iVliegtuig verongelukt - De springscham in Garmisch-Partenkirchen TESSA 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. HET KWEEKEN VAN AARDBEIEN UET NEONLICHT. In het laboratorium voor tuinbouw-plantenteelt der Landbouw Hoogeschool te Wageningen worden onderzoekingen ge daan, welke uitwerking bepaalde lichtbronnen op plantengroei hebben. Links aard heiplanten met neonlicht bestraald, rechts niet bestraalde. DE AM ERIK A ANSCHE HARDRIJD- STER KID KLEIN behaald© in Stockholm den wereldtitel hardrijden óp de schaatsen voor vrouwen. DE „ISLANDS FALK", DE DEENSCHE POLITIEKRUISER is in de Am- sterdamsche haven aangekomen. De Islands Falk" stoomt het IJ op. door RICHARD STARR. Vertaald door A. RIEWERD. 44) Maar natuurlijk neem je heelemaal geen notitie van zijn kussen. Begrijp je, wat ik bedoel? Ze hebben in. je jonge leven niets te beteekenen. En ze beteekenen niets meer voor je dan of je je tante of je oom zoende; hoewel Pet zegt, dat je voorzich tig moet zijn met ooms. Tessa geloofde ln de kracht van zelf- suggestie en van telkens herhalen. Zij geloofde vast en zeker, dat, als men iets maar een voldoend aantal malen zei, het zóo was. Bijgevolg verzekerde zij zich den heelen weg naar huis over voortdurend, dat zij Jimmy Turner niet liefhad, en zelfs nooit aan de mogelijkheid had gedacht hem lief te hebben. Die gedachte was inder daad niet bij haar opgekomen. Haar zelf- suggestie was zoo sterk, dat zij, tegen den tijd, dat zij het huis van Potts bereikte, zachtjes huilde, en hoewel het pas acht uur was, ging zij regelrecht naar bed en bracht een vreeselijk slechten nacht door. Pet Peil viel den volgenden morgen bijna flauw, toen zij het nieuws hoorde, dat zij voor den Vliegenden Troep was uit verkoren. Met gloeiend gezicht en schitte rende oogen stormde zij op Tessa af. „Hoor eens, Fisher," zei ze, het briefje van het hoofdbureau toonend, „jij weet daarvan. Jij bent gisteren op het hoofd bureau geweest." „Ja," gaf Tessa toe. „Ik heb mijn vriend gevraagd je bij den Vliegenden Troep te plaatsen." „Je bent toch een kei, Fisher. Wie is je vriend?" „Hij is chef van den Vliegenden Troep." „Oho! Is zeker doodelijk van je, niet?" „Niet zoo erg," antwoordde Tessa, een beetje gevleid door den indruk, dien zij maakte. „Ik ben den laatsten tijd nog al eens met hem uit geweest. Maar dat is natuurlijk niets. Wij zijn alleen maar vrienden, zie je." „Ja, dat zie ik. Nu, het is prettig, om een vriend te hebben, die chef is van den Vliegenden Troep en een auto heeft, zoo lang als een straat." „O, dat is zijn auto niet, Pet. Die is van zijn vader." „Wie is zijn vader." „Mr. Lancelot Turner, de voorzitter van het bestuur van de Vereenigde Café's," antwoordde Tessa stemmig. Pet Peil viel in een stoel neer en wuifde zichzelf met een bord. „Boe!" hijgde ze. „Hoe verzin je het, Fisher? Trek je voordeel van mijn jeugd, door me er tusschen te nemen, of maak je de dingen maar wat mooier?" „Het is echt waar," antwoordde Tessa. „Jimmy zegt, dat zijn vader begonnen is met melk rond te brengen bij de men- schen aan huis, toen hij acht jaar was." „Ik moet zeggen, dat hij dan vooruit ge komen Ls' Weet je wel kind. dat de oude mr. Turner zoowat de halve wereld bezit, en optie heeft op de andere helft?" „Wel, dat maakt heelemaal geen ver schil voor mij. Pet. Want, zie je. er is niets tusschen mr. Turnover ik bedoel mr. Turner en mij. Wij zijn goede vrienden, dat is alles. Hij neemt me twee of drie keer in de week, of soms vier keer, mee uit." „Waar neemt hij je mee naar toe?" vroeg Pet. en liet een bord vallen, zonder dat zij zelfs merkte, dat ze het deed. „O, naar theaters en diners in Locarno." „Is dat alles?" vroeg Pet bijna adem loos. „Soms op een ritje ln zijn auto buiten de stad ik bedoel de auto van zijn vader." „Houdt nooit je hand vast of zooiets, d»nk ik?" „Neen, bijna nooit." „Zoent je waarschijnlijk ook nooit?" „Alleen maar, als we elkaar goeden nacht zeggen. Hij zoent mij dan altijd. Maar dat is niets dan een vorm. Het betee- kent niets meer dan de hand geven." „Neen, natuurlijk niet. Ooit bij toeval een van zijn kennissen ontmoet, als je met hem uit was?" „Maar één. We ontmoetten op een avond, toen