PRESTO
Nieuwjaarsrede van den voorzitter der
Kamer van Koophandel.
76*** Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 9 Januari 193G
Derde Blad
No. 23248
Teruggang van handel en industrie.
Ook de toekomst biedt weinig gunstig perspectief.
O
RECLAME.
6859
VOOR
Een zeldzai
kunt U hie
aankoop va
pak geheel
courantenbi
pakken Pre
5 korte tijd
geelt U bij
een derde
iderstaande
tvangt U 3
reeppoederj
teppoeder
ïadeelt U.
«PRO A. 110-091 H
Een zeldzaam voordeel! Maar nog slechts korte tijd
kunt U hiervan profiteren. Uw winkelier geelt U bij
aankoop van 2 pakken Presto, a 7^2 ct. een derde
pak geheel gratis tegen inlevering van onderstaande
courantenbon. Dus voor slechts 15 ct. ontvangt U 3
pakken Presto, het bekende voortreffelijke reeppoederj
BON VOOR GRATIS PRESTO
GELDIG TOT EN MET 25 JANUARI
Uw winkelier verstrekt U tegen deze
bon 3 pakken Presto, 7'/2 ct. zeeppoe
der, voor de prijs von 2, dus voor slechts
15 ct. 3 pakken Presto zeeppoeder.
Noom
Straat.
N V. WASCHOLINEFABRIEK
,v.vv to, v,v vtomvj<vtncwt
Neem.in plaats van hel GRATIS PAK PRESTO geen ander merk zeeppoeder
eanl U heett recht op PRESTO en wie U Iels anders geeft, benadeelt U.
In de hedenmiddag gehouden vergade
ring van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rilnland heeft de voorzit
ter. de heer D. ten Cate Brouwer de ge
bruikelijke Nieuwjaarsrede uitgesproken,
waaraan het volgende is ontleend:
I De heer D. ten Cate Brouwer.
Het zal geen verbazing wekken, dat het
verslag over 1935 van den gang van het
bedrijfsleven in het district der Kamer
wederom het beeld vertoont van een steeds
doorgaanden teruggang.
Sinds 1931 in welk jaar de economische
inzinking zich sterk afteekende, zijn vier
jaren verloopen en is onze uitvoer (zonder
goud en zilver) gedaald van 1311 millioen
gulden tot circa 600 millioen. is het aantal
ingeschreven werkloozen gestegen van
200.000 tot plm. 416.010 en zulks alles on
danks de vele maatregelen door de Regee-
ring getroffen, met het doel de econo
mische ontreddering tegen te gaan. En
nog steeds is er van eenlg herstel geen
sprake, integendeel, de thans ingekomen
berichten uit het bedrijfsleven stemmen
nagenoeg alle daarin overeen, dat men de
toekomst voor 1936 nog donkerder inziet.
Mijn het vorig jaar uitgesproken ver
moeden. dat het totaal belastbaar inkomen
ln de diverse gemeenten van ons district
ook over 1934/35 weder een daling zou te
zien geven, is juist gebleken.
Zoo liep in de beide daaraan vooraf
gaande jaren het belastbaar inkomen in
de gemeente Leiden terug van f. 37.798.908
tot op f. 33.610.953. terwijl voor het belas
tingjaar 1934/35 deze daling zich voort
zette en het totaal inkomen daalde tot
f. 31.481.832.
In Leiden stonden op 1 December 1934
ingeschreven 4027 werkloozen, terwiil dit
aantal op 1 December 1.1. 4523 bedroeg. In
de overige 24 gemeenten in het district
stonden op de genoemde data gezamenlijk
in totaal resp. 8444 en 8579 werkloozen in
geschreven.
Het werkloozen percentage bedroeg voor
Nederland eind November circa 4.9 °/o;
Omstreeks dien tiid was dit voor Leiden
6.16 °/o; voor Alphen a. d. Rijn 4.58 °/o;
voor Katwijk 3.24 °/o en voor Sassenheim
5.26 °/o.
