De begrooting voor Justitie. ptc Jaargang LfitDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 November 1935 Derde Blad No. 23205 gBÜITENL. WEEKOVERZICHT Scherpe spreektijdrantsoeneering in de Tweede Kamer PARLEMENTAIR OVERZICHT Minister Van Schaick over de zaak Van 't Sant. be engelsche verkiezingen EN HET groote conflict. ne Engelsche stembus heeft gesproken hoewel de volledige uitslag nog niet Mitnd is. t°ch is reeds een overzicht te Eileen van den uitslag. Deze is, dat de Stiönale regeering zich opnieuw heeft «nefcerd van een meer dan voldoende «■■eerderheid, oftewel „working majority", «jals de Engelschman dat uitdrukt. Dat ^overwinning van 1931 niet zou worden «ihaald, och, dat sprak van zelf; de Jraa» was slechts of de meerderheid niet (ye mate zou zakken, dat althans ge- mroken zou kunnen worden van een Soreele nederlaag Waarschijnlijk was at geenszins, dooh wie weet ooit precies, fat er onder de kiezere leeft en gist? De uitslag is zoodanig, dat de regeering rich volkomen veilig kan voelen. De meer derheid, die de conservatieven alleen neds bezaten, is behouden gebleven, al is deae dan niet meer zoo overstelpend als la "het vorige Lagerhuis. De re geerings- jjberalen van sir John Simon en de natio- aai-labour van Mc Donald, zij zullen ilechts weinig invloed kunnen doen telden. Mc Donald leed intusschen een Jware nederlaag, waardoor de vraag ge- fettigd wordt, of zijn prestige niet te erg leeft geleden om ln dit kabinet zitting te kunnen blijven houden door elders nog eens een kans te wagen, als een partij genoot voor hem wil bedanken. Dat het Engelsohe parlement zoo'n overduidelijke meerderheid aanwijst, dankt bet eilanden-rijk aan het kiesstelsel, neer- tomend op het overwinnen van dengene, lie ie meeste stemmen verwerft, los van lenige meerderheidsidee! Wanneer in Brlt- laaiiie het kiesstelsel der evenredige ver- legenwoordiging zou gelden, dan had geen Ier partijen een meerderheid.... en zou ook voor Engeland de vraag rijzen, of het »it wel weer daartoe zou komen! Juist sjor behoud van het parlementaire stelsel (huilen er dus wel zeer evidente voor alen in het Engelsche systeem. Ongetwijfeld zullen beide partijen zich levreden toonen, de conservatieven wegens te! behouden der meerderheid, labour regens de meer dan verdubbeling van baar aantal mandaten, al blijft zij ver in Ie minderheid. De laatste twijfel omtrent handhaving Ier Engelsche buitenlandsche politiek is ingevolge van dezen stembus-uitslag defi- Bilief weggevallen. De oppositie zal zelfs rerder een stuwkracht daarbij blijken dan Rii rem! En in dit opzicht zijn de ge- artenissen in Egypte van groote betee- knis. Nimmer heeft daar te lande de Md-partij haar strijd voor de volledige afhankelijkheid opgegeven en het preekt bijkans van zelf, dat de Ita- tansch-Abessijnsche oorlog voor haar si prachtige gelegenheid vormde om in aebel water te visschen. Egypte is voor igeland een levensbelang met het Suez- fcaal en de Roode Zee. Nooit zal Enge- aar een ander als heerscher dulden! loyale Egyptische medewerking is kntengevolge voor Engeland van het saste belang; wel, redeneerde de Wafd, moet Engeland daarvoor ook wat ner hebben en eenige concessies doen in fe richting onzer onafhankelijkheid. Het is niet zoo dom gezien en wellicht zou in li? richting iets te bereiken zijn geweest, lanneer handig was gemanoeuvreerd. De ftkozen weg van het verwekken van anti- Engelsohe onlusten, waarbij reeds dooden in vele gewonden vielen, zal echter geen baat geven; deze manier zal Engeland als 'au zelf drijven tot het uiterste verweer, laar het immers in deze buurt niet in tr,zekerheid wil verkeeren of