in Volendam - Rallye van Monte Carlo TESSA FEUILLETON. 76sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad DE RALLVÉ VAN MONTE CA1ÏLO. Een overzicht van het groote aantal deelnemers aan de Rallye van Monte IN OBERAMMERGAU IS MEN DRUK DOENDE MET HET VERVAARDIGEN VAN SPORTFI" Carlo tijdens hun doortocht door Parijs op de GUREN UIT HOUT en wel vooral in verband met de Olympische winterspelen in Gaimisch Place de la Concorde. Partenkirchen. Skiloopers, uit hout gesneden door RICHARD STARR. Vertaald door A. RIEWERD. 39) „Kent u haar?" „J-ja. Ik heb haar gesproken. Zij is temperamentvol." „O ja, dat is ze." Zoowel Lady Betty als Jimmy lachten hartelijk, alsof zij iets grappigs had go- zegd, hoewel Tessa niets grappigs vond in haar opmerking. „Weet u, u lijkt op miss Mulvaney. Ver wonderlijk veel lijkt u op haar." „O, dat kan niet," zei Tessa. „Haar haar heeft niet dezefde kleur als het mijne." „Nu bent u niet op de hoogte. U moet tot op de minuut bij zijn, om te kunnen zeggen, dat u Mulvaney goed kent. Zij verandert, ziet u. Hebt u haar kort geleden gezien?" „Zoowat drie weken geleden," zei Tessa. „En jij, Jimmy?" „In verscheidene weken niet," „Daardoor komt het. Maar het verwon dert me, dat je het niet gehoord hebt. Iedereen praat erover. Zooals je weet, was haar haar zooiets van strooblond. Nu is het rood kathedraalrood. zooals dat van miss Fisher. En het is net zoo opgemaakt als het uwe. Men zou kunnen denken, dat zij uw hoofd als model had genomen, Weest u dus in het vervolg niet verbaasd, als men u voor miss Mulvaney houdt. Ik voorspel, dat ik niet de eenige zal zijn, die er in loopt. En wees erg voorzichtig met dezen man, Jimmy genaamd. Hij is vree- selijk en u moet niet alles gelooven. wat hij zegt. Goeden avond, Jimmy. Goeden avond, miss Fisher." Zij voegde zich bij een vrij groot gezel schap verderop in het restaurant. Tessa had al naar die tafel gekeken, omdat' de kellners er onophoudelijk omheen sche nen te loopen, en de maitre d'hotél er klaarblijkelijk bijzondere zorg aan wijdde. Dat was haar achtergrond. Meer dan ooit voelde Tessa, dat zij een arm, werkend meisje was, met geen anderen achter grond dan West Ham en het huis van Potts. „Je hoeft niet op te staan, als je aan iemand wordt voorgesteld," zei Jimmy. Plotseling had Tessa het gevoel of zij zou stikken, en haar oogen deden pijn. Het was de eerste keer, dat hij een aan merking op haar maakte of haar becri- tiseerde. Hij zag dadelijk, dat hij haar ge kwetst had. „Goede genade, Tessa, huil in 's hemels naam niet." „Ik huil niet," zei Tessa. „Het spijt me, dat ik opstond. Ik wist niet, wat ik doen moest. Ik dacht, dat het goed was, om dat jij ook opstond." „Hel was goed." zei Jimmy plechtig. „Omdat jij het deed. Alles, wat jij doet, is goed in mijn oogen tenminste. Ik was een bruut, om er over te spreken. Denk er niet meer aan." „Ik probeer mij netjes te gedragen, Jimmy." „Wel. meisje, je bent een volmaakt won der. Vond ie lady Betty aardig?" „Ja. Ik vind haar lief en eenvoudig snoe zig." „Ik wed, dat zij er wel even lief zou wil len uitzien als jij." „Jimmy, dat moet je niet zeggen, want je weet, dat zij millioen maal mooier is dan ik." „Nu, dat is heel wat", zei Jimmy grinni kend. „Maar je hebt gelijk. Ik had dat niet moeten zeggen. Slechte manieren van mij. Ik ben blij, dat je haar aardig vindt." „Is zij een vriendin van je, Jimmy?" „Ja. Heb haar gekend vanaf dat we kin deren waren." „Ik vond niet prettig, dat zij mij het visschersmeisje noemde. Ik geloof, dat het niet erg beleefd was," „Daar vergis je je in, Tessa. Zij bedoelde dat als een compliment, en het is er ook een. Mijnheer Visscher is een kunstenaar, die mooie meisjes teekent. Zij zijn over de heele wereld bekend als de Visscher-meis- jes. Dat bedoelde zij." Dat was er dus weer een. Lallie Mul vaney, Rima Epstein en nu lady Betty Maldon Dat was de vijfde avond, dien zij teza men doorbrachten. Jimmy kuste haar, toen hij goeden nacht wenschte. Het was nu een erkend feit en werd heel eenvou dig uitgevoerd. Hij kuste haar nooit meer dan eens. HOOFDSTUK XXVI. Een deel van het verleden komt tot Tessa terug. Dien nacht lag zij twee uur