Beëediging reserve-luitenants van het corps Mariniers - De
DE 0NBU1GZAMEN
76"' Jaargang LEIDSCH DAGBLAD c Tweede Blad
FEUILLETON.
EEN STANDBEELD VOOR KONING CAROL KONING GEORGE VAN GRIEKENLAND (RECHTS) tijdens
II VAN ROEMENIE dat op een van de inspectie van de artillerie, ter gelegenheid van het St. Barbefeesfc
grootste pleinen in Boekarest zal verrijzen. in Athene.
HET IIOLLANDSCHE VOETBAL-ELFTAL TRIOMFEERT IN DEN IERSCHEN VRIJSTAAT. Spelmoment tijdens deq
wedstrijd IerlandNederland, Ingooi voor
Nederland.
BEëEDIGING VAN RESERVE-LUITENANTS VAN HET CORPS MARINIERS
te Rotterdam op heb Schuttersveld. De eed wordt afgenomen door kolonel Dorren.
DL INTERNATIONALE LOOTCONFERLNTIE IX DE LOCARNO-ZAAL VAN TENGEVOLGE VAN DEN ZEER ZVVAREN MIST strandde in den nacht van Zondag op Maandag aan do kust bij Egmond de
HET FOREIGN OFFICE IN LONDEN. In het midden de Engelsche premier Zweedsche houtboot Diana", welke op eigen kracht weer vlot kwam. De boot met de
Baldwin met de leden van de Britsche delegatie. ter assistentie uitgevaren sleepbooten.
laar het Engelsch van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. H.
12)
Wat wil hij nu?" mompelde Bew. „Daar
>an immers niemand tegen op?"
En toch wil het beest naar boven", zei
bridge. „Zou die oude vrouw er dan toch
'tfenop geklauterd zijn?"
„Probeer eens naar boven te komen,
«w". zei Louis. „Je bent nog al lenig!"
Met behulp van Ravidge wist Bew naar
toven te komen en eenmaal daar, begreep
J'i opeens, waarom Miriam het gewaagd
tad zulk een klimpartij te ondernemen,
van dat punt Immers kon ze de geheele
Jallei overzien. Daar had ze zoowel 't oude
kasteel als het nieuwe huis van Oliver aan
haar voeten. Daar zou ze de uitwerking
van haar wraakplan het beste kunnen
"verzien.
Maar noch van de vrouw, noch van het
t;nü was een spoor te ontdekken. Bew liet
hel licht van zijn lantaarn over den grond
eehijnen, zoekend naar mogelijke voet-
kappen Toen viel het hem op, dat er een
nieuwe breuk in de rots was te zien, alsof
sort geleden een stuk er van was aïge-
t'okkeld en omlaag gestort. Op zijn
«lieën kroop hij naa; den rand en keek
"over heen. E11 in het vale licht van zijn
'fitaarn meende hij iets te zien, dat hem
schrik bijna deed verstijven. Dertig
•™'t beneden de plaats, waar hij knielde,
lag een donkere massa. Hij klauterde da
delijk terug naar de plek, waar Ravidge en
Louis op hem stonden te wachten.
„Ik geloof vast, dat het oude mensch
daarboven op is geweest en naar beneden
is gestort, doordat een stuk van de rots is
los geraakt", zei hij. „In de diepte heb ik
iets zien liggen, wat veel op een hoop
kleeren gelijkt. Maar als zij dat werkelijk
zou zijn, wat is er dan van het kind ge-
v/orden?"
De drie mannen zagen elkaar aan en
onwillekeurig keken ze alle drie naar Oli
ver, die een eindje verder op stond.
..Kunt u uw vader hier niet wegkrijgen,
mijnheer?" vroeg Ravidge. „Hij moet er
niet bij zijn, als Bew naar beneden- gaat
klauteren".
„Goed. Als je wat vindt, fluit dan twee
maal Neem je den hond mee, Ravidge?"
Oliver was intusschen met Rawlinson het
pad, dat naar omlaag in de vallei voerde,
opgegaan. Zoodra de hond op dat pad
kwam, begon hij plotseling zoo hard aan
zijn riem te trekken, dat Ravidge hem
nauwelijks houden kon.
Louis had juist zijn vader ingehaald,
toen boven van de rotsen tweemaal werd
gefloten. Terstond keerde hij op zijn schre
den terug en had spoedig de plek bereikt,
waar Bew stond.
„Ze is het!" fluisterde Bew. „Morsdood!"
„Weet je dat zeker?" vroeg Louis.
„Ze is met een rotsblok mee omlaag ge
vallen Half verpletterd".
„En het kind?"
„Nergens iets van te zien. mijnheer!"
verzekerde Bew stellig.
„Zeg niets over het kind tegen vader!"
waarschuwde Louis, toen Oliver naderbij
kwam, om te zien, wat er aan de hand was
„Wat hebben jullie daar?" vroeg hij.
„Waarom blijven jullie zoo achter?"
„Vader" zei Louis, „die oude vrouw ligt
daar.aan den voet van die rotsen. Ze
is omlaag gestort dood...