bevreesd zijn 'oor verrassingen! Maar is de Wafd onder leiding van Nahas pasja wel verantwoor- felijk voor de onlusten? Nahas pasja. Ziedaar de vraag, die momenteel gesteld wrdt en niet ten onrechte, daar immers le stemming onder de Egyptenaren in ioorsnee fel anti-Italiaansch is en pro- Jbessijnsch! Engeland heet momenteel de hmpioen voor Abessynië Zouden die cnlusteoi niet kunnen zijn verwekt onder ■hliaanschen invloed, waarbij zou zijn tespeculeerd op de oude waarheid van: 'et hemd is nader dan de rok. Het is te hopen, dat het anders is. want h het tegenovergestelde geval zouden de reeds gespannen verhoudingen tus- johen Engeland en Italië wel eens beden- blijk het kookpunt kunnen naderen! Jfusschen heeft Italië nog eens gepro beerd tegen het besluit van toepassing hn sancties. Het heeft dat gedaan in een die tot alle deelnemende landen «'onderlijk is gericht; klaarblijkelijk zat °e bedoeling voor daardoor het tegen ver achting onder Engelsche pressie, vol- t'ns Italië! verkregen eenheidsfront j®[Genève zoo niet te doorbreken, dan •fen in verwarring te brengen. Het ziet evenwel wederom bedrogen uit boen, want, zooals trouwens voor de lag, daar het sanctie-besluit immers «n collectieve daad is van de Volken- "Msleden, het antwoord zal ook collec- .;'worden gegeven. Natuurlijk volledig 'wijzend en Maandag treden de sancties "werking He'., '-ceft er een oogenbjik "bSeleken. dat ;!c r ^nschc premier Laval, B .°P het oo,<»nb!'l-. echt voor zijn poli- 'even op i inn.'-nlandsch politiek ter- vj\.'sPeche.l fn&ncieel)de Itaiiaansche S~J®g wilde steunen, doch hij heeft zich «>eh maar bedaoht. Ziet de Fransche TWEEDE KAMER. BEGROOTING VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN, De Kamer heeft gistermiddag de be grooting van binnenlandsche zaken verder afgehandeld en aangenomen. Minister de Wilde heeft in het vervolg zijner rede nog eens met kracht de mee ning weersproken, als zou het tiem aid het ware een lust zijn de gemeentelijke autonomie aan te randen. Hij noemde dit een „beschuldiging", welke hij niet kan aanvaarden. Zijn geheele leven is hij een. voorstander geweest van een krachtig ge meentelijk zelfbestuur en zijn maatrege len zijn er tegenwoordig meer op gericht om dat te behouden en te handhaven, in- plaats van het te verzwakken. In deze ernstige tijden zoo zette de minister uiteen moesten er nu eenmaal zekere eisehen aan de gemeenten, inzonderheid aan het financieel bestuur, worden gesteld. Had de regeering de gemeenten haar gang laten gaan. dan zouden er vele noodlijdend zijn geworden, zelfs Amsterdam. Zij ech ter, die van „afbraak" werden beschuldigd riep de minister uit en die een krach tige bezuinigingspolitiek voerden, zij zijn het geweest, die de gemeentelijke auto nomie hebben gered. Maar de sociaal democraten hebben aan die redding niet mee gedaan aldus de minister en daarom hebben zij thans niet het recht tot klagen Indien alle gemeentebesturen hadden gehandeld zooals de sociaal-demo craten dat wilden, zou de budgetaire toe stand der gemeenten zoodanig zijn gewor den. dat over de geheele linie het zelf bestuur opgeheven had moeten worden. De regeering heeft niet anders dan de gemeente-bestuurders gesteund, die de noodzaak van bezuiniging en van een voorzichtige financieele politiek inzagen. Dat controle noodig was en is op gemeen ten, die fuaancieelen steun van het Rijk ontvangen, noemde de minister volkomen normaal. Aan de hand van verschillende cijfers heeft hij doen zien, dat in zeer vele gemeenten de financieele toestand door de getroffen maatregelen gunstiger is ge worden, al blijft groote waakzaamheid ge boden. en al zal de