Uit den Leidschen Raad Lanc/e Beschuitjes LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Dinsdag 24 December 1935 Feitelijk geen der groote kwesties afgedaan. Nadat de eerste 7 punten normaal wa ren verloopen, volgde stagnatie. 80. Benoeming van een hoofd van de openbare bewaarschool aan het Elisabeths- hof. (241) De heer VOS is niet bevredigd door deze enkelvoudige opdracht. Bij de oproe ping is verzuimd een leeftijd te vermel den, waardoor thans negen candidaten moesten worden afgevoerd krachtens de verordening. Deze candidaten hebben vergeefsche moeite gedaan en onnoodlg kosten gemaakt. Van de overgebleven 22 candidaten beschikte volgens de advies commissie niemand over voldoende capaci teiten voor hoofd van een bewaarschool. Spr. vraagt zich af welke eischen aan deze betrekking worden gesteld. De stukken van de thans voorgedragene. die op het allerlaatst solliciteerde en die eindelijk voldoende capaciteiten had vol gens de adviescommissie, kwamen een maand te laat binnen en zij komt dus niet in aanmerking voor een benoeming. Spr. stelt voor de voordracht af te wijzen en B. en W. te verzoeken een nieuwe voor dracht te maken. Mevr. DE CLER onderschrijft het betoog van den heer Vos. Spr. stelt namens de sociaal-democratische fractie voor de be noeming van de agenda af te voeren en B. en W. te verzoeken een nieuwe voor dracht op te stellen De heer GROENE VELD spreekt er zijn verbazing over uit, dat het zoo moeilijk ls een hoofd voor een bewaarschool te vin den. Onder de sollicitanten waren dames met een akte van de Leidsche kweekschool, maar de directrice van die school ver klaarde als lid van de adviescommissie, haar eigen leerlingen niet geschikt. Waar om moest er weer iemand buiten Leiden worden gezocht? Binnen deze stad zijn vol doende geschikte krachten te vinden. Spr. maakt ernstige bezwaren tegen een voordracht van één persoon. Hierdoor wordt getornd aan het benoemingsrecht van den raad, want practisch is de eenlge voorgedragene door B en W. al benoemd. De heer HESSING dringt er op aan, dat bij de stukken voortaan ook zal worden gevoegd de oproeping. Spr. maakt enkele opmerkingen over het rapport der advies commissie, dat ls gebaseerd op proeflessen met vreemde kinderen. (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplaag). (Vervolg van gisteren). De heer TEPE betreurt het. dat in de oproeping verzuimd is den leeftijd te ver melden. De daaromtrent vroeger door den raad geuite wenschen, heeft spr. aan de afdeeling overgebracht, het is daar blijk baar vergeten. Spr. betoogt met nadruk, dat de voordracht onder de huidige om standigheden de eenig mogelijke was en uitsluitend was gericht op het belang van het openbaar bewaarschoolonderwijs Spr. ontkent, dat het de bedoeling van het stellen van een datum in de oproeping is alle candidaten uit te sluiten, die de stuk ken na dien datum inzenden. Onder alle sollicitanten was er slechts een. die over alle gewenschte capaciteiten beschikte. In het belang van het onderwijs waren B. en W. verplicht deze candidate desnoods als eenlge voor te dragen Al heeft men met goed gevolg een einddiploma behaald, dan wil dit nog niet zeggen, dat men voldoen de bekwaamheid van de praktijk heeft. Op verzoek van wethouder Tepe gaat de raad hierna in geheime zitting. Het voorstel-Vos wordt na herope ning na plm. IV» uur verworpen met 1913 stemmen. Voor de S.D.A.P. behalve de wethouders, en de heer Vos. Het voorstel-De Cler wordt verworpen met dezelfde stemverhouding. Benoemd wordt mej. B. W. van Duyn. uit Hoogezand, met 27 stemmen tegen 3 blanco. HAMERPUNTEN. 9o. Suppletoire begrootingen, dienst 1934, van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrieiteit. (242) Goedgekeurd. 