Gesteund worden thans de Veeteelt, de
Akkerbouw, de Tuinbouw de Scheepvaart
en de Industrie, doch het aantal werk
loozen blijft stijgen. Het is dan ook niet te
verwonderen, dat de nood waarin som
mige bedrijven ziin komen te verkeeren,
een angstwekkende hoogte heeft bereikt.
Het zwaarst ziin wel getroffen die bedrij
ven. welke voorheen een zeer belangrijke
afzet in het buitenland hadden en nu
voor hunne productie strijd moeten voe
ren op de binnenlandsche markt, een
markt die door de wanverhouding tusschen
vraag en aanbod vaak reeds gedesorgani
seerd was.
De contingenteering van den invoer
heeft niet immer al het gewenschte effect
kunnen sorteeren. omdat de markt dik
wijls procentsgewijze minder kon opne
men dan de invoer werd belemmerd.
Een andere factor die de binnenland
sche markt verontrust en waaronder ook
industrieën in ons district liiden. is het
groote verschil (dat vooral in het laatste
jaar aan den dag treedt) in de productie
kosten van fabrieken waar nagenoeg het
zelfde product wordt gemaakt.
Groote bedrijven, gelegen in het hart
van Nederland onder den rook van groote
steden, betalen een veel hooger loon dan
kleinere ondernemingen, die zich geves
tigd hebben in meer afgelegen streken,
waar het levenspeil van de bevolking zich
veel spoediger aan een geheel ander
niveau heeft aangepast. Ten deze treft
hen somt een verschil aan in uitbetaald
loon van 20 °/o.
Om eerlijk en objectief te zijn. moet
natuurlijk in oogenschouw worden geno
men dat de regeering moeilijk met maat
regelen kan komen van welke zij bii voor
baat weet dat deze toch niet door de
Staten-Generaal worden geaccepteerd en
dat. als er voorstellen worden gedaan deze
nog niet gemakkelijk in veilige haven ziin
te brengen Niemand zal ontkennen dat de
taak van de Regeering onder deze omstan
digheden een wanhopig zware is.
Betreft het voorgaande meer de econo
mie in het algemeen, spr. wil ook wiizen
op wat inzonderheid het bedrijfsleven vlak
voor oogen heeft.
De uit te betalen premie voor de ziekte
en invaliditeitsverzekering blijft hetzelfde.
Of een arbeider, die voorheen 35 gulden
verdiende nu slechts 25 gulden verdient,
doet niets ter zake. Het zegeltje van 60 ct.
moet geplakt worden. Een grondige reor
ganisatie van de sociale verzekeringswet
is dringend noodig.
De aanhoudend slechte bedrijfsresul
taten van de laatste jaren hebben de fi-
nancieele positie van meerdere bedrliven
ondermilnd en de zelfstandigheid in ge
vaar gebracht.
Was het particulier disconto in 1934 en
in het begin van het iaar 1935 steeds lager
dan 1 °/o. door de onverantwoordelijke
manipulaties tegen den gulden, liep dit
disconto tot aan 4.78 op. Daardoor ont
vangt in dezen tijd. waarin het aan meer
dere bedrijven nauwelijks gelukt hunne
kosten te verdienen, de credietgever een
rentevergoeding die in normale tilden on
gekend was. Bedrijven die het misschien
nog konden bolwerken, gaan te gronde
aan den hoogen rentevoet van het geld.
Onder zulke moeilijke omstandigheden is
het onmogelijk den kostprijs omlaag te
brengen, ons verder aan te passen. Aan
passen beteekent toch dat wii de priizen
van onze producten zullen aanpassen aan
de bedragen die men er voor wil geven,
maar zulks is dan toch alleen mogelijk
wanneer wii kunnen produceeren op de
meest goedkoope wijze. Daarop dient het
beleid der regeering bit voortduring gericht
te zijn.
