LEGKAART
HET SCHAATSENRIJDERTJE
Waarom Rietje verdriet had
(Nadruk verboden).
Deze legkaart stelt voor: Sneeuwpret.
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Kleine Rietje heeft drie zussen,
Groote zussen, die om strijd
*t Jongste zusje wat verwennen.
't Is toch ook zoo'n lieve meid!
Op een keer gaat Moes 'n paar dagen
Naar de zieke Oma en....
Rietje heeft op een$ drie Moeders:
Immers Loesje, Ans en Jen!
's Avonds ligt ze in haar bedje,
't Drietal Moeders dekt haar toe.
Ga maar lekker slapen, Rietje,
Van al 't spelen ben je moe!
Wel te rusten! Nacht m'n schatje!
Waarom kijkt Rie nu zoo sip?
't Kleine ding kan 't heusch niet helpen,
Maar op eens trekt zij een lip!
Loesje zus vraagt zacht en vriend'lijk:
Heb je zoo'n verdriet nu, zeg?
Rietje fluistert: Is zoo vrees'lijk!
Moedertje is immers weg!
Ja, zegt Loes, maar, lieve Rietje
Je hebt Moeder Loesje nog.
En dan zijn er Moeder Annie
En ook Moeder Jenny toch!
Even is het stildan», antwoordt
Snikkende de .kleine Riet:
Dat... dat... weet ik... wel... maar
zie je,
Moeder Moeder is er niet!
(Nadruk verboden).
„Hoera! de baan is open, Mams!
Toe, mag ik rijden gaan?"
.Alleen?" vraagt Mams, „maar Hanseman,
Nooit heb je 't nog gedaan!"
„Wat zou dat?" zegt de kleine man
En bluffend gaat hij door:
,,'k Ben heusch geen sikkepitje bang!
Ik kan het vast wel, hoor!"
Daar staat klein Hansje op het ijs,
Zijn schaatsen heeft hij aan!
Nu zal hy want hij kan het best!
Eens prachtig zwieren gaan.
Hij strekt zijn beentje sierlijk uit,
Maarbom!daar valt hij neer!
En als hij overeind weer staat,
Danbom!.... dan valt hij weer!
Bedroefd keert Hansje nu naar huis,
Wat heeft hij een verdriet!
„Het gaat niet, Mammie!" zegt hij boos,
„Mijn schaatsen deugen niet!"
(Nadruik verboden).
R. WINKEL.