we in Locarno waren, lady Betty Maldon." „Wat deed hij toen? Een servet over je hoofd gooien of je onder de tafel duwen?" „Hij stelde me aan lady Betty voor. Ze was vreeselijk lief." „Heusch?" grinnikte Pet en nam een ander bord om zich mee te waaien. „O, en ik heb zijn zuster Luella ont moet. Die is zoo schattig! Ik stelde mij zelf aan haar voor." „Wel," zei Pet, terwijl ze opstond, „ver geef me mijn begrijpelijke opwinding. Ik ben nog maar jong en ik ben niet sterk genoeg voor zulke dingen Natuurlijk wil ik niet nieuwsgierig zijn. Jouw zaken zijn jouw zaken, en ik zou er niet over denken onbescheiden vragen te doen over dingen, die mij niet aangaan. Alles, wat ik zou willen weten is: wat, wat bij dit en bij dat ben je van plan?" „Wel Pet, wat zou ik van plan kunnen zijn?" „Doet moet je mij niet vragen. Ik ben maar een nederig werkend meisje. Wat zou ik van de zaken van mijn meerderen af weten?" „Nu, natuurlijk ben ik niets van plan, Pet. Ik houd van Jimmy Turner. Hij is een goede kerel, en wij zwerven graag samen rond, en zoo meer. Maar hij zal er gauw genoeg van krijgen met mij op te trekken. Hij heeft hoopen meisjes. Zij verdringen zich om hem, zoodat hij nauwelijks adem kan halen. Lady Betty Maldon, Lallie Mulvaney, Rima Epstein en honderden anderen." „En als hij je beu is?" „Wel, dan natuurlijk zal ik zal ik natuurlijk, zal ik hem vergeten, en iemand anders vinden, om mee uit te gaan." „Ongetwijfeld. Ben je heelemaal niet op hem verliefd? „Natuurlijk niet. Pet. Ik hoop. dat ik niet zoo'n dwaas ben. Hij staat mijlen boven mij en ik denk niet over zooiets idioots, verliefd op hem te worden." „Waarom heb je vannacht dan gehuild?" „Gehuild? Goede genade, ik heb niet gehuild. Ik bedoel ik ik o Pet." En plotseling begon zij weer te huilen, wild, wanhopig. Pet Peil trok het bevende meisje in haar aimen en vleide het natte gezichtje tegen haar borst. „Hou je stil. kind. Schei uit. Lightfoot komt dadelijk hier beneden, en je moet zóó naar boven om tc bedienen. Hè, weet ik niet wat het is? Zijn wij niet allemaal hetzelfde, wij dwaze meisjes? Wij spelen met vuur, terwijl wij weten, wat we doen en we beloven onszelf, dat we zullen uit scheiden, voordat we ons branden. En voor dat we het weten staan we in lichterlaaie en is er geen enkel middel tegen. In zoo'n theesalon krijgen wij begrippen boven on zen stand. Dat is het. Ik denk, dat wij ten slotte met den staart tusschen de beenen terug zullen moeten en een halfwas moe ten trouwen." „Ik wil niet", snikte Tessa hartstochte lijk. „Ik wil niet. Ik trouw nooit." HOOFDSTUK XXIX. Onderricht over Lancelot. „Ik zeg je", zei Pet Peil, toen zij en Tessa op weg waren om aan hun afspraak met mr. Arthur Corless te voldoen, „liefde is een strop, en ik zeg je ronduit, dat ik er nachtmerries van krijg. Het is net. alsof je vuur met paraffine aanmaakt. Eerst ge beurt er niets, en denk je, dat het heel veilig is. En je doet er nog wat bij, en dan nog wat. En eer je het weet, grijpt het om zich heen en zijn je wenkbrauwen en je wimpers afgebrand, en den eersten keer den beste, dat je je weelderige lokken bor stelt, valt de helft er van uit." „Ik ben niet verliefd op Jimmy Turner", zei Tessa, die nu haar evenwicht weer wat hersteld had. „Dat zei je. En natuurlijk heb je van nacht, toen je in bed lag, je kussen niet doornat van zilte tranen gemaakt?" „Hoe weet je dat?" „Omdat, toen je vanmorgen in den winkel kwam, je oogen er uitzagen, alsof ze goed uitgewasschen waren. En er was een blik in. die ik me herinner gezien te hebben op een schilderij, „Elaine" ge naamd." .(Wordt vervolgd!. VLIEGTUIG VERONGELUKT. Te Speke (Engeland) stortte een vliegmachine omlaag en kwam op de rotsen terecht. Twee personen kwamen hierbij om het leven. Het vliegtuig werd geheel vernield. DE OLYMPIADE SPRING-SCHANS IN GARMISCH-PARTENKIRCHEN. Staande op het hoogste punt krijgt nen een indruk van welk een enorme hoogte gesprongen moet worden. DE HEEREN G. BAKKER SCHUT EN H. DE BEAUFORT - twee der Hol- landsohe deelnemers aan den sterrit naar Monte Carlo, ontvangen hun prijzen uit handen van den eersten minister te Monte Carlo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5