkamer een geheel zelfstandige positie zou behou den en waren van oordeel dat een college beter zelfstandig kan zijn en blijven te genover de Regeering dan een persoon. De Minister van Financiën heeft dit alles betwist; hü achtte een goede controle en een goede werkwijze juist wel verzekerd door de wijzigingen en vond, waar het zwaartepunt meer en meer bij de ambte naren was komen te liggen, de Reken kamer in haar huidige gedaante niet meer noodig. Maar de meerderheid der Kamer, be vreesd dat het goede werk, hetwelk het college verricht, inderdaad te lijden zou krijgen, heeft het wetsvoorstel verworpen. Met 43 tegen 31 stemmen. Er vóór stem den de katholieken, de liberalen, de vrij zinnig-democraten, de christen-democraat Van Houten, de katholiek-democraat Arts en den hervormd-gereformeerde ds. Lingbeek. Er tegen de sociaal-democra ten, de communisten, de christelijk-histo- rlschen, de anti-revolutionairen, de staat kundig-gereformeerden en de heer Wes terman. INSTELLING VAN EEN DEFENSIE-FONDS. De Kamer heeft vervolgens behandeld het wetsontwerp tot instelling van een Defensie-fonds. Zooals men weet strekt dit fonds tot verbetering van de materieele uitrusting der landmacht en der zeemacht, wat deze laatste betreft voor zooveel de kustdefen- sie van Nederland betreft. Het fonds zal maximaal bedragen f. 53.400.000, ruim 53 millioen dus. Het Rijk zal voorschotten verstrekken tegen 4%. Jaarlijks wordt op de Defensie-begrooting een bedrag van 3'/! millioen gebracht voor aflossing. Nu, bij dit ontwerp behoeft de Regee ring voor verwerping niet bevreesd te zijn. De socialisten en communisten en enkele anderen zullen er tegenstemmen, maar de rest stemt er voor. Reeds de eerste spre ker. de heer Duymaer van Twist, gaf zijn Instemming met het ontwerp te kennen, al achtte hij de wijze van financiering niet juist; hij had liever een extra-credlet gewild, dat dan in 8 jaar zou worden af gelost. Het ontwerp was daarom voor hem half werk. Nog in ander opzicht had hij verder willen gaan: het contingent dient te worden uitgebreid en de eerste-oefen- tijd verlengd. In alle opzichten moet de weerbaarheid van ons volk worden ver hoogd. De katholieke democraat v. Poll, die evenzeer het ontwerp met Instemming begroette, zou ook aan een ander stelsel van financiering de voorkeur gegeven hebben, b.v. een leening voor dit doel. Hij noemde het systeem van voorschieten door Rijk een beetje camouflage. En ook hij stelde de vraag, of er nog niet te weinig wordt gedaan. Beide afgevaardigden we zen er trouwens op, dat in andere landen veel meer geschiedt, veel meer voor dit doel wordt uitgegeven, ook met steun van de sociaal-democraten. Ook de heer De Geer heeft zijn gezag hebbende stem ten gunste van het wets ontwerp verheven. Hij gaf verschillende wenken met betrekking tot de financieele zijde der zaak (een aflossing in 8 jaar. door den heer Van Twist aanbevolen, ver wierp hij. omdat de annuïteiten dan te hoog zouden zijn), verklaarde te betreu ren dat de ontwikkeling der Internatio nale omstandigheden tot dergelijke maat regelen noopt. Maar ze zijn noodzakelijk; de opkomst van het fascisme heeft in tal van landen scherpere militaire maatrege len noodzakelijk gemaakt, en daarom mag men ook onze Regeering deze aan vraag niet onthouden. Maar daarnaast zoo stelde hij ln het licht moeten ook wij voor den vrede en voor het tegengaan van een oorlog blijven werken, want een nieuwe oorlog bedreigt Europa met on dergang. Tenslotte hebben ook de heeren Wester man en Van der Bilt hun stem aan het ontwerp toegezegd. Voor eerstgenoemde ging het echter niet ver genoeg; laatstge noemde verdedigde in het bijzonder vloot- TeTsterkini. HAGENAAR. (Builen »eranuvoordellJ kneld der Red.) Copie van de al of niet geplaatste stukken wordt. niet. teruggegeven. „KASBONS". Bij het opnemen der electriciteitsmeters, j geplaatst in de huizen voor aangifte van verbruikte K.W.