\Het echtpaar Visser-Hooft onderscheiden - Bouw kruiser „de Ruyter
768te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE ONBUIGZAMEN
|ha het Engelsch van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. H.
#1
Louis begon de voorwerpen ln het kistje
^ondenoeken en de anderen drongen
om hem heen. Hij rook aan verschel
de van die dingen en raakte sommige
met het puntje van zijn tong aan,
i rü? den srnaak te proeven.
[Dynamiet!" zei hij. „Het oude mengsel
hezelgruis en nitro-glycerine. Dat is
f stof, die ze gebruikt hebben. En de ult-
is waarschijnlijk veel erger, dan
wordtveel en veel erger!"
-Woote goedheid, jongen, zeg dat toch
«'.dep Oliver verschrikt uit. „Hoe kom
l o» om me 200 ongerus.t te maken?"
I^-Jmdat ik maar al te goed weet, wat ik
antwoordde Louis, Crabtree aankij-
'Jij hebt er toch zeker wel eenige
tnding van? Heb Je nooit hooren
Xn' dat dynamiet naar onderen ont-
Het is waarschijnlijk, dat de ver
ding naar binnen in dien dam veel
gnger is, dan van buiten af te zien is.
"w t lliemand dan alleen de ingenieurs
SJtoerenen daarvoor zullen ze
."oei moeten blootleggen".
dan gevaarnu al?" vroeg
zichtbaar bevend en bleek. „Zou
ieder oogenblikeen ramp kun-
««beuren?"
|Cf» een zware storm..uit het Zuld-
1 kwamdan staat het ergate
voor de deur", zei Louis. „Het dient ner
gens voor de feiten te verbloemenwe
weten nu eenmaal niet, wat voor verwoes
ting er binnenin is aangericht".
Oliver kon niet meer stil blijven zitten.
Hij verlangde er naar iets te doen, maat
regelen van afweer te nemen tegen den
dreigenden rampen opeens liep hij
naar de deur.
„Ik ga niet naar huls", zei hij, „voordat
ik de plek, waar het gebeurd is, zelf ge
zien heb! Ga mee met je lantaarn,
Crabtree... kun je er nog niet een paar
meer krijgen? Laten we gaan kijken, wat
er te zien is. En daner moeten ook
maatregelen genomen worden, dat er de
wacht gehouden wordthoe weten we,
dat er nog niet een tweede aanslag ge
pleegd zal worden?"
„Ik geloof niet, dat we veel kunnen
doen. voordat morgen de ingenieurs ko
men", bemerkte Washington. „Er is zoo
heel weinig te zien".
„Je kunt doen, wat je wilt", antwoordde
Oliver. „Ik ga! Ik moet weten, wat er aan
de hand is. En als Jullie niet van plan zijn
voor een wacht te zorgen, dan zal ik het
zelf doen, al moet ik er den heelen nacht
voor opblijven!"
„Ja, als u er zoo over denkt, dan zal ik
natuurlijkzei Washington. „Crab
tree, haal nog een paar lantaarns!"
De storm, dien Oliver, toen hij met Raw-
linson en Louis de hei opging, voorspeld
had, scheen los te breken, toen de vijf
mannen den dam opgingen en ze hadden
moeite om tegen de rukwinden op te tor
nen, die reeds over de oppervlakte van het
waterreservoir gierden. Tijdens hun ge
sprek in het huis van Crabtree was het
nog veel donkerder geworden, de wind was
opgestoken en dp regen striemde in vlag
gen neer. En toen ze midden op den dam
waren gekomen, sloegen nu en dan reeds
golven tot tegen den bovenkant van den
dijk en Louis, die naast Rawlinson liep,
bromde in zichzelf van angst.
„De wind staat vlak over het reservoir
heen! En dan heb ik het wel even woest
gezien als de zee. Als er werkelijk een
ernstige verwoesting is aangericht onder
dien scheur, waarvan Crabtree sprak en
een aanmerkelijke hoeveelheid water daar
doorheen naar binnen zou dringen... dan
zal het er leelijk uit gaan zien!"
„Denkt u dat de dam, zoo sterk als hij
is, toch zou bezwijken?" vroeg Rawlinson.
„Er is nog nooit een dijk tegen het wa
ter bestand geweest, zoodra het water er
in kon dringen", antwoordde Louis. „Het
ergste is, dat niemand zeggen kan hoe
erg het daar binnenin uitziet, zoolang de
ingenieurs er niet zijn geweest. Als er wer
kelijk inwendig een scheur isen het
water dringt daarinen er komt dan
vannacht werkelijk zware stormnou,
dan loopt het mis! Napleiten geeft niets,
maar dat reservoir had daar nooit moeten
worden aangelegd! Het had twintig mijl
verderop in de hei moeten zijn gebouwd".
De anderen waren hen een eindje voor
uit en bleven nu stilstaan. Toen Rawlin
son en Louis hen inhaalden, stonden
Washington en Crabtree, met de lan
taarns boven het hoofd geheven, aan
Oliver te toonen, welke schade er was ver
oorzaakt. Met verbazing keek Rawlinson
naar de groote blokken steen, die van hun
plaats waren geslingerd alsof ze niet meer
wogen dan een stuk kinderspeelgoed.
