Het pantserschip Admiral Graf Spee" - Felle brand te Borcharen TESSA 76sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. MARKEN KOOPT IN VOOR HET KOMENDE SEIZOEN te Amsterdam gehouden beurs voor „Souvenirs de la Hollande". op de Nieuw pantserschip üoor Duitschland. Een dezer dagen liep van de Marinewerf te Wilhelmshaf en het nieuwe Duitsche pantserschip „Admiral Graf Spee" van stapel. Bij de feestelijke inge bruikstelling hield de commandant van het schip een toespraak, waarin hij hulde bracht aan admiraal Graf Spee, naar wien 't schip genoemd werd. door RICHARD STARR. Vertaald door A, RIEWERD. 21) „Welke vriend heb je op het hoofd bureau?" vroeg de chef slim. „Een vriend op het hoofdbureau? Ik heb er daar geen, miss Lightfoot. Ik wou, dat het waar was". „In elk geval is iemand je daar goed ge zind. Kijk eens. Hier is de bevestiging van je benoeming bij den Vliegenden Troep". „Lieve help! Willen ze mij daar houden?" „Zoo zeker als iets. Hier is je insigne. En hier is een brief voor je van het hoofd bureau". „Voor mij?" zei Tessa ontsteld, terwijl ze bleek werd. „Dat meent li toch niet, miss Lightfoot, een brief voor mij van het hoofdbureau". „Er staat jou naam op. Hij kwam van morgen. Het insigne en de bevestiging kwamen gisteravond. Je ziet er niet uit, alsof het je veel pleizier doet. Ik geloof, dat ik er blljder zou uitzien, als ik een vriend had op het hoofdbureau, om me wat vooruit te helpen. Het is hier een zwaar leven. Fisher, en je voelt het hos langer hoe meer, als je wat ouder wordt en weet, dat je het moet volhouden, tot je niet meer kunt. Het spijt me, dat ik soms wat scherp tegen je geweest ben, Fisher. Je wordt zuur, als je over den leeftijd van een huwelijk begint te komen, en weet, dat niemand je noodig heeft. Jij bent jong en ziet er aardig uit, en het lijkt er naai', of je het gemakkelijk zult krijgen. Maar wacht niet te lang. Op mijn negentiende jaar had ik kunnen trouwen, maar ik dacht dat ik nog tijd genoeg had". Plotseling voelde Tessa een groot mede lijden met de schrale, onbeminnelijke miss Lightfoot. Hier had je nu een van die ge wone levenstragedies, die niet minder tra gisch zijn, omdat gelukkiger menschen zooiets gewoonlijk onweerstaanbaar ko misch vinden. „O, miss Lightfoot, u bent niet scherp tegen mij geweest!" hakkelde Tessa met een prop in haar keel. „Ik bedoel ik geef er niets om, en het spijt me. Ik wou ik wou „In orde, Fisher. Je bent een lief kind, en ik hoop dat je vriend op het hoofd bureau je zijn troeven zal laten zien en een ring voor je zal koopen". Tessa wandelde vrij beduusd weg. Zij voelde zich ellendig, niet alleen om miss Lightfoot, maar ook om zichzelf. Zij had geen vriend op het hoofdbureau. Verre van dat, zij wist, wat deze brief behelsde. Zij wist het zeker, zonder hem te openen. Hij was gekomen na haar aanstelling bij den Vliegenden Troep. Wat kon hij anders bevatten dan haar ontslag? Die ellendige geschiedenis s avonds in het Majestic Hotel! Natuurlijk was alles uitgekomen en ge rapporteerd. Hoe kon zooiets geheim blijven? Daar had je dat kamermeisje, dat Tessa, zooals ze wist, haar heele verdere leven als haar speciale doodsvijandin kon be schouwen. En wat nog erger was, die detective. Zij had vergeten. Jimmy en zijn zuster van hem te vertellen hoe hij zijn hoofd om de deur had gestoken en haar in haar schuilplaats had gezien. Hij had haar op een heel bijzondere manier, doordringend, in het geschramde gezicht gezien, alsof hij het voor een toekomstige gelegenheid in het geheugen wilde prenten. Daar het Majestic Hotel tot de Ver eenigde Café's behoorde was die detective in dienst van de maatschappij, net als zij zelf. En natuurlijk zou hij gerapporteerd hebben, wat hij gezien had. Hij had waar schijnlijk het nummer, dat zij, zooals alle kellnerinnen, als broche droeg, opge nomen. Daar had je het dus, en haar dagen als tearoom-meisje bij de Vereenigde Café's waren geteld. Zij ging naar beneden, naar een der magazijnen, om alleen te zijn, en haalde den brief te voorschijn. Het was een officieele enveloppe van de maatschappij, met een afbeelding van haar tearoom aan den achterkant, en ze was geadresseerd aan: Miss Tessa Fisher, no. 2703. Met een ellendig gevoel scheurde