76sïe Jaargang WOENSDAG 8 JANUARI 1936 No. 23247 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Leidsch Crisis-Comité. STADSNIEUWS. Oostersch Genootschap in Nederland. Uitslaande brand op de Hoogewoerd. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 cis. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven ,10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. Giro No. 188690. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd 2ijn: per 3 maanden f. 2.35 per week f. 0.18 Franco per post f. 2.35 per 3 maanden -f- portokosten. (voor binnenland f. O.SO per 3 mnd.) Ontvangen per giro 1 Jan.: f.5.— van Ulcj. J. X., te Wassenaar. VOORDRACHT VAN PROF. DR. E. HERZFELD. HET CONGRES HEDEN GESLOTEN. Gisteravond heeft prof. dr. E. Heizfeld ■uit Londen in het groot-auditorium der Universiteit voor de deelnemers aan het achtste congres van het Oostersch Genoot schap in Nederland een belangwekkende voordracht gehouden over „Godsdienst, kunst en inscripties van Iran". Het volgende is eraan ontleend: Door de opgravingen van Pasargadae (gebouwd 559550) en van Persepolis (520460) heeft men geleerd, dat deze twee perioden der oud-Perzische Kunst, een oudere. Medische kunstperiode tot voor gangster hebben, welke zich omstreeks 678 v. Ohr. in Agbatana ontwikkeld heeft. Daar mede is bewezen, dat het kenmerkende in deze kunst niet op Griekschen invloed kan berusten. Er zijn ook nog oudere rotsgra ven (van 810 tot 600 v. Chr.) en afbeeldin gen van gebouwen op Assyrische reliefs, waarvan de vormen zelfs nog meer op Grieksche gelijken. De overeenkomst moet dus uit gemeenschappelijke afstamming verklaard worden. Het karakteristieke der oud-Perzische kunst zijn de rotssculptuven, de cyclopische steenblokkenbouw, de hou ten zuilen, het veelvuldig gebruik van me taal ook goud en zilver als houtbeki ceding en steenversiering), muren van leemen tegels met bogen en vooral in Susa gebrande tegels. Al deze kenmerken be halve de uit Babylonlë komende gebrande tegels komen in laatste instantie ever Medië en Armenië uit Klein-Azië. De oud- Perzische bouwkunst is dus eerder een uit- looper van oud-Oostersche kunst, hoewei een aantal decoratieve details van Egypti- schen. Syrischen of Griekschen oor sprong Is. In het licht van deze feiten bespreekt spr. de bouwoorkonde, die voor eenige ja ren gevonden is in de fundamenten van het palels van Darius in Susa. Het eerste deel van deze oorkonde noemt den fun- deeringsarbeid, de bereiding der leemen te gels en andere werkzaamheden, welke door Babyloniërs werden uitgevoerd. Het tweede deel behandelt de herkomst en het transport der bouwstoffen, die uit alle deelen van het rijk komen. Het derde en laatste deel noemt de verschillende groepen van arbeiders. De in het tweede deel genoemde bouwstoffen zijn: steen voor de groote zuilen, ceder en teakhout voor de balken, goud en zilver voor de houtbekleeding, en gebrande tegels. Voor de bereiding der ingebrande kleuren werden laplslazuli en cinnaber genoemd; ook worden vermeld een reeks van halfedelsteeenen, harsen en verschil lende mineralen. Ook een soort metsel kalk, welke waarschijnlijk een voor die tijden nieuwe vinding was (nog niet in Pasargadae)de kennis van specie heeft inderdaad groote veranderingen in de bouwkunst der volgende perioden teweeg gebracht. De bouwmeesters, die in het derde deel der oorkonde genoemd worden, zijn Mediêrs en Egyptenaren. Op Egyp tisch voorbeeld wijzen inderdaad de groote muren in Susa en Persepolis; het eigen lijke karakter van de oud-Perzische bouw kunst is evenwel het werk der Medische bouwmeesters. In het tweede gedeelte van zijn lezing behandelde prof. Herzfeld het nieuwe licht, dat de inscripties werpen op den Perzi- schen godsdienst in den tlid der Achae- meniden. vooral in verband met het niet langs directen weg oplosbare probleem wanneer Zarathustra leefde. Volgens spr. was er een oorspronkellike Dolytheistische godsdienst met offers, tooverpraktiiken en priesters, welke godsdienst werd bestreden