aanpassings-politiek moeten voortgaan. De minister bracht hulde aan de ge meentebesturen, die, niet lettend op im populariteit, al het mogelijke deden en doen om de gemeenten te redden. Er is nog even gerepliceerd; er is ook bij andere afdeehngen der begrooting nog even gesproken. Zoo heeft bij de afdeeling „Armwezen" mevr. Bakker-Nort de belan gen van de behoeftige Nederlanders in Duitschland bepleit, in verband met het groote aantal Duitschers dat in ons land werkt. Er zijn twintigmaal meer Duitschers in Nederland dan omgekeerd, vertelde ze en dit kan zoo niet blijven. Al te goed is buurmans gek. Ook de heer van der Zaal heeft er op gewezen, dat de behoeftige Nederlanders het ginds zeer slecht heb ben; blijft dit zoo, dan moeten ze maar terugkeeren, doch dan moeten wil Duit schers wegzenden. De minister heeft er op gewezen, dat deze affaire eigenlijk bij Sociale Zaken thuis hoort, maar hij zal toch zien, wat hij bij zijn ambtgenoot kan doen, om tot verbetering van de positie der behoeftige Nederlanders in Duitsch land te geraken. Hij was overigens van oordeel, dat er in de te werk stelling van Nederlanders ginds verbetering valt te bespeuren. Dc Kamer heeft de begrooting zonder hoofdelijke stemming aangenomen. HAGENAAR. Omtrent de zaak van den gewezen hoofdcommissaris van 's-Gravenhage zijn inderdaad met niet te miskennen sensa tiezucht en met veelal doorzichtige be doelingen door eenige persorganen geheel of ten deele onjuiste berichten verspreid. Door enkele persorganen is voorts gesug gereerd dat in deze een streven aanwezig zou zijn geweest „de zaak in den doofpot te stoppen". Niets is minder waar. Toen de minister met de tegen den hoofdcom missaris ingebrachte beschuldiging en met de daarvoor aangevoerde gronden in ken nis werd gesteld, was zijn onmiddellijke indruk, dat het hier een strafzaak betrof van zeer bijzonder gewicht. De integriteit van ons staatsbestuur is een belang vari de allereerste orde. Verdenkingen op dit gebied moeten met de meeste zorg onder zocht. Een eersete zorg vormde de vraag aan wien het onderzoek in deze gewichtige en om vele redenen hoogst moeilijke zaak moest worden opgedragen. Het scheen aangewezen dit onderzoek aan een der oudere leden van het O.M. toe te vertrou wen. De minister verzocht daarom den waarnemend procureur-generaal bij het Haagsche gerechtshof het onderzoek aan te vangen, en, zoodra voorloopige resul taten waren verkregen, schriftelijk ver- I slag uit te brengen. Nadat dit verslag waa i binnengekomen is het onderzoek ingevol- ge zijn opdracht voortgezet door den in middels van verlof terug gekeerden pro cureur-generaal bij dat Hof in samenwer king met den reeds in de zaak betrokken wd. procureur-generaal. De tijdens deze onderzoeken gehouden verhooren. de in gewonnen rapporten en de andere ver richtingen betroffen daarbij alle de straf rechtelijke zijde van de zaak; met het daarnevens bestaande civielrechtelijke ge schilpunt heeft de overheid toch als zoo danig geen bemoeienis. Wel is van het ar bitraal geding. waartoe dat civiele geschil punt inmiddels aanleiding had gegeven, in zoover voordeel getrokken, dat de pro cureur-generaal en wd. procureur-gene raal ten bate van de strafzaak afschrift hebben verkregen van de voor arbiters ge wisselde memories en hun ook op hun verzoek is toegestaan de verhooren voor arbiters bij te wonen. Van dit bijwonen van de zittingen der arbitrage-commissie door het O M. is later in zekere persorganen 'n verwijt gemaakt; dit verwijt berust blijkbaar op een mis verstand. Namelijk dit, als zou het bijwo nen van de verhooren voor arbiters in eenigerlei opzicht in de plaats zijn geko men voor rechtstreeksche verhooren in 't strafrechtelijk onderzoek zelf. Dit is in geenen deele het geval. Met het vorenstaande moet in deze me morie worden volstaan daar op de zaak zelf welke zich in handen van den rech tercommissaris bevindt uiteraard niet kan worden ingegaan. Mijne Heeren, ik hoop, dat deze hulpmiddelen om de vlotte afdoening van de vele werkzaamheden mogelijk te maken, niet noodig zullen zijn RECLAME. 