Overbrenging stoffelijk overschot van wijlen Koning George V naar Londen TESSA 76sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. door RICHARD STARR. Vertaald door A. RIEWERD. 34) Zij wilde met Jimmy uit in de groote auto Naar Locarno, om roomijspudding te eten bij het fluisteren der hobo's en het zuchten der saxofoons. Tenslotte was Jimmy Turner toch niet naar Rima Ep stein gegaan, niet naar Lallie Mulvaney, maar naar haar Tessa Fisher, kellnerin bij den Vliegenden Troep! En zij zou een dwaas, onnoozel soort idioot zijn, als zij de goede dingen van het leven niet nam, ais ze haar geboden werden. Wat kwam het er op aan? Vanavond was vanavond, en morgen was een andere dag. Zelfs al ging hij morgen naar Lallie Mulvaney of naar Rima Epstein die be slist een kat was vanavond was hij van haar. En het kwam er geen steek op aan, wat Luella van hem zei, want meisjes weten gewoonlijk niets van haar broeders, en hebben vreeselijk veel van hen te ver tellen. Maar zij mocht de groote auto niet la ten wachten! Zij rende de badkamer voor bij, en toen zij bij mr. Banks' deur kwam, werd die geopend, en daar stond mr. Banks, nu zonder kam in het haar of krul- ijzers in de hand. „O o, mr. Banks goeden avond," hijgde Tessa. „Goeden avond", zei mr. Bans somber. Tessa had getreuzeld op weg naar huis, en mr. Banks was zeker binnen gekomen, terwijl zij in de voorkamer was met mr. Turner. „Zou het vanavond mooi weer blijven, mr. Banks?" „Ik weet het niet", zei Banks, en keek net als Hamlet, als die zijn alleenspraak gaat houden. „U zult nu wel niets meer met mij te maken willen hebben?" „W-w-wel, natuurlijk wel, mr. Banks. Waarom dacht u dat?" „Omdat u nu hebt ontdekt, dat ik maar een kapper ben. Het is een goed baantje. Ik durf beweren, dat ik meer verdien aan loon en fooien, dan heel wat klerken bij een verzekeringsmaatschappij. En je hebt tegenwoordig kans, voor jezelf te kunnen beginnen, nu kappers zooveel te doen heb ben als nooit tevoren. Met al die millioe- nen gebobde en geshingelde hoofden, waarnaar om de twee of drie weken ge keken moet worden, is het kappersbaantje prachtig. En velen, die het weten kunnen, meenen, dat we nog pas aan het begin van onzen bloei zijn." „Ik geloof, dat u groot gelijk hebt, mr. Banks." „Nu dan „Daar gaat het niet om. U hadt mij niet in den waan moeten brengen, dat u klerk was bij 'n verzekeringsmaatschappij, ter wijl u kapper bent. Ik ben maar een tea room-meisje, maar ik beweer niet, dat ik tvpiste ben, of actrice, of een steenen meisje, wat dat dan ook mag zijn. Ziet u, mr. Banks, u bent niet eerlijk tegen mij geweest. En het komt er niets op aan, wat een man is, maar hij kan toch de waar heid spreken. Dat kost niets". „Ik ga voor mijzelf beginnen, zoodra ik genoeg geld bij elkaar heb, om een kleine zaak over te nemen. Voornamelijk bobben en shinglen. Billijke prijzen. Wasschen, knippen en golven voor een halven kroon" „Ik wensch u veel succes, mr. Banks. En ik zal zelf ook in uw zaak komen, omdat u mijn haar zoo goed gedaan hebt. Een kennis van mij zei, dat het prachtig was, cn dat moet ook wel, voor dien prijs. En ik zal er ook meisjes uit den salon heen brengen, als ik kan." „Wie was dat, die tegen u zei „Ik vrees, dat ik niet langer kan blijven, mr. Banks. Ik heb vreeselijke haast." „U zei, dat ik u vanavond weer mocht vragen." „Lieve help! U gaat me hier toch geen aanzoek doen?" „Tessa, ik heb je lief!