Het is de overtuiging van velen in het
bedrijfsleven dat hiertoe te weinig ern
stige pogingen woden gedaan. Daardoor is
de ontevredenheid over den aigemeenen
gang van zaken hoe langer hoe grooter
geworden. Handel en industrie hebben zich
ln den beginne gaarne bereid verklaard
de politiek van deze regeering ook de
monetaire, als naar hunne meening de
eenig luiste, te aanvaarden. Deze politiek
was rijk aan beloften, hield goede levens
voorwaarden in zich. De essentieele voor
waarden voor deze politiek zijn echter niet
in vervulling gegaan.
De regeering en zü alleen moet weten
of de nood van het bedrijfsleven het wet
tigt om door devaluatie van ons duurte-
eiland af te gaan en of dit middel deug
delijk is om den weg naar eenige meerdere
welvaart te openen. De sterke drang in het
bedriifsleven naar devaluatie is vooral
daarom te begrijpen, omdat hoe langer hoe
meer duidelijk blijkt, hoe bijzonder moei
lijk het is om ons aan te passen. Hoe ver
het met de aanpassing in bepaalde geval
len moet gaan. wordt treffend bewezen
door den gang van zaken in het tuinbouw
bedrijf. 'J
Ondanks de aldaar reeds zoo lage loonen
en de verlaging van renten en pachten,
achtte de regeeringscommissaris voor den
tuinbouw, de heer Valstar. dat wii nog wel
kunnen exporteeren. maar niet anders
dan tegen verlaagde prijzen.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Er
ziin meerdere bedrijven in Nederland en
ook wel in het district der Kamer, die,
dank zü een bijzondere omstandigheid een
goeden afzet op de binnenlandsche markt
hebben, andere die nog een vrii goede
exportmarkt bezitten, maar hun aantal is
gering.
Bii al deze sombere klanken wil spr.
echter ook op een lichtpunt wüzen.
WaarschijnlUk geeft het thans afgesloten
handelsverdrag met Amerika, dat o.a. voor
de tulpenkweekers in ons land. die het
invoerrecht met 50 °l« verminderd zagen
en ook voor den haringexport van
groot belang is. voor eenige industrieën
nog eenige meerdere exportgeleeenheid.
Met hoopvolle verwachtingen kunnen
wij het jaar 1936 niet ingaan. Voor het
industrieele bedriifsleven in ons district is
er echter geen enklee aanwijziging, dat de
toestand in 1936 niet nog ongunstiger zal
worden. Wii kunnen slechts de hoop uit
spreken. dat wii het jaar 1936. hoe moei
lijk het dan ook zal ziin. zoo goed mogelijk
zullen doorkomen.
Spr. gaf daarna een beschouwing over
de afzonderlijke takken van industrie.
Het Bankwezen.
Het jaar 1935 heeft voor het bankbe-
drüf geen bijzondere perspectieven ge
opend. De aanhoudende malaise in het
zakenleven, de onzekerheid der interna
tionale toestanden en de daarmede ver
band houdende achteruitgang der bedrij
vigheid. waren factoren welke geen gun-
stigen invloed konden uitoefenen op den
gang van zaken in het bankbedrijf.
TEXTIEL-INDUSTRIE.
Wollen garens- en Sajetindustrie.
De uitvoer van wollen garens naar
Duitschland is ook sinds 1934 sterk te-
ruggeloopen. Hoofdzakelijk als gevolg van
de deviezenbepalingen. Deze toestand werd
nog ongunstiger toen de Nederlandsche
regeering genoodzaakt was. tengevolge van
het vaststellen van een betalingscontin
gent voor wollen garens voor Duitschland,
den export naar dat land nog meer tegen
te gaan. De daling van het Engelsche en
Belgische betaalmiddel oefende eveneens
een ongunstigen invloed op de exportmo
gelijkheid uit.