2294 Aan de Memorie van Antwoord van de Tweede Kamer inzake de Justitiebegroo- 1 ting voor 1936 wordt het volgende ont leend. Naar een verdere verlaging van de Justitiebegrooting zal. waar dit zonder schade voor het essentieele mogelijk is, zooveel mogelijk worden gestreefd. Opzegging van het collectieve Haagsche huwelijksverdrag, met het oog op de ge wijzigde Duitsche huwelijkswetgeving, ware niet practlsch, reeds omdat geen op zegging effect kan sorteeren vóór 1 Juni 1939. Wijziging van de Nederlandsche wet zou de uit het verdrag voortvloeiende ver plichtingen niet kunnen opheffen. Dat er reden is om te spreken van een zwakke houding tegenover de actie van de N.S.B., kan bezwaarlijk worden toege geven. Het voornemen van de regeering, een ontwerp van wet ter voorkoming van par ticuliere machtsvorming op het terrein der overheidstaak aanhangig te maken aan welk voornemen zij eerlang uitvoe ring hoopt te kunnen geven moge het bewijs brengen, dat de regeering, zoodra haax de noodzakelijkheid van zekere voor zieningen is gebleken geenszins draalt om het noodlge tot het totstandbrengen daar- 1 van te verrichten. De meening, dat het uniformverbod door de rechterlijke macht partijdig, n.l. meer tegen de moderne en revolutionnaire ar- beidsbeweging dan tegen de nationaal- socialistlsche en fascistische stroomingen, zou worden toegepast, mist goeden grond. Onjuist is de meening van eenige leden, dat de inbeslagneming van de persen der „Tribune" onrechtmatig zou zijn geweest; tot in het hoogste ressort is door den rechter beslist, dat inbeslagneming van persen niet in strijd met de wet is. indien deze gediend hebben tot het begaan van een strafbaar feit. Evenmin is juist, dat een strafvervolging tegen de „Tribune" nog immer niet is ingediend, al heeft be handeling ter terechtzitting tot dusverre niet plaats gehad. Dat de nationaal-socialistische bewe ging in een tijd van groote internationale spanning meent de buitenlandsche politiek van de regeering te mogen aanvallen, op de wijzp als zij doet, kan door ieder wel denkend vaderlander niet anders dan ten zeerste worden afgekeurd. Deze methode verwondert te meer bij een partij, die zegt zich op nationaal standpunt te plaatsen. WAS-en WttlMGMACHINES premier niet dat hij nog steeds bezig is om overal zijn bedoelingen in discredlet te brengen? Italië heeft zich voorbereid op de sancties: zal het deze kunnen weerstaan en zoo ja, hoe lang en tot welken prijs? Van het oorlogsfront is nog altijd niets met zekerheid te melden. In het Zuiden hebben de Italianen een verrassend snel len voortgang gemaakt, het valt niet te ontkennen. Doch anderzijds staat vast, dat die snelle opmarsch nergens op tegen stand van beteekenis is gestuit, zoodat overduidelijk is gebleken, dat de Abessij- nen het moment van tegenstand niet ge komen oordeelden. Men blijft derhalve in het duister tasten omtrent de Abessijnsohe bedoelingen. Toch nadert thans meer en meer het oogenblik, dat daaromtrent meer helderheid zal worden geopend; het is toch niet aan te nemen, dat de terug tocht door de Abessijnen nog lang zal kunnen worden voortgezet zonder stel lingen van groot gewicht prijs te geven!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9