Boerderij brand te Oud-Valkenburg - Het Stavisky-proces
DE ONBUIGZAMEN
76sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Het proces Stavisky.
FEUILLETON.
De groote najaars Veemarkt te Alkmaar.
HET BERGEN VAN DE LADING VAN DEN GESTRANDEN LOGGER
G. D. Y. 132 TE KATWIJK. Men zal trachten eerst den logger
leeg te pompen.
Mevrouw Stavisky in gesprek met haar verdediger.
DE BEIDE HONGAREN SULKOWSKY EN BARTHA die met hun motor door
63 landen zijn getrokken. Hun motor en zijspan zijn geheel bedekt met motorclub-
schildjes uit diverse landen.
DE TYPISCHE OLO-LIMBURGSCHE BOER-
DERIJ „SIBBEHUISJE" TE OUD-VAL
KENBURG waarvan enkele gedeelten uit
1600 dateerden, is door brand verwoest.
Baar het Engelsen van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. H.
23)
Het was een heerlijke morgen en lang
Weef hij over de weiden wandelen. Het
was er zoo vredig. Het vee van Culling-
worth graasde rustig in het malsche gras.
hi het bosch floten de merels tegen eikan
jer. De kronkelende rivier ruischte en
Rabbelde over de rotsblokken; boven de
toppen der olmen zag hij den rook uit het
auisje van Hoyland otmhoog krinkelen. En
°P het zien van dien rook, richtte hij zijn
schreden naar het huisje, waaruit die
opsteeg.
Het huisje stond aan de andere zijde
'an het bosch. Het was denkelijk wel het
oaoste hutje uit de heele streek. Het had
j™ rieten dak van buitengewone dikte.
VJ muren waren uit ruwe, groote steenen
"phctseld; het bovendeel was wit ge-
Pjcwterd; de eiken balken staken daar
f™ah tegen af. Indertijd, toen een oud-
"«dtundig gezelschap een excursie in die
effi had Bemaakt, had een der leden,
oooor Oliver te gast was genoodigd hem
liiv i ^It huisje hoogstwaarschijn-
jr daar al gestaan had van den tijd der
rWiogen tusschen de Roode en de Witte
WnOliver had toen geglimlacht en de
dien6» ng Semaakt dat het dan toch zijn
dom »wel had Sedaan en nu wel eens
«ts nieuws mocht worden vervan-
5i"; De oudheidkundige had verontwaar-
6d gezegd, dat de man, die het wagen
er iets aan te doen, tenzij oordeel
kundig herstellen, verdiende gehangen te
worden en geradbraakt en gevierendeeld
en Oliver had toen om hem moeten
lachen. Maar toen hij het hutje naderde,
begon hij daar anders over te denken.
Neen, hij zou het niet tegen den grond
gooien, maar alleen de tegenwoordige be
woners er uit zetten. Dan zou hij een des
kundige laten komen om hem precies te
vertellen, wat er gedaan moest worden om
het volkomen in den ouden stijl te
herstellen. Hij zou het volgens dat advies
grondig laten restaureeren en het be
stemmen tot poorthuis aan den ingang
van zijn landgoed. Hij wilde een brug
over den stroom bouwen, recht tegenover
dien ingang en een oprijlaan door het
bosch aanleggen, en hij keerde zich om
en keek, welke richting die oprit nemen
moest om het oude eikenhout zooveel mo
gelijk te sparen. Dat plannen maken be
zorgde hem innig genot. Hij begon zich
bijna dankbaar te voelen tegenover Joe
Bickerdyke, die hem deze sensatie bezorgd
had. Maar voor alles moest hij nu aan
den gang. Die menschen daar moesten
er uit.
Toen hij het tuinhekje open duwde, zag
Oliver den man, dien hij zocht Abe
Hoyland zelf.
Abe, een gezette man van middelbaren
leeftijd, met een zuur gezicht en lang
zame bewegingen, was in zijn tuin aan
het werk. Er liep een praatje, dat Abe in
zijn jeugd een groote liefdesteleurstelling
had ondervondenmaar of dit nu waar
was of niet, Abe was altijd vrijgezel ge
bleven en zorgde op zeldzaam verknochte
wijze voor zijn oude vader en moeder, die
hij hem inwoonden.
Hij was loodgieter en blikslager van zijn
vak en had een kleine werkplaats in Hal-
firth, waar hij al even vaak wel als niet
was. Hij was een van die menschen, die
niet een heel klein beetje werk toch goed
in hun onderhoud weten te voorzien en
hij werkte alleen als hij er zelf zin in had.
Zijn werkplaats was meer dicht dan
openen als die dicht was, dan kon
men hem in zijn tuin vinden arbeiden of
visschen in de rivier. Nu was hij in zijn
tuin bezig met aardappelen poten en voor
de deur van het huisje zat de oude vader
in het warme zonlicht te suffen.
Oliver knikte Abe vriendschappelijk
toe en liep het zijpad langs naar het
aardappelveldje. Hij had zich voorgeno
men vriendelijk, hartelijk en inschikke
lijk te zijn. In zijn verhouding met ande
ren had hij een hekel aan onaangenaam
hedenzoolang men hem tenminste
zijn gang liet gaan. Hij groette Abe dus
kameraadschappelijk, alsof ze elkaar
eiken dag ontmoetten. Maar Abe, die zich
niet kon herinneren, dat hij in de laatste
dertig jaar ooit iets meer dan een toeval
lig knikje van den grootfabrikant had
gekregen, beantwoordde dien groet zoo
kort en afgemeten mogelijk en bleef waar
hij was, doorgaande met zijn werk, maar
zijn bezoeker van terzijde wantrouwend in
de gaten houdende.
