EPARATIE tbender Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur J6«te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 17 December 1935 Derde Blad No. 23231 De heer Ernst. H. Krelage benoemd tot eere-voorzitter GEMENGD NIEUWS. FINANCIEN. VBAGENRUBRIEK. r (Vervolg van gisteren) In de middagzitting van de Alg. Ver- aniging v. Bloembollencultuur nam de scheldende voorzitter, de heer Ernst H. krelage afscheid. Nadat de heer en mevrouw Krelage en ie heer Krelage Jr. zijn binnengeleid door den heer Voors. spreekt de heer Valke- rjng. ondervoorzitter der vereeniging, den scheidenden voorzitter toe. De heer Ernst H. Krelage. De algem. vergadering, zoo zegt spr„ beeft zooeven het besluit genomen U te benoemen tot eere-voorzitter der veree niging. Uw gave om onze vereeniging tot bet nemen van verstandige besluiten te krengen, kwam in een lange reeks van jaren tot uiting bij de voorbereiding van deze vergaderingen. Nadat de heer Krelage het eere-voorzit- terschap heeft aanvaard, vervolgt de heer J. Valkering zijn rede. „U hebt nooit uw rertrouwen in de toekomst van het vak verloren; het schip der vereeniging, waar voor wijlen uw vader den koers had be- is door u met vaste hand bestuurd. Bijna 28 jaar is u de woordvoerder, ver tegenwoordiger en pleitbezorger der ver- teniging geweest. Steeds hebt u voor de belangen van het vak op de bres ge- itaan. Door uw heengaan lijden wij een poot verlies, doch wanneer wij bedenken ïat juist in deze laatste jaren op uw ghouders heeft gerust, dan moet de dank voor al uw toewijding grooter zijn. dan os zelfzuchtig verlangen om u nog lange 'iitn voor de vereeniging te behouden. Vervolgens releveert spr. eenige belang rijke momenten uit het vereenigingsleven, v o. de stichting van een eigen gebouw, ie tentoonstelling van 1925, het groote aandeel van den heer Krelage In de be- iprekingen over de wijze, waarop de be ogen in Amerika moesten worden be hartigd. Gaarne vertrouwde ieder u de leiding toe, omdat u boven de partijen hond en omdat u het overbruggen der partijen verstond. Namens de leden biedt spr den voor ster diens portret in pastel aan, ge schilderd door den heer Mendlik, en voor het gebouw groote foto's van de drie 'oorzitters, die in den loop der 75 jaren ie vereeniging presideerden. Vervolgens spreekt de waarnemend di recteur-generaal van den landbouw, mr. Vintermans, den heer Krelage toe. Spr. roemt den scheidenden voorzitter een barkante, doelbewuste figuur, die nooit heeft nagelaten dat wat hij goed voor het bloembollenvak achtte, met hand en tand te verdedigen. Van jongsaf kende hij dit hoeilijke vak, dat hij in al zijn uitingen kende Moge ook de nieuwe voorzitter op eren krachtige en markante wijze de be- iangen van deze vereeniging behartigen. Na den scheidenden voorzitter en zijn familie zijn beste wenschen voor de toe komst te hebben aangeboden, eindigde 'pr. zijn warmgestemde rede. Dan is het prof. dr. E. van Slogteren, die den heer Krelage toespreekt. U mijn heer Krelage. zijt met en in ons vak groot ïeworden. Het is u gegeven geweest, aldus spr, om uw beste krachten aan onze 'aderlandsche Bloembollencultuur te mo ten geven als haar leider in heugelijke en hi sombere tijden. Bovenal zijn wij u dankbaar voor de wijze, waarop het Jak in binnen- en buitenland door u is hooggehouden Uitvoerig releveert spr. de groote ver wenste van den heer Krelage op weten schappelijk gebied. Prof. Van Slogteren bood den schei- benden voorzitter de groote gouden eere- bedaille van het Nicolaas Damesfonds aan. u hebt reeds vele onderscheidingen, joowel