-uur werd aan de „Munt- gasverbrulkers" een circulaire overhan digd, waarin aan het publiek wordt mede gedeeld, dat volgens het genomen Raads besluit aan bedoelde verbruikers de ver plichting wordt, opgelegd om z.g.n. „kas bons" te koopen van een daartoe door de SX.F. aangestelde beambte, die om de veertien dagen aan de deur zal komen. Het is ons onbegrijpelijk, waarvoor men nu juist deze categorie van verbruikers daartoe verplicht. De betaling van de verbruikte hoeveelheid electrioltelt zou op deze wijze volgens ons geacht Ge meente-Bestuur goed binnenkomen en dus geen verschuiving daarvan of kosten met zich brengen: veronderstellen wij. Maar nu onze vraag: hoe is het wel ge steld met de n 1 e t-.,Muntgasverbrulkers"? Bevindt zich daar geen enkele wanbe taler onder of loopt dat allemaal even glad? Moet iemand, die onder deze min derwaardige gasverbruikers „Munt" be hoort en een goede betaler is, die nooit één enkele keer mist, en zoo dit het geval mocht wezen door eventueele afwezigheid, hard loopt om toch maar gauw te be talen, zich laten welgevallen, om onder de slappelingen en al diegenen, die niet voor zichzelf kunnen zorgen, (dus waar nu de Gemeente als huisvader moet optre den) te laten rangschikken? Wij zonderen hier natuurlijk de door de crisis zwaar bezochten af; dezen treft geen blaam. Ons dunkt, dat dit geen aanbeveling is om meer gas te gaan verbruiken, doch veel minder, evenmin als door den maat regel (zoo dit waar is) de terugbetaling van het niet genoten gebruik in te hou den, tot een bepaalden tijd, volgens het zeggen, als er een batig saldo op de op brengst gasverbruik is, dus geen voordeel, geen geld terug. De Gemeente eischt bij één of andere leverantie toch ook het volle pond! De Lichtfabrieken zullen zich zeer zeker voor het feit geplaatst zien, dat er vele personen zullen komen, met de uitdruk king: haalt dien meter voor gasverbruik van mij maar weg! Zijn dan de verbrui kers der primustoestellen al niet genoeg toegenomen of moeten er nog meer bij komen of heeft men daar óók alweer iets op gevonden om de afname van gas nog wat meer op te voeren? Kunnen die „Muntgasverbruikers" welke, wat men door den tijd toch wel heeft kunnen zien en leeren zéér goede betalers zijn, van dat stuivertje kwanselen (bon nen-systeem) niet vrijgesteld worden of men geve hen andere meters voor kubiek verbruik of men late hen op de oude ma nier doorbetalen. Zou de Gemeente niet meer succes heb ben door het samenstellen van een z.g.n. zwarte lijst van wanbetalers en voor noemde lijst eens per maand doen publi- ceeren in het „Leidsch Dagblad" en an dere bladen, zoodat dan deze menschen op zulk een wijze eens aan hun verplich tingen worden herinnerd? Wellicht vin den de betrokken Heeren. die het pracht- systeem „Kasbons" hebben uitgevonden, zulks belachelijk, wegens den grooten omvang, die zoo'n lijst zou krijgen, dus zijn er volgens hen dan ontzettende ad ministratieve werkzaamheden voor noo dig, maar ons dunkt, dat het meerge noemde „bonnen-systeem" nog meer werk met zich mede zal brengen. Het is onge lukkig, maar een bijzonder mooie oplos sing geeft men nu toch ook niet. Verder gelooven wij wel te mogen ver onderstellen, dat er dan op onze voor gestelde lijst ook een flink kwantum n i e t-„Muntgasverbruikers" zou voor komen. Laten de H.H. Bestuurders van onze goede stad Leiden toch eens bedenken, dat er onder de mindere menschen zich ook bevinden, die eergevoel en plichtsbe trachting weten hoog te houden en laten ze ook dienovereenkomstig handelen en niet voor z.g.n. verzorgers of spaarbank (zonder