CHIEF WHIP l£IDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Zaterdag 1 Februari 1936 Fijn hetEn clan nog de beste voor ieders gezondheidIk ga vast over op TO DE BIOSCOPEN. VAN KLOOSTERKERK TOT ACADEMIE. De bouwgeschiedenis van het academiegebouw. Op uitnoodiging van de Ver. ..Oud-Lei den" heeft onze stadgenoot, dc heer ir. Hugo van Oerle, gisteravond in het klein- auditorium der Universiteit een voordracht gehouden over ..De bouwgeschiedenis van het Academiegebouw". Het is voor velen bekend, aldus spr.. dat het academiegebouw aan het Rapenburg eertijds deel heeft uitgemaakt van het klooster der zusters van de orde van St. Do- minicus, dat omstreeks 1447 op deze plaats werd gesticht Het feit, dat dit gebouw na de hervor ming tot zetel der universiteit werd geko zen, was oorzaak dat ons dit gebouw nog in een vrij gaven toestand ls bewaard ge bleven en dat er veel over de bouwgeschie denis is te vertellen. Om ons te verplaatsen in het milieu en omstandigheden, waarin het gebouw werd gesticht, vertelt spr. iets over de geschie denis van dit klooster. Omtrent de geschiedenis van dit klooster zijn de gegevens schaars Het archief, dat wel niet zeer groot zal zijn geweest, is zooals bij de meeste kloosters die midden in het strijdperk der hervorming lagen bijna geheel verloren gegaan. Wel werden er door het hervormde stadsbestuur ernstige pogingen aangewend om de overgebleven zusters onder bedreiging van inhouding der alimentatie gelden tot overgave der papie ren te dwingen, maar geen gestrengheid van magistraat baatte. Wat van de archieven en kostbaarheden niet door de uitgeweken kloosterlingen was medegenomen werd geroofd of verbrand. De zusters hadden toen werkelijk op geen hulp van buiten te rekenen. Woeste ben den trokken rond en maakten van de ver warring gebruik om te rooven en te plun deren. We mogen het daarom een gelukkig toe val noemen, dat nog een belangrijk docu ment gespaard is gebleven, dat ons in staat stelt van het klooster en zijn bewoners eenlge voorstelling te krijgen en de be schrijvingen der kroniekschrijvers aan te vullen. Het is een oud stuk, dat vroeger aan het klooster heeft behoord en in originali be rust onder de handschriften op de univer- siteits-bibliotheek te Gent. welke de kloosterregels bevat en een lijst geeft van de nonnen en priesters, die er gestorven zijn. Omtrent de aanleidende oorzaak van de stichting tasten we in het duister. Vrome vrouwen moeten zich geroepen gevoeld hebben zich van de wereld af te zonderen en gemeenschappelijk onder de orderegel van de H. Dominicus te gaan leven. De vader van Machteld Jansdochter, stichte res en eerste priorin. Jan van de Woude. een rijk en aanzienlijk edelman, die ver schillende kloosters in den omtrek had ge sticht. stond in 1447 een huls af aan ..haar en hare zusteren" dat werd toegewijd aan den martelaar den H. Vincentius van Fer- rara. De andere stichteres was Margrete Bou- dewijnsdochter. Dit klooster, bijgenaamd Maria Magda- lena ter Jacobinessen, behoorde aan de Zusters Dominicanessen, om hun klooster dracht met het. witte scapulier vaak aan geduid als „Witte Nonnen". Eerst kregen de zusters een kapel „Jeruzalem" geheeten, waarvan P. Arnoldus van Doetinchem als stichter staat aangegeven. Het moet een zeer eenvoudig bouwwerkje zijn geweest ge dekt met riet. hetgeen tot gevolg had, dat reeds in 1458 een brand ontstond, tot her stel waarvan door Philips de Goede het convent het recht werd gegeven „van te erven en de erfenissen te beuren even ofse wereldsche personen waren". In 1516 ging'men tot den bouw van een groote kerk over. welke wij in haar hoofd vorm nog kennen. Omtrent den bouw is ons niets bekend. Zij werd ingewijd door een Dominicaner Pater. Jacob de Ridder. Bisschop van Hebron, die de wijding heeft gedaan op 5 Juni 1516. In 1569 schijnt een ernstige brand het