Het geschenk op Kerstavond Een Kruiswoord Kerstpuzzle, DE OUDE VEETE. LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 24 December 1935 De Jolige Fransi O Reeds toen de jeugdige dochter van den kweeker Fransen met haar jollgen vriend, den smid Benz van beneden uit het dorp. ten dans toog kreeg ze om haar uitgelaten vroolilkheid den bijnaam van jolige Fransi". Met haar vader woonde ze in één van die aardige, oude huisjes, tegen den berg aangebouwd, waarvan de kraakwitte blanke venstertjes nog heden ten dage uitzicht geven over bloelende bloembedden boven den rufcchende en bruischenden stroom. Zij stonden vader en dochter, als knapne tuinlui in de naaste omgeving bekend en kweekten bij tijden de mooiste anjelieren en rozen van het Bemer- Oberland. Maar toen stierf de vader en een jaar later verdween haar beminde wegens een kleine oneenigheid en stak de gTOOte Dlas over naar Amerika. De zanglustige, blonde kroeskop, het jonge tuinierstertje ver anderde met (ie jaren in een ernstige. vroeg-grUzende. ouwe jonge-juffrouw In de woning van Fransi woonde od de tweede verdieping een jong paar men- schen. maar een kindje was geboren Op zekeren dag dat Fransi naar boven was gegaan om er een oraatje te maken vond ze het kindje jengelend en onrustig in het wiegje Daar de moeder even niet in de kamer was. nam Fransi aarzelend en uiterst voorzichtig, als zou het kunnen breken, het wezentje in haar armen en lieD er mee het vertrek op en neer. Het kleintje staakte het schreien en drukte het kopje tegen haar borst, terwijl het teere. kleine lichaampje Fransi met een weldadige warmte doortintelde. Toen ze een schuwe kus op het kopje drukte en meteen het weeke. hongerige snuitje tegen haar wang voelde snuffelen, werd zij dus danig door een opwellend moederver- gen overvallen, dat de tranen haar in de oogen schoten en zij half schreiend, half lachend het kindje aan de moeder terug gaf zoodat deze het zoo spoedig mogelijk kon verzadigen waarop Fransi als in een vlucht uit de kamer ijlde. Den nacht hierop droomde Fransi. dat ze Benz' vrouw was en het wiegje naast hun bed kindergeluidjes kwamen Ze was onmiddellijk wakker en luisterde in het donker Werkelijk, boven haar hoofd hoor de ze het kindje schreien. Nog heelemaal onder den indruk van den slaap, sprong zij haar bed uit en wilde licht maken. Zij stiet me* haar bloote voeten tegen een tafelpoot, kromp ineen van pijn. wankelde en vle'. op den grond. Nu ook ontwaakte haar napegaai. Lorre en deze krijschte, kwaad over de storing van ziin nachtrust: „maak geen herrie!" In dezen nacht zat Fransi geruimen tijd op den rand van haar bed en was van Oude. gebogen grijsaards in ons dorp, die weten hortend en stootend met hun mum melende mond nog wel te vertellen hoe het is begonnen, die felle haat tusschen de Govers en de Bergen, de rijkste boeren van den omtrek. Een haat, die bij elke kleinig heid weer oplaaide en telkens het dorp nieuwe stof voor praatjes gaf. Ze vertellen dan hoe vele Jaren geleden, toen nog geen snelle autobussen de stad dichter bij het dorp hadden gebracht, en dit nog een kleine, afgesloten gemeenschap was, de grootvader van 'Giel Govers een groote zegging had. Maar ook de grootvader van Steven Berg was een man van Invloed had hij niet evenveel bezit als Govers. de zelfde kapitale hoeve, dezelfde uitgestrekte malsche welden en even groote koppels best melkvee als den ander? En had hij zelfs niet méér nog: drie flinke zonen die de vrouw hem had geschonken, terwijl Govers' Anne het na de geboorte van den jongen Giel als maar bij meisjes had ge laten? Brave