EUWE VREDESPOGINGEN
IN UITZICHT?
Hoe Italië zich te weer zal stellen
tegen de sancties.
HET BUITENLANDSCH BELEID
DER REGEERING.
76»te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 October 1935
Derde Blad
No. 23190
Nieuwe verkeersweg van
Addis Abeba naar de kust.
Voorloopig verslag
der Tweede Kamer.
Teraardebestelling wijlen
den heer Th. Spreij te Alphen
FINANCIEN.
VAN 'T FRONT.
speciale reuter en a.n.p.-dienst.
De Italiaansohe penetratie
in het Noorden.
ADDIS ABEBA. 29 Oct. (Reuter-A.N.P.)
De militaire wandeling der Italianen in
Tigre, zooals men den opmarsch met het
cos op het uitblijven van Abessijnschen
tegenstand rustig noemen kan, wordt
langzaam voortgezet over een breed front.
De Italianen zijn thans doorgedrongen in
michtbaarder streken, waar geen gebrek
aan water heerscht. hetgeen hun voorzie-
ninssdlensten zal vergemakkelijken. Het is
nljwel zeker, dat Ras Seyoem op bevel van
den Keizer zal voortgaan zich terug te
trekken en Makallé zonder strijd zal laten
schieten. De stad is trouwens al voor een
groot deel geëvacueerd. Men gelooft, dat
de enorme hoeveelheid manschappen, die
de Abessünen blijven samentrekken in de
streek van Dessie zich Noordwaarts in be-
lezlng zullen stellen, zoodra de keizer zal
lijn aangekomen. Men verwacht, dat Haile
Selassie zich in de eerste dagen van No-
rember naar Desise zal begeven.
Te Addis Abeba aangekomen koeriers,
die uitgezonden waren door het hoofd
kwartier van Ras Seyoem. hebben den cor
respondent van Reuter-A.N.P. verteld, dat
de vorige week een fel gevecht geleverd is
in een klein dal ten Zuiden van Adoea.
Italiaansche verkenningstroepen ter sterk
te van verscheidene honderden manschap-
ten, zoo vertelden de koeriers, bemerkten
krijgslieden van de stammen die onder
level staan van Dedzjasmatsj Ktngfoe. Zij
meenden slechts met een afdeeline van de
ichterhoede der Abessijnsche troepen te
doen te hebben, zoodat ztto hun opmarsch
roortzetten. Plotseling werden zij echter
testookt. door een goedgevoed vuur van 'n
belangrijke legerafdeeling van Ras Seyoem,
die op de belde hellingen van het dal vér-
torgen lag. De Italianen verspreidden zich
in tirailleurslinle. waarbij zij zoo veel mo
gelijk gebruik maakten van de oneffen-
leden van het terrein en beantwoorden
het Abessijnsche vuur. waarbij aan beide
ajden belangrijke verliezen werden ge
leden. Ten slotte trokken de Italianen zich
terug.
Ten paleize wordt dit verhaal slechts
[edeelteliik bevestigd. De correspondent
nu Reuter-A.N.P. voegt hieraan toe. dat
let niet althd mogelijk is zich geheel te
wisten op de door koeriers hierheen ge
trachte inlichtingen.
Verder zijn er talrijke schermutselingen
en gevechten van minder belang in de
bergstreken van Tigre. die zich uitstekend
tenen voor hinderlagen, geleverd.
In Ogaden is vooral de Italiaansche
bchtstrijdmacht actief, met name op den
ïnkervleugel van het Italiaansche front.
(Copyright Reuter-A.N.P.)
Ris Kwettasjoe heeft als zijn meening
ijt kennen gegeven, dat de Abessyniërs in
sovember tot den aanval gereed zullen
bin. Hij schat het aantal dergenen, die
nder de wapenen zijn op meer dan een
«illioen. Hii heeft veel vertrouwen in den
tteynischen soldaat.