De afzet in eigen land gedurende 1935
was zeer onbevredigend. In begin Sep
tember van het afgeloopen jaar was een
niet onbelangrijke opleving in den afzet
hier te lande waar te nemen. Deze ople
ving duurde tot eind November, nadien
was er in verschillende bedrijven weder
gebrek aan werk. De verwachtingen voor
dc naaste toekomst zün voor deze be
drijven niet hoog gespannen.
Breierijen.
De toestand in de breierijen moet bitter
slecht worden genoemd. De contingentee
ring heeft hier een zeer slechte nevenuit
werking gehad. Aan de Belgische grens
heeft zich n.I. een aantal kleine breierijen
gevestigd, welke vaak met Belgisch perso
neel den bestaanden grooten, breierijen
een moordende concurrentie aandoen.
Wollen-Deken-Industrie.
Voor deze industrie was het afgeloopen
jaar een der allerslechtste jaren. Stimu
leert een strenge winter de vraag, de
zachte winter van 1934 bracht daardoor
niet de normale opleving. De financieele
weerstand van vele middenstanders is
steeds meer achteruitgaande, waardoor
van deze belangrüke categorie van afne
mers weinig bestellingen worden ontvan
gen- Het aantal dekenfabrieken, dat voor
den oorlog slechts 8 bedroeg, is de laat
ste jaren aanzienlek uitgebreid. Niet min
der dan 18 fabrieken houden zich thans
bezig met de vervaardiging van gewat
teerde, of z.g. wollen dekens. Deze uitbrei
ding van productie staat in geenerlei ver
houding tot onze bevolkingsaanwas.
Touwfabricage.
In de noteering der voornaamste
grondstoffen trad in Augustus j.I. een
sterke stijging in, waardoor het peil dier
noteeringen, vergeleken met eind 1934,
ongeveer werd verdubbeld. De stemming op
de markt voor harde vezels blijft zeer
vast. De moeilijkheden bij den uitvoer zijn
in het afgeloopen jaar geenszins vermin
derd. De concurrentie is echter in ver
band met den stand der valuta's en de
verhoudingen der loonen in de verschil
lende landen, moeilijker geworden-
BLOEMBOLLENCULTUUR
EN -HANDEL.
Kweekerijen.
Wat de hyacinthen betreft, gaf 1935 een
goede oogst. Ook de tulpen gaven een zeer
goed gewas. Sommige soorten gaven een
opbrengst als nooit tevoren. De oogst in
1935 overtrof dan ook alle verwachtingen.
De opbrengst van narcissen was in het
algemeen minder gunstig, de oogst mid
delmatig. Crocussen en Irissen en andere
bolgewassen, die van minder belang zijn,
gaven een normale opbrengst. De gladiolen
een zomergewas, gaven mede dot* het zeer
gunstige weer in de maand Augustus, een
beste opbrengst. De financieele uitkomsten
waren echter voor de kweekerijen lang
niet gunstig. De binnenlandsche handel
was voor hyacinthen, tulpen en narcissen
gebonden aan de minimumprijzen, vastge
steld door de Nederlandsche Sierteeltcen-
trale. In de meeste gevallen waren deze
minimumprijzen ook de maximumprijzen,
waardoor de teelt niet winstgevend was.
De prijzen van de andere artikelen waren
zeer teleurstellend, zoodat de productie
kosten door de opbrengst slechts voor een
gedeelte werden gedekt-
Export,
De vraag naar bloembollen in het bui
tenland was. in aanmerking genomen de
minder gunstige omstandigheden waarin
ook de buitenlandsche afnemers verkeer
den, best te noemen. De voornaamste af
nemer. Engeland, kocht dit jaar weder
meer dan vorige jaren. Het is zeer ver
heugend te kunnen constateeren. dat En
geland zoo'n goede kooper blijft. Thans
neemt hit land ongeveer de helft van onze
bollen af.