kinderen, maar die toch niet in 't werk half zooveel konden als de Bergen. En toch had Govers grootere zeggings kracht in het dorp, werd naar z ij n woord in de vroedschap met meer gewicht en gocigezinder aandacht geluisterd. Want Gie) dat wisten allen, die was in zijn jonge jaren de wereld in geweest, die wist wat er te koop was op velerlei gebied, die had niet altijd genoeg gehad aan 't eigen velerlei gedachten vervuld. Zii vond. dat het leven een misselijke instelling was: en wie geen prijs trok in de loterü met de vele nieten had geen gehik. ..Benz komt nooit meer terug en jij zult nooit een kindje hebben", herhaalde ze aldoor bij zichzelf en zij vond den moed tot op den bodem van haar hopen en ver langen door te graven, waarmee ze haar diepe verlatenheid en onbegrensde levens- leegbeld klaar voor zich zag en toen hui verde zij even. Den volgende Worgen was alles, waar haar hart aan hing, aan stukken en van dat oogenblik af verwilderde ook haar tuin en de menschen zeiden tegen elkaar: .aan Fransi heb je niets meer Zoo gingen vele jaren voorbij. Totdat, op een goelen dag. een Kerst avond in het verwaarloosde huisje aan brak die het fundament zou worden voor een totaal zich wijzigend leven van Fransi. Heel nachtjes, heel schuchter werd er aan de voordeur geklopt en toen Fransi openmaakte, stonden twee kinderen buiten en boden dennetakken ter verkoop aan. Fransi had reeds een onvriendelijk ant woord op de tong. toen ze door den blik der kinderoogen. die zoo ontroerend kun nen zijn. getroffen werd. Eenise seconden lang streed ze met zichzelf, dan vroeg ze de kinderen naar een en ander ..Neen. een moeder bezaten ze niet meer. Vader was visscher. omdat hit den meesten tijd geen werk had: maar van beroep was hii opperman Als ze deze takken kwijt raakten zou Vader van het geld ook iets voor hen voor de Kerstmis kunnen koo- pen ..Weet Je wat", zei Fransi. door een plotselinge ingeving gegrepen. ..ik koop alle takken jullie af. Maar dan moet jullie mij helpen, mijn kamer er mee te versieren. JU melske kom met mil naar binnen en ju. iog loop gauw naar Vader en. als hU niet thuis is. naar een buurvrouw en zeg. dat ik jullie wel straks zelf zal thuis brengenWillen jullie dat?" Of zii het wilden! Weg was de jongen en in oogwenk was hij ook weer terug En toen. traden de kinderen een sprookjes land binnen. Allereerst was daar dan heerlUke. versche melk en beschuiten met honing. En daarna de versiering met ziin drieën van de 'groote kamer met denne takken. zoodat het er al heel gauw rook naar bosch en hars! Wat viel er al niet in het vertrek te bekUken! Daar zat wa rempel een papegaai op een stok en kon praten ..Knap zóó. knap zóó!" brabbelde hij aan dorp maar was verder gegaan om het nieuwe te leeren, door heel 't land en over de grens ook nog. En Giel kon praten. De Bergen hadden een zwUgzamen. stuggen aard. ook Steven Berg kwam een voorname plaats in kerk en vroedschap toe, maar in dat praatwerk was hU nooit erg thuis, stijf gezeten op zijn stoel gaf Steven weer wat hij op het hart had. met korte, afgebeten zinnen, recht op zUn doel af. Giel Govers niet. Die luisterde naar wat de anderen zeiden en dan kwam hij los, vlot pratend, slim wikkend, en weerleg gend wat niet in 't dorpsbelang was. Dan gebeurde het wel dat Berg hem afgunstig weersprak dat lukte hem niet best en wrokkend ging hU soms na de zitting een anderen kant om maar niet met Govers mee te loopen. Traag vloeit het bloed der boeren, on- verzettelUk is hun zin. gehard in den gang der werkzame getijden. En als zU wrokken ligt het heel diep verborgen in hun