convent opnieuw ge teisterd te hebben, tot vergoeding waarvan Philips de Tweede van Spanje een voor recht schonk. Omtrent de inventaris van deze kerk is al zeer weinig bekend. Deze kerken waren gewoonlijk zeer sober gemeubileerd. Van de kloostergebouwen is nog alleen de kapel over, welke geheel door de universiteit ln gebruik is. Het woonklooster, waar de non nen verblijf hielden, was gelegen aan de Nonnensteeg en heeft aangesloten tegen den blinden wand der kerk. De drie overige wanden hebben alle vensters en zijn dus niet aangebouwd geweest. Het lampen nisje in de gangwand aan deze zijde, dat bij de laatste restauratie werd gespaard, doet vermoeden waar men eertijds vanuit het klooster de kerk binnenging. Of het klooster groot van aanleg is geweest, ls moeilijk te beoordeelen. Het Gentsche handschrift spreekt over de aanwezigheid van een Claustrum, Ref ter, Oratorium, slaapzaal, kelders, cellen. We dienen er geen al te grootsche voor stelling van te maken, immers op het tijd stip. waarop het klooster werd gesticht 1447 was de belangstelling in het kloosterleven al grootendeels verdwenen, en vloeiden de inkomsten slecht binnen. De toch nog tal rijke tegemoetkomingen en schenkingen toonen aan. dat het wel armoede heeft 1 gekend. Toen onlangs voor den bouw der nieuwe collegezalen de grond daar ter plaatse nog eens geheel is uitgegraven, werden geen fragmenten gezonden, die op een grootschen bouw konden wijzen. De eenige schat, welke de grond in haar schoot verborg, was een legio aantal beer putten, hetgeen wel bewijst dat hier eeuwenlang gehuisd is. Deze kloosterkerk is niet georiënteerd en ligt met haar langen hoofdgevel aan het Rapenburg, van welke zijde zij in hoofd zaak haar licht ontvangt. Zij is opge trokken van baksteen, afgewisseld door lagen zandsteen, op een voet van natuur lijke steen. Zij is het type van een twee-beukige hallenkerk, een met houten kap afgedekte kerkruimte, bestaande uit twee even hooge beuken, gescheiden door een spitsboog arcade, welke rust op zeven natuursteenen kolommen. Heel begrijpelijk was het, dat de „Curateurs van de universiteit ende Burgemeesteren der stadt Leyden. ken merkende den goeden voortgane ende toeneminge van de voors. unlversiteyt", de keuze lieten vallen op het Witte Non nen convent. Reeds had het octrooi van 6 Jan. 1575 Burgemeesteren van Leyden ge machtigd „tallentyde te moghen aenvaer. den, gebruyeken ende eygenen alsulcke gemeene ofte private plaatse ende huy- zingen als henluyden goedt duncken zal". Deze kloosterkerk, gelegen tegenover de Faliede Bagynkerk „was grooter ende be- quaemer" en bood zich mede om haar representatieve ligging bijna zelf aan. Door haar bewoonsters verlaten, stond het als zoovele kloosters in dien tijd. haar j bestemming af te wachten. Het was rede- lijk groot en bood ruimschoots gelegen- heid de voor de Hoogeschool benoodigde I lokaliteiten onder te brengen. Want al waren de eischen dienaangaande gering en was de Leidsche Hoogeschool op het eind der 16de eeuw een voorbeeld „van vooruitstrevende en volledige inrichting", het probleem van de huisvesting met haar steeds toenemende vraag naar ruimte waarmede de Hoogeschool door alle eeuwen heen zou worstelen, deed zich reeds toen gevoelen. Er lag ook een mooi terrein achter, dat voor het onderwijs zooveel moest gaan be- teekenen. Reeds vroeg in het voorjaar van 1581 moet men begonnen zijn het gebouw voor dit doel in te richten, want 26 April van dit jaar. zoo lezen we. gelasten Cura teurs en Burgemeesteren „naer zy ter plaetse geweest ende alle voorgetimmerten bezien hadden", den rentmeester van de universiteyt Clae6 Dircwz van Montfoort „het nieuwe Universiteitsgebouw ten spoe digst verder ln gereedheid te brengen" In de Acta Sanatus van 4 Aug. 1581 vinden we haar het eerst vermeld las „Nova Academla" en was ze toen blijk baar reeds