in het binnenland als uit het bui tenland ontvangen. Toch geloof ik al dus eindigde spr. dat geen dezer vele onderscheidingen beter in staat is uw- 'avenswerk te bekronen, dan deze Dames- hiedaille, die den naam draagt van een har beste zonen van het Bloembollenvak. Namens de grootste en oudste afdee- hng. Hillegom, spreekt de heer W. Jonk- haar, die uitvoerig de veelzijdige kennis Jan zaken en bekwame leiding van den haer Krelage belicht. •'Wij zijn er van overtuigd, dat ge ons tiet geheel zult verlaten en dat ge ons Jok in de toekomst met raad en daad '4r zijde zult staan," zegt spr. Moge u mag vele jaren van een welverdiende rust «Weten te midden van uw gezin. Na deze hartelijk" huldigende woorden van de zijde van de -creeniging houdt de voorzitter zijn afscheidsrede, voorafgegaan door een woord van dank tot de sprekers voor hun hartelijke woorden en blijken van waardeering. „Op dezen dag vervult mij, aldus spr., een gevoel van groote dankbaarheid dat het mij gegeven is geweest sinds 1904 als hoofdbestuurslid en sinds 1907 als voor zitter. met een korte onderbreking, de vereeniging tc hebben mogen dienen. Ik ben U erkentelijk voor het vertrouwen dat gij bij mijn eerste verkiezing en bij mijn periodiek aftreden mij steeds met opmer kelijke eenparigheid hebt willen schen ken. Dit vertrouwen legt zware verant woordelijkheid op, maar verleent ook grooter gezag aan het voorzitterschap. Het is steeds mijn streven geweest van dat voorrecht gebruik te maken tot ver grooting van het prestige der vereeniging. en haar niet alleen te handhaven in de waardeering der openbare machten en anderen, maar zoo mogelijk haar een steeds belangrijker plaats onder de orga nisaties op tuinbouwgebied te doen in nemen. Het is mijn vaste overtuiging, dat de vereeniging die plaats zal weten te hand haven, als zij zich steeds voor oogen houdt, dat alleen door eendrachtige sa menwerking van alle belanghebbenden bij teelt en export de machtige invloed verkregen en behouden kan worden, die de regeeringsorganen van de noodzakelijk heid van bepaalde maatregelen kan over tuigen. Wanneer in vele opzichten met dank baarheid kan teruggezien worden op de ontwikkeling en vooruitgang der vereeni ging tijdens de laatste kwarteeuw van haar bestaan, dan bekruipt mij daarbij toch een gevoel van onbevredigdheid. Naast talrijke belangrijke besluiten en maatregelen van erkend en blijvend nut voor het geheele vak, bleven andere m. i. niet minder noodige voorzieningen ach terwege. Ik heb hierbij met name het oog op de nog steeds hangende reorganisatie der vereeniging, waartoe tien jaar geleden een uitgewerkt schema aan de orde werd gesteld. Het stuitte toen af op de gehecht heid aan den bestaanden toestand en vrees voor een onbekende en onzeker ge achte toekomst. Ik heb mijzelf steeds ver weten. deze organisatie niet met meer kracht te hebben doorgezet, omdat zij naar mijn vaste overtuiging, indien zij ge slaagd ware, ons bij de uitvoering der saneringsmaatregelen voor veel ellende zou hebben behoed. Immers het zou dan niet mogelijk zijn geweest, die maatrege len aan nieuw te vormen „centralen" bui ten het verenigingsverband op te dragen, omdat de in de vereeniging verwezenlijkte centralisatie van alle belangen en alle belanghebbenden haar beter dan elk ander lichaam in staat zou hebben gesteld de saneeringstaak te vervullen. Maar ook afgezien van de saneering ware een reorganisatie van het vereni gingswezen door concentratie zeer ge- wenscht, ter vereenvoudiging van admini stratiekosten, ter bevordering van effi ciency en