Wanneer Duitschland en Denemarken
niet hadden teleurgesteld, zou de export
van bloembollen grooter geweest zün dan
in het vorige jaar. In totaal bedroeg de
export in het afgeloopen jaar 44 millioen
kg. met een waarde van circa 21'/: mil
lioen gulden. In 1934 werd 44.750.000 kg.
geëxporteerd een waarde vertegenwoordi
gend van 22 250.000 gulden.
Bouwmaterialen
De vermindering van den woningbouw
heeft niet nagelaten haar invloed te doen
gevoelen op den gang van zaken ln de
diverse bouwmaterialen-fabrieken in ons
district. De vele pannen-, beton- en kalk
zandsteenfabrieken en de houthandel,
hebben onder dezen slechten gang van
zaken aanmerkelük geleden. De uiterst
precaire toestand waarin het bouwbedrijf
verkeert, springt wel duidelük in 't oog
wanneer men ziet hoe volgens de statisti
sche gegevens in de eerste 10 maanden
van het afgeloopen jaar met den bouw
werd aangevangen van 34123 woningen te
gen 41477 in het voorgaande jaar.
Opvallend is, dat het bedrag aan hypo
theken door de hypotheekbanken verleend,
het meest terugliep. In 1934 werden door
deze banken voor 144 millioen gulden hy
potheken verstrekt door particpuiieren
137 millioen gulden. In 1935 door de hy
potheekbanken slechts 26 millioen en door
particulieren voor 105 millioen gulden. In
totaal werden in 1931, 1934 en de eerste
10 maanden van 1935 door hypotheekban
ken, andere banken en instellingen en
door particulieren tezamen voor resp. 660.
417 en 287 millioen gulden hypotheek ver
strekt. Dit zün cüfers die niet alleen voor
de bouwers, maar mogelijk nog meer voor
de bouwmaterialen-industrie funest zijn-
De werkloosheid in de bouwbedrijven be
droeg begin December van het algeloopen
jaar 43.9"/».
Beton
De bedrijvigheid in de betonfabrieken
was belangrük minder dan in het voor
gaande jaar. De werkloosheid is aanzien
lijk toegenomen, terwijl de financieele re
sultaten nog verslechterd werden, omdat
de prijzen door het groote aanbod hoe lan
ger hoe meer inzakten.
Kalkzandsteen.
Ook in dit bedrüf is de toestand zeer
slecht. De onverkochte voorraden zün zeer
groot. Ook hier waren de prijzen door de
wanverhouding tusschen vraag en aan
bod, buitengewoon laag, waardoor het
product beneden kostprijs werd verkocht.
Dakpannen.
In de dakpannenfabrieken was de toe
stand al even ongunstig. De geringe be
drijvigheid in de bouwvakken kon on-
mogelük de productie van de verschillende
fabrieken opnemen. Het gevolg was ook
hier, dat verkocht werd tegen prijzen,
welke beneden kostprüs lagen. Verschil
lende fabrikanten zullen dan ook in het
afgeloopen jaar hun boeken met een na-
deelig saldo afsluiten.
Aan dezen voor alle fabrikanten fatalen
toestand is, naar men mag hopen, thans
een einde gekomen. De gezamenlijke fa
brikanten van dakpannen in Nederland
hebben zich verbonden den verkoopprüs
te regelen.
Schelpkalk.
De verminderde activiteit in het bouw
bedrijf heeft de vraag eveneens in zeer
ongunstigen zin beïnvloed. Als altüd blijft
de scherpe concurrentie der buitenland
sche producten op dit gebied, voor deze
Nederlandsche industrie een moeilyk te
overwinnen probleem.
Tengevolge van een prysverlaging nam
de afzet, ten koste der buitenlandsche
producten, weer eenigszins toe. doch als
geheel genomen kon deze industrie niet
meer dan slechts 1/3 van haar productie
capaciteit afzetten.
Houthandel.
Eenzelfde ongunstig beeld biedt de
houthandel.
Bp een zeer sterke inkrimping van den
omzet, een nog grootere daling der prijzen.
De algemeene verwachting voor alle be
drijven, die bij de bouwnijverheid betrok
ken zün, is voor 1936 uiterst ongunstig.