ln gebruik genomen. De ver bouwing tot academie is in twee verbou wingen tot stand gekomen. In 1531 ls deze kerk tot academie „vertimmerd" en na den brand van 1616 definitief tot hooge school Ingericht en verbouwd. In den Jaere 1616, zoo verhaalt ons Or- lers, op Sint Martynsdach, zijnde den llen November des middachs tusschen 12 ende 1 uyren, zoo is de universiteyt boven geheel afgebrandt. en van binnen de leesplaetsen zeer bedorven en geschent, 'twelck men hout gecomen te wesen, omdat het vier 't welck op de Senaets-Camer beleehen hadde, niet wel bewaert geweest was". Alles wat er aan houtwerk en brandbaars was, zal wel bij deze gelegenheid mede in de vlammen zijn opgegaan of onbruikbaar zijn geworden; alleen bleef „het Staende muurwerek vrijwel ongedeerd". Eveneens bleef gespaard het gewelfde deel thans overwelving der theologenkamer, en eer tijds der kerk. „mits 't selve verwulft zijnde de vlamme daer nyet en hadde connen bycomen". Spoedig echter werd de academie „op last ende op resolutie van de Grootmogen de Heeren Staten van Holland en West- Vriesland wederomme vern'eut en her bout", „tot restauratie ende opbouwinge van de welche hare Ho.Mo. notabele sub sidien hebben gedaan." RECLAME. 6075 Deze brand dus, hoe onwelkom ook op dat moment en hoe nadeelig ook geweest voor de verantwoordelijke personen, had voor de aoademle zelf het gevolg dat het gebouw nu afdoende en definitief voor (haar doel werd geschikt gemaakt en tevens aan zienlijk werd verfraaid. Juni 1618 konden de lessen weer ln dit gebouw worden her vat. Aan de hand van lichtbeelden licht spr. uitvoerig toe ho» deze kerk tot academie werd omgebouwd waardoor drie college zalen ontstonden voor de faculteiten, een vergaderplaats voor den Senaat, terwijl de gewelfde ruimte onder de nonnengalerlj werd „begonst tot bewaernlsse der boucken". De groote toren dateert van 1670. Met den bouw hiervan ging blijkbaar een groote wensch in vervulling, want reeds veel eer der werd de behoefte gevoeld aan een klok en uyrwerek om te luiden voor de predi- catie welke 's Zondags werd gehouden en om de studenten en professoren voor de colleges te verwittigen. Op den 8en Februari 1670 besluiten Cu ratoren op aandringen der professoren „dat een toornken uyt het dack van de academie zal worden opgehaelt", welke toren zal worden gemaakt „conform de verthoonde teykenlngeh bij mr. Willem van der Helm". Op het gemeentearchief berust een gekleurde teekening van dezen toren, onderteekend door van der Helm zelf. welke mogelijk de ontwerpteekenlng is, welke aan de Curatoren werd getoond. Er werd gelijktijdig toestemming verleend d?n bouw van het torentje aan te beste den, met dien verstande dat „deselve be- stedlnge niet merckelyck kome te excedee- ren de somme van 3000 gulden. Voorts vertoont spr. eenlge afbeeldingen van de sterrewacht, zooals deze op het dak der academie was opgericht. Een wel iswaar zeer gebrekkige inrichting, welke zich toch een groote Europeesche ver maardheid verworven had. In 1858 werd een nieuwe sterrewacht gebouwd, waardoor het observatorium op de academie kwam te vervallen. Spr. beëindigt zijn voor1racht met het vertoonen van een reconstructie van 'het bekende academiepoortje dat ln 1613 door een onbekenden meester werd gebouwd en in 1829 gedeeltelijk werd gesloopt. CHR. JONGELIEDEN EN KNAPENVER. PREDIKER 12 la. Ouderavond. De Chr. Jongelieden- en Knapenvereer.. onderafd. van de J.V. Prediker 12 vrs la, heeft in het gebouw Prediker onder groote be'angstelling haar ouderavond gehouden. De voorzitter der J.V.. de heer D. van 'l Zelfde, heette allen welkom, waarna hij een uiteenzetting gaf van het verloop van de Zondag-bijeenkomsten. Na een opwek king deel te nemen aan de zomerreisjes, las hij Rom. 12. De heer Vergunst zette hierna als leider der Knapenvereeniging 't doel der vereeniging uiteen, waaraan hij nog eén opwekking om lid te worden, vastknoopte. Met muziek, declamatie en tooneelspel werd deze samenkomst, die een prettig verloop had, verder opgeluisterd. Ook had nog een verloting van werk der houtzaag club plaats. RECLAME. 