Treinontsporing op de lijn GoudaRotterdam 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD FEUILLETON. DEMONSTRATIE MET DRIJVENDE STOOMSPUIEN van de Amsterdamschc brandweer bij een bezoek van ingenieurs van h^t Koninklijke Instituut van Ingenieurs. DE ONLUSTEN IN EGYPTE. - De leider der Wafdpartij Nahas Pascha (x) met partijgenooten. WINSTON CHURCHILL is bij de Engelsche parlementsverkiezingen her kozen. Churchill te Epping, na het bekend worden van den uitslag door honderden toegejuicht. DE ONBUIGZAMEN »aar het Engelsch van J. S. FLETCHER door mr. H. J. H. I!) De belde wouwen keken nieuwsgierig 'v hoe het kind, na den grooten man ffndachtig aangekeken te hebben en een S op zUn moeder te hebben geworpen, Jf™ °P den grond liet glijden en zijn -MJe in de hem toegestoken hand legde, «foo is het goed", zei Oliver lachend. r'J zijn oude vrienden, niet waar, jog? -1.hem zijn pet maar op", iji nam het kind mee naar zijn wagen lue me' ^em te praten, zooals hij dat k t ®"®den met zijn vader had gedaan. !n„ n, hreeg hij een nog beter idee. Hij liL heele stad laten zien, dat hij een ««zoon had! 'haar het Marktplein", zei hij, den jon- rv in de auto tillend. bZ mensehen op de Markt keken zich tei Pn uit' toen ze oliver met den klei- creumes aan zijn hand over straat S nJ»an. De winkeliers gaven elkaar (sa „v Z«n zakenvrienden gaven hem l«ifïSchend knipoogje in plaats van jij j- °nen groet. En een van zijn vrien- 4sn ui m voor een speelgoedwinkel zag "■Klopte hem op den schouder, ion all maïu'i Nee inaar! Wat moet dat si i."«waal?" vroeg hy plagend. „Ben je Oliï. dag kindermeisje geworden?" C,wees °P het gezichtje van den •■"en Jongen. „Een van het oude ras, wat?" vroeg hij uitdagend. „Niemand zal er toch wel aan kunnen twijfelen, dat hij een Cars- dale is!" De ander keek eens, eerst den jongen, toen Carsdale zelf aan. „Jg heuschecht een aardje naar zijn vaartje!" zei hij. „Je bent zeker van Elan dien heelen speelgoedwinkel voor em leeg te koopen, nietwaar?" „Ja, tenminste iets van dien aard!" gaf Oliver lachend toe. De auto werd volgeladen met speelgoed en zoo reden ze naar huis. Ze reden tot vlak voor de deur en de chauffeur had er een heel karwei aan om alles in huis te dragen. ..Heb ik je niet gezegd?" riep Benia uit. „Hij zal den jongen door en door verwen nen! Dat is nog het ergste! Jij bent heele- maal niet met kinderen te vertrouwen, Oliver.je zou dien jongen alles geven, waar hij maar om vraagt!" Oliver wendde zich tot de jonge moeder en beduidde Benia zich afzijdig te houden. „Nou dan, kindlief.hoe denk je er over? Je weet er nu alles van. Krijg ik mijn zin?" Uit zenuwachtigheid had hij zijn schoondochter nog niet eens een hand ge geven, maar nu strekte zij haar hand naar hem uit en keek hem aan met een diepen blik vol vertrouwen. „Ik weet zeker, dat u het goed met ons voor hebt We komen!" zei ze. Op den terugrit bleef Benia zwijgen, tot .0 ongeveer halverwege de hei waren. „Nou je hebt een heele verandering gewaagd, Oliver!" zei ze eindelijk, ,,'n Kind in huis!" „Ja, en je weet niet, wat er nog voor hem in het vet ligt, beste meld", zei Oli ver. Wacht nog maar een beetjewacht maar eens af!" Hij had een week of twee luchtkastee- len gebouwd. Hij was nu in zijn schik, dat zijn plannen zoo goed schenen te zullen slagen. Doch opeens kwam de gedachte aan den dooden Matthew Scarpe bij hem op en hij huiverde. Maar hij zette die ge dachte snel van zich af. „Het zal ons goed doen een kind in huis te hebben, Benia", zei hij glimlachend. „Het wordt een nieuw leven voor ons een heel nieuw leven!" EINDE VAN HET EERSTE DEEL. TWEEDE DEEL. HOOFDSTUK XV. De vlag in den nok. Midden in den herfst, drie jaar na zijn vorig bezoek, kwam mijnheer Rawlinson met den Londenschen