ter besparing van dubbele uit gaven voor de vakgenooten. Elk overbodig afzonderlijk secretariaat verzwaart de las tpn. elk overbodig vakblad de advertentie kosten voor het bedrijfsleven. Vooral in dezen moeilijken tijd moet elke noodelooze uitgaaf het bedrijfsleven bespaard blijven. Er blijft dus voor mijn opvolger en het hoofdbestuur nog een overvloed van nuttig werk te doen. Ik hoop dat hun steeds de kracht en de wijsheid moeen deelachtig zijn, noodig om hun taak tot heil van het bloembojlenvak in zijn geheelen omvang te vervullen. Ik wensch de vereeniging toe. dat de sa neringsmaatregelen zoo spoedig de om standigheden naar het oordeel van de overgroote meerderheid der vakgenooten dit zullen toelaten, geleidelijk mogen ver dwijnen, en dat aan het vak verdere be perkende overheidsbemoeiingen ten op zichte van teelt en handel, na opheffing der saneeringsmaatregelen mogen bespaard blijven: want. hoe aanlokkelijk de aange kondigde theorieën ter vermeerdering der algemeene welvaart ons worden voorge steld, in de praktijk dreigen zij neer te ko men op achterstelling van de meest ener gieken ten koste van de triumpf der mid delmatigheid. Dit schijnt mij niet alleen in strijd met de menschelijke natuur, maar ik zie hierin een zeer onverkwikkelijk vooruitzicht voor de toekomst van ons be drijf, dat steeds in zün geheel voordeel heeft getrokken van hetgeen de pioniers zoowel op het gebied der teeltverbetering als op dat van exportuitbreiding door energie, initiatief en inzicht hebben weten te bereiken. Deze baanbrekende eigenschappen heb ben de vakgenooten weten te behouden, ook in dezen permanent geworden depres- sietijd, en niet 't minst daardoor is. on danks de invoerbelemmeringen in het bui tenland. de hoeveelheid uitgevoerde bloem bollen op peil gebleven: een zeer hoopvol verschijnsel, dat een brevet van onmis baarheid aan onze bloembollen verleent. Ik wensch het vak verder toe, dat het gespaard moge blijven voor toenemende verplaatsing der cultuur naar het buiten land. Tot dusver zijn de gevolgen van die verplaatsing nog niet ernstig en het is voorshands zeer twijfelachtig of het suc ces voor zoover het de productie van voor den handel bruikbare bollen betreft even groot zal zijn als dat de bolbloementeelt. Toch behoort men bi.i het vaststellen van welken maatregel ook. steeds bedacht te zijn op vermijding van alles, wat de hand having of uitbreiding der bollenteelt in het buitenland zou kunnen bevorderen Zoo gaarne zou ik gezien hebben, dat mijn afscheid van de vereeniging had kun nen plaatsvinden onder een wolkenloozen hemel en na herstel van normale toestan den in ons bedrijfsleven. Dat dit helaas niet het geval heeft mogen zijn. mag mij toch niet weerhouden om uitvoering te geven aan mijn reeds vijf jaar gele den U medegedeeld besluit om thans het voorzitterschap neer te leggen. Ofschoon gelukkig geen ouderdomsgebreken mij hiertoe dwingen, is toch beperking van werkzaamheid voor mij noodzakelijk. Al zijn de tijdsomstandigheden moeilijk, ik laat de vereeniging niet achter als een zinkend schip. Integendeel, zij heeft zich krachtig in de branding weten te hand haven; haar financieele toestand baart geen zorg en onder vastberaden en wijs beleid zal de vereeniging zich niet alleen kunnen handhaven, maar haar taak tot heil van het vak steeds zien toenemen. Mijn innigste wenschen vergezellen haar daarbij U allen dank Ik hartelijk voor Uw medewerking en trouw, in 't bijzonder de meer dan 50 leden van het hoofdbestuur met wie ik achtereenvolgens heb mogen samenwerken, en wier initiatief