8114 Wie „Landbouw»" Roomboter eenmaal kent Wil nimmer andere, raakl verwend. „De Landbouw" - Leiden Tel. 216 ZONDAGSSCHOOL „DE GRAANKORREL". Geslaagde feestelijke samenkomst. Ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan der Zondagsschool „De Graankorrel" werd gisteravond in lret, gebouw „Nathanaël" 'n feestelijke samenkomst gehouden, welke tevens georganiseerd was om gelegenheid te geven het, bestuur met dit jubileum te feliciteeren. Velen hadden aan de uitnoodiging om dit samenzijn bij te wonen, gehoor ge geven. Alle onder a fdeel ingen van den Chr. Nat. Werkmansbond, waarvan ook de jubi- lesrende Zondagsschool een afdeeling ls, hadden een afgevaardigde gezonden. Mej. M. van Duuren, onderwijzeres aan de Zondagsschool heette allen hartelijk welkom, waarna zij het woord gaf aan den voorzitter van de feestcommissie, den heer Lut. Deze herinnerde er in zijn toespraak aan, dat ruim 2100 kinderen de Zondags school tijdens haar 30-jarige bestaans- periode hebben bezocht. God heeft Zijn zegen aan het werk willen verbinden. Namens het personeel bracht spr. hulde aan de heeren De Boer, Zitman en Brou wer, die dertig jaar en aan den heer v. d. Reyden, die ruim zes en twintig jaar aan de Zondagsschool zijn verbondon. Veel heb ben zij in het belang van „De Graankorrel" mogen verrichten. Als blijvend aandenken bood spr. den jubilarissen een zilveren potlood en een plant aan. Met een enkel woord dankte de lieer Zitman, voorzitter van „De Graankorrel" voor deze ongedachte huldiging. Ook de secretaris, de heer van der Reyden dankte met een enkel woord voor de geschenken. Van de gelegenheid om het bestuur met dit jubileum te feliciteeren werd een zeer druk gebruik gemaakt. Als eerste spreker voerde de heer Kui- venhoven Jr., adviseur der Zondagsschool het woord. Spr. wees hierbij op de voor treffelijke samenwerking die er gevonden wordt en op dsn bruid, die bestuur, perso neel en leden van den C.N.W.B. onderling bindt. Spr. betreurde het, dat er nog geen kna penvereeniging was, waardoor het contact met de kinderen beter bewaard zou blij ven. De heer Kuivenlmygo Sr., die sprak als voorzitter van derrfchr. Nat. .Werkmans bond en tevens namens het Bouwfonds, herinnerde aan Christus' liefde voor de kinderen. Een heerlijk voorrecht is het als wij de kinderen reeds Jong op Jezus mo-, gen wijzen Onder aanbieding van een prachtige bloemenmand bood spr. zijn ge- lükwenschen aan. Het gemeenteraadslid de heer van Ros malen sprak hierna namens het Zieken fonds, Ook spr. deed zijn gelukwensch van een bloemenhulde vergezeld gaan. Voorts brachten nog gelukwenschen over de heer Van der Zeeuw namens de zang- vereeniging Hallelujah, mej. van Duuren voor de meisjeskrans „Bid en Werk" en de heer van 't Riet namens de Kinderkerk. Met een enkel woord dankte de heer Zit man voor de felicitaties, waarna hij nog mededeellng deed van een schriftelijken gelukwensch van ds. Joh. W. Groot Enze- rink en van den heer van der Reijden. Na dit officieele gedeelte werd een ge varieerd programma afgewerkt, dat zeer in den smaak viel. „De Graankorrel" heeft haar dertig-ja rig bestaan op waardige wijze herdacht. NED. VER. VAN CHEFS IN HET GRAFISCH BEDRIJF. De heer P. I. J, Dijk alhier, die giste ren met goed gevolg het doctoraal examen Klassieke Letteren aan de Leidsche Uni versiteit heeft afgelegd, ls met ingang van heden benoemd tot gouverneur (Inwonend leeraar) aan het jongens-internaat van het Christelijk Lyceum te Zeist. Lezing van den heer Jan Lutz. In een der zalen van café-restaurant „Zomerzorg", hield gisteravond de heer Jan Lutz, bekend grafisch teekenaar