10o- Balansen en verlies- en winstreke ningen, dienst 1934, van de Stedelijke Fa brieken van Gas en Electrieiteit. (242) Goedgekeurd. llo. Suppletoire begrooting, dienst 1934, van het Grondbedrijf. (242) Goedgekeurd. 12o. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van het Grondbedrijf (242) Goedgekeurd. 13o. Suppletoire begrootingen, dienst '34, van den Reinigings- en Ontsmettings- dienst. (242) Goedgekeurd. 14o. Balansen en verlies- en winstreke ningen, dienst 1934. van den Reinlgings- eo Ontsmettingsdienst. (242) Goedgekeurd 15o. Suppletoire begrooting. dienst 1934, van den Keuringsdienst van Waren (242) Goedgekeurd 16o. Balans en verlies- en winstreke ning. dienst 1934. van den Keuringsdienst van Waren. (242) Goedgekeurd. 17o. Suppletoire begrooting, dienst 1934, van de Gemeentelijke Hulpbank (Gemeen telijke Bank van Leening en Geldschiet- bank)- (242) Goedgekeurd. 18o. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van de Gemeentelijke Hulp bank «Gemeentelijke Bank van Leening en Geldschietbank). (242) Goedgekeurd. 19o. Suppletoire bcgrooting. dienst 1934, van het Gemeentelijk Radio-Distributie- Bedrijf. (242) Goedgekeurd. 20o. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934. van het Gemeentelijk Radio- Distributie-Bedrijf. (242) Goedgekeurd 21o. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van de gestichten „Endegeest" ..Voorgeest" en „Rhijngeest". (242) Goedgekeurd. 22o. Balans en verlies- en winstrekening, dienst 1934, van het Openbaar Slachthuis. (242) Goedgekeurd. 23o. Rekening, dienst 1934. van de Ge meentelijke Commissie voor Maatschappe lijk Hulpbetoon. 242) Goedgekeurd. 24o Rekening, dienst 1934, van het Ge meentelijk Waschbureau. (242) Goedgekeurd. 25o. Voorstel tot goedkeuring van de re kening over 1934 van plan I van de Ver- eeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen. (243) Conform besloten. 26o. Begrooting. dienst 1936. van den Keuringsdienst van Waren. (244) Goedgekeurd. 27o. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1934. (189 en 256) Goedgekeurd. 28o. Voorstel tot wijziging van het raads besluit van 14 April 1930, in zake de ver huring van het woonhuis Aalmarkt No. 5. (245) Conform besloten. 29o. Voorstel tot wijziging van het raads besluit van 15 Juli 1929. in zake de ver huring van twee lokalen in het admini stratiegebouw van het Openbaar Slacht huis aan den Staat der Nederlanden (246) Conform besloten. 30o. Voorstel tot verhuring van verschil lende perceelen wei- en teelland. (235 en 247) De heer LOMBERT stelt voor de per ceelen 12 en 15 in het openbaar te ver pachten. De pachtsom is te laag. Wethouder SPLINTER erkent, dat de prijs niet aan den hoogen kant is, doch verdedigt nader de voorgestelde prijzen, daar er niet meer te krijgen ls van den pachter. Bij aanbesteding verwacht spr. ook niet meer. De heer SCHÜLLER verdedigt eveneens het voorstel. Er zijn geen hoogere prijzen te bedingen. De heer v. ECK wijst er nog op, dat de gemeente niet te hoog mag gaan, de pach ter moet ook kunnen leven. De heer BERGERS raadt den heer Lom- bert aan zijn voorstel terug te nemen. De heer LOMBERT trekt zijn voorstel in. Conform wordt dan besloten. 31o. Voorstel tot wijziging van de veror dening, regelende de heffing van een ge meentelijk vergunningsrecht voor den ver koop van sterken drank in het klein (248) Conform besloten. 32o Voorstel tot het verleenen van me dewerking aan het bestuur van de Geref. Schoolvereenlging, te Leiden, tot de aan schaffing van leermiddelen ten behoeve van zijn school voor u 1. o. aan de Hoog- landsche Kerkgracht 20a en tot vaststel ling van den desbetreffenden begrootings- staat. (249) Conform besloten. 