lang wak ker, wat haar niet dikwijls gebeurde, 's Morgens had zij hoofdpijn. Toen zij naar beneden ging. ontmoette zij toevallig mr. Banks. Hij had niet meer geprotesteerd, en scheen zijn nederlaag aanvaard te hebben. Zij hoopte, dat hij ergens anders troost had gevonden Het kwam nooit meer bij haar op, dat zij mr. Banks nog eens noodig zou kunnen heb ben. Wat Paul Harvey betrof, als die ooit weer probeerde haar te zoenen, zou zij hem precies toonen, waar hij ten opzichte van haar stond, en dat zou niet vleiend voor hem zijn. „Mr. Banks", zei Tessa, „heeft miss Mul vaney haar haar rood laten verven?" „Ja. Het was een van de meest geslaag de dingen, die de oude Ponzetla ooit ge daan heeft. Het was een ware beproeving voor hem. Eerst werd het bijna groen, en begon miss Mulvaney aanvallen van ra zernij te krijgen. Maar tenslotte kwam het toch terecht. Ponzetta is een toovernaar in het haarverven." „Is het dezelfde kleur als van mij?" „Bijna precies dezelfde. Hij moest uw kleur namaken. Zij wou die hebben en geen ander. Daarna liet zij het op precies de-* zelfde manier opmaken. Dat moest ik doen, omdat ik wist. hoe u het hadt. Zij was dolblij en gaf Ponzetta vijf pond. Hij gaf er mij een van. Zij moet eens m de veer tien dagen terugkomen, om het te laten bijverven." „Vindt u, dat miss Mulvaney op mij lijkt?" „Sinds zij haar haar heeft laten verven, wel. Haar gezicht heeft ook wat van het uwe, en zij heeft zoowat hetzelfde figuur." „Zij is ouder dan ik." „Zij is nog niet zoo oud. Zoowat vier en twintig, denk ik." „Genade, en ze is al twee keer geschei den." Toen Tessa dien morgen op haar werk kwam, werd zij begroet door een uitbundig opgewonden Pet Peil, die met een brief naar haar wuifde. „Hij is gekomen, kind, hij is gekomen!" „Wie is gekomen?" vroeg Tessa, „De brief van mr. Corless. Er is er ook een voor jou. Miss. Lightfoot heeft hem. We moeten overmorgen naar de studio om te poseeren." „Prachtig!" zei Tessa. „Je zult mr. Cor less wel aardig vinden, Pet." „Ik vind iedereen aardig, die mij twaalf vijftig geeft voor een uur stilzitten en lief kijken", zei Pet, „Hoe staat het met je halfwas. Pet?" „Anstruther? O. ik vrees, dat de arme jongen ontmoedigd raakt, 't Is mijn schuld ik heb hem erg op een afstand gehouden, en hij laat zich gauw ontmoedigen. Ik weet zeker, dat die Jongen drie weken ge leden al zijn moed bij elkaar had geraapt voor een huwelijksaanzoek, en ik ver wachtte toen elk oogenblik dat hij zou los barsten. Nu is er niet het minste gevaar meer voor, voordat ik hem laat zien, dat het signaal op veilig staat." „Wat heb je met het arme wurm uitge voerd?" „Niets bijzonders. Hem alleen maar heel vriendelijk ontmoedigd. Zooals ik al zei, is hij gauw uit het veld geslagen. Maar hij ziet er slecht uit, die arme Anstruther." „Nu, ik gun het hem", antwoordde Tessa „Ik heb je altijd gezegd, Pet, dat hij niet goed genoeg voor je is. Je bent lief genoeg om een echten man te krijgen. Maar een paar weken geleden stond je op het punt hem aan te nemen, en zei je, dat je een man wou hebben, wie dan ook." „Ik weet niet, hoe het komt", zei Pet. „Ik ben op een of andere manier veran derd. Het is gekomen, sinds jij me van die zittingen verteld hebt. Ik ben daarna zoo opgewonden en van streek geweest, alsof er iets zou gebeuren. In elk geval ben ik van plan mijn halfwas nog wat te laten wachten." (Wordt v.erv.olgd). i „DE KUNST IN NOOD". Als gevolg van de radio-rede van Prinses Juliana heerscht ér bij van Hobokens bank in de residentie een groote bedrijvigheid, om alle binnengekomen girostortingen te verwerken. - RIJKSKANSELIER HITLER BIJ HET VERLATEN VAN DE ENGELSCHE KERK TE BERLIJN waar hij den rouwdienst ter nagedachtenis aan Koning George bijwoonde. HET OLYMPISCHE IJSHOCKEY TEAM VAX AMERIKA BRACHT EEN BEZOEK AAN VOLENDAM. De spelers waren een en.ai verrukking over de houten schoe nen" en lieten zich graag met de Volendamsche verkoopsters fotografeeren. DE STRIJD TUSSCHEN RUITER EN PAARD. Tijdens paardenrennen te Sydney probeerde een der paarden zijn berijder af te werpen. Hetgeen, zooals men ziet, uitstekend gelukte.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5