-Ik wil, dat je met me trouwt! Zeg, dat je met mij wilt trou wen. Ik ben eerzuchtig. Ik wil groote din gen doen in het kappersbedrijf. Als je zegt, dat je mij lief hebt...." „Ik vrees, dat ik dat nu niet zeggen kan, mr. Banks." „Waarom niet?" „Wel, ten eerste, omdat ik u niet lie£ heb. En ten tweede, omdat ik uitga, en maar een paar minuten tijd heb om mij te verkleeden. Excuseer mij dus, mr. Ennks." „Gaat u met een man uit?" „Genade! Hoe raadt u dat zoo?" „De man, die uw haar zoo prachtig vond?" „Ik geloof, dat prachtig is, mr. Banks. U hebt bepaald het tweede gezicht. En ik kan werkelijk geen oogenblik langer blij ven, mr. Banks. Het spijt me, maar ik moet mij heelemaal verkleeden, en heb nog maar zoowat een kwartier. De auto kan ieder oogenblik voor de deur staan." „De auto! Wiens auto?" „Genade! Wel, de auto, waarin ik uitga. Die behoort aan den man, met wien ik rut- ga, of tenminste, aan zijn vader. De man, die mijn haar prachtig vindt." „Het komt door die tearoom", zei Banks. „U moest iemand hebben, om op u te passen." „Ik heb iemand, om op mij te passen, mr. Banks, dank u wel vanavond ten- rhinste." „Meisje, je bent dwaas." „Lieve help! Waarom?" „Weet je dan niet, dat een man, die eèn auto heeft en een tearoom-meisje mee uit neemt, een een Hij volgde haar de trap op tot aan haar kamer. „Nu, wat is hij dan?" vroeg Tessa vroolijk „Niets goeds. Dat is hij. En als je met dien kerel uitgaat, in zijn auto, ben je ben je „Een verdorven vrouw", riep Tessa, ter wijl zij haar zolderkamertje binnendanste, de deur dichtsloeg en op slot deed. „Het spijt mij, mr. Banks. Ik wou niet ruw zijn, maar ik moet voortmaken met aankleeden. We gaan naar Locarno. Dat is het res taurant weet u, waar ze vredesconferen ties en zoo houden. Daar is een oase met palmen enzoovoort. En je kunt staan en roomijs eten, of zitten, en luisteren naar de saxofoons en de hobo's. Genadige goed heid, de hiel van mijn kous is door. Nou vraag ik je!" „Tessa!" Banks trommelde met zijn knokkels op de deur. „Hou je van mij?" „Lieve help! Wees niet dwaas, mr. Banks, ik ga uit." „Wil je Tessa, wil je me een zoen geven?" „Neen!" „Tessa, lieveling, ik heb je noodig „Wie moet er op de dochter van den huisbewaarder passen, terwijl de huisbe waarder op het huis past?" zong Tessa lustig. „Tessa, wil je niet naar mij luisteren?" „Ik luister. Wat is er?" „Tessa, ik ben gek op je. Ik kan zonder jou niet leven. Laat me je een zoen geven één keer maar. Dat zal mij helpen." „Zoen mijn spons", riep Tessa. „Die ligt in de badkamer!" Terwijl mr. Banks heel teleurgesteld en somber de kleine trap afliep naar zijn eigen kamer, hoorde hij haar zingen. „Pup! Pup! Pup!" klonk een luid ge toeter van de straat. „Lieve help! Daar is de auto al, en ik ben heelemaal klaar, op mijn kleeren na!" HOOFDSTUK XXIII. En nog een. Tien minuten te laat. maar als een beeld van jeugd en liefelijkheid, en blozend van triomf, omdat zij voelde, dat zij mr. Banks niet geheel kon laken om zijn dwaze ver liefdheid. kwam Tessa naar beneden hol len en ontmoette daar mrs. Elisabeth Potts „Houd mij niet op, mrs. Potts. Ik heb vreeselijke haast." „Liefje, je ziet er snoezig uit. Daar is een jongeman." „Lieve help! Is hij weer binnen gekomen" „Ik heb hem in de voorkamer gelaten." (Wordt vervolgd). DE TIER ZOONS VAN WIJLEN KONING GEORGE ALSMEDE LORD HARE IVO OD VOLGEN TE VOET HET STOFFE- DE RIJNAAK „CESARINE" die op de Schelde was gezonken, en werd geücht, ia LIJK OVERSCHOT VAN DEN KONING, DAT VAN SANDRINGHAM NAAR LONDEN WERD OVERGEBRACHT. V.l. op de slikken nabij Hoedekenskerke gezet, n.r. de Hertog van Kent, lord Hare wood, de Hertog van York,-Koning Edward en de Hertog van Gloucester. om gesloopt te worden. IN DE LAKENHAL ALHIER wordt een tentoonstelling van ceramiek gehouden van den kunstenaar Chris Lanooy, die daarin bijgestaan door zijn echtgenoote, de expositie zelf inricht. DB OVERBRENGING VAN HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN KONING GEORGE V VAN SANDRINGHAM NAAR LONDEN. De kist is op een affuit geplaatst, die wordt getrokken door koninklijke artillerie-paarden. De affuit wordt geflankeerd door Grenadier Guards. DE GRIJZE ACTRICE MEVR. MANN BOCWMEES- TER wenscht de tooneelspeelster Mien Faassen Braakensiek (zittend) geluk met ihaar 40-jarig tooneel- jubileum, na afloop van de opvoering van „Tropenadel" in Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5