ujt Amsterdam, voor het district Lelden van bovengenoemde Vereeniging een causerie over „gekleurde papleren en haar toepas singen". De voorz. van het district, de heer Van Tienhoven begroette spr. en de overige aanwezigen op hartelijke wijze. Spr. me moreerde dat het district blijk geeft van groote activiteit en steeds tracht den le den het beste te geven op vaktechnisch gebied. Het ls een goede gedachte geweest een persoonlijkheid als de heer Lutz uit te noodigen. De spreker, die hierna zijn lezing aan ving. gaf zijn voldoening te kennen, dat de uitnoodiging voor deze causerie was gedrukt op tweezijdig gekleurd papier. Was men vroeger bevreesd felle kleuren te ge bruiken, thans heeft men dit conserva tieve idee laten varen en wordt ln het drukkersbedrljf van meerkleurlg papier veel gebruik gemaakt. Men ls gaan Inzien, dat het papier een deel der teekening uit maakt; men kan door met één kleur te drukken reeds zeer Veel bereiken, mits een en ander op goede wijze wordt toegepast. Terdege moet rekening gehouden wor den met den tijd van het jaar; zoo past b.v. bij een voorjaarsaankondiging een lichtblauw papier, terwijl voor hertstaan- kondigingen een donkerder papier met 'n bruine opdruk zeer zeker het gewenschte resultaat kan brengen. Van belang ls, dat men de juiste verhouding van de gekleur de papieren weet toe te passen en welke hoeveelheid Inkt men ervoor gebruikt. Ook werd lang stilgestaan bij de keuze der lettertypen. Met talrijke voorbeelden verduidelijkte spr. zijn leerrijk betoog. Aan het eind van de' leerzame causerie gaf spr. gelegenheid vragen te stellen, waarvan door de aanwezigen een dank baar gebruik werd gemaakt. De voorzitter van het district dankte hierna den heer Lutz voor de interes sante voordracht. EXCURSIE NAAR DE TOUWFABRIEK. De Vereeniging van Oud-Leerlingen der Ambachtsschool alhier hield gisteravond 'n excursie naar de N.V. Vereenigde Touw- fabrieken te Leiderdorp. Begrijpelijkerwijze was voor deze inte ressante excursie veel belangstelling. Om halfacht nam de rondleiding door de con- tinuwerken der fabrieken een aanvang. De drie groepen werden rondgeleid door de heeren Scheepers, Van Deventer en Kui per, bedrijfsleiders der fabrieken. Bezich tigd werden de staaldraadfabriek en de touwhekelarij, -spinnerij, -weverij, bene vens de magazijnen, het ketelhuis en de hoogspanningskamers. Er zal wel geen lid geweest zijn, die niet onder den indruk kwam van de machtige machines en haar werkzaamheden. Wat wordt hier al niet vervaardigd, o.a. van paktouw tot de sleeptros van een oceaanreus, en van vloermatjes tot honderden meters lange loopers, te veel om op te noemen en te beschrijven. Het was een excursie, die „volkomen geslaagd" mocht heeten, zoo dat de voorzitter, de lieer H. Muder aller dank vertolkte toen hij de directie dank zegde voor het welwillend toestaan dezer excursie, zoomede de heeren bedrijfslei ders voor hun rondleiding en uitlegging, Door de directie werd den deelnemers een surprise, bestaande 'uit een geweven boodschappentasch aangeboden als aan denken aan deze onvergetelijke excursie. Lido-Theater „Love me for ever" Is de hoofdfilm, die deze week ln Lldo draait, De hoofdrol wordt vervuld door de beken de zangeres Grace Moore. Niet alleen weet zij ons te bekoren met haar prachtige stem. maar ook haar spel, dat zich ken merkt door een groote charme en beval ligheid. doen ons in hooge mate genieten. Een prachtig geheel vormt haar stem met die stem van haar tegenspeler Mi chael Bartlett, een bekend zanger van de Metropolitan Opera. In de bekende film „One Night of love" behaalde Grace Moore zulke enorme successen dat het onnoodig is veel van haar veelzijdige talent te zeg gen. „Love me for ever" is een film met een aardig, boeiend en rijk gevarieerd Verhaal, een product van den vernuftigen regisseur Victor Schlitzinger. Bekende