„U kunt zien, hoe het gebeurd moet
zijn", zei Crabtree, zijn licht zoover moge
lijk over de borstwering houdend. „De
dynEuuietpgtioQD moet ergens daax bene
den geplaatst zijnkijk, daar aan het
einde van die scheuren die is zoo als
u ziet slechts een paar meter lang. Maar
ja, als het waar is, wat mijnheer Louis
denktals die zich diep onder de op
pervlakte doorzet
„Ik zal je zeggen, wat er gebeuren
moet", zei Oliver, zich uit zijn gebogen
houding hoog oprichtend en sprekend met
iets van zijn oude kracht, „want één ding
staat vast! Vannacht moeten jullie zor
gen, dat deze plek mot de grootste zorg
vuldigheid bewaakt wordt. Niet uit angst
voor een herhalingik denk, dat die
schurk zijn werk beter gedaan heeft, dan
jullie denkenmaar voor het geval, dat
de storm erger wordt en het water in die
scheur zou komen. Er moeten hier overal
wachten komen.Enhoe staat het
met de sluisdeuren? Kunnen jullie niet
flink spuien, zoodat de druk van het water
minder wordt?"
„Dat is vooreerst nog niet noodig", zei
Crabtree, en gaf verder eenigen teohni-
sohen uitleg. „Maar ik zal toch zorgen, dat
de dam hier bewaakt wordt. Ik zal een
paar van mijn mannen op post zetten en
zelf vannacht ieder uur komen kijken.
Maai- ik geloof niet, dat er op het oogen
blik ten minste veel gevaar is".
„Veel gevaar?" riep Oliver uit. „Maar
man. er mag heelemaal geen gevaar zijn!"
Hij bleef wachten, tot de opzichter voor
de noodige bewaking gezorgd had en Louis
bleef met Rawlinson op hem wachten.
Maar eindelijk was alles gedaan, wat mo
gelijk was en keerde Oliver, hoewel met
tegenzin, naar zijn huis terug.
„Ik ben hier morgenochtend vroeg terug,
Crabtree", zei hij. „Zoodra het licht wordt,
kom ik! En mocht er in dien tusschentijd
iets verkeerds gaan.
„Ik zou nog graag iets zeggen", onder
brak Crabtree hem. „U zit beiden in hot
gemeentebestuur en.... misschien is het
iets, dat onderzocht moet worden. Wilt u
misschien nog een paar minuten binnen
komen?"
HOOFDSTUK XVIII.
Angst!
Zoodra ze weer in de kamer van den
hoofdopzichter waren, wendde Oliver zich
terstond tot hem met de vraag:
„Wat bedoel je met te zeggen, dat we in
het gemeentebestuur zitten? Weet je dan
soms iets, wat een rechtszaak kon wor
den? Wat hiermee te maken heeft?"
Crabtree keek eerst zijn ondervrager en
dan Washington aan.
„Ik heb er over loopen denken van het
oogenblik af, dat we naar buiten zijn ge
gaan om te kijken", zei hij. „En ik weet
zelf niet, of ik wel behoor te zeggen wat ik
eigenlijk denk; ik zou niet graag iets zeg
gen, waardoor ik een onschuldige in ver
denking bracht. Maar u weet toch wel,
mijnheer Washington, dat we dat geval
met Barstow hebben gehad?"
Washington schrok er van op en begon
zachtjes te fluiten. Blijkbaar bracht de
naam, door Crabtree genoemd, een of an
der feit voor zijn geest.
„Zoozou dat het zijn!" riep hij uit.
„Daar had ik nog niet aair gedacht".
„Ik ook niettot daareven!" zei
Crabtree. „U weet toch wel, wat er ge
beurd is, toen hij ontslag kreeg?"
„Waar heb je het over?" vroeg Oliver.
„Je hebt me gevraagd binnen te komen,
om iets te vernemen. Maar wat ik nu hoor
is Spaansch voor me! Wie is Barstow?
Waarom is hij ontslagen? Wat is er ge
beurd? Vertel het toch wat duidelijker!"
KONINKLIJKE JACHTPARTIJ IN DE OMGEVING VAN BOEKAREST
waaraan werd deelgenomen door Koning Carol, Koningin Marie van Zuid-Slavië
de weduwe van Koning Alexander Ginks) ep prins Michael (rechts).
I IEX GETALLEN HOOGHEID. Een
I oude fabrieksschoorsteen aan den Haar
lemmerweg te Amsterdam wordt
ten val gebracht.
I SHIRLEY TEMPLE het beroemde
I &Imkind in een sombere stemming in haar
nieuwste film „De kleine rebel".
ARBEIDERS, WERKZAAM OP DE WERF WILTON—FEIJENOORD - bij den bouw
aan den kruiser ,,de Ruyter", welke goed vordert, verlaten tijdens den schafttijd
het schip.
DE STRIJD AAN HET NOORDELIJKE FRONT IN ABESSTNIE. Itajiaan-
sche scherpschutters in actie. Bovenstaande foto toont duidelijk da tnoeilijkhedeft
yan het gevechtsterrein.
MINISTER SLOTEMAKER DE BRUïNE EEN VAN DE BINNENKORT UIT TE
heeft te Amsterdam g^an het echtpaar
Visser-^Hooft de onderscheidingen uitge- weldadigheidspostzegels „Voor
reikt welke door de Koningin zijn toege- kind?'
kend. De minister en mevr. Visser.