„Ik kom eens met je praten, Abe!" be
gon Oliver. „Ik ben juist bezig dit stuk
grond hier eens goed op te nemen. Jij en
jouw familie hebben hier al een hellen
tijd gewoond, is het zoo niet?"
,,'n Paar honderd jaar en langer", ant
woordde Abe, richtte zich wat op, schraapte
den vettigen grond wat van zijn schoenen
af en keek Oliver vlak in het gezicht „En,
wat zou dat, meneer Carsdale?"
„Ochneeniets bijzonders", ant
woordde Oliver haastig. „Ik had dat al
meer gehoord.ja.dat had ik meer
gehoord".
„Het is wel aan iedereen hier in de
streek bekend", zei Abe. „Iedereen kent
de geschiedenis van Ryvedale Flat. Scar-
pes als eigenaars.... Hoylands als huur
derszoo al volle twee eeuwen land!"
„O juistja?... Och, je moogt het
wel weten ookde Scarpes zijn niet
langer je landheeren!"
Hoyland kreeg een kleur en keek zijn
bezoeker strak aan.
„Wilt u me daarmee zeggen, dat Mat
thew Scarpe zijn eigendom verkocht
heeft, meneer Carsdale?" vroeg hij met
gedempte stem, „Verkocht?"
„Ja, hij heeft het verkocht, dat is
heelemaal geen geheim meer", antwoord
de Oliver. „Hij heeft het mij verkocht. Dit
is nu alles van mij", vervolgde hij met een
breed armgebaar, dat van den kant der
rivier af over bosch en weiden wees en
eindigde, waar ze stonden. „Sinds gis
teren
„Van u?" zei Hoyland en bleef Oliver
onbewogen aanstaren, totdat hij zijn
schop tegen den grond wierp en een paar
stappen deed naar Oliver toe.
„Enmeneer... wat nou?" vroeg hij.
Oliver keek in de richting van den
ouden man, die voor de deur zat en
wenkte met zijn hoofd in de richting van
het pad, dat langs het huisje liep.
„Hij is zoo doof als een pot", zei Hoy
land hoofdschuddend. „Al staat u er bij
te schreeeuwen, dan hoort hij nog niets.
Maar zien kan hij nog goedzijn
oogen zijn zoo goed, als zijn ooren slecht
zijn. Dat is het eenige plezier, dat hij nog
in zijn leven heeft.daar zoo te zitten
en zijn oude plekje hier wat rond te kij
ken. U bent toch zeker niet van plan
ons hier vandaan te jagen, meneer Cars
dale?" vroeg hij opeens, door angst over
meesterd „Dat toch niet, wel? In geen
geval zoolang de oude nog leeft! Hij is
hier geboren, ziet u?"
Het schoot Oliver te binnen wat Mat
thew hem gezegd had in de herberg op de
heide en ook, wat hijzelf toen had geant
woord.
„Hoor eens", zei hij. „Ik ben niet van
plan iemand hard te behandelen, noch
om iets te doen, wat niet recht is, Hoy
land! Maar ik heb dit stuk grond gekocht
met een heel speciaal doel en dat moet ik
volvoeren. Ik kwam hier om je een heel
royaal aanbod te doen
„Uw bedoeling is dus wél, dat we weg
moeten?" viel Hoyland hem in de rede,
terwijl hij een eigenaardigen blik op den
ouden man sloeg, die hen zat te bekij
ken. „Dat zou zijn dood beteekenen", ver
volgde hij. „En van moeder ookzoo'n
paar oude menschen laten zich niet ver
plaatsen. Ze hooren hier bij de plaats.
Laat hen hier blijven, meneer Carsdale,
tot het hun tijd is! U zult heusch zoo
lang niet meer behoeven te wachten,
meneer!
„Neen, dat gaat niet!" antwoordde Oli
ver, wat korzelig geworden door den te
genstand. „Luister nu maar liever, naar
wat ik te zeggen heb. Ik wil niemand uit
zijn huis zettenten minste niet op
slag. Maar ik zal, laten we zeggen over
een maand of drie, vier, deze plaats noo-
dig hebben. Nu zal ik je zeggen, wat ik
van plan ben. Je weet denkelijk wel, dat
ik aan het andere einde van de stad een
stel keurige huisjes heb staan.zelf een
paar jaar geleden laten zetten, zooals Je
wel weten zult. Het zijn heel goede hui
zenmodern ingericht en van allerlei
gemakken voorzienbadkamer, stroo-
mend wateren een aardig tuintje er
bij. Eén er van-staat leegdaar kun je
intrekken, Hoyland.... vrij van huur,
zoolang je vader en moeder leven en
daarna kun je er zelf blijven wonen voor
dezelfde huur, die je hier verwoonten
dat is, naar ik gehoord heb, vijf pond per
jaar. Zeg op.is dat nu geen redelijk en
goed voorstel?"
.(Wordt vervolgd).
De markt gezien vanaf den Waagtoren.