opera-fragmenten, o.a. uit La Bohème en Rigoletto. naast moderne muziek, zijn in deze werkelijk mooie film verwerkt. Grace Moore, een sportief meisje met een prachtige stem, heeft al haar bezit tingen verloren en moét zich, niettegen staande de vele huwelijksaanzoeken, die Zij van den vermogenden Cameron ont vangt, aan eenvoudiger levensomstandig heden aanpassen. Door toevallige omstan digheden komt zij in aanraking met Co- relli, millionalr en tevens eigenaar van een bekend cabaret. Hij engageert Grace om bij hem op te treden, als zangeres. Dit loopt uit op een groot fiasco. Corelli's vertrouwen in Grace's toekomst ls echter niet geschokt. Op alle mogelijke wijzen tracht zij haar bekend te maken. Als tenslotte de directeur van de Opera Weigert haar te laten ontreden laat hij Zelf een operagebouw bouwen. Dit alles kost hem zoo ongeveer zlln geheele ver mogen. Onder al deze bedrijven door ls hij, looals wel van zelf sDreekt verliefd ge worden op zijn beschermelinge. Grace's succes begint nü te komen, spoedig Is ze een gevierd zangeres en ze verkrijgt zelfs een engagement bii de Metropolitan Opera Carelü's geluk wordt echter wreed ver stoord wanneer hij merkt dat hij 'n mede minnaar heeft. Hii geraakt aan den drank en met dobbelen maakt de eens zoo rijke man een speelschuld van 15.000 dollar. Tenslotte komt alles weer in het reine en aan het einde der film zien we Grace Moore en Corelli als een innig gelukkig naar Voor de pauze wordt een gevarieerd programma van kleine filmpjes vertoond, w.o. een crachtig reoortage-fllm van de begrafenis van den Engelschen Koning. Het Nieuwe Roxy. Het theater aan de Haarlemmerstraat viert deze week feest in verband met de officieele heropening en I komt dan ook met een waar feestpro gramma voor den dag. Tijdens de pauze werd door de directie de uitslag van de onlangs uitgeschreven Drilsvraag, inzake het vinden van den meest geschlktsten naam. medegedeeld. De hoofdorijswinnares mej. A Woudenberg alhier, wier vondst .Het Nieuwe Roxy" als de beste inzending beoordeeld werd werd door de directie een bedrag ter hand gesteld waarna ook de andere orijzen werden uitgereikt. De directie had hierna de even geestige als origineele gedachte den bezoekers ter ge legenheid van de geboorte" van „Het Nieuwe Roxy" een beschuit met muisjes aan te bieden welke zoete verrassing van zelfsprekend zeer in den smaak vie'. Zooals reeds gezegd vormen de beide hoofdfilms een waar feestprogramma. Als eerste hoofdfilm draait voor de pauze „Voortvluchtige". Het is de spannende ge schiedenis van een ontvluchten gevangene (Robert Montgomery), die door de politie met alle haar ten dienste staande middelen wordt achtervolgd. Steeds gelukt het den gevangene te ontsnappen, maar hij wordt tenslotte gepakt, als hij aan zijn mensch- lievendheid toegeeft en enkele kinderen van een wissen dood redt. Van geheel ander genre ls een tweede hoofdfilm „Het vroolijke Weeuwtje" naar de bekende operette van Franz Léhar. Jeannette Mac Donald en Maurice Cheva lier vertolken in deze uitstekende en muzi kale rolprent de hoofdrollen op een wijze, die boven allen lof verheven is. Goede mu ziek. mooie zang en uitstekend spel vormen in deze met vee' luister opgezette film de hoofdschotel. Elke liefhebber van goede muziek zal dan ook ongetwijfeld deze film niet willen missen. Luxor-theater De filmbewerking van Oscar Wilde's boek „Een ideaal echtge noot" heeft een resultaat opgeleverd dat vrij beduidend afwijkt van het oorspron kelijke verhaal. Aan spanning en tragiek ontbreekt het ook hier echter niet en re gisseur Herbert Selpin bleek z'n vak tot in finesses te verstaan, waardoor hij het spel van Brigitte Helm, Karl Ludwig Dishl en Sybille Schmitz, die de hoofdfiguren uitbeelden, tot een groote hoogte wist op te stuwen! Bijzonder expressief is Diehl als de fabrieksdirecteur