De ziekte üan den Engelschen Koning - Puck van Heel gehuldigd \nrrf* TESSA Ai3v 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. LORD DAWSON OF PENN een yan de behandelende geneesheeren yan den Engelsehen Koning, op weg naar Sandringham. EEN BIJ VOETBALLEN ONGEWOON TAFEREEL. Tijdens den wedstrijd Blauw- Wit—'D.W.S. kwam politie te paard er aan te pas, om het publiek, dat door den mist op de tribunes niets kon zien, achter de doelen weg te houden. HET JUBILEUM VAN DEN MEGENSCHEN GENEESHEER-WELDOENER DR. A. BAP TIST. Op hartelijke wijze werd hij door gemeentebestuur en bevolking gehuldigd. V.l. n.r. burgemeester M. P. J. van Vlokhoven, drA. Baptist en de heer J. Jansen, hoofdonderwijzer. door RICHARD STARR. Vertaald door A. RIEWERD. 80) „Dat dacht ik wel. Het zou wat moois zijn, als ik mij mijn heele verdere leven zou moeten herinneren, dat mijn eerste kus (ik bedoel mijn eersten kus van u, Mr. Banks) naar kaas had geroken. Be grijpt u, wat ik bedoel?" Op dat oogenblik werden zij gestoord door een hevig genies, dat van den an deren kant van de schuifdeuren kwam. De mooie Mrs. Elisabeth Potts! „Lieve help!" fluisterde Tessa. „Zij luis tert. Zij heeft de deur open gezet. Ik ga weg. Goeden nacht, Mr. Banks, en wel bedankt voor het uitgangetje en voor uw aanzoek, enzoovoort." „Maar geeft u mij geen antwoord?" fluistert Banks in groote zielsangst. „Vanavond is het antwoord: „Neen!" „Maar mag ik u een anderen keer dan weer vragen?" „O jawel. Het kan geen kwaad, mij een anderen keer weer te vragen, als de sfeer anders is." „Morgenavond dan?" „Ja," zei Tessa nadenkend. „U kunt me morgenavond weer vragen, als u daar behoefte aan hebt." Dat was alles. En terwijl zij naar boven ging, zei ze bij zichzelf: „Ik wil eens kijken, of hij er werkelijk behoefte aan voelt, mij morgenavond weer te vragen. Sommige mannen hebben sterke zenuwen. Wat een idee, mijn spons te zoenen! Lieve help!" HOOFDSTUK XX. Lallie Mulvaney is temperamentvol. Toen Tessa den volgenden morgen stil letjes weg wilde sluipen om haar bus te pakken, ving Mrs. Elisabeth Potts met haar nopjesmuts, haar op. „Liefje," zei ze, „ik hoop, dat de sar dientjes je gisteravond goed gesmaakt hebben?" ,Dank u wel; neen, Mrs. Potts," zei Tessa. „Ik denk, dat de kat er van ge smuld heeft. Het scheen zoo, naar de manier te oordeelen, waarop ze zich den bek aflikte. Maar het was erg vriendelijk van u, ze voor ons klaar te zetten, en ik geloof zeker, dat ze erg lekker moeten zijn geweest." Het grootste deel hiervan scheen niet tot Mrs. Potts door te dringen, want ze was nogal hardhoorig. „Het spijt mij zoo, dat ik moest niezen, liefje," ging zij voort. „Ik lag wakker. Ik sliep erg slecht. En ik kon niet helpen, dat ik hoorde, wat Mr. Banks tegen je zei. Ik vind het een prachtig aanzoek. Zoo romantisch! Ik ben toch zoo blij, liefje. Ik vind het altijd prettig, te doen, wat ik kan. om jonge menschen te helpen, het met elkaar eens te worden. Zie je, jonge lieden zijn zoo verlegen, als zij verliefd zijn." „Daar hoeft u u geen zorgen om te maken, Mrs. Potts. Mr. Banks is niet zoo verlegen daar was tenminste niets van te merken." Het was voor Tessa meer of min. een tonig in de theesalon, behalve gedurende de drukke uren tusschen twaalf en twee, en de iets minder groote drukte tusschen drie en vijf. Pet Peil was buitengewoon vroolijk. Zij had haar gewone soberheid van zich afgeschud. Haar donkere oogen glinsterden en zij was werkelijk mooi. „Wat is er met jou aan de hand, Pet?" vroeg Tessa op een stil oogenblikje. „Heb je je geld gekregen of is die groote lummel van een jongen van je er weer geweest". „Neen", zei Pet. „Hij komt hier maar zelden. Alles bij elkaar genomen is hij er niet meer dan drie of vier keer geweest. Nu is hij al in geen weken gekomen. Ik geloof niet, dat ik hem ooit zal terug zien. Ik weet zijn naam zelfs niet." „Waarom heb je dan sterren in je oogen?" „Heb ik die? Ik denk, dat het komt, omdat ik heelemaal opgewonden ben over dat poseeren, dat je voor mij