rente-vergoeding) voor deze men schen gaan spelen. Geachte Redactie, U danken wij har telijk voor de verleende plaatsruimte. Gasverbruikers „Munt", Q. De Directie van de Stedelijke Licht fabrieken, aan wie wij bovenstaand stuk ter kennisneming zonden, deelt ons in antwoord daarop net volgende mede. De verkoop van kasbons beoogt uitslui tend hen, die door geldlnworp in den muntgasmeter gewend zijn hun verplich tingen jegens de fabrieken in kleine be dragen (dubbeltjes of kwartjes) te kwij ten, eveneens tegemoet te komen voor wat de betaling van hun electriciteitsverbruik betreft. Door aankoop van kasbons (waarde f. 0.25) om de 14 dagen kan men, evenals dit bij gas het geval is, electriciteit op ge- makkelijke wijze betrekken en de kwitan tie op tijd voldoen. Immers het verschul digde bedrag is dan grootendeels in tussehentijds gekochte bons aanwezig en men staat niet direct voor al te groote uit gaven. Door zeer vele verbruikers wordt de getroffen maatregel in deze tijden op prijs gesteld. De Directie ziet er echter hoegenaamd geen bezwaar in, die verbruikers over te slaan, welke zich door de gewijzigde inningsmethode bezwaard gevoelen en die steeds tot de prompte betalers behoorden. Men dient er echter rekening mede te houden, dat de electriclteltskwitantie voortaan over een periode van 2 maanden loopt en alsdan op tijd moet worden vol- daan. Zooals reeds gezegd stelt de Directie zich voor. de inning zoodanig te regelen, dat de belangen van het publiek niet worden ge schaad Dit brer.gt met zich mede, dat verzoeken om afwijking van de toegepaste Inningsmethode geval voor geval moeten worden beoordeeld. MR. E. O. J. W. BARON VAN HOVELL VAN WEZEVELD TOT WESTERFLIER t COMMISSARIS DER KONINGIN IN LIMBURG. In den afgeloopen nacht tegen 4 uur Is te Boschvoorde bij Brussel op 58-jarlgen leeftijd de commissaris der Koningin in de provincie Limburg, mr. E. O. J. W. baron van Höveil van Wezeveld tot Wes- terflier overleden. De commissaris ver toefde daar op advies van den geneesheer, nadat hij reeds enkele maanden te Maas tricht met ziekteverlof was geweest. Mr. E. O. J. W. baron van Höveil van Wezeveld tot Westerflier, werd op 28 Maart 1877 te Twello geboren. Hij bezocht het gymnasium te Maastricht en studeer de in de rechten te Utrecht, waar hij in 1904 promoveerde. Na 'eenigen tijd als ad vocaat en procureur te Utrecht te zijn werkzaam geweest, werd hij burgemeester van Culemborg en later van de gemeente Breda. In 1918 werd hij benoemd tot com missaris der Koningin in de provincie Limburg. De overledene was voorts cura tor der r.k. Handelshoogeschool te Til burg. De overledene was begiftigd met het grootkruis van de orde van den Nederl. Leeuw, voorts was hij grootofficier in de orde van Oranje Nassau, groot-officier in de orde van de Kroon van België en rid der in de orde van Malta (Heilige Stoel). Het stoffelijk overschot kal naar Maas tricht worden overgebracht om daar te worden begraven. DE VOORGENOMEN REJS- BELASTING. GROOTE MOEILIJKHEDEN BIJ HET ONTWERPEN VAN EEN SLUITEND SYSTEEM VAN HEFFING Naar wij van welingelichte zijde ver nemen. aldus het „Vad." blijkt de voorge nomen wijze van heffing van een belas ting op buitenlandsche plelzlerreizen, zoo als deze onlangs werd gepubliceerd, op zoo veel bezwaren van practlschen aard te stuiten, dat dit plan als onuitvoerbaar is terzijde gelégd. De wijze van heffing brengt bij het hui dige systeem van grensbewaking zooveel moeilijkheden met zich, dat reeds vier uit gewerkte plannen op practisohe overwe gingen niet voor uitvoering vatbaaj: bleken. Thans wordt aan een nieuw plan ge werkt. dat de wijze van heffing op een ge heel andere leest zou schoeien en waarbij er naar gestreefd wordt het fiscale doel van de heffing niet door al te groote uit gaven voor extra-controle verloren te doen gaan. 