zij hem open. „Assistente no. 2703 (miss Tessa Fisher) wordt verzocht, zich vandaag om twee uur te Norrington Square no. 24, W.C., te vervoegen. Zij moet haar uniform mee nemen en naar mr. Arthur Corless vragen. Zij zal vrij krijgen, als zij dezen brief aan de chef laat zien. Maatschappij De Vereenigde Café's". ,.Nu, wat zeg je daar wel van. lieveling?" hijgde Tessa. „Nou vraag ik je! Een brief van het hoofdbureau, speciaal voor miss Tessa Fisher! Snap je dat? En ik ga niet de laan uit, dit lijkt er tenminste niet op. Maar waar lijkt het dan wel op? Bewaar me! Ik weet het niet. Misschien wil de hoofddirecteur van de firma mij vragen, met hem te trouwen! Nee maar!" Zij toonde den brief aan miss Lightfoot, die weer begrijpend lachte. „Maar wat heeft dat te beteekenen?" vroeg Tessa. „Het heeft geen zin. Wat weet het hoofdbureau van mij af, behalve, dat ik op hun loonlijst sta met nog ongeveer vijfduizend of meer andere meisjes?" .Je hooge vriend, Fisher", zei de chef. „Iemand helpt je vooruit. Nu, vergeet je oude vrienden niet, als je een directielid trouwt". Tessa dacht net zoo lang na, tot het hoofd haar duizelde, en zij haalde al haar bestellingen op het drukke uur van den morgen schandelijk door elkaar. Maar zij kon niet uit de oproeping wijs worden. Tenslotte nam zij aan, dat het een werkje moest zijn voor den Vliegenden Troep, daar zij opdracht had gekregen haar uniform mee te nemen. Vóór den middag was de groote drukte vrijwel voorbij, en daar de bedienende meisjes nu tijd hadden, wat op adem te komen, ging Tessa een oogenblik naar Petunia Pell toe. Pets aardig gezichtje met de volle lippen keek erg pruilerig, wat het aardiger dan ooit maakte. „Nu, ik heb het gisteravond gedaan", zei ze spijtig. „Nu ben ik er voor eeuwig bij. denk ik." „Wat bedoel je, Pet? Wat heb je ge daan?" „Ben met den halfwas naar zijn huis gegaan Anstruther, begrijp je. Werd aan zijn moeder, twee kleine zusjes, een broer van twaalf en twee ooms voorge steld." „Lieve help! Hoe hield je je er onder, lieverd?" „Nu, de ooms waren nog zoo kwaad niet, dat durf ik wel te beweren, kind. Maar ze zijn allebei getrouwd. Bewaar me voor ooms. De kinderen waren woestelin gen. Het jongste meisje van vijf moest het bepaald van mij hebben. Smeerde mijn beste zijden blouse vol jam, en veegde haar schoenen af aan een nieuw paar kousen van twee vijf en negentig, tot ze er uitzagen, alsof honden er om gevoch ten hadden. De jongen ging op mijn lak schoenen staan en bleef maar zeuren, of ik mijn gezicht had geverfd. Dat had ik wei'kelijk. Mijn hemel, de ooms waren de eenige beschaafde menschen." „Hoe was zijn moeder?" „Dat is een schat. Natuurlijk denkt ze, dat haar zoon een soort van sir Lancelot of the Lake is, maar dat komt er niet op aan." ..Bedoel je, dat je nu verloofd bent?" „Neen. Zoo ver kwam het niet. Ik stelde het uit, maar heb, geloof ik, de mogelijk heid ervan open gehouden. Het kan nu elk oogenblik gebeuren. En ik weet niet, wat ik moet doen, Tess. Ik zeg je. dat ik het niet weet. Ik ben ziek van het gepieker erover. Ik stond hem toe, mij te zoenen gister avond. Eerste keer." „Ha", gichelde Tessa. „Vond je het pret tig, Pet?" (Wordt vervolgd). EEN FELLE BRAND WOEDDE IN EEN BOERDERIJ TE BORCHAREN. Hel SPELMOMENT UIT DEN VOETBAL-WED STRIJD NEDER- geheele gebouw, benevens een naastgelegen woonhuis werden in de asch gelegd. LAND BLINCOLN-CITYop het Sparta-t-errein te Rofc- Overzicht van de ruïne. terdani gespeeld. Verwijmeren (N.A.C.) in actie. „MEESTER OP SCHOOL HEEFT GEZEGD, DAT JIET MAANS VERDUISTERING WAS, MAAR WE ZIEN NIETS!" De jeugd van Amsterdam speurt den hemel af, om iets van het natuurver schijnsel gewaar te worden, maar wolken benamen het uitzicht. TEZAANDVM WERD IIET HUWELIJK VOLTROKKEN tusschen P. Nieuwenhuizen, spil van K.F.C. en mej. Offringa. Het bruidspaar verlaat het stadhuis, tusschen een eerewacht van jeugdige K.F.C.-ad- spiranten Boven het geschilderde portret van den bruidegom. CALEB JONES MILNE, AMERIKAANSCH ACTEUR - tracht- te de justitie om den tuin te leiden, door mede te deelen, dat hij ontvoerd was. Het bleek dat Mikie de ontvoering zelf in scène had gezet*. Tijdens zijn overbrenging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 5