Hij stelt zich op het standpunt, dat vier
aan één geweer kunnen bedienen. „In-
ton". zoo zegt hii. „de eerste gedood
TOrdt. moet de tweede hem vervangen, en
too vervolgens.
Onze mannen vreezen den dood niet,
Huneer het om het lot van het land
gaat".
Wat betreft een eventueele regeling, ver
klaarde Ras Kwettasjoe met nadruk: ..wij
tollen geen duimbreed van ons grondge
bed afstaan en den vijand tot over de
Oenzen terugdringen Binnen twee maan
den zal er geen enkele Italiaan meer in
het land zijn".
Belgische instructeur in
Abessynië overleden.
De luitenant-instructeur Roger Cambier,
Je lid was van de Belgische militaire mis-
is Zondag te Irga Alem in de provincie
™amo. overleden. Cambier was sedert
veertien maanden met de opleiding van
bataljon geregelde tToepen belast,
uet stoffelijk overschot is per vliegtuig
War Addis Abeba overgebracht. De begra
®js geschiedt vandaag in tegenwoordig.
leid
"an personeel van het Belgische ge-
hhtschap en de militaire missie
DE SANCTIES.
Ja 39 staten is het verbod van wapen-
TOVoer naar Italië reeds uitgevaardigd, in
staten is de financieele boycot tegen
e reeds toegepast, of zal zeer spoedig
Miking treden, en 29 regeeringen heb-
Mrklaard tot toepassing van de eco-
fflbche sanctiemaatregelen op den door
roordinatie-commissle hiervoor vast te
ton datum over te gaan.
overs staten, die besliste toezeggingen
thaancieelen boycot hebben gege-
ünis volgende: Afghanistan. Argen-
Dsn.' Allstralie, België Bulgarije. China,
2°^ n Engeland. Frankrijk Grie-
'ffid, Guatemala Britsch-Indië. Irak.
bit» rftlancl. Liberia Llthauen. Luxem-
'"Jdenand.. Nieuvz-Zeeland. Noor-
sS» _en. Roemenië. Sovjet-Rusland,
r.J_ .TsJeeho-Slowakije Turkije. Uru-
sJ Z3"d-Afrika. Zuid-Slavië, Zweden en
Al deze staten hebben zich ook bereid
verklaard, tot toepassing van de econo
mische sanctiemaatregelen over te gaan
met uitzondering slechts van China, Iran
en Spanje, die hieromtrent ,noE geen uit
drukkelijke mededeeling hebben gedaan.
Italiaansch verweer.
Met ingang van 5 November zal het
vleesch in Italië worden gerantsoeneerd,
voorloopig voor den tijd van zes maanden,
in verband met de toepassing van de
sancties van den Volkenbond. Op bepaalde
dagen zullen de slagerswinkels gesloten
zijn.
Syndicaten zullen de visscherij en de
jacht meer Intens organiseeren. In ver
band hiermede zullen geen jacht- en
visohakten worden verleend voor den tijd
van zes maanden in de domaniale gebie
den.
Tevens zal gestreefd worden naar ver
mindering der kosten van de staatsbedrij
ven, alsook van de scholen. Tot dit doel
zal in het parlement een speciale machti
gingswet worden Ingediend, op grond
waarvan de Italiaansche regeeringschef
alle noodig geoordeelde maatregelen op
dit gebied kan nemen door eenvoudig zelf
decreten uit te vaardigen.
Door het eerste dezer decreten worden
tot besparing van papier alle staatspubll-
caties tot een minimum beperkt.
Voorts zal bij het inrichten van bureaux
het nieuw aanschaffen van kantoormeu
belen en de overige inventaris tot het al
lernoodzakelijkste beperkt moeten worden.
Alle officieele telegrammen en telefoon
gesprekken zullen bekort moeten worden.
Tenslotte moet ter besparing van kolen
de kantoortijd in principe beperkt blijven
vjn 8 uur 's morgens tot 6 uur 's middags,
waardoor het verbruik van brandstof en
electrisch licht zoo laag mogelijk wordt ge
houden.
