Aanleg van wegen aan het Abessynische front - Koning Leopold in Londen
DE ONBUIGZAMEN
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
KAMEELDRIJVER UIT ITALIAANSCH SOMALI-
LAND die in kleeding verschilt zoowel van dei
Abessynische krijgers als van de Askari's, de
Italiaansche inboorlingentroepen.
VOOR DE DERDE MAAL IN KORTEN TIJD strandde een schip aan de kust bij
Egmond. Thans was het de ,,Jos Maria"
uit Schiedam.
HE HERTOG EX DE HERTOGIN VAN VORK TE PARIJS. De hooge bezoekers
bij het verlaten van het Elysee, waar hun door president Lebrun een lunch
was aangeboden.
BETROUWBAARHEID SRI T VOOR MOTORRIJDERS IN DE OM
GEVING VAN HORSHAM. Het nemen van een heuvel door enkele
deelnemers, wier kleeding totaal met modder bedekt is.
ONVER W A CUT BEZOEK
VAN KONING LEOPOLD
AAN LONDEN. De aan
komst aan het Victoria-station.
ITALIANEN LEGGEN WEGEN AAN IN ABESSYNIE. Hard wordt er in het
door de Italianen veroverde gebied gewerkt, aan den aanleg van wegen. Weg in
wording in de omgeving van Makallé.
taar het Engelsch van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. H.
Bi
natuurlijk.... dat is hard noo-
"8 ook", zei Bew.
■Was het dan werkelijk een ontplof-
™|-" vroeg Ravidge.
echte ontploffing ook!" zei Bew.
ri?>r valt niet aan te twijfelen!"
LW boschwachter rookte een poosje in
■"w door en scheen in gedachten ver
baken.
,,'jNou", zei hij eindelijk. „Dat zou er ook
Jt'llk uitgezien hebben voor iedereen en
:'es. wat. in het benedendal van de vallei
'tont, Naylor, als die aanslag gelukt was!
mooie nieuwe huls van Carsdale was
"als een kaartenhuisje aan gegaan!"
.Zeker en vast!" stemde Bew in. „Daar
"Je volkomen gelijk in, Ben!"
«Wie zou het gedaan kunnen hebben?"
Ravidge. „Het is een duivelsch ge-
jwne streek! Heel de benedenstad van
wmrth was er ook aan gegaan".
boog zich wat voorover en klopte
■"boschwachter op zijn knie.
J" hel toch vroeger ook wel eens het.
t'1"" ander gehoord?" zei hij op gedemp-
i oon ..Je weet toch ook, hoe het met
jrarpes en de Hoylands gegaan is?
imu e Oliver dan altijd heef'
gttttew overgehaald om zijn land tegen
van zijn moeder te verkoopen en
11 Hoyland de huur opgezegd. Denk je
nu, dat de oude Miriam en Abe Hoyland
menschel! zijn, die weten, wat vergeven
en vergeten is? Mis hoor! De een of de
andere of misschien samen, hebben
ze de hand gehad in den aanslag op dien
dam. Luister eens goed, dan zal ik je alles
vertellen, wat ik er van weet".
De boschwachter zat met open mond te
luisteren onder het verhaal van Bew en
toen deze klaar was, sloeg hij zich op zijn
knie.
„Nou maar dan kan ik je ook nog
wat vertellen!" zei hij. „Ik heb Abe Hoy
land gezien en nog niet zoo lang geleden.
En hij ging werkelijk in de richting van
de hoeve van de oude Miriam. Ik heb er
niets bijzonders In gezien, omdat ik weet,
dat ze nog familie van elkaar zijn. Maar
nu dat je het zegt..
„Wanneer is dat geweest?" vroeg Bew
vol spanning.
„Nou, zoowat drie weken geleden", ant
woordde Ravidge. „Het was toen volle
maan. Ik was op een avond laat op de
hei. daar bij de Reuzepijlen.... Ik
dwaalde daar, het zal om een uur of tien
zijn geweest, zoo wat rond, toen ik over
de hei een man uit de richting van Sadd-
iefirth zag aankomen. Ik hield me stil en
hij kwam me vlak voorbij. En het was Abe
Hoyland! Ik zag zijn gezicht net zoo dtli-
delijk als ik nu het jouwe zie. Hij droeg
een kistje ol zooiets onder zijn arm en
iien heel gehaast in de richting van de
oudr 'iceve Tl* dacht riet anders of hij
nine inarheen"
„Ah zoo. non. dan heh je med ge
dacht! Hij is natuuilijk met den laatste"
hein i" Fartdlefirth lan-ekomen ui heefi
toen den weg over de hei genomen. Nou...
het is een raar geval. Ben, en ik zal mor
genavond die hoeve weer bewaken
beter gezegd, vanavond, want het is al
over twaalven. Want daar moet het ge
heim zitten!"
„Nou, maar dan is het toch een heel
raar zaakje!" zei Ravidge. Zooiets heb ik
van m'n leven nog niet gehoord. Het be-
teekent.maar wat komt dat er op
aan. Als dat zou lukken!"
„Dat is doodgewoon moord met voorbe
dachten rade! Moord op de halve stad!"