door de uit de Gatha's bekende leer vm Zarathustra. Deze is een monotheïsme met een dualistische wereldbeschouwing. Na Zarathustra is de oudere godsdienst weer opgeleefd, met bijbehouding evenwel van de voornaamste ethische beginselen van Zarathustra's leer De vraag is nu of dc inscripties licht werpen op den datum van Zarathustra's ontreden en op dien van de opleving van den ouden godsdienst. Deze laatste datum is vast te stellen door de inscripties van Artaxerxes II (405358). welke den dienst van de godin Anahita weer Instelde: ook een passage in Berossus wiist op dezen datum. Wat de eerste erkenning van de Zara- thuslrische gemeente betreft (waarvoor volgens het boek Ezra een koninklijk edict noodig was), deze wordt door de Ivesta aan een wouw. genaamd Atossa toege schreven. Volgens spr. is dit Atossa. de dochter van Cyrus en echtgenoote van Darius. Darius was inderdaad een Zara- thustriër gelijk reeds kan blijken uit zijn naam. maar ook uit de inleiding van zijn nieuw-ontci.iferde grafinscriptie. De koning wordt hier genoemd als bezitter der eigen schappen .kracht-weten" en ..goedheid", waarbij nog komen inzicht", oordeel" en ..barmhartigheid". Dit vijftal eigenschap pen der ziel is ook later uit het Mani- chaeisme bekend en is een oud bestand deel van Zarathustra's leer Ook de In de inscriptie voorkomende opvatting van den Koning als hoogste aardsche rechter is Zarathustrisch. Dat ook Xerxes Zarathustriër was volgt uit een nieuw ontdekte inscriptie van dezen koning, waarin eenige typische Zarathus- trlsche begrippen voorkomen. Ir. deze zelf de inscriptie richt Xerxes zich tegen de vereering der „daiva's". nl. de oude goden, die door het Zarathust.risme als booze goden gekenmerkt worden. Onder leiding der oude priesters, de Magiërs, was 't volk tegen Xerxes opgestaan, deze beveelt nu de verwoesting van de tempels der daiva's en verbiedt hen te vereeren. Ook Xerxes' opvolger Artaxerxes I. moet nog Zarathus triër zijn geweest, wat bovendien zijn naam aanduidt. Spr. concludeert, dat het reine Zarathus- strisme omstreeks 520 v. Chr. is ingevoerd door Darius, wiens vader Hystaspes-Vish- taspa de beschermer van Zarathustra was. Maar de periode van dit reine Zarathus- trisme eindigt omstreeks 400 v. Chr, nadat Xerxes poging de nieuwe godsdienstleer met geweld in te voeren was mislukt. Hedenmorgen hielden de Voor-Aziati sche en Indisch-Indonesische secties in het Botanisch Laboratorium een gecombineer de vergadering, waarin door de navolgende sprekers over het achter hun naam ver melde onderwerp werd gesproken: Prof. dr. G. Dossin (Luik) „Observations sur la sém antique du mot accadien sadü „montagne". Pater Jos. Mullie (Luik), „De K'i-tan inscripties van de graven der Liao-dynastie (907—1125). Prof. dr. E. Herzfeld (Londen), „Die Ein- wanderung der Iraniër". Mej. dr. A. Roes (Utrecht), „Over enkele vroeg-Christelijke symbolen (met licht beelden). Het materiaal van Gemeentewerken is sedert gisteren verrijkt met een faecaliën- wagen, welke op een Faunchassis vervaardigd werd in de werkplaatsen der Kon. Ned. Grofsmederij alhier en die het eerste voertuig van dit type is, dat door deze inrichting wordt afgeleverd. Dr. R. Miedema (Amersfoort), Enkele opmerkingen over hedendaagsche schilder kunst In Abessinië. De silhouetten in de Kerk van Zara Bronk (Godjam), (met lichtbeelden). Om halfeen werd het 8ste congres daar na gesloten, waarna de deelnemers zich in café-restaurant „In den vergulden Turk" aan een koffiemaaltijd vereenigden. DE STADHUISBOUW. Naar wij vernemen zal hoogstwaar schijnlijk tusschen het gemeentebestuur en den eigenaar van het perceel Vischmarkt 6, den heer B. E. Feld een overeenkomst woeden gesloten, waardoor laatstgenoemde gedurende drie maanden de beschikking krijgt over het aangrenzende perceel Vischmarkt 5, waarin vroeger de kleer makerij der firma van Zwieten was geves tigd en dat in eigendom toebehoort aan de gemeente. Personeel van Gemeentewerken is mo menteel druk bezig dit pand in bewoon baren staat te brengen. Zoodra dit het ge val zal zijn vermoedelijk in het begin der volgende week zal de heer Feld er tijdelijk zijn zaak en woonplaats vestigen, waarna met den afbraak en het stutten van het perceel Vischmarkt 6 kan worden begonnen. Met het sloopen en stutten van het pand van den heer Zandvoort in de Maarsmans- steeg zal vermoedelijk morgen een aanvang worden gemaakt. Het bedrijf kan hier nog worden voort gezet, doch behalve de winkel zal van dit huis wel heel weinig intact blijven! NIEUWE AANWINST VAN GEMEENTEWERKEN. Een faecaliënwagen. Toen in onze gemeente in 1932 de Ge meentelijke Reinigings- en Ontsmettings- dienst werd gereorganiseerd en huisvuil- ophaalwagens moesten worden aange schaft, viel de keuze op de roltrommel- wagens van het systeem Faun, waarvan wij destijds "n met reproducties verduidelijkte uitvoerige beschrijving gaven en die wij thans dagelijks in onze straten zien rijden. Men zal zich herinneren, dat op initiatief van den directeur van den voornoemden dienst, den heer J. H. de Jong, de Faun- Werke te Nürnberg toentertijd een con tract hebben gesloten met de directie der Kon. Ned. Grofsmederij alhier, waarbij werd overeengekomen, dat alle reinigings wagens voor Holland en Koloniën bij de Grofsmederij zouden worden vervaardigd. In den loop van de laatste jaren werden niet minder dan dertig wagens van ver schillend type voor diverse gemeenten in ons land, o.a. Den Haag, Groningen en Leeuwarden uit de werkplaatsen der Grof smederij afgeleverd. Het is dan ook een verblijdend feit, dat door de krachtige medewerking van deze gemeentelijke instellingen het mogelijk is gebleken de werkgelegenheid in onze stad te vergrooten, daar tot voor korten tijd alle reinigingswagens uit Duitsehland werden Ingevoerd. Aan die samenwerking dankt onze stad thans weer de nieuwe aanwinst, waarmede het materiaal van Gemeentewerken dezer dagen is verrijkt in den vorm van een faecaliënwagen. Ook deze wagen werd vervaardigd in de werkplaatsen der Kon. Ned. Grofsmederij alhier op een chassis van de Faun-Werke, Men zal er zich wellicht over verwonde ren. dat deze wagen deel uitmaakt van het materiaal van den dienst van Gemeente werken en niet van dat van den Reini gingsdienst. De oorzaak daarvan Is gelegen in het feit, dat deze wagen ook wordt ge bruikt voor het schoonhouden van riolen, welke werkzaamheid in onze stad behoort tot het arbeidsterrein van Gemeente werken. Zooals gezegd dient het voertuig voor het ledigen van beerputten, terwijl tevens uit riolen gezogen kan worden. De faecaliën worden uit de put door middel van slangen in de tank gezogen, waartoe een vacuum-luchtpomp aan de motoras wordt gekoppeld. Door dit nieuwe werktuig is de hygiëne dus wel zeer bevorderd. Zonder morsen op de straat worden de faecaliën direct in de tank gezogen en kan de put daarna weder gesloten worden. Als men bedenkt, dat tot heden de put met emmertjes geleegd werd in kruiwagens of althans gedeeltelijk open wagens, dan zal men ongetwijfeld deze nieuwe hygiëni sche verwerking van het ledigen van de niet geheel reuklooze en dikwerf niet onschuldige substantie ten zeerste toe juichen. De aandrij fmotor van den faecaliën wagen, welke eveneens de vacuumpomp bedient, is een viercylinder Ford-motor van het normale type. De pomp is tevens ingericht voor persan, zoodat verstopte riolen met water door gespoeld en bij het ledigen van den vollen wagen de faecaliën uit de tank kunnen worden geperst. Wij waren hedenmorgen in de gelegen heid den wagen in werking te zien en kunnen niet anders getuigen dan dat alles uitstekend functioneerde. In zeer korten tijd was de inhoud van een geheel gevulde beerput overgebracht in de tank, welke twee kubieke meter kan bevatten. Maar vóór alles is de hygiënische zijde van deze gewijzigde methode belangrijk. Het bedienend personeel en de omwonen den ondervonden van de werkzaamheden minimale overlast! DE VERBETERING DER HAAGBRUG. NADERE BIJZONDERHEDEN. Zooals gisteren reeds gemeld, zal binnen kort als gevolg van een overeenkomst tus schen B. en W. en het Werkfonds een voorstel worden gedaan tot verbetering van de Haagbrug en omgeving. Daarom trent kunnen wij nog het volgende mede- deelen: De thans bestaande draaibrug over het Rijn- en Schiekanaal, de Haagbrug gehee- ten, zal een vaste brug worden. Daartoe zal de brug echter 1.60 M. worden ver hoogd, zoodat tusschen water en brugdek een ruimte zal ontstaan van pl.m. 2 M. 54. De brug, 25 M. lang, zal in 't geheel 13 M. breed worden, 9 M. rijweg en aan weers zijden een trottoir van 2 M. Tengevolge van de ophooging, zal aan weerszijden van de brug en ook naar de zijde van Witte Singel en Rijn- en Schiekade een glooiing moeten worden aangebracht. Al, deze glooiingen zijn berekend op 1 30. Aan de zijde van het Noordeinde zal deze glooiing beginnen pl.m. 1 M. achter de Wittepoorts- brug, die overigens ook op een breedte van 13 M zal worden gebracht volgens de ver houdingen der Haagbrug. De overige glooiingen nemen natuurlijk eenzelfde af stand in beslag. De huizen aan het Noordeindsplein, die een gedeelte der voortuinen verliezen, ko men, evenals de Ambachtsschool en ons gebouw eenigszins in de laagte te liggen. Aan de Rijn- en Schiekade komt een trottoir langs de huizenrij, niet langs den waterkant. Zooals ree^s vermeld, zullen de kosten pl.m. f. 100.000 bedragen. DRIE PERSONEN SLECHTS MET MOEITE IN VEILIGHEID GEBRACHT. EEN BRAND IN ÉTAPPES. Gistermiddag omstreeks tien minuten voor vijf werd de politiebrandweer gealar meerd voor een brandje dat zou zijn ont staan in het perceel Hoogewoerd 72. Toen de autospuit aldaar arriveerde, bleek dat het telefonische alarm niet juist was overgekomen of wellicht ook niet juist was opgegeven maar dat er een brandje was ontstaan op de bovenverdieping van het perceel Hoogewoerd 42. waarin gelijk vloers is gevestigd een slagerli van de fa. I. Zandvoort. terwijl de bovenverdieping wordt bewoond door de familie M. Laman. De oorzaak bleek te zijn gelegen in een japon, die blijkbaar te dicht bii de kachel had gehangen en daardoor vlam had ge vat. De vrouw des huizes had evenwel bil aankomst van de brandweer de vlammen zelf reeds met eenige emmeTs water ge doofd. zoodat de motorspuit onverrichter- zake naar de kazerne terugkeerde. Nauwelijks een kwartier later volgde een tweede alarm, wederom voor hetzelfde perceel. Opnieuw rukte de brandweer uit en dit maal droeg de brand een ernstiger ka rakter. De vuurhaard schuilde in dezelfde tus- schenkamer. waar een half uur geleden het brandje was uitgebroken. De vlammen sloegen fel om zich heen en werden nog aangewakkerd door een sterken lucht stroom welke ontstond doordat men alle deuren en ramen in huis had opengezet om de rooklucht te verdrijven. De vrouw des huizes had zich met haar dochter en haar zoon naar de achterkamer begeven, toen zij od een gegeven oogenblik naar voor wilden gaan, vonden zti de tusschenkamer vol rook en vlammen zoo dat ze de trao niet meer konden bereiken. Zij schoven toen een raam op aan de zijde van den Nieuwe Riin en riepen luidkeels om hulp. Dit werd opgemerkt door den expedi teur, den heer Planjer van den Nieuwe Rijn, die zich geen oogenblik bedacht, een voor zijn deur liggende schuit los maakte en met zijn neef en een tiental andere burgers naar den overkant voer. Hier legden zij een breede loopplank tegen het kozijn van het vertrek, waarin de drie personen zich bevonden en hier langs gleden alle drie veilig naar beneden. Aan de voorzijde van het huis bevonden zich nog een 60-jarige kostganger, de heer A. J. Halbmeijer. Deze kon ongedeerd via de trap het huis verlaten Zooals gezegd, liet de brand zich aan vankelijk ernstig aanzien, vooral toen de zoldering van de tusschenkamer instortte en het vuur zich ook aan de tweede ver dieping mededeelde. De brandweer onder leiding van in specteur Couzy vatte het vuur met vier stralen energiek aan en na verloop van drie kwartier was alle gevaar voor uit breiding geweken. De nablussching nam echter nog geruimen tijd in beslag; eerst tegen negenen kon de motorspuit inruk ken. De tusschenkamer met naaste omgeving brandde totaal uit; de brandschade is vrij aanzienlijk, aangezien het vuur ook op de tweede verdieping nog zijn vernielend werk heeft verricht. De sohade wordf door ver zekering gedekt. Het geheele pand is eigen dom van den heer Laman. De slagerli van de firma Zandvoort bekwam waterschade. BINNENLAND. De cumulatiewet door de Eerste Kamer goedgekeurd. (Pari. Overzicht, le Blad). Prof. Diehl te Delft over arbitrage in het architectenvak. (Binnenland, 3e BI.). De duur der eerste oefening voor dienst plichtigen in enkele gevallen verlengd. (Binnenland. 3e Blad). Overleden is de bekende beeldhouwer August Faiise, 60 jaar oud. (Kunst, 3e Bi.). BUITENLAND Aan het front nog rust. (3e Blad). De Spaansche Cortes zijn ontbonden. (Buitenland, 2e Blad). Voortzetting in Amerika van het onder zoek naar den wapenhandel. (Buitenland, 2e Blad). ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN, EERSTE BLAD. Het blusschingswerk werd o.a. gadegesla gen door de wethouders Splinter en Van Stralen, door den commissaris van politie, den heer Meijer en door eenige raadsleden. Teneinde ongelukken te voorkomen werd de stroom van de electrische tramleiding uitgeschakeld, waardoor niet alleen op de Hoogewoerd. maar ook op de Korevaar- straat en de Breestraat tramverkeer on mogelijk was. Het locale en interlocale verkeer ondervond hierdoor geruimen tijd vertraging. Het gewone verkeer werd over het gedempte Levendaal geleid. GOUDEN DOCTORAAT. Maandag a.s. zal het 50 jaar geleden zijn, dat mr. W. H. van Nes van Meerkerk te Haarlem aan de Leidsche Universiteit promoveerde tot doctor in de rechtsge leerdheid. ZILVEREN JUBILEUM VAN DEN HEER P. A. VERKERK. Heden herdacht de agent van politie P. A. Verkerk het feit dat hij voor 25 jaar in dienst van het Leidsche korps trad. Te ruim half twaalf arriveerde het politie- muziekkorps onder leiding van den heer Bolderdijk in de Seringenstraat voor de woning van den jubilaris, waar vele be langstellenden zich reeds hadden verza meld. Nadat eenige vroolijke wijsjes ten ge- hoore waren gebracht, werd het geheele gezelschap uitgenoodigd binnen te komen om den jubilaris persoonlijk geluk te wen- schen. Allereerst werd het woord gevoerd door den voorzitter der muziekvereeniging, den heer Dragt die den heer Verkerk prees als een trouw en hard werkend lid der ver- eeniging. Spr. herinnerde er aan, dat het ook 25 jaar geleden is, dat de heer Ver kerk lid werd van de muziekvereeniging en bood hem namens zijn collega-muzikanten een fraaie rookstoel aan. Vervolgens sprak de heer J. Zwart na mens het Leidsche politiekorps zijn ge- lukwenschen uit en bood den jubilaris een dressoir aan. Ook de heer Bolderdijk wenschte den heer Verkerk gehik en dankte hem voor de prettige wijze waarop hij altijd met zijn collega's en superieuren had samenge werkt. Tevoren had de heer Bruins reeds na mens de af. Leiden van den Bond van po litiepersoneel eenige hartelijke woorden tot den heer Verkerk gesproken. Tot slot dankte de heer Verkerk voor de belangstelling hem op dezen onvergete- iijken dag betoond. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijzigingen: Firma PelLenburg van 1793, Breestraat 109, Leiden, piano's, vleugels, orgels, radio, muziek, afd. fijnmeubelen en kamerbiljards. Het filiaal Pieterskerkkoor- steeg 16. afd. muziek, is thans onderge bracht in de zaak Breestraat 109. B. J. Huurman Zoon, Heerengracht 12, Leiden, aannemersbedrijf, taxatie en ad ministratie van onr. goederen enz. Over leden vennoot: B. J. Huurman Sr., dd. 3 Dec. 1935. In de onder voorzitterschap van prof. dr. J L. Palache gehouden algemeene le denvergadering van het Centraal Jsraëlie- tisch Wees- en Dor-gangshuis alhier zijn tot bestuursleden benoemd mevr. Van HertzfeldPhilipse, Rotterdam; de heer S. Hymans, Rotterdam en de heer S. Hyman, Schiedam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1936 | | pagina 1