Stroomlijn-locomotief Ned. Spoorwegen - Schoorsteen opgeblazen
TESSA
76sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
KLASSIEK IN I)E MODE.
In Griekschen stijl uitgevoer-
den ochtend, tevens
avondjapon.
„WIE MEENT TE STAAN, ZIET TOE, DAT HIJ NIET
VALLE". De schoorsteen van de oude bommenfabriek nabij de
Hembrug werd opgeblazen in verband met- de.plannen tot ver
breeding van het Noordzeekanaal. Wat er overbleef van den reus
DE NIEUWE STROOMLIJNLOCO MOTIEP DEIt NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN
tijdens den proefrit op het baanvak Tilburg—Roosendaal. Het is een omgebouwde
machine der serie 3700.
MET BELANGSTELLING KIJKEN BETÜWSCHE BOEREN - naar de fraaie in- DE SCHOORSTEEN van de
zending appelen, op de, ter gelegenheid van het 25-jarige bestaan der veiligvereeni- fabriek bij de Hembrug,
ging „Resteren en omstreken" georganiseerde fruittentoonstelling te Resteren. tijdens zijn val.
FRANSCH VLIEGTUIG IN DE WOESTIJN VERONGELUKT. —95 Mijl van Cairo stortte een Fransch vliegtuig, dat op weg was van Parijs naar'
Fransch-Indochina. De twee inzittenden bleven ongedeerd, doch moesten drie dagen zonder voedingsmiddelen of water in ae woestijn verblijven.
Zij werden door Arabieren uit hun isolement verlost.
OP DRIEKONINGENDAG VERRICHTTE KONING CAROL II
VAN ROEMENIE DEN TRADITIONEELEN KRUISDOOP.
Een houten kruis wordt in de rivier Dannborotza. geworpen en
later weer opgehaald. Het teruggeven van het kruis.
door RICHARD STARR.
Vertaald door A. RIEWERD.
23)
Wat moet het eigenlijk voorstellen?"
,„Weet niet", zei de jongen. „Kunst,
denk ik".
„Ik vind het een rare. ziekelijke idiote
plaat, vind je ook niet?"
„Ik vind er ook niet veel aan", stemde
de jongen toe. „Ik heb er hier nog meer,
als u ze zien wilt".
„Neen, dank je", antwoordde Tessa
haastig. „Ik zou er liever .geen meer zien.
Zijn dat tearoom-meisjes?"
„Weet niet. Kan zijn. We krijgen hier
van alles".
„Ik vind, dat die meisjes zich voor zich
zelf moesten schamen".
„O, dat is nog niets, heelemaal niets. Ik
heb er hier een paar
„Ik verlang ze niet te zien", zei Tessa
vastberaden.
„Goed. Daar is de baas. Ik hoorde hem
het atelier binnengaan. Hij is weg geweest
om te lunchen. Ik zal hem zeggen, dat u
er bent".
„Goede genade", klaagde Tessa, en liet
zich vermoeid in een stoel neervallen, ter
wijl de jongen door een binnendeur ver
dween. „Wat zeg je daar wel van, Tessa
Fisher? Nou vraag ik je! Verwacht die
vent, die Arthur Corless, soms, dat ik net
als die meisjes in een weide ga rondren
nen, met niets aan dan een soort hemd.
en dan nog zoo'n kort? Want als hij dat
denkt, zal hij voor een verrassing komen
te staan, en wel heel gauw ook. Het is al
erg genoeg, dat mr. Banks naar mij
gluurt, als ik naar de badkamer ga. Dat is
het. En wat heeft dit alles met de Ver-
eenigde Café's te maken? Dat zou ik wel
eens willen weten".
Het kwam in haar op, dat het goed zou
zijn, weg te gaan, terwijl de weg nog vrij
was. Maar haar nieuwsgierigheid kreeg de
overhand. Dit was een avontuur, en avon
turen waren er te weinig in haar leven,
om ze zoo maar voorbij te laten gaan. Bo
vendien was het een officieel bevel van
het hoofdbureau, en het was haar plicht,
dat op te volgen, hoewel ze bleef vermoe
den, dat het op een of andere manier een
valstrik was.
„Hierheen, juffrouw", zei de loopjongen,
die terug kwam. Hij wees naar de deur,
met de aankondiging: „Mis Fisher, 2703".
Tessa kwam in een groote kamer, die
sterk verlicht was door hooge vensters en
bovenlicht. Daar stonden twee kolossale
camera's op standaards op wielen. Tegen
de muren stonden ruw geteekende achter
gronden en ramen.
Een man was bezig, een van de came
ra's naar een andere plaats te rollen. Het
was een groote, breed geschouderde man,
die er nog heel jong uitzagen knap en
blond en jongensachtig. Een flinke man
met een beminnelijken glimlach en vrije,
hartelijke manieren.
„Hallo. Miss Fisher", riep hij. „Ik ben
Arthur Corless. Blij, kennis met u te
maken. Hebt u al eens" eerder voor foto
grafen of kunstenaars geposeerd?"
„Ik ben geen model, als u dat bedoelt,
Mr. Corless".
„Niet? Jammer. Ik hoopte, dat u onder
vinding zou hebben. Maar ik wed, dat u
met een kleine aanwijzing goed zult wor
den. U ziet er verstandig uit U geeft er
toch niet om, dat ik dat zeg?"