exprestrein te Halfirth aan, bracht zijn bagage in de Griffin en wandelde naar de fabriek van Carsdale. Oliver stond juist op het punt om naar huis te gaan. Zijn auto stond voor. Op het zien van zijn bezoeker liet hij den chauffeur wachten en liet Rawlinson in zijn eigen privé-kantoor, waar bijna niemand toegang had. „Nou, nou. wie had dat gedacht!" riep hij uit, zijn gast dadelijk whisky en siga ren voorzettend „Groote goedheid, ik heb me al zoo vaak afgevraagd wat er toch van u geworden was. U bent dezen kant zeker niet uit geweestin geen twee jaar, wel?" „Bijna twee en een half jaar geleden, meneer Carsdale", antwoordde Rawlinson. „Ik ben veel op reis geweest.in Ame rika en Australië en in Indiëdrukke zaken gehad!" „Ja, ja, er is heel wat water onder die brug daar in die twee jaar doorgeloopen", zei Oliver peinzend. „En nu bent u hier voor zaken?" „Ja, hier in de buurt", zei Rawlinson. „En daarom heb ik me maar in de Griffin geïnstalleerdik denk hier een dag of veertien te blijven". „Geen Griffin niks daarvan!" zei Oliver terstond. „U komt mee en logeert bij mijO neen geen denken aan wei geren Ik weet wel, wat u noodig hebt. kunt 's morgens in mijn auto mee rijden. dan hebt u den heelen dag om zaken te doenin den avond kunt u altijd over een auto van me beschikken... u hebt het dan heel wat genoegelijker dan in de Griffin.. ..en verder kunt u doen, wat u wiltVrijheid, blijheid!" „Ik moet zeggen, dat het heel erg aar dig en gastvrij van u ismaar ik mag heusch toch niet een zoo. „Ja, ja. nou dan, dat is afgespro ken", antwoordde Oliver. zijn telefoon op nemende. „Met de Griffin? Ja.och wilt u de bagage van mijnheer Rawlinson aanstonds even naar mijn huis laten brengenhij blijft bij mij logeeren Ziezoo, dat is in ordeals we thuis komen zal uw boeltje er wel al zijn!" „U houdt er een heel eigen manier van zaken doen op na", lachte Rawlinson. „U hebt. zeker heel wat afgedaan na mijn laatste bezoek hier. Ja, ik las laatst, in de krant van die twee leerstoelen in het Rus sisch, die door u gesticht, zijn.pracht idee, dat moet ik zeggen!" „Ja, vindt u niet? Een van de beste ideeën, die jk nog ooit gehad heb. Kijk, ik he{) indertijd heel wat handel met Rus land gedreven en zat er altijd mee, dat ik geen woord Russisch verstonden ik heb nooit een bediende kunnen vinden, die er wel wat van wist. Het zou me vaak duizenden ponden gescheeld hebben, als ik iemand gehad had, die de taal mach tig was geweest. Geen enkele Engelsch- man schijnt een woord Russisch te ken nen. Daarom dacht ik zoo, dat zal ik voor de toekomst verbeterenen toen heb ik er vijf en twintigduizend pond voor uit getrokken". „U hebt een publieke weldoener!" zei Rawlinson. „Ochdat is nog niets vergeleken, bij wat ik hier in de stad gedaan heb na uw laatste b^oek. Kom, laten we gaan, dan zal ik u onderweg een en ander laten zien. wat op mijn voorstel is tot stand ge komen". Hij bracht zdjn bezoeker naar een stille straat midden in de stad, waar een nieuw gebouw werd opgetrokken. De werklieden gingen juist naaf huis en begroetten Oli ver allen zoo beleefd, dat Rawlinson wel den indruk kreeg, dat Oliver met dat werk meer dan toevallig iets te maken nad. Hij gedroeg zich trouwens, alsof hij er de baas was. „Kijk maar eens hier!" zei hij, zijn gast op een groot blok wit marmer wijzend, dat aan den ingang was ingemetseld, „daar kunt u de bestemming van dit ge bouw lezen". „Deze eerste steen van het Werktuig kundig College van Halfirth", las Raw linson halfluid, „opgericht cn gefundeerd door Oliver Carsdale ten behoeve zijner Geboortestad, werd door den Schenker gelegd in bijzijn van Burgemeester, Raad en Gemeentenaren op den Vijfden Mei van het jaar 1908". .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5