en advies voor de vereeniging van zoo groote betee- kenis zijn geweest. De prettigste herinne ringen zal ik bewaren aan de bijna dage- lijksche samenwerking en besprekingen der vereenigingsbelangen met onzen niet genoeg te waardeeren alg. secretaris-pen ningmeester. die in 1921 onzen betreurden Wentholt opvolgde, met wien persoonlijke vriendschapsbanden mij verbonden. In de eerste jaren van mijn voorzitterschap mocht ik putten uit de rijpe ervaring van wijlen den heer Joh. de Breuk, die toen reeds sinds 1879 aan de administratie der vereeniging zijn gewaardeerde krachten had gewijd. Aan het voorzitterschap eener vereeni ging als de onze is het voorrecht verbon den van ambtelijk contact met tal van hooge autoriteiten. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan de opeenvolgende minis ters aan wie de zorg over de landbouwbe langen was toevertrouwd, de directeuren- generaal en de inspecteurs-hoofdambtena ren van de directie van den landbouw als mede aan hoofdambtenaren van enkele ar.dere departemeten. op wier medewer king tep behoeve van onze belangen zoo menigmaal met gunstig gevolg een beroep werd gedaan Uit mijn afscheid van deze vereeniging vloeit voort dat de band met andere orga nisaties, welke daarin zijn oorsprong vindt tegelijk verbroken wordt. Ik bewaar een prettige herinnering aan den gemeen- schappelijken arbeid met de afgevaardig den der andere vereenigingen op ons ge bied in het Centraal Bloembollen Comité, aan de vergaderingen der Commissies voor dc Nomenclatuur en der Bloemenkeurin- gen. der Commissie voor het Wetenschap pelijk Onderzoek en voor de Onpersoon lijke Reclame, verder aan het contact met de dagelijksche leiding van den Bond van Bloembollenhandelaren en het Hollandsch Bloembollenkweekersgenootschap, alsmede met die van het Scheidsgerecht voor den Bloembollenhandel. Uit den aard der zaak zijn mijn herinne ringen zeer levendig aan den Ned. Tuin- bouwraad, aan de totstandkoming waar van ik vijf jaar heb medegewerkt en wier dagelijksche leiding ook van den onder voorzitter gedurende tal van jaren zeer veel tijd vorderde Helaas heeft deze orga nisatie door de tijdsomstandigheden in de laatste jaren haar omvang en werkzaam heid sterk moeten beperken. Hare hand having is echter volstrekt noodzakelijk en ik vertrouw dat de Algemeene Vereeniging hiertoe steeds hare medewerking zal wil len verleenen. Aan de vele tentoonstelling in het bin nen- en buitenland, aan de voorbereiding waarvan ik heb mod ér, medewerken, be waar ik zeer levendige herinneringen. De prettige samewerking met de vertegen woordigers van andere centra, in 't bijzon der met Aalsmeer en Boskoop zal mij steeds bijblijven. De luisterrijke reeks van zegepralen van onze collectieve Neder- landsche tuinbouwinzendingen in het bui tenland is helaas tengevolge van den eco- nomischen waanzin der wereld afgebroken Maar mocht eenmaal het gezond verstand in het economisch Europa weer een kans krijgen, dan zal het vlagvertoon van onzen tuinbouw met succes kunnen worden her vat. Tot drie maal heb ik mogen medewer ken aan onze tienjaarlijksche groote ten toonstellingen (1910192519351, die niet alleen een enormen vooruitgang beteeken- den op de oude vijfjaarlijksche zaalten toonstellingen. maar ook elk telkens weer de vorige overtroffen. De vereeniging heeft daarmede het woord van mijn vader in toepassing gebracht, toen hij de jongeren aanspoorde steeds te streven naar een hooger peil dan door de oudere generatie had kunnen worden bereikt Met den wensch. dat dit de vereeniging gegeven moge zijn haar streven