en „ideale echtge noot", die gehandeld heeft in strijd met de moraal dezer geschiedenis, dat een man, alvorens te huwen, al z'n fouten vooraf aan z'n aanstaande vrouw dient op te biechten Wie dat niet doet zal eenmaal voor z'n fouten moeten boeten, eventueel: er voor betalen, zooals de vrouwelijke vampier eischt, die hier in de figuur van de bekwame Sybille Schmitz'ten toon-ele verschijnt! Brigitte Helm is de vrouw van den „idealen echtgenoot", overtuigd van z'n trouw en z'n groote capaciteiten en hardnekkig ln haar geloof dat hij niet ln staat ls tot het maken van fouten. Voor de humor zorgt het duo: Paul Henckels Georg Alexander, als papa en zoon, die iederen dag met elkaar overhoop liggen en in deze film het noodlge tegenwicht brengen tegen de tragiek van dit drama tische verhaal, dat dikwijls een fel rea lisme openbaart. Als tweede hoofdfilm gaat een detec tive-geschiedenis, die zich afspeelt ln een trein, terwijl het Interessante journaal o. m. goede opnamen brengt van de bloe mententoonstelling. welke dezer dagen te Sassenheim gehouden is. Trianon-Theater. In Trianon kan men in de eerste plaats Gltta Alpar weer eens bewonderen. De „Hongaarsche nach tegaal" heeft hier geruimen tijd gezwe gen! Ball im Savoy is een film, die geheel op haar is Ingesteld en haar alle gelegen heid geeft, om zich te doen bewonderen. De muziek van Paul Abraham ligt haar uitstekend en doet nog eens weer uitko men hoe Gitta Alpar vocaal tot het beste genre van 't Witte Doek behoort. Ball lm Savoy is daarnevens een aardige film van verwikkelingen door verklcedingen; aan het slot komt alles natuurlijk behoorlijk terecht! Naast Gltta Alpar treden hierin op Otto Walburg en Felix Bressart. zoodat 't komische element alle recht wedervaart Het is een aardige film, die alleraange naamst bezig houdt. Voor de pauze gaat een spannende detective-film „De Chlnee- sche papegaai". Pas vlak voor het einde volgt de ontknooping. zoodat de spanning steeds hooger stijgt. Uit den aard der zaak zullen wij niets verklappen, anders zou te veel verloren gaan. Men ziet Warner Oland weer eens op volle kracht! Aangevuld met het journaal, een goede film over de begrafenis van wijlen koning George en een aardig Betty Boop-filmpje geeft Trianon deze week een zeer aan trekkelijk program. Casino-theater. „Casino de Paris" is één van de vele Amerlkaansche amuse mentsfilms, waarin het show-element niet verwaarloosd ls. Wel zijn de 100 °/o revue- füms van het tooneel verdwenen om plaats te maken voor films, welke het leven van de honderden, die het oord van vermaak vormen, van de groote artlsten tot de extra's, belichter., den harden, dikwijls meedoogenloozan strijd om zich ln de show business staande te houden. In „Casino de Paris" worden vele medewerkers in hun brood getroffen door Al Howard, met dit gevolg, dat alle theaters op Broadway voor hem gesloten blijven, door toedoen van den artistenbond. Wanneer hij later op eigen Initiatief een zaak opent, eischt deze artis tenbond zekere garanties voor het loon van de verschillende artlsten, waardoor de moeilijkheden Al bijna boven het hoofd groeien. Deze zijn zoo de Intrigues, waar het groote publiek weinig van bemerkt. De jeugdige regisseur Archie Mago regis seerde het geheel, en vooral ten aanzien van Al Jolson ln zijn rol van Al Howard is zijn Invloed duidelijk te bespeuren. Hij heeft een vitale figuur, uitbundig in zijn zorgeloosheid va.n hem gemaakt. Het „tableau de la troupe" wordt verder aan gevuld door Ruby Keeler en Glenda Farrell, voorwaar geen onbekenden in de show film. Voor de pauze prijkt op het Drogramma de sensationeele vliegfilm „Het laatste viertal", met goede hoofdrollen van Richard Dix. Hugh Herber en Erich von Stroheim, dien we in langen tijd niet meer op het witte doek gezien hadden. W

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 2