Een oogenblik stond Oliver stil met be
vende knieën, maar hij herstelde zich da
delijk en zei hard en beslist: „Met dat
doode mensch heb ik niets te maken. Ik
moet weten, waar mijn kleinzoon is.Die
hond heeft een spoor gevonden. Laten we
hem volgen!.... Maar ja.... als zij daar
ligtwaarom wil dat beest dan eigen
lijk verder?"
„Ik zou zoo denken", mengde zich Bew
ln het gesprek, „dat ze den kleinen jongen
eerst ergens naar beneden gebracht heeft
en toen zelf weer naar boven is geklom
men. Dat zou ook verklaren, waarom die
hond daarboven zoo onzeker liep te snuf
felen Laten we hem nu in elk geval
maar achterna gaan.... dan komen we
misschien te weten, waar ze geweest is,
voordat ze op dat rotsblok klom,mis
schien vinden we het kind dan
Opeens verlichtte een vreemde, gele
vlam den omtrek. Oliver en zijn gezellen
keerden het hoofd om naar de plek, waar
die vlam was opgeschoten en zagen ter
zelfde tijd een tweede nog hooger op
schieten tegen den duisteren hemel. Het
hoogere deel der vallei stond een oogen
blik in een spookachtig rossig licht en het
volgende oogenblik rolde een geluid als van
een heftigen donderslag over de vallei en
weerkaatste tegen de rotsen.
„De dam
Oliver stond stijf van ontzetting. Hij
moest zich tegen een rotsblok steunen om
staande te blijven en trilde over al zijn
leden. Uit het zwarte duister, op dezelfde
plek, waar zoo juist de gele vlam omhoog
geschoten was. stoof een witte wolk van
wazig schuim naar boven en scheen met
razende snelheid grooter en grooter te wor
den. In een wijden boog spoot een breede
witte straal te voorschijn met een gerom
mel als van een verren donder. Toen die
straal den grond bereikte, rees weer een
witte schuimwolk omhoog en joeg met
ongelooflijke snelheid door het diepste ge
deelte der vallei heen. Het ruischen van
wild stroomend water vervulde den ge-
heelen omtrek.
„Groote goedheid, daar ontkomt nie
mand aan!" mompelde Ravidge vol ont
zetting. „Binnen vijf minuten heeft het de
benedenstad daar bereikt!"
Rawlinson keerde zich om en keek in de
richting van Halfirth. Hij zag licht schij
nen uit alle huisjes, die tegen de helling
waren aangebouwd. Ook enkele groote fa
brieken, waar 's nachts doorgewerkt werd,
waren verlicht. En in dat enkele oogen
blik zag hij, dat het onvermijdelijke ge
beuren ging en dat de halve stad door den
razenden vloed zou worden overstelpt.
Beneden zich zag hij de oude abdy en
het nieuwe huis van Oliver. En toen hij
omlaag keek, werd het hem opeens duide
lijk, dat het nieuwe huis meer van het
water te lijden zou hebben, dan de oude
abdy. Want deze werd tegen de felste
strooming beschermd door een klein voor
gebergte van hooge rotsblokken, die de
eerste kracht van het water moesten bre
ken De woeste stroom had nu die rotsen
reeds bereikt en toen Naylor Bew dat zag,
greep hij Oliver vol medelijden bij den
arm en wilde hem meeetroonen.
„Kom, mijnheer Carsdale.wat geeft
het of u er naar staat te kijken! Kom
heeren, probeert u hem hier vandaan te
krijgen!"
Maar Oliver schudde zijn hand ruw van
zich af Met beide handen steunend op een
rotsblok, staarde hij onafgewend naar de
onweerstaanbare watermassa, die tegen de
rotsen opstoof, er omheen vloog in wie
lende vaart en zich op zijn huis stortte,
zoodat het in een oogwenk geheel was be
dolven. Nog enkele seconden stak da
hooge toren boven de golven uit. Dan
wankelde ook hij en verzonk in de wild
bruischende wateren. Zwijgend stonden ze
met hun allen om Oliver heen. Hij loosde
een diepen zucht en richtte zich tot aller
verwondering hoog op, met iets van zijn
oude kracht in zijn blik. En het eerste
woord, dat van zijn lippen kwam, was de
naam van. zijn tegenstander.
„Bickerdyke!... Bickerdyke is gespaard!
Ik ben gestraft! Maarals dat kind er
maar niet ln is
Louis legde zijn hand stevig op den arm
van zijn vader en wenkte Rawlinson dat
ook te doen. Maar Oliver schudde hem
woest van zich af.
„Naar huis?.Om de moeder van dat
kind onder oogen te komen? Dat water
zal binnenkort wel zakken en dan ga
ik eerst daarheen. en als ik hem daar
vind. dooddan zal ik hem in mijn
armen mee naar huis nemen Maar tot
zoolang blijf ik hier! Laat me alleen!"
Hij zette zich op een rotspunt en be
groef het gelaat in zijn handen.
Toen wees Bew achter zich en de ande
ren keken in de aangewezen richting. Van
de lichtjes der benedenstad was er geen
enkel meer te zien.
(Wordt vervolgd).
.vu Aft,.