naar het best be reikbare steeds met goeden uitslag be kroond te zien, zeg ik u allen nogmaals hartelijk dank voor uw vriendelijke gevoe lens. Het ga u allen wel! Na deze officieele huldiging recipieerden de heer en mevr. Krelage in de met bloem stukken versierde bestuurskamer. Vele autoriteiten, leden van corporaties en par ticulieren maakten van deze gelegenheid gebruik om afscheid van den heer Krelage te nemen als voorzitter der Algem Vereen, voor Bloembollencultuur. De heer Krelage ontving nog brieven van waardeering van de oud-minister dr. F. E. Posthuma en jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, en den secretaris-generaal van Economische Zaken en Landbouw en Visscherij. HET TEKORT BIJ DE GRONINGSCHE ORKESTVEREENIGING. Het zal worden aangezuiverd. In verband met de aanhouding van den wethouder van Groningen, den heer N. de J„ die zich als administrateur van de Groningsche Orkestvereen. heeft schul dig gemaakt aan malversaties in de boe ken van het Pensioenfonds van dit insti tuut. vernemen wij, dat er groote kans be staat. dat het tekort ad f. 10.000 van par ticuliere zijde wordt aangezuiverd. Vast staat in elk geval, dat de Groningsche Orkestvereeniging geen financieele schade zal lijden. BRAND IN EEN HOUTDRAAIERIJ TE GRONINGEN. DE RIJKSMIDDELEN IN NOVEMBER- In November bedroeg de opbrengst der Rijksmiddelen f. 29.997.104.tegen f. 32.536.469 in November 1934. Over de eerste elf maanden brachten de Rijksmid delen f. 335.021.904 op tegen f. 325 843.257 in hetzelfde tijdvak van 1934. Op ultimo November was in totaal f. 95.761.339 aan aanslagen in de directe belastingen op de kohieren gebracht voor den dienst J935 tegen f. 88.504.759 op den- zeifden datum van 1934. H. C., te L. Rosenthaler porcelein is ons onbekend. Wat niet zeggen wil. dat het niet bestaat. Want gedurende de 18e eeuw werd de porceleinfabricage die voor Duitschland van Weenen en van Meissen uit. haar uitgangspunt vond, daar in tal van plaatsen beoefend. Zeer beroemd is het Frankenthaler porcelein, tusschen 1755 en 1800. Kan er ook naamsverwisse ling hebben plaats gehad? Frankenthaler porcelein is in ons land niet in overgroote hoeveelheid te vinden. Het geheele pand afgebrand. Vannacht om één uur werd door een surveilleerend majoor van politie brand ontdekt in het perceel Pelsterstraat 28, te Groningen, waarin is gevestigd de hout- draaierij van de firma W. Folkers. Het vuur breidde zich snel uit in de lichtont vlambare voorwerpen, zoodat binnen een minimum van tijd het geheele perceel in lichterlaaie stond. De bewoners van het huis. die boven woonden moesten hun wo ning in nachtgewaad verlaten. De brand weer bestreed het vuur met zes stralen en had binnen drie kwartier den brand bedwongen. Het geheele perceel is in de asch gelegd. Een begin van brand in de aangrenzende woning kon worden be dwongen. dank zij de omstandigheid, dat op het dak een dikke sneeuwlaag lag. De oorzaak van den brand is niet bekend. Verzekering dekt de schade. DE STRIJD TEGEN DE ZWENDELBANKEN. Onvermoeid zet de politie te Amsterdam haar strijd tegen de zwendelbanken voort. In de laatste veertien dagen zijn met groot succes Invallen gedaan bij drie ban ken aldaar. Bergen papier en boeken zijn in beslag genomen om de ingewikkelde manipulaties der heeren zwendelaars nauwkeurig vast te leggen. In de meeste gevallen worden deze banken, zooals men weet, gedreven door stroomannen. terwijl de eigenlijke bezitters achter de schermen blijven en veelal in het buitenland ver toeven, om zich op deze wijze aan de ge rechtigheid te