Het denkbeeld, de consumptie door een
kaartensysteem te rantsoeneeren heeft
Mussolini van de hand gewezen, daarbij
uitgaande van het standpunt, dat op de
beproefde zelfböheerschlng van 't Italiaan
sche volk gerekend kan worden. Met name
zal geen wijziging intreden in den verkoop
van brood en meel, daar de oogst van dit
jaar. die 7.7 millioen ton bedraagt, vol
doende is om het -binnenlandseh verbruik
te dekken.
Voorts zal Italië, naar vernomen wordt,
principieel weigeren, waren te betrekken
van die landen, welke sancties uitvoeren,
resp. den handel in niet onder de sancties
vallende producten beperken tot een vol
komen evenwichtig clearlngverkeer. Tegen
over het wegvallen van de steenkool-
transporten uit Engeland hoopt men de
steenkoolaankoopen in andere landen te
kunnen opvoeren.
Voor graan en suiker is het binnen
landseh verbruik, naar gezegd wordt, vol
komen veilig gesteld. Voor suiker blijft
zelfs een overschot ter beschikking.
Zonder de in de laatste dagen tot stand
gekomen contracten over groote leveran
ties van bevroren vleesch door Argentinië
en Brazilië zouden voor de rantsoeneering
van de vleeschconsumptie reeds thans
ingrijpende maatregelen hebben moeten
worden genomen. Er is echter pas te Rome
een contract onderteekend, waarbij Bra
zilië 35.000 ton bevroren vleesch naar Italië
zal zenden, terwijl dit land zich reeds in
Juni verplichtte tot levering van 22.000 ton
bevroren vleesch.
DE VREDESPOGINGEN.
Jules Sauerwein had in de „Paris Solr"
geschreven, naar aanleiding van de aan
wezigheid van Laval en Hoare te Genève
op Vrijdag, dat Engeland en Frankijk het
eens zouden zijn geworden over nieuwe
voorstellen aan Italië. Men zou dien dag
een geheel nieuw stadium ingaan.
„Frankrijk en Engeland doen op het
oogenblik alles", zoo stelt Sauerwein het
voor, „om het terrein voor onderhande
lingen te effenen. Er zijn reeds verschil
lende Engelsche deskundigen te Parijs,
die eenige dagen met de Fvanschen ge
confereerd hebben en men is het Zondag
avond eens geworden over den inhoud
van de voorstellen, die men Italië zal
doen. Engeland en Frankrijk zouden Ita
lië de controle over verschillende Abes
sijnsche provincies willen aanbieden. Voor
Harrar, een erfelijk leengoed van den
Negus en de heilige stad Aksoem, alsmede
voor het Abessijnsche binnenland en de
hooglanden, zouden Frankrijk en Enge
land geen enkele concessie wilier, toe
staan, omdat de Negus hier nooit in zou
kunnen toestemmen"
Sauerwein schrijft verder de détails van
de voorstellen niet verder te kunnen ver
melden, omdat die nog onderwerp uit
maken van besprekingen.
Naar aanleiding van bovenstaand be
richt. waarvan ook andere Parijsche bla
den hebben meldh.g gemaakt, wordt uit
Londen van ofllcieele zijde verklaard:
De voorstellen die ontstaan zijn uit de
jongste diplomatieke besprekingen tus-
schen Rome en Parijs en bestemd waren
om tot grondslag te dienen voor een
vreedzame oplossing van het Italiaansch-
Abessijnsche geschil, hebben te Londen
een onderwerp van nauwkeurige studie
uitgemaakt. In het bijzonder heeft men
willen nagaan, of de voorstellen overeen
stemden met de Engelsche eischen en
met den geest, van het Volkenbonds
verdrag en of zij gelijkelijk aanvaardbaar
waren voor Abessynië en voor Italië.
Over deze Engelsche eischen nu, meldt
de officieele berichtgever, is het tusschen
de Frausche en de Engelsche regeeringen
Ontlasting van Dzjiboeti-spoorweg -
Opleving van den handel te Addis Abeba
- Koersstijging van den daalder.