wezen; er moet heel wat gebeuren voor die haat naar buiten uitslaat en voor anderen ken baar wordt.Doch bij Steven Berg is dat kwaad even opgevlamd en van die paar seconden af is jarentange vijandschap ge bleven. Toen de oude burgemeester stierf en ren grav" was gedragen achter het verweerde kerkje, toen gingen spoedig in de vroed schap, en ook daarbuiten, stemmen op: Giel Govers, dat zou n beste burgervader één stuk door. Allerlei portretten hingen aan den muur en Fransi maakte hen op tal van dingen attent. In het slaapvertrek stond nog Fransl's kinderwlegje. nu opge vuld met oud speelgoed: poppen en een stal met beestjes en nog veel meer. Op het kleine naaitafeltje plaatste Fransi in een pot wat dennegroen en stak een paar kaarsen erbij aan en met de kindereen ging zij hiervoor zitten en zong met een zwakke stem: „Stille nacht, heilige nacht En de kinderen zongen mee. Nadat de kaarsen opgebrand waren, maakte zii de kleintjes klaar om naar huis te gaan maar tevoren trok zit de beiden naast zich op de canapé en vroeg hen. of ze terug wilden komen. Toen drukte het meisje haar kopje tegen Fransi's schouder aan en de iongen plukte aan een koekje. Beiden knikten alleen maar met het hoofd; iets zeggen ging niet al te best. Toen Fransi van de kinderen die ze thuisbezorgd had. terugkeerde, zag haar kamer er heel anders uit. Kindergelach scheen nog van de muren terug te kaat sen; warme dennegeur vulde de ruimte. Zij trad op Lorre toe en vroeg hem: ..En hoe vind jii dat. nu?", waarop Lorre zich krabde en antwoordde: .Knap zóó!" De dennetakken langs den muur bogen instemmend en het leek haar. alsof ook de oude portretten in de lijsten glimlach ten. Toen bleef Fransi midden in het ver trek staan als iemand, die tegen een ander iets wil zeggen en ze dacht: „Dit was mijn heiligste avond, dit is hij met recht, en wie weten wil. wat een heilige avond is dien antwoord ik: God: heeft niet gezegd, steekt kaarsen aan. zingt vrome lederen en deelt geschenken uit in den familiekring, doch Vrede zit op aarde, in menschen die van goeden wille ziin Dat wil zeggen, steekt lichtjes aan In donkere harten, opdat er licht in de duis ternis schtlne en vreugde binnen trede, voordat ongenaakbaarheid en vertwijfe ling er in postvatten" Zoo'n lange rede had Fansl in haar ge dachten nooit gehouden maar het deed haar zoo wonderlijk goed De woorden kwamen haar direct uit het hart; ze klon ken als klokken, die tot inkeer luidden. Op dezen bijzonderen avond geraakte ze heel innig met haar lot verzoend. De kinderen kwamen terug, keerden steeds weer. Toen het lente werd. hielpen ze de oude Fransi bij het bewerken van haar grond. En toen op zekeren dag hun vader, die geen vast werk vinden kon. naar Canada ging. keurde de voogdij-raad het goed. dat Fransi de beide kinderen tot zich nam. Met Paschen werden ze in een hoogere klas op school geplaatst en na verloop van jaren werden ze een paar flinke menschen. De vader keerde niet meer uit Canada terug. De oude Fransi zorgde wel voor hen. Dat, is nu al weer jaren geleden Op het oogenblik is Fransi een mager, verschrom peld vrouwtje maar als men haar vraagt, hoe zii aan die groote kinderen gekomen is. antwoordt ze stïalend: „God heeft mij die od een Kerstavond gezonden toen het in mijn kamer do&kterder was dan ooit". voor ons zijn! „Daar motten die hooge heeren van de regeering oor naar hebben", zei men openlijk, want Giel, die is 'n praatvaar van de bovenste plank en die weet z'n weetje wel." En de hooge heeren, ze hadden er ooren naar. In huis en hof. in herberg en in kerkeraad, overal kon men 't vernemen dat Giel Govers wel burgemeester worden zou. En niemand vond de keus niet goed. Behalve één.... Steven Berg. En nóg zou hij dien nieuwen wrok diep begraven gehouden hebben, als nietals Govers' Anne niet plots gestorven was. Drie dagen lag ze te bed, een snelle ziekte nam haar weg. 