onttrekken. Gisteren echter heeft de centrale re cherche en wel die der afdeeling, die zich thans speciaal bezig houdt met deze zwen- del-affaires, op last van justitie de hand gelegd op een Duitscher. die in Rotterdam vertoefde, en directeur was van een der zwendelbankjes in de hoofdstad. De man is in het hoofdbureau van politie opgeslo ten. Hij zal ter beschikking van de justi tie worden gesteld. Zoo is dus thans de tijd genaderd, dat ook de werkelijke eigenaars van de ge vaarlijke banken, waaraan zoo menig goedgeloovig burger zijn laatste spaarpen ningen is kwijt geraakt, tegen de lamp loopen. BRAND IN TANKSCHIP. In den nacht van Zondag op Maandag is aan boord van het Deensche tankschip „Jane Maersk", dat in een der dokken van Wilton-Fijenoord te Rotterdam was ge dokt, brand uitgebroken. Bij het vernieu wen van platen geraakte bij het afbran den van nagels een hoeveelheid vet in het dok in brand. Het vuur sloeg over naar den bodem van het tankschip, waarop nog resten olielading lagen Direct na het uit breken van den brand werd groot alarm gemaakt. Behalve de volledige brandweer van Schiedam was ook een drijvende brandspuit uit Rotterdam aanwezig. Door het laten zakken van het dok. waardoor het onderste gedeelte van het schip onder water kwam te staan, is het vuur ge bluscht. De schade is niet zeer groot. BALDADIGE JEUGD. Profiteerend van de eerste sneeuw in dit seizoen, heeft de straatjeugd van Rotter dam haar winterpret bot gevierd door ongeveer 2000 straatlampen stuk te gooien. Verscheidene straten stonden den geheelen avond in het donker. Dit vandalisme kost de gemeente f.3500. RECLAME. 4234 Klinkt Uw piano w«l goed? Misschien een kleinigheid niet "'w in o.rdel Wij begrooten gratis de tiflR fl kosten voor vakkundige reparatie* ,1 ~l I p.r HOOGEWOERD 90 ONTPLOFFING TE HEYTHUYZEN. Omstreeks elf uur gistermorgen is in de smederij van den heer Snijders te Heyt- huyzen een ernstige ontploffing gebeurd met een laschapparaat. waarbij de 25-ja rige landbouwerszoon W. Boonen, zwaar is gewond. Dr. Smits, die spoedig ter plaatse was, verleende de eerste hulp en liet het slachtoffer op verzoek van de familie naar de ouderlijke woning vervoeren, daar de toestand hopeloos was. De landbouwer Boonen was gistermor gen naar de smelterij van Snijders gegaan. Terwijl de smid in zijn woning was heeft Boonen een gloeiend stuk ijzer in den carbid-ketel, die bevroren was. gestoken, waardoor de ontploffing is ontstaan Stuk ken van den ketel troffen het slachtoffer in het gelaat, die zwaar verminkt en badend in zijn bloed werd aangetroffen. Het droevig ongeval heeft groote opschud ding in het stille dorp gebracht. (De Tel.) VAN DEN WAGEN GEVALLEN. De 70-jarige voerman J. Penning uit Veendam, is gistermiddag, toen hij met paard en wipkar op weg was naar Meeden. door onverklaarde oorzaak van den wagen gevallen en er onder geraakt. Hij werd dood opgenomen. INBRAAK TE VUGHT. Toen eergistermiddag in de woning van de familie H. aan de Taaistraat te Vught tijdelijk niemand aanwezig was, heeft een inbreker, die van de situatie klaarblijkelijk goed op de hoogte was. van de gelegen heid geprofiteerd om zich door inbraak toegang te versohaffen. Toen de bewoners thuis kwamen, kwam men tot de ontdek king, dat een groote hoeveelheid tafel zilver. ter waarde van f. 564.was ver dwenen. Van den dader ontbreekt tot nu toe elk spoor. OUDE MAN GEKNEVELD. Te Koudekerke (Walcheren) zijn twee personen binnengedrongen in de woning van 'n 74-jarigen man. Na den man den mond te hebben dicht gestopt, hebben de Indringers de woning