(Van onzen specialen correspondent
W. F. Deedes.)
Addis Abeba, Dinsdagavond.
De aanleg van een nieuwen weg van
de kust naar Addis Abeba veroorzaakt
hier veel opgewondenheid. Tot nu toe is
de hoofdstad steeds afhankelijk geweest
van een enkelen spoorweg, de Dzjlboeti-
Hjn. Slechts een succesrijke aanslag op
de lijn is noodig om de hoofdstad van
Abessynië van de buitenwereld af te
snijden.
De regeering heeft zich daarover na
tuurlijk zeer bezorgd gemaakt, maar
zoodra de nieuwe weg voltooid is, zal dit
probleem vermoedelijk eindelijk zijn op
gelost. Vandaag heeft men ten paleize
medegedeeld, dat inderdaad binnen een
maand alle verkeersverbindingen tusschen
de hoofdstad en het Noord-Oosten van
Abessynië grootendeels onafhankelijk van
de spoorlijn zullen zijn. Deze toestand zal
zeer vermoedelijk tot het a.s. voorjaar
gehandhaafd worden, d.w.z. gedurende de
meest critieke periode van den oorlog. De
voortgang van het werk ls natuurlijk van
buitengewone beteekenls en vandaag
werkten alleen reeds honderden arbei
ders aan de korte sectie aan dit einddoel
van den weg. dat nog steeds niet voor
gebruik gereed is.
Ik verneem, dat niet alleen een verster
king van de brug over de rivier Awasj zal
worden aangebracht. De weg is natuurlijk
ruw en waarschijnlijk onbegaanbaar ge
durende de zware Abessijnsche regens.
Zware vrachtauto's zullen er echter over
kunnen rijden en de beteekenis er van
is voor de Abessijnsche troepen onme
telijk.
Deze nieuwe mogelijkheid om goederen
per vrachtauto te vervoeren, bevrijdt de
hoofdstad van haar voortdurende angst
voor de eventueele verwoesting van den
spoorweg, wat tot nu toe de isolatie van
de stad zou hebben beteekend Op het
oogenblik wordt de spoorlijn tot het
uiterste benut, wat ernstige opstoppingen
veroorzaakt. Troepentransporten, gere
gelde passagierstremen en boottreinen
rijden steeds met vertraging, tengevolge
van de zware belasting van de waggons
en goederentreinen, die meestal hun ma
ximumgewicht vervoeren. De ontwrich
ting van den dienst wordt steeds ern
stiger.
De situatie wordt nog verergerd door
de plotselinge opleving van den handel.
De regeering, die de opbrengst uit in- en
uitvoerrechten dringend noodig heeft,
heeft bevolen, dat alle huiden, koffie-
zendingen en diverse andere voorraden
onmiddellijk uit het binnenland moeten
worden opgezonden.
Dank zij de stijging der wereldprijzen
maken de verkobpers van deze artikelen
goede zaken. De handelaars, die Addis
Abeba niet hebben verlaten, ondervinden
nu dientengevolge, dat zij voorspoedige
tijden beleven, die nog wel eenigen tijd
kunnen voortduren.
De vraag naar sterling van de zijde
van de exporteurs heeft de waarde van
den daalder versterkt, die thans schom
melt tusschen 12 en 13 in het pond.
(Copyright Morntngpost-A.N.P.)
RECLAME-
2887
Dat goed en goedkoop samen kan,
Toont BOOG Axijn U duid'lijk Sn!
tot algeheele overeenstemming gekomen.
De voorstellen, die tevens zijn voorgelegd
aan een commissie van Fransche en En
gelsche technische deskundigen, worden
door deze commissie niet geacht overeen
te stemmen met genoemde Fransch-
Engelsche eischen. Met nadruk wijst men
er nu op, dat uit de gedachtenwisseling
van de regeeringen te Parijs en Londen
geen voorstellen zijn ontstaan voor een
minnelijkeschikking om voorgelegd te
worden aan de vergadering te Genève en
de geruchten, die de aanwezigheid van
Hoare in genoemden zin uitleggen, moe
ten met kracht worden tegengesproken.