Scheepsbouw.
Nu de zeer ongunstige economische toe
stand zich voor dit bedrüf schijnt te con-
solideeren, dringt de vraag naar voren of
ook deze tak van nüverheid niet op de
een of andere wijze moet worden ge
steund. De werven in het district der Ka
mer ontvingen geen orders van eenigen
omvang. Met eenigen steun van de Re
geering ware hier voor de talrijke werk
loozen in dit bedrijf een werkgelegenheid
te scheppen.
Hollandsche Constructiewerkplaatsen.
In het algemeen kan Dok in 1935 van
eenige opleving by de Constructie-werk-
plaatsen niet worden gesproken. Een ge
lukkige uitzondering hierop maakt de N.V.
Hollandsche Constructiewerkplaatsen en
naar Dochter-Maatschappij de N.V. Ne
derlandsche Electrolasch Maatschappü te
Leiden, die op een gunstige bezetting ge
durende 1935 hebben kunnen wüzen.
VISSCHERIJ.
Trawlvisscherij.
De resultaten kunnen ook dit jaar we
derom niet goed genoemd worden: dat de
vloot desniettegenstaande zoo is uitge
breid ligt aan het feit. dat schippers met
eenige familieleden een logger koopen, om
voor werkloosheid gevrijwaard te zyn.
Gemiddeld was de opbrengst 7lager dan
het voorgaande jaar.
Het aantal reizen is toegenomen; dit
is te verklaren uit het feit, dat schippers-
eigenaars van Maandag tot Zaterdag varen
en derhalve korte reizen maken.
Haringvissclierij.
Werd vorig jaar alleen de vangst in
den aanvang der teelt beperkt, het afge
loopen jaar gold de beperking voor het
geheele seizoen.
De beperking voor het latere gedeelte
der teelt bestond daarin, dat iedere ree-
dery een vangstcontingent werd toegewe
zen, gebaseerd op de vangsten 1931/34 en
met een zoodanige beperking, (gemiddeld
21 dat het totaalcontingent der vloot
op 500.000 kantjes werd gesteld.
Inmiddels is slechts gevangen ongeveer
480.000 kantjes.
Aanvoeren in 1933 649.294 kantjes.
Aanvoeren in 1934 693.542 kantjes;
(excl. Polen) 625.322 kantjes.
Aanvoeren in 1935 503.210 kantjes;
(excl. Polen) 464.004 kantjes.
Aanvankelijk dreigden de prijzen in het
begin der teelt tot een zeer laag peil in
te zinken, doch door verdere beperking en
mindere vangst kwam hierin spoedig ver
betering en omdat de vangsten in het
verdere verloop der teelt nooit bepaald
groot te noemen waren, konden de prijzen
zich over het algemeen op een beter peil
dan vorig jaar handhaven (gemiddeld
f. 9.06 per kantje).
De gemiddelde prijs was in 19301935
jaar respectievelijk f. 16.50, f. 10.50, f 10.50,
1.9.25, f. 8.37.
Het zou toe te juichen zijn indien de
reeders tot meerdere samenwerking zou
den komen. Naar de meening van ver
schillende ingewijden zou het zeer wel
mogelijk zijn, dat de haringvisschery zelf
een organisatie zou scheppen, waardoor
met een minimum van kosten en regee-
ringsbemoeiing de gewenschte ordening
zou worden verkregen.
Haringhandel.
De haringhandel heeft het ook dit jaar
weer niet gemakkelük gehad. De vangst
van dit seizoen kon (behalve in den aan
vang door gebrek aan afzetgebied) grif
worden opgenomen.
Gedurende de eerste 11 maanden 1934,
bedroeg de export van pekel- en steur-
haring: 53.661 ton. waarde f. 4.535.000.
in 11 maanden 1935: 44.072 ton, waarde
f. 3.589.000.—, waaruit blijkt, dat de hoe-