doorzocht, waarna ze met een kistje, waarin zij stukken van waarde aanwezig vermoedden, verdwenen. Het. kistje bevatte echter slechts stukken van zeer geringe waarde en is nog den zelfden avond teruggevonden op den weg 1 van Koudekerke naar Vlissingen. (Msb.) BUITENLANDSCH GEMENGD. EEN BLOEDBAD AANGERICHT. Te Los Angeles heeft een arbeider, die te werk gesteld was geweest bij de werkverschaffing doch daar ontslagen was, een waar bloedbad onder zijn vroe gere mede-arbeiders aangericht. Hij dood de met zijn repeteergeweer vier hunner, terwijl drie arbeiders ernstig gewond wer den. Na zijn vreeselijke misdaad trachtte hij te vluchten, doch hij werd door de politie overweldigd en weggevoerd. Slechts met moeite kon men voorkomen, dat hij door de arbeiders der werkverschaffing gelyncht werd. BRAND IN EEN KLOOSTER. In het Franciscaner klooster te Riet bergen bij Munster, is door onbekende oorzaak brand uitgebroken. De brandweer van zes omliggende plaatsen rukte uit, doch kon niet verhinderen, dat de dak verdieping volkomen verwoest werd. Wat niet door het vuur verwoest werd, is ern stig door het water beschadigd. Het kloos ter, dat in 1721 gebouwd is, bevatte groo te kunstschatten en een kostbare biblio theek. die voor het grootste deel konden worden gered. De klokketoren is ingestort. Tegen middernacht was men den brand nog niet meester. ZWARE SNEEUWSTORM OP IJSLAND. Volgens berichten uit Reykjavik heeft boven het westelijk deel van IJsland een zware sneeuwstorm gewoed. Drie vis- schersvaartuigen met een bemanning van in totaal tien koppen, worden vermist: men vreest, dat zij vergaan zijn. HAAR MAN ALS INBREKER GEDOOD. Te Bourg en Bresse (Frankrijk) heeft in den afgeloopen nacht een zonderling voorval plaats gehad. Een vrouw, die met haar dochter van een bal thuiskwam, leg de zich in een andere kamer ter ruste, om haar man niet te storen. Tegen vier uur echter keerde de man. die zijn een zaamheid blijkbaar niet had kunnen ver dragen, en ook was uitgegaan, naar huis terug. Toen hij 't huis binnentrad, meen de de vrouw met een inbreker te doen te hebben. Zij loste verscheidene revolver schoten op haar man, die tengevolge daarvan overleed. LIJK VAN OVERSTE FAWCETT GEVONDEN? Uit Cuyaba in Brazilië wordt gemeld, dat lp de Matto Grosso het lijk van een blanke is gevonden, waarvan men ver moedt, dat het 't stoffelijk overschot is van den ongeveer tien jaar geleden ver dwenen Engelschen onderzoekingsreiziger, overste Fawcett. Het lijk werd door telegraafarbeiders gevonden nabij een dorp, dat bewoond wordt door inboorlingen van den Cha- vantestam. Alle teekenen wijzen er op, dat het slachtoffer door inboorlingen is gedood en gescalpeerd. De geruchten omtrent overste Fawcett zijn nooit geheel verstomd. In 1928 ge loofde men eindelijk zekerheid te hebben, dat hij nog in leven was en werd een En- gelsche expeditie uitgezonden, die echter geen spoor van hem vond. KAPITEIN LAAT SCHIPBREUKE LINGEN AAN HUN LOT OVER. De kapitein van de tankboot „Sovjet" pikte in de Kaspische Zee de bemanning op van een ander schip,' dat schipbreuk had geleden, doch om onbekende redenen besloot hij zich van de schipbreukelingen te ontdoen en liet hij hen in een sloep aan hun lot over. De sloep strandde, waarbij vier inzit tenden verdronken. Er wordt een onder zoek ingesteld. BIJ HET SCHAATSENRIJDEN VERDRONKEN. Onder een aantal schaatsenrijdende kinderen bij Halmstadt (Zweden) is het ijs bezweken. Twee meisjes en hun vader, die ziin kinderen wilde redden, zijn ver dronken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9