'tWas bijna niet te gelooven, zoo'n flinke vrouw, zei men in 't dorp. De be jaarde dokter mompelde het ook, die kon de vreemde ziekte welke vrouw Govers in 't graf bracht, niet best een naam geven. Daarom schreef hij maar „hartverlam ming" op 't sterf brief je. En dat vertelde hij in diep vertrouwen aan Steven Berg. waar hij heel zijn leven al over den vloer kwam. Hij vertelde het zoo onder een koffiepraatje. Maar Steven dacht er wrok kig het zijne van en toentoen is 't ge beurd. Op een boelhuis in de buurt, waar de koopers een stevige borrel gedronken had den. daar liet Steven met een slag op de tafel dit zware woord uit zijn mond val len. „Giel Govers, die helt z'n wijf doodge slagen. Zoo is 't! Omdat ze hem geen zo nen meer gaf. zooals d'n mijne.... Hij sloeg ze, hij sloeg ze veul, 'k heb 't zelf wel gezien.En nou is ze d'r an dood, de ziel. Dkt zeg ik." Dat woord ging snel rond, als een kwaad vlammetje. En op zekeren dag moest de dokter op 't gemeentehuis komen, daar was een heer uit de stad met andere hee ren en die vroegen hem scherp uit. Giel Govers werd ondervraagd en men ging graven op het kerkhof. Veel kwaad ge rucht kwam er om den boer en hoewel hij vrij uit ging.... burgemeester werd hij De omschrijvingen voor deze puzzle lui den als volgt: HORIZONTAAL: 1 Alg. erkende Chr. feestdag lafk.) 5 het vieren van een heuglijk feit 10 oorlogsgod (Gr. myth). 11 schaapkameel zonder vetbult 12 behoeftig 13 voegwoord van voorwaarde 15 voegwoord 17 pers. voornaamwoord 19 ontkennend voorvoegsel 20 naam van 2 verschillende werken van oud-IJslandsche literatuur 22 onderdeel der gemeente Epe 25 de 18e en 9e letter van het alphabet 27 lijn, slingerende als de stroom van dezen naam in Klein-Azié 29 loofboom uit het Middellandsche zee gebied 31 zandaal. een soort van spiering 3Z hoofddeksel 34 voorzetsel 35 als hor. 17 37 dichtbij 39 lomp 40 een klein kind 41 naam van een water bij een der Wad den-eilanden 43 wezen 45 als hor. 35 46 voorzetsel 47 vlegel, deugniet 48 pronk 50 als hor. 15 51 lijmerig spreken 53 totebel 55 hevig 56 titel (afk.) 58 getijde 60 figuur uit „Peer Gynt" 61 maat 63 als hor. 11 66 met iets ophouden 68 vulkaan op Midden-Java 71 oude vlaktemaat 72 nuttig mensch in de samenleving 74 heer 75 zeegoed (Gr. myth.) 77 herfstbloemen 78 fabelachtige monsters VERTICAAL: 1 voertuig 2 onderdeel van Sleen niet: om zoo een voornaam man mag geen smetje opspraak ooit geweest zijn. Zoo kwam die haat tusschen de Govers en de Bergen in de wereld. Nooit zochten die elkander op en vaak was er nijd tus schen de latere familiesover allerlei klein ge wrijf. Want de woningen en hun land, het lag tegen elkander en dat gaf ruzie wat in vrede geen zorg geven zou. Kerstavond Koud, snerpend joeg de wind over het land, dunne waterige sneeuwvlagen voor zich uit vegende-De klokken beierden vre dig over de huizen, daar buiten moest een Steven Berg scherp uitkijken om niet van den weg af te raken, in de kille donkere vaart. Dat was drie weken geleden ook ge beurd en toen zat hij met zijn beenen zoo verward in de fiets, dat iemand, die ge lukkig ook den smallen landweg langs de vaart passeerde, hem de hand moest ko men reiken. „Dank-ie", had Berg gezegd. Meer niet. Want die hem uit het water hielp was een Govers In diens woning brandde nu een Kerst boom, je kon 'iet van verre zien. Bij de Bergen nooit, die vonden dat steedsche malligheid. Steven trapte zich moe tegen den feilen wind. Hij stapte af. 