Hoare's reis naar Genève moet slechts
worden opgevat als een demonstratie van
het groote gewicht, dat de Engelsche re
geering hecht aan de te nemen beslissin
gen.
Mussolini heeft gisteravond een bespre
king gehad met den Britschen ambassa
deur, Sir Eric Drummond, waaromtrent
men een zeer streng stilzwijgen in acht
neemt.
In welingelichte Italiaansohe kringen
verklaart men met betrekking tot de op
nieuw opgedoken geruchten omtrent tast
bare verzoeningsvoorstellen, dat al derge
lijke combinaties in de meeste gevallen
te ver gingen.
Op het oogenblik worden geen recht-
streeksche onderhandelingen gevoerd.
Men gaat slechts na of een basis gevon
den kan worden, waarop onderhandelin
gen zullen kunnen worden gevoerd.
Men waarschuwt er te Rome evenwel
voor den tegenwoordigen Internationalen
toestand al te optimistisch te beschouwen.
Baron Aloisi zal zich dezer dagen naar
Genève begeven, teneinde deel te nemen
aan de volkenbonds-besprekingen. De da
tum van zijn reis is nog niët vastgesteld.
Wordt de Kamercommissie
gepasseerd
Aan het voorloopig verslag der Twee
de Kamer inzake de begrooting van
Buitenlandsche Zaken voor 1936 wordt
ontleend, dat vrij algemeen werd geklaagd
over te groote soberheid bij de toelichting,
Vele leden wezen andermaal op de zeer
bedenkelijke gevolgen der bezuinigingen,
welke op deze begrooting hebben plaats
gevonden, voornamelijk wat betreft de
vermindering met f, 50.000 wegens beper
king van het aantal kanseliers op diplo
matieke en consulaire posten. Ons land
beschikt nu in Roemenië en Joego Slavië
te zamen slechts over één gezantschap te
Boekarest, dat feitelijk uitsluitend door
den gezant zal worden bezet.
Vele leden konden zich niet vereenigen
met het standpunt der regeering inzake
het inlichten en consulteeren der commis
sie voqr buitenlandsche zaken uit de
Kamer. Dit standpunt schijnt te zijn, dat
de regeering eerst doet, wat zij meent, te
moeten doen, en dan achteraf de com
missie daarvan mededeeling doet. Zoo op
gevat, mist die commissie elke beteekenis.
Vorige ministers hebben meermalen aan
de commissie mededeelingen gedaan over
hun voornemens bij onderhandelingen, die
nog niet waren afgesloten. De voorzitter
van den ministerraad heeft in de Eerste
Kamer gezegd, dat de regeering zelve de
verantwoordelijkheid voor haar daden
moet durven dragen en daarna onderwor
pen is aan de controle van de Staten-Ge-
neraal. Deze instelling is moeilijk te ver
eenigen met de motieven, die tot de instel
ling van de commissie hebben geleid. De
buitenlandsche politiek moet even goed
als elke andere tak van regeeringsbeleid
gevoerd worden in overleg met de Staten-
Generaal. Juist het feit, dat de buiten
landsche politiek vrijwel buiten de Staten-
Generaal om wordt gevoerd, was aanlei
ding tot de instelling van de commissie
voor buitenlandsche zaken. Deze moest ook
dienen ais zeker tegenwicht voor de geva
ren der geheime diplomatie.
Een lid verklaarde in het algemeen geen
groote bewondering voor den Volkenbond
te voelen, maar vroeg zich thans af, hoe
de toestand zou zijn, indien dit Uchaam er
niet was, waarom hij erin zag een instru
ment in Gods hand. Deze meening vond
tegenspraak bij andere leden, volgens wie
de Volkenbond, niet opgetrokken op geloof
in God, een huis is, op zand gebouwd, ge
doemd