„Neen, Mr. Corless, natuurlijk niet".
„Heel goed dan. Sommige meisjes vin
den het niet prettig, verstandig genoemd
te worden. U ziet er ook aardig uit ver
duiveld aardig. Ik zou zeggen, dat u mooie
schouders moet hebben".
„Lieve help!" zei Tessa ontsteld bij zich
zelf. „Dat is te gek! Ik zal voor hem moe
ten oppassen. Stel je voor, dat hij over
de schoudeys van een meisje spreekt, dat
hij zoowat twee minuten kent!"
„Uw hoofd is ook mooi", merkte hij kri
tisch op. „Hoe is het profiel?"
Hij nam haar kalm bij de kin, lichtte
die wat in de hoogte en keerde haar ge
laat zijwaarts. Tessa was te ontsteld, om
te spreken of zich te verzetten.
„Niet kwaad", zei Mr. Corless. „Heele
maal niet kwaad. De ronding van de kaak
is werkelijk goed. Bijna volmaakt, zou ik
zeggen. Een mooie hals ook. Schoon. Ik
geloof niet, dat ik ooit schooner hals heb
gezien dan de uwe".
„Genade, Mr. Corless", zei Tessa veront
waardigd, „mijn hals is altijd schoon. Ik
wasch hem eiken morgen en eiken avond".
„Een best meisje", grinnikte Corless.
„Dat is altijd goed. Maar ik bedoelde de
lijn van uw hals. Een schoone lijn. Het is
een kunstenaarsuitdrukking".
„O zoo", mompelde Tessa tevreden ge
steld. „Ik vrees, dat u mij erg dom zult
vinden".
„Heelemaal niet. Ik zei toch juist, dat
ik dacht, dat u verstandig was? En dat
bent u, of anders heb ik mijn ondersehei-
dingsvermorgen verloren. Kunt u thee
zetten?"
„Ja".
„Prachtig. Laten we dan eerst een kopje
thee drinken, voor we aan het werk gaan.
U kunt alles in het buffet vinden. Er staat
een gasstelletje op. Het kan u toch niets
schelen?"
„Natuurlijk niet, mr. Corless".
„Ik zal alles klaar maken, terwijl u bezig
bent. Mijn jongen zet ze gewoonlijk, maar
hij zet de slechtste thee van de wereld, en
aLs er een meisje in het atelier is, zet ik
er haar altijd aan, als ik kan".
„Mr. Corless", zei Tessa, terwijl zij de
thee zette, „wilt u mij zeggen, wat u met
mij gaat doen?"
„Met u doen?" zei hij, met een verbaasd
glimlachje opkijkend. „Wel. ik zal u niet
opeten! Hebben ze u op het hoofdbureau
niets gezegd?"
„Neen. Ik weet van niets. Ik kreeg van
morgen een brief van het hoofdbureau,
waarin stond, dat ik hier vanmiddag heen
moest gaan en naar u moest vragen. En
dat is alles. O ja, en ik moest mijn uni
form meenemen".
„Wel, er is niet veel meer te vertellen. Ik
wou graag eenige foto's van u nemen. Dat
is alles".
„Wat voor foto's, Mr. Corless?"
„O, de gewone soort. Hoofd "en schou
ders, tot aan het middel, en voluit. Ik wou
er dezen keer in het geheel twaalf
nemen".
,U bedoelt toch niet, zooals die plaat
aan den muur die eene, die de trots
van den morgen heet?"
„O neen. Dat is een studie".
Hij lachte plotseling, terwijl hij in haar
ernstig gezichtje keek.
„Ik begrijp het al. U bedoelt, dat u niet
in uw hemd in den tuin wensoht rond te
loopen zijn er tegenwoordig nog hem
den?"
„Juist, Mi'. Corless. Ik ben geen kunste
naarsmodel".
„In orde, Miss Fisher. U wordt in volle
parade-kleeding, met andere woorden in
uw uniform, precies zooals u in de thee
salon bent, gekiekt. Tusschen twee Kaak
jes, de meisjes op die foto zijn evenmin
modellen als u. Het stelt een klassieke
dans voor".
„Lieve help! Zij zien er uit, alsof zij al
schreeuwend rondrennen".
„Dat is klassiek dansen. De meisjes zijn
leerlingen van een dansschool in West
End. Drie van hen zijn adellijke dames".
„Zulke dingen mogen dan goed zijn voor
adellijke dames, Mr. Corless, maar niet
voor een tearoom-meisje".
Onder, het drinken van hun thee ver
telde Mr. Corless haar nog meer bijzonder
heden.
„Het is voor reclame", zei hij. „Dat is
de bedoeling. Iemand op het hoofdbureau
koos u uit als het type van een Café
meisje".
„Wie koos mij uit, Mr. Corless?"
„Dat weet ik niet. Ik heb niets met de
maatschappij te maken. Maar ik moet
zeggen, dat hij een goede keus heeft ge
daan. Zij willen, dat ik eenige opnamen
van u maak, terwijl u een blaadje met
thee draagt, of worst met stamppot of
zooiets: Dan wordt die foto als deel van
een Caféadvertentie in de kranten gezet".
„Genade! Mijn foto?"
„Ja. Ik durf zeggen, dat u u zelf niet
zult herkennen, als u is afgedrukt. U hebt
er toch geen bezwaar tegen?"
.IWordt vervolgd).