't Laatste eind kon hij wel loopen. Plots bleef hij stijf staan. Was dat de Kerstboom wel, dat geflonker tusschen de boomtakken om de Govers-hoeve? Een vlam sloeg uit. En nog een. Nu hoorde hij een zwak geknetter. Haastig sprong de boer op 't zadel, trapte de pedalen bijna stuk. En hij, die altijd met een wijden boog om die hoeve heen liep, stapte nu weldra met zware schreden dat erf op. Waar huilend en bibberend van koude de kinderen samenschoolden, in de rosse gloed van overal hoog oplaaiende vlammen Zonder een woord teveel zei Steven: „ga naar ons" en meteen snelde hij naar de stallen om Govers te helpen 3 muzieknoot 4 stoomschip (afk.) 6 lengtemaat 7 veel-gebruikte afkorting 8 onderofficier In het leger (afk.) 9 bepaalde hoeveelheid of gewicht 12 zonder tusschenruimte of poozen 14 vindt men in elke stad en dorp 15 gemeente in Gelderland 16 zot 17 brok 18 bier 19 algeheele verandering 20 loot 21 de dato (afk.) 23 als hor. 37 24 schilderstuk 26 de hooge hiervan worden In ons land steeds minder 28 reeds 30 de le en 10e letter van het alphabet 31onderschragen 33 stad in Denemarken (laatste letter ver dubbelen) 35 meisjesnaam (afk.) 36 als vert. 18 37 drinkschaal 38 boezemwater in Zuid-Holland 41 Vindt men veel in Oisterwijk (N.-Br.) 42 stand van de maan (afk.) 44 marterachtig roofdier 47 als vert. 3 49 laatstleden (afk.l 52 afkorting op visitekaartjes 54 twee klinkers 56 doet de mensch om. te leven 57 onbepaald voornaamwoord 58 priem 59 dorp in Friesland 61 niet dik 62 putemmertjes 64 deel van het jaar 65 ternauwernood 66 groot vaarwater bij Denemarken 67 trede 69 haven van Guam (Ver. St.) 70 soort van mijt 71 dient om te snijden 73 straat (Fr.i 74 familielid (vr.) 76 De 19e en 14e letter van het alphabet. Na Kerstmis zal door ons de oplossing worden gepubliceerd. q de koebeesten te bevrijden. Zwijgend werk ten de mannen naast elkaar En toen de hoeve één smeulende zwarte puinhoop was, stond Govers' vee veilig ge borgen in de stallen van Steven Berg. En in de groote opkamer waar haast nooit iemand kwam, daar brandde de kachel en schonk Berg's vrouw warme slempmelk voor de kinderen, haar kinde ren en die van Govers. De oude Statenbijbel kwam op tafel en Steven las, hortend en stootend, tot hij het boek naar Govers schoof en zei: „Hier, lees jij verder man, want jullie zijn vlugger van praat. Da's van ouds zoo En toen de ergste schrik voorbij was en de kinderen reeds sliepen, toen kwam er een wonderlijke vrede in de kamerDe vrouwen luisterden stil naar Gover's ver haal van den brand. Steven rookte zijn pijp, zwijgend als een Berg. Maar eindelijk deed hij zijn mond toch open en zei, zwaar zuchtend: „D'r is lang nijd tusschen ons geweest, man. Jou heeft het ongeluk getroffen. Goddank zijn vrouw en kinders en ook de beesten nog, ge spaard. Die kan je hier laten, geen zorg. Uit de verzekering zal je woning er weer gauw staan, dat gaat vlug tegenswoordig. Maar nou denk ik, 't is wonderlijk be schikt, dat ongeluk. Want als 't niet ge beurd was zaten we nooit zóó goed bij mekaar.op Kerstavond. Govers knikte. „Vrede op aarde", mom pelde hij zacht. En op dat oogenblik vonden twee harde, vereelte handen zich in een vasten, veel- zeggenden greep. (Nadruk verboden). 2—3 HET BEZOEK VAN HET KERSTMANNETJE, OF: WIE NIET STERK IS, MOET SLIM ZIJN (Ontleend aan: „Die Grüne Post). O (OORSPRONKELIJKE KERSTSCHETS).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 10