'E) Met dit al wordf 'Hët twijfelachtig of de heffing nog tijdig vóór het komende rels- seizoen zal kunnen worden ingevoerd. DE VERBETERING VAN ONZE LANDSVERDEDIGING. De bouw van kazematten in het oostelijk deel des lands. De Staatscourant bevat aankondiging van binnenkort te houden aanbestedingen vanwege de eerstaanwezend-ingenieurs der genie voor den bouw van kazematten en verdedigingswerken, en wel: 13 Februari te Nijmegen: het maken van vier kazematten van gewapend beton c.a„ waarvan twee te Ravenstein en twee nabij Grave. 17 Februari te Zwolle: het bouwen van verdedigingswerken te Kampen en nabij Zwolle. 18 Februari te Nijmegen: het bouwen van 4 kazematten van gewapend beton in de omgeving van Roermond en Buggenum. 19 Februari te Breda: het bouwen van een kazemat van gewapènd beton te Heusden. 1 1 21 Februari te Arnhem: het bouwen van twee kazematten van gewapend beton op het Verdedigingswerk bij Westervoort. Deze werken vormen zoo zegt de N. R. Crt. een onderdeel van de verbete ring van onze verdediging, welke de regee ring met de Instelling van het weerfonds beoogt. Met bovenstaande materieele verbete ring van de verdediging houdt blijkbaar verband de veranderde personeelsbezet ting, waarbij o.m. het hierboven reeds genoemde plaatsje Ravenstein een garni zoen van politietroepen ter sterkte van 120 man heeft gekregen. ONS BOSCH- EN HOUTBEDRIJF IN DE VERDRUKKING. Ministerieel schrijven aan de Gemeentebesturen. In verband met het feit, dat in het ln- landsch hout- en boschbedrijf een nood toestand heerscht, heeft de minister van Landbouw ert Visscherij aan de gemeente besturen een schrijven gezonden,, waarin ZExc. erop wijst, dat een der maatrege len, welke tot steun aan het Nederland- sche boschbedrijf, den lnlandschen hout handel en de inlandsche zagerij kunnen strekken is de bevordering door Over heidslichamen van de toepassing van in- landsch hout (eiken-, beuken- en grenen hout) in alle gevallen, waarin het ge bruik van dat hout in verband met de technische en practische mogelijkheid te verdedigen is. Wanneer om technische en economische redenen in Nederland ge groeid hout minder goed aan het gestelde doel beantwoordt, of niet in voldoende hoeveelheden leverbaar is, dan zoude, zoo eenigszins mogelijk, in de eerste plaats aan hout uit de Nederlandsche Overzee- sche gewesten de voorkeur gegeven dienen te worden. Ik meen, aldus de minister, een krachtig en ernstig beroep op de medewerking van uw College te moeten doen om te bevorderen, dat ook te dezer zake, zooveel mogelijk de voorkeur wordt gegeven aan het Nederlandsche of Neder- landsch-Indlsche product. RECLAME. 86M VEREENIGDE NEDERLANDSCHE AARDAPPELMEEL-1NDUSTRIE VEENDAM Aan het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over de begrooting van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen voor 1936 is het volgende ontleend: Verscheidene leden konden niet nalaten te wijzen op het teleurstellend feit, dat de begrooting van Onderwijs in het algemeen een stijging vertoont van ruim f. 2.500.000 en de begrooting van het lager onderwijs van bijna f. 3.500.000. De verklaring daar van door den minister gegeven, was hun niet ontgaan. Evenwel vreesden zij, dat op den duur onmogelijk ongeveer f. 150 mil lioen of meer dan 1/5 der geheele rijksuit gaven voor Onderwijs kon worden besteed en f. 100.000.000 of 1/7 der geheele be grooting voor het lager onderwijs, dat bovendien nog voor een zeer groot deel voor rekenhrg komt van de gemeenten. Zij zouden gaarne van den minister vernemen, of naar zijn meening zonder een reorganisatie in afzienbaren tijd een saneering van het geheele rijksbudget zou kunnen worden tegemoet gezien. Vele leden