hebt afge sproken. Hè, ik kijk er vol verlangen naar uit, kind. Niet alleen om het geld, hoewel ik dat best gebruiken kan, dat moet ik zeggen. Maar ook, omdat het een avontuur is. Iets anders dan het alledaagsche." „Hoe staat het met je half-was? Heeft hij je al gevraagd?" „Neen. Ik geloof, dat hij het gisteravond van plan was. Ik zou hem ergens ontmoe ten. Maar ik zwaaide het af. Hij is mak kelijk af te zwaaien. Is wat naïef. Maar hij is vreeselijk bescheiden tegenover mij, en ik ben, geloof ik, soms een draak. Maar ik voel er nog niets voor, voor altijd te teekenen. Ik ben zoo opgewonden, alsof er iets met me gebeuren zal." „Lieve help! Ik hoop, dat het dan iets goeds zal zijn. Pet!" De meisjes hadden om de beurt een middag vrij. Zij hadden, naar het heette, recht op een vrijen middag per week. Maar dien kregen ze niet altijd. Het was nu Tessa's beurt, maar daar zij een ge deelte van den vorigen middag was weg geweest, verzocht Miss Lightfoot haar met de kas te willen helpen. Eindelijk ging zij even voor vijvèn weg. Inplaats van regelrecht naar huis te gaan. ging zij, na in het telefoonboek het adres van Parfitt's kapsalon te hebben opgezocht, volgens een vooraf beraamd plan naar het Westen. De kapperszaak was in een zijstraat van West End ge vestigd, niet ver van het theater, waar zij den vorigen avond met mr. Banks was geweest. Zij kwam langs het theater, en nam de gelegenheid waar de foto's van Lallie Mulvaney nog eens te bekijken. Weer kreeg zij het gevoel haar te herkennen, maar zij kon haar niet thuis brengen. Naar Tessa's oordeel maakte de kap perszaak niet veel indruk. Maar van binnen zag ze er indrukwekkender uit. Zij zei tegen de portierster, die voor het salon zat, dat zij haar haar wilde laten knippen, wasschen en opmaken, en dat zij wenschte. dat mr. Banks dat zou doen. Eenigszins tot haar verbazing werd dit verzoek in het geheel niet vreemd opge nomen. Zij werd naar boven gebracht naar een kamer, waar nog twee dames zaten te wachten. Zij werd op een leegen stoel gezet, in een laken en een handdoek gewikkeld en alleen gelaten. Terwijl zij wachtte, merkte zij, dat zij aan Jimmy Turner dacht. En als zij aan Jimmy Turner dacht, werd zij altijd on uitsprekelijk bedroefd. „Ik zal Jimmy nooit weerzien", zei ze bij zichzelf. „Nooit meer. Als het ge beurde, zou ik hem natuurlijk vertellen, hoe ik over hem denk, en dat zou het einde van alles zijn. Maar ik zie hem natuurlijk nooit meer. Nooit. Heel waar schijnlijk is hij al vergeten, dat er zoo"n meisje bestaat als mij ik bedoel als ik. Hij kent zooveel meisjes. Ik denk. dat hij er vanmorgen weer met zijn auto op uit is geweest, en een of andere arme, onnoo- zele gans gevraagd heeft, hem den weg naar de stad te wijzen. Zijn mannen niet vreeselijk? Ik dacht, dat hij wel zoo be leefd zou zijn, naar den winkel te komen om mij op te zoeken. Hoewel ik natuur lijk niet tegen' hem spreek, als hij het doet." Deze alleenspraak werd plotseling on derbroken door een hevigen gil vanuit den stoel links van haar. Toen zij zich op dat geluid omkeerde, zag Tessa, dat het meisje, dat met een handdoek om haar nek haar hoofd onder handen liet nemen, recht overeind zat en haar aanstaarde. Groote. ontstelde, kinderlijke oogen waren het van een diep blauwe kleur en het gezicht, waarin zij stonden, was dat van Lallie Mulvaney. .(Wordt vervolgd). 1 COSTUUM-DEFILE OP OE TENTOONSTELLING „HET COSTUOH ONZER YOORO USERS" in de Ridderzaal in de resi dentie. Japon uit de tweede helft der achttiende eeuw. LUCHTFOTO VAN HET PALEIS TE SANDRINGHAM, waar de Engelsche koning thans ziek ligt. PUCK TAN HEEL (x> DEN POPULAIR EN AANVOERDER TAN DE NEDERLAND. SCHE ELFTAL werd voor zijn woning in de Moerkerkjstraat te Rotterdam een muzikale hulde gebracht. DE ZIEKTE VAN KONING GEORGE V VN ENGELAND. Vele belangstellenden voor het bulletin, aangaande den gezondheidstoestand van den Koning, dat is opge hangen aan het hek van het Buckinghampaleis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5