Intusschen had Bew zijn laarzen uitge
trokken en was op de sofa gaan liggen.
Zijn zwager ging weer naar bed. Toen
Ravidge den volgenden morgen beneden
kwam, was hij verdwenen, na het vuur
aangestoken te hebben, zijn eigen ontbijt
te hebben klaar gemaakt en het noodige
eten en drinken te hebben meegenomen,
Op tafel lag een stukje beschreven papier.
Het behelsde het verzoek om eens in de
buurt van de hoeve te komen kijken als
Ravidge hem voor den middag niet terug
gezien had.
Ravidge moest dien morgen bij zijn
nieuwen heer, Joe Bickerdyke zijn, en
kwam pas vrij laat in den middag terug.
Bew was niet aan zijn huis teruggeweest
en zijn vrouw had hem dus niet gezien en
evenmin iets nieuws over het reservoir
gehoord. En daarom at de boschwachter
vlug zijn maal en stapte, na even gerust
te hebben, met het geweer onder den
arm, de richting uit van de hoeve. Hij had
veel belang gesteld in wat zijn zwager hem
dien nacht verteld had en liep dus vrij
nieuwsgierig op de hoeve toe. Het kwam
zoo zelden voor dat er in zijn saaie leven
'ets Mlznnders gebeurde De dood van
Halt hew Scarp was wel hel 'aalste feit
van eenige beteekenis geweest in het leven
der heibewoners.
Toen Ravidge ln de buurt van de hoeve
kwam en op een heuveltop stond, was er
in den verren omtrek geen levend wezen
te bespeuren. Maar van uit de verte drong
toch na een poosje het geluid van een hel
dere kinderstem tot hem door en even
later zag hij den jongen Oliver Carsdale
aan komen rijden op een pony. dien zijn
grootvader voor hem gekocht had. Naast
net kleine paardje wandelde een kinder
meisje mee. Maar al heel spoedig waren
ze weer tusschen de heuveltjes aan het ge
zicht onttrokken en stond Ravidge weer
alleen om zich heen te staren in het wijde
verschiet. Op eens viel er een kiezelsteen
tje vlak voor zijn voeten neer. Hij schrok
uit zijn mijmeringen op, meende een heel
zwak geluid te hooren en zag even latei-
het slimme gezicht van Naylor Bew tus
schen de bremstruiken uitgluren op slechts
enkele meters afstand. Tegelijkertijd
echter legde Bew zijn vinger op den mond
en beduidde hem voorzichtig te zijn en
daarom liet Ravidge niet bemerken, dat
hij hem gezien had, maar ging zoo gewoon
mogelijk zijn richting uit, alsof hij van
plan was naar huis terug te keeren.
„Goed zoo", fluisterde Bew, toen Ravidge
naderbij gekomen was. „Doe net. of je me
niet ziet en blijf gewoonweg rond staan
kijken..Ik ben blij, dat je gekomen bent
Ben. Ze zijn daar binnen!"
„Wie zijn daar?" vroeg Ravidge. „Je be-
ioelt immers bij Scarpe?"
„Juist" antwooordde Bew. „De oude
vrouw is daar en Abe Hoyland is er en dan
nok nog een man. d en ik niet ken
maar hij 1 n 'rlcman van het reser
voir dat kon ik aan zijn pet zien
Zeg, Ben, ik was hier al voor zonsopgang.
Hoyland moet al vannacht gekomen zijn,
hl elk geval was hij er vanmorgen om
zeven uur al.... hij kwam een paar mi
nuten buiten. Ik heb hem net zoo
goed gezien als ik jou zie. Maar daarna
heb ik hem niet meer gezien.hij heeft
geen voet buiten de deur gezet. De oude
vrouw is tweemaal uit geweesteen
keer om water uit de put te halen en een
keer om de kippen te voeren. En die an
dere kerel kwam tegen den middag
en zij heeft hem zelf ingelaten en hij is
er nu nog. Ben.die drie zijn het stel,
dat we in handen moeten zien te krijgen!"
„Wat zullen we doen?" vroeg Ravidge.
„Ik heb er over zitten denken", ant
woordde Bew. „Ga jij terug naar het dorp,
haal den veldwachter met een stuk of drie
pootige kerels.het kan geen kwaad, als
ze een paar geweren meebrengen. En
als je daar bent. bel dan de politie
in Halflrth op en zeg, dat ze een
paar man hierheen moeten sturen.
Ga nou. Ik zal hier de wacht blijven hou
den, totdat je terug bent met een paar
mannetjes. En.... zegbreng me dan
nog wat drinken mee.mijn keel is zoo
droog als een kurkik heb al dien tijd
stil gelegen!"
Ravidge beloofde het, bleef nog op on-
onverschlllige manier wat rondhangen en
sloeg dan heel gewoontjes den weg naar
het dorp in. Het begon reeds te scheme
ren, toen hij het huis van den veldwach
ter bereikte en de veldwachter was uit
en moest opgezocht worden en toen moest
er hulp gevraagd worden, wat nog zoo ge
makkelijk niet ging en zoo duurde het
ruim een uur, voordat hij met zijn troepje
terug was op de plek, waar hij Bew had
achtergelaten.
(Wordt vervolgd).