verklaarden in te stemmen met het in de Tweede Kamer van ver schillende zijden gerezen verzet tegen toe passing van artikel 185 der Gemeentewet, ten aanzien van raadsbesluiten, genomen op een aanvrage om medewerking aan de stichting of uitbreiding van een bijzondere lagere school. Enkele leden kenschetsten het doel van de opvoeding als het bevorderen van het eeuwig en tijdelijk welzijn van den mensch als deel der volksgemeenschap en betoog den, dat het de taak van den Christelljken Staat is dit doel deels mogelijk te maken, deels actief te bevorderen. Op de vraag of de Nederlandsche Staat zulks deed, ant woordden deze lieden met verwijzing naar de resultaten der opvoeding, die. naar hun meening, getuigen van steeds grooter tuchteloosheid, afkeer van den godsdienst en toenemend egoïsme. Die opvoeding is, h.i. dan ook niet juist; zij is te zeer gericht op het bijbrengen van kennis zonder meer, te weinig op karak tervorming. De Staat, bedorven door libe ralistische en quasi-humanitaire ideeën, bepaalt zich daarbij, naar de meening van deze leden, tot lijdelijk toezien. Naar bun meening moet geëlscht wor den, dat de Staat zorge voor opvoeding door nationaal voelende onderwijzers, zoo wel in de openbare ais in de bijzondere scholen en voor voortzetting van de op voeding tot staatsburger, ook na het ver iaten der school in ééne nationale jeugd- vereeniging. Verscheidene leden verklaarden de op vatting te huldigen, dat de taak der op voeding vrijwel geheel aan het gezin en niet aan den Staat toekomt. Dat de Staat de opvoeding zou moeten verzorgen, noem den zij een socialistisch beginsel, dat te verwerpen is. Intusschen oordeelden ook deze leden het onderwijs, zooals het thans in Neder land wordt gegeven, al te eenzijdig op verstandsontwkkeling gericht en niet ge noeg karaktervormend. Met de zienswijze, dat de openbare scho len er in niet geringe mate toe hebben bijgedragen, dat een groot deel des volks van den godsdienst ontvreemd is en deze verantwoordelijk moeten worden gesteld voor socialistische tendenzen in de op voeding van de jeugd, stemden deze leden in. De spelling. Verscheidene leden brachten het spel- lingsvraagstuk ter sprake. Zij konden zich niet vereenigen met de gedragslijn ln deze aangelegenheid door de regeering gevolgd. Deze leden hadden de hoop gekoesterd, dat het optreden van een nieuwen minister van O., K. en W. aanleiding zou zijn geweest om het in deze te voeren be leid nader in overweging te nemen. Zij be treurden het, dat deze minister, die ken nelijk persoonlijk allerminst een voor stander is van de z.g. spelling-Marchant, een zoo lijdelijke houding meent te moe ten aannemen ten aanzien van een vraagstuk, dat toch allerminst in staat van wljzien is. Deze leden spraken de hoop uit, dat de minister alsnog door een meer actief be leid wat op dit stuk naar de meening der leden hier aan het woord, bedorven was, zou trachten te herstellen. Deze leden drongen met kracht aan op een wettelijke regeling der spelling. Andere leden konden zich met deze op vattingen geenszins vereenigen. Zij kwa men op tegen de voorstelling als zou er anarchie ontstaan zijn door de invoering van de spelling-Marchant. Geen enkel bewindsman, aldus betoogden deze leden, zou een veranderde spelling kunnen In voeren, zonder opzien te wekken. Deze leden ontkenden echter, dat er verwarring zou zijn gesticht. Wel meenden ook deze leden om meer eenheid in de spelling te moeten vragen, reden waarom zij zich aansloten bij die leden, die een wettelijke regeling op prijs zouden stellen. Hooger onderwijs. Eeriige leden wenschten nog eens de aandacht te vestigen op den te grooten omvang van het hooger onderwijs, in het bijzonder wat betreft de technische vak ken. Deze leden waren van meening, dat bij meer samenwerking tusschen de rijks universiteiten, de Technische Hoogeschool te Delft en de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam zeker nog bezuiniging en vereenvoudiging mogelijk zou zijn. Enkele leden drongen aan op verbete ring van het Instituut der bijzondere leerstoelen. Verschillende leden betreurden het be sluit tot opheffing van den leerstoel in de hygiëne en de bacteriologie aan de Leidsche universiteit en achtten het aan den hoogleeraar Van Calcai verleende ont slag juist noch gewenscht. Wat het voorbereidend hooger en mid delbaar onderwijs betreft, waren sommige leden van oordeel, dat niet voldoende onderwijs wordt gegeven in staatsinrich ting, staathuishoudkunde en moderne algemeene geschiedenis. Vele leden maakten bezwaar tegen de richting, waarin het nijverheidsonderwijs wordt geleld. In het bijzonder met het oog op de huidige tijdsomstandigheden achtten zij vervanging van den drie jarigen door een twee-jarigen cursus verwerpelijk. Andere leden waren van oordeel, dat bij terugbrenging van den drie-jarigen tot een twee-jarigen cursus niettemin goede resultaten van het Nijverheidsonderwijs kunnen blijven verwacht. Lager onderwijs. Verscheidene leden wenschten hun instemming te betuigen met den aan drang van verschillende zijden in de Tweede Kamer uitgeoefend, om op een of andere wijze het geven van onderricht in de bijbelsche geschiedenis op de openbare school te bevorderen. Kennis van de verkeersregelen. Met het oog op de stijging van het aan tal verkeersongevallen, kwam het ver schillenden leden zeer gewenscht voor, dat de kennis der verkeersregelen wordt opgenomen in de rij der verplichte leer vakken van het gewoon en uitgebreid lager onderwijs. Gevraagd werd of hier niet een taak ligt voor een kleine commis sie ad hoe, welke opdracht ontvangt op korten termijn te dienen van advies. Kunsten en Wetenschappen. Eenige leden verzochten de regeering, haar aandacht te schenken aan de met groote snelheid voortgaande vernietiging van natuurschoon, os. door onoordeel kundige werkverschaffing, lintbebouwing, verkaveling van landgoederen en bos- söhen, afgraving van duinen en heuvels, ruilverkaveling, aanleg van overbodige kanalen en wegen, enz. Verschillende leden achtten het niet uit gesloten, dat de gesloten transactie ten aanzien van het landgoed de Hooge Veluwe, den Staat op den duur voor zeer hooge uitgaven zou gaan stellen. Op artikel 184 is uitgetrokken f. 10.000 voor de Rijkskunstverzamelmg Kröller- Müller. De leden, hier aan het woord, zou den gaarne nader worden ingelicht om trent de juist positie, waarin het Rijk nu komt te verkeeren, wanneer de onderha vige post wordt aangenomen. Is of blijft er voorts, zoo vroegen deze leden, in elk geval voor den Staat een verplichting om zorg te dragen voor een eigen gebouw, indien het Hooge-Veluwe-Museum niet tot stand komt? DE POSTVLUCHTEN. Hedenmorgen te 8 uur ls de „Sperwer" met 2 passagiers en post van Schiphol naar Indië vertrokken. VERSPREIDE BERICHTEN. De N.V. Ivo van Haren's schoenfabrie ken te Waalwijk gaat uitbreiden Een nieuwe fabriek met moderne outillage o.a. loopenden band is aangekocht waar om de hoofdfabriek te ontlasten een aantal speciale artikelen zullen worden vervaardigd. j J. B. te L. Informeer ter afd. Militaire Zaken, Breestraat. W. B. te B. Het zijn geen bepaald schadelijke insecten. Voor verdelgen moet u zich wenden tot een deskundige. A. B. te L. Is ons niet bekend. P C. te L. Aan de Vakschool voor Meisjes aan het Rapenburg wordt een cursus in tafeldekken en -dienen gegeven. Deze omvat 5 lessen van 2 uur per week; het lesgeld bedraagt f. 2.50. Wij raden aan te trachten u daarbij aan te sluiten. S~S

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 11