33o. Voorstel in zake den bouw van een nieuw Gymnasium c.a. aan de Fruinlaan, den verkoop van het bestaande Gymna siumgebouw aan het Rijk en tot beschik baarstelling van de voor den bouw van het nieuw Gymnasium benoodigde gelden, een en ander met intrekking van de raads besluiten van 12 Nov. 1934 betreffende de verbouwing van het Gymnasium aan de Doezastraat. (250) B. en W. stellen voor sub b en c aan te houden. Conform wordt verder besloten. Het voorstel luidde: ain te trekken de 12 November 1934 genomen besluiten betreffende de verbou wing van het Gymnasium aan de Doeza straat. de huur van het gebouwencomplex van de voormalige Kweekschool voor Zee vaart en de vaststelling, in verband hier mede. van een begrootingsstaat groot f. 100.700; b. tot den bouw van een nieuw Gym nasium met clavigerwoning aan de Fruin laan: c. de voor den sub b bedoelden bouw naar raming benoodigde gelden ter be schikking te stellen, door vaststelling van den begrootingsstaat groot f. 216.000; d. te verklaren, dat het Gymnasium gebouw aan de Doezastraat niet meer voor den openbaren dienst ls bestemd; e het sub d bedoelde gebouw tegen den prijs van f. 92.000 aan het Riik te ver- koopen: f. de Interpellatie van den heer Schüller als afgedaan te beschouwen. De heer SCHÜLLER. overigens meenend. dat zijn Interpellatie wel wat meer eer had mogen ondervinden, zal zich nu niet verzetten. Er komt voor hem nog wel een gelegenheid. 34o. Voorstel inzake de verkrijging door middel van onteigening van eenlge per ceelen grond ten behoeve van den bouw van een inrichting tot zuivering van afge voerd rioolwater nabij de Slaag- of Stink sloot. (251) Conform besloten. 35o- Voorstel tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst met de gemeente AJkamade, betreffende de levering van eleétrlciteit in die gemeente door de Ste delijke Electriciteitsfabriek te Lelden (252) Conform besloten. DE LICHTFABRIEKEN. 36o Voorstel in zake het verhaal van de omzetbelasting op de verbruikers van gas en electrieiteit. (253) De heer GOSLINGA zegt dat dit voor stel vooruit loopt op de behandeling der begrooting want daar wordt dit ver haal als een dekkingsmiddel gebezigd. Nu reeds een besluit te nemen Hikt hem daarom prematuur En noodzakelijk is het ook niet. nu reeds te beslissen. Men moet deze belastin'verhoogmg bezien in alge meen verband Spr. stelt daarom voor dit voorstel te behandelen bil de begrooting 1936. Dit kan toch In Januari, zoodat geen stagnatie be hoeft in te treden. De VOORZITTER erkent dat voor de begrooting 1936 dit verhaal een dekkings middel is, doch er is toch reden om nu reeds met dit voorstel te komen, zulks in overeenstemming met de bedoeling van de uitgaven Het kost de grootste moeite de begrooting sluitend te maken en men weet niet. of alle dekkingsmiddelen wel afdoende zijn. Laat men dit daarom nu reeds invoeren. Te meer. waar niet vol ledig zeker is, dat de begrooting in Januari al kan worden behandeld De heer VAN ECK wlist. er op. dat het rijk de omzetbelasting heft. niet de ge meente. Kon lui deze belasting voorko men. spr. zou het doen doch dit gaat nu eenmaal niet. Spr. heeft altijd betreurd, dat de stad leeft op de winst der Lichtfabrieken, doch ook dit moet men thans ook wel uit nood zaak voor lief nemen. Deze vermindering der winst, door niet dit verhaal toe te passen, zou anders op andere wlize moeten worden gedekt doch hoe? Spr. ziet het niet. En toch moet de be grooting sluiten, dat oordeelt hli een eer sten elsch, juist ook met de werkverrui mingsplannen. De heer COSTER ls overtuigd dat de heer Gosllnga. was hij nog voorzitter van commissarissen, zelf dit voorstel zou ver dedigen. De heer ROMUN steunt den heer Gos llnga. Er bestaat geen plicht de omzet belasting te verhalen, slechts alleen het recht daartoe. Het wenschen van een slui tende begrooting door den heer v. Eek pleit ook voor behandeling bij de begroo ting opdat deze in haar geheel kan worden bezien Behandelen nu zou een voorproefje worden van de begrooting en zou veel tijd kosten. Blijkt de begrooting niet in Januari te kunnen worden behandeld, dan kan dit punt dan altijd nog worden afgedaan- De heer WILMER, hoewel erkennend, dat er veel waars is in de motiveering der heeren Goslinga en Romijn, zal toch niet meegaan met uitstel daar nu al vast staat, dat dit geld noodig is en andere dekking niet aanwezig is. Zwaar drukken doet dit verhaal bovendien niet Uitstel zou bezwa ren geven, zoo de begrooting eens niet in Januari zou worden behandeld. Wij kun nen ons niet verschuilen achter het rijk in deze, zooals anders wel eens moest, want wij staan volkomen vrij al of niet te ver halen. Al drijft de gemeente op de Licht fabrieken. toch wil dit. nog niet zegeen, dat in 't geheel niet aan de winst dezer fa brieken kan en mag worden geraakt. We zullen door den zuren appel moeten heen- bijten De heer BERGERS meent, dat er een groot verschil is of men voor of achter de groene tafel zit. Vroeger zou de heer Oos- llnga ongetwijfeld ook direct maar hebben binnengehaald! De heer HESSING meent, dat het toch in het stelsel der wet ligt, de omzetbelas ting te verhalen en hij begrijpt daarom het verzet niet, gezien de omstandigheden. De heer v. WILGEN steunt het voorstel- Goslinga. Hierna wordt de zitting geschorst. AVONDZITTING. Nadat de heer GOSLINGA nog eens uit stel heeft bepleit, verdedigt de heer VAN ECK de z.g- wijziging in zijn politiek. Deze is daarop gebaseerd, dat nu een politiek van opbouw mogelijk is, waarvoor offers moeten worden gebracht Vroeger werd slechts een aanpassingspolitiek gevoerd zonder perspectief De heer DE REEDE meent, dat de heer Goslinga te zeer vast houdt aan het for- meele. Beter dan een ander weet hij, hoe zeer in 1936 een tekort dreigde, al heet de begrooting sluitend. Zaak is daarom zoo spoedig mogelijk voor versterking der mid delen te zorgen als dit kan. Feitelijk is in den raad nooit over de omzetbelasting ge sproken, dat was een abuis! Nu wordt dit hersteld. De kwestie is er trouwens niet een van belasting, doch een van prijzen-poli- tlek! Z. i. zou dit voorstel ook gekomen zijn. als de heer Goslinga achter de groene tafel zat. De heer ROMIJN bepleit de behandeling aan het eind der agenda, opdat de Sport stichting eindelijk eens worde afgehan deld. Hij doet een voorstel daartoe. De VOORZITTER wijst nog eens op de noodzaak om dit geld te redden voor de gemeenschap. Wethouder VERWEY oordeelt, dat be slist verhaal noodig is. nu of straks Er is geen ontkomen aan. Waarom dan niet nu? Verplicht is men slechts door de omstan digheden. zooals ook inzake opcenten op diverse andere belastingen. En zwaar is de druk niet, spr rekent dit voor. Hij raadt den heer Goslinga aan het voorstel terug te nemen. Het voorstel Goslinga wordt verworpen met 22—8 stemmen. Voor de heeren Gos linga, v. Weizen, Eikerbout, Romijn, Bee kenkamp, Schoneveld, Lombert, Tobé, Het voorstel Romijn wordt verworpen, nadat de voorzitter het onnoodig heeft verklaard, daar er toch zooveel niet meer over gesproken behoeft te worden (met 28 2 stemmen). Voor de heeren Romijn en Tobé. De heer SCHONEVELD wijst er op, dat dit verhaal niet rust op alle afnemers, al leen op de particuliere afnemers. Z.i. is de winst der Lichtfabrieken bovendien nog groot genoeg- Hij zal niet meegaan. De heer HESSING meent, dat de ge- meentefinanciën het verhaal noodzakelijk maken. De heer DE REEDE wijst op het gevaar van administratieve rompslomp bij volle dige doorvoering van het verhaal over de gansche linie. Het verhaal op zich zelf is z.l. gewenscht, al ls het jammer. Men gaat zoodoende den normalen weg, beter dan bclastingverhooging. Zijn fractie zal mee gaan. De heer GOSLINGA herinnert er aan, hoe destijds tegen zijn zin als wethouder tariefsverlaging ls doorgevoerd. En nu haalt men terug door dit verhaal! Bij de begrooting wil spr. de' kwestie nader be zien, nu zal hij moeten tegenstemmen. De heer ROMIJN meent, dat in het be lang van een prijzen-politlek is verlaging, niet verhooging der prijzen, zooals nu wordt voorgesteld, zij het indirect. Waar om dan de verlaging van onlangs? Welk een indruk moet dat maken! Dat de Industrie vrij blijft, juicht spr. juist toe in tegenstelling met den heer Schoneveld. Bulten verband met de begrooting kan ook spr. de kwestie niet bezien. Het college is pal tegen belastlngverhooglng, doch dit komt formeel en materieel op hetzelfde neer. Men tracht dit te verdoezelen. Ook spr. voelt stellig voor een sluitende begrooting, doch is door verdere bezuini ging dit bedrag niet te vinden? Spr. ge looft van wel en voorstellen in dien geest zijn van hem te verwachten, tenzij B. en W. weten te weerleggen, hetgeen hij in de secties van den raad opmerkte. B.v op het terrein der steunverleening (Verbazing bij de S.D.A.P.). Bezuiniging, hoezeer op zichzelf ongewenscht, is z.l. meer welvaart- wekkend dan verzwaring van lasten. De heer WILMER wijst er nog eens op, hoe deze „belasting" al heel weinig zwaar zal drukken. De heer Romijn was al zeer inconsequent, want hij verzette zich des tijds tegen de tariefsverlaging, die veel meer beteekendei De heer Goslinga noem de dit het slaan van een funest gat in de begrooting. Als hij zonder rancune is, zou hij thans iedere poging moeten aangrij pen. om dit gat te stoppen. Van spr.'s fractie is geen oppositie te verwachten, behalve principieel en ge fundeerd De heer COSTER wijst er op, hoe 1/3 wordt opgebracht door de buitengemeen ten. De VOORZITTER oordeelt de begroo- tingsbeschouwingen nu niet op haar plaats en hij zal daarop niet ingaan, al is het verzet der heeren Goslinga en Romijn daarop alleen gebaseerd. Niet voor hun pleizier doen B. en W. het voorstel, alleen uit bittere noodzaak. De tariefsverlaging van 1934 heeft niet het gewenschte resul taat opgeleverd. De politiek der Lichtfa brieken is er op gebaseerd zoo groot mo gelijke winst te maken, doch in het belang van belde partijen: fabriek en consument, hetgeen impliciet al Inhoudt, dat te zware lasten uit den booze zijn. Aan bezuiniging denken B. en W. steeds, daarop is het streven ten allen tijde ge richt. De uitzonderingen, bij het verhaal toe gepast, zijn óf wettelijk of van prljs-poli- tleken aard. De heer VAN ECK zegt bij voorbaat krachtig verzet toe tegen iedere bezuini ging op den steun. In dat opzicht is er niets veranderd bij de S.D.A.P. De libe ralen vormen wel de meest reactionaire partij en spr. Is blij daartoe niet te be- hooren, doch tot de S.D.A.P., die spr. in een krachtige peroratie verheerlijkt." De heer GOSLINGA betreurt nu nog meer dat deze kwestie niet bij de begrooting wordt behandeld, want behalve schoone woorden zou spr. ook wel eens schoone daden der S.D.A.P. willen zien. Van rancune is bij spr. geen sprake of van oppositie-zucht, doch er ls verschil waar men zit: voor of achter de groene tafel, dat ls toch duidelijk. De heer ROMIJN zegt niet tegen ta riefsverlaging te zijn geweest, mits de raad middelen tot dekking aanwees. Dat bleef uit en daarom kon hij destijds niet mee gaan. Nu wordt deze verlaging grooten- deels weer Ingeslikt! Trouwens, deze be- lasting-verhooglng zal door minder ge bruik z.i niet opleveren, wat men gelooft te bereiken. De heer SCHONEVELD handhaaft zijn meening, dat bij de winsten van de licht fabrieken dit verhaal niet noodig ls. Spr. is tegen zulke indirecte belasting, die op de kleinen drukt. De VOORZITTER vraagt of de raad zich verantwoord voelt voor de burgerij door over zoo'n betrekkelijk eenvoudig voorstel zoo lang te praten De heer BEEKENKAMP zal voor het voorstel stemmen, al had hij ook liever be handeling bij de begrooting gewild, omdat uitstel toch geen afstel had kunnen wor den en hij wil meewerken de positie onzer stad onafhankel'lk te doen blijven van de regeering. Hij doet nog eens een beroep op den heer Goslinga om mee te gaan om niet aanleiding te geven voor tegenstemmen straks bij de begrooting tegen andere dekklnesvoorstellen. De heer DE REEDE wijst er op, hoe hier een progressieve belasting zal worden ingevoerd, hetgeen toch niet zonder meer een „directe" belasting mag heeten. De uitgetreden leden van het vroegere col lege zijn blijkbaar tegen iedere verlaging en tegen iedere verhooging, behalve als zij er zelf mee kwamen. Wel degelijk is de verlaging van tarief trouwens gedekt, zegt hij den heer Romijn, en deze verlaging beteekende heel wat meer dan deze ver hooging. De heer HESSING tracht aan te toonen hoe ook wethouder Goslinga destijds wel aan verhaal der omzet-belasting heeft gedacht! Het voorstel van B. en W. wordt aan genomen met 264 stemmen. Tegen de hzeren Goslinga. Romijn, Schoneveld en Eikerbout. 37o. Voorstel tot wijziging van de ver ordening, betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electrieiteit te Leiden. (254) De heer TOBÉ is geen voorstander van vast-recht-politiek. Gewoonlijk betaalt men tenslotte toch hetzelfde en zoo zal het hier ook gaan. Twee onjuistheden zijn er bovendien, le worden trouw gebleven klanten bena deeld boven ontrouw gewordenen en 2e werkloos gewordenen moeten de licht fabrieken een voorschot geven! Hoe willen B. en W. dat voorkomen? Door de slechte tijden neemt het ge bruik ai en daartegen helpen geen wijzi gingen, dat vergeet men te veel. De heer ELKËRBOUT begrijpt, dat met 240 M3. wordt begonnen, daar degenen, die minder verbruiken, feitelijk een schade post zijn voor de fabrieken. Wil men dus het gebruik stimuleeren, dan moet men daar boven zijn. Aan de hand van cijfers berekent spr. dat degenen, die veel gas benutten, geen of weinig voordeel heb ben! Een strop zullen de groote gebrui kers nu nog niet hebben, doch straks, als men eens de bepaling schrapt van niet meer te betalen dan vorig jaar? Spr. dient een motie in, waarbij wordt verzocht aan B. en W. te bevorderen, dat zij, die meer dan 600 M3. per jaar gebrui ken, ook eenig voordeel zullen genieten De heer SCHONEVELD vraagt, op welke groep afnemers het verminderde gas- gebruik te rusten komt. Het vast-recht- systeem is van belang voor de fabriek, doch ook voordeelig voor de gebruiker? Spr. betwijfelt dit. Voorts vraagt spr. de kostprijs van het gas. De heer v. ECK kan begrijpen, dat de directie probeert het terugloopend gas verbruik weer op te voeren door een rege ling, als te Woerden succes oplevert. Nie mand betaalt bovendien meer dan vroe ger Tegen vast-recht is bezwaar voor den gebruiker, sociaal geredeneerd, doch voorgaande bepaling vangt dit bezwaar op. Spr. weet niet, of het voorstel resul taat zal opleveren, doch hij wil de proef RECLAME. 600Ï Hef „hoort" eigenlijk nief, maar zoo smaken ze hef lekkerst 12 cf. per pakje wel eens nemen mits niemand ln slech tere conditie komt. En toch is dat het geval, spr. geeft enkele voorbeelden. Be zwaar heeft spr. ook tegen de bepaling, dat minstens f. 1 per maand moet worden gebruikt. In plaats van het kleine gebruik op te voeren, gaat men de kleine gebrui kers afvoeren! Dit dient gewijzigd, wil het college spr.'s fractie meekrijgen. De heer COSTER oordeelt de bezwaren niet zoo erg. De VOORZITTER merkt op, hoe het terugloopen van het gas-debiet oorzaak is geworden voor dit voorstel, nu alle andere middelen faalden. In 1934 werden ge bruikt 17 millioen M3.. ln 1935 plm. 15.600.000 M3. Welke gebruiken de oorzaak van deze teruggang zijn, weet spr. niet. Dat de gemeente leunt op de winst der Lichtfabrieken ls op zich zelf onjuist, daar zoodoende niet de meest juiste exploitatie mogelijk ls. Even onjuist is, het tarief te gebruiken voor sociale doeleinden Wil men zekere categorieën steunen, best, doch dit mag niet vla het tarief. Dan betalen slechte klanten te weinig, goede te veel. Dit voorstel tracht ln een en ander ver betering te brengen. Al is het nog verre van ideaal, het gaat in de richting van een juiste economische politiek. Vast-recht is z.i. alleszins billijk. Bij de telefoon is het toch ook zoo. Daarnaast kan dan de prijs laag zijn en dat is 4 ct. per kub M. ongetwijfeld. In het vast-recht is verdisconteerd het voorrecht gas te kun nen gebruiken. Uitgesloten zijn gebruikers beneden 240 kub. M. per jaar. daar zij reeds te veel nadeel opleveren. Wilde men hen hierin betrekken, dan zou het vast recht zeer hoog moeten zijn. Als minimum is gesteld f. 1 per maand, waarin juist een prikkel zit om andere verwarmingsmidde len te weren. Het is zoo erg niet! De kleine gebruikers zijn lang niet alle behoeftigenl En voor de kleine gebruikers is het boven dien niet erg als zij andere middelen moe ten gebruiken. In Woerden is trots den af voer van eenige dezer klein-gebruikers het algemeen gebruik met 30°/» gestegen. Voor de grootere verbruikers heet de regeling onvoordeelig. In ieder geval zul len zij dit jaar niets meer betalen en in middels zal de fabriek tijd hebben de on billijkheden, die blijken, uit den weg te rui men. Hetgeen beslist gebeuren zal, want dat is immers in het belang der fabriek! Daarom is de motie Eikerbout overbodig. Nader gaat spr. op enkele voorbeelden in, die uit den raad zijn gegeven. Den kostprijs kan spr. nu niet geven, dat is zoo eenvoudig niet. De heer v. ECK is het er heelemaal niet mee eens, dat er geen sociaal belang is bij monopolies als deze. Bij de instelling is niet direct aan winst gedacht! Het loslaten van alle kleine gebruikers zou z.i. van groot nadeel zijn voor de fabriek. Iedereen moet z.l. er gebruik van kunnen maken. Velen kunnen de gulden niet betalen en het past niet ln het systeem, dat de kleinste gebrui kers alleen achteruit zullen gaan. Daaren tegen blijft hij zijn bezwaar handhaven. De heer ELKERBOUT oordeelt dit be zwaar van den heer v. Eok niet zoo over tuigend. Veelal geldt zulk een klein gebruik in hoofdzaak voor pakhuizen etc. en voor menschen, die altijd petroleum gebruiken, behalve 's morgens als zij vlug nog een kopje thee willen hebben. Zijn nota be doelt al voor 1936 eenig voordeel te geven voor de gebruikers boven 600 kub. M. en niet af te wachten. De heer DE REEDE zegt. dat bedoeling is, een basis te vinden voor de vaste, lasten der fabriek, die te zwaar drukken. Is het niet mogelijk een statistiek te maken van de gebruikers beneden f. 1, om den heer v. Eek gerust te stellen? De gemeente be hoeft geen subsidie te geven aan menschen, die het dubbel en dwars betalen kunnen, zooals. naar hij meent, in hoofdzaak deze klein-gebruikers zijn. Daarom is de voor gestelde basis genist te aanvaarden. Waar z.i. deze kwestie heden niet klaar komt, Is die statistiek z.i. tijdig op te stellen. De heer MANDERS zal met gerustheid meegaan. Toch wijst hij op eenige leemten. De heer v. ECK stelt voor de kwestie aan te houden om zich over en weer nog eens te kunnen beraden. Het voorstel wordt aangenomen met 1614 stemmen. AANVULLINGSAGENDA. a. Praeadvies op het verzoek van W. F. de Gunst om ontslag uit zijn betrekking van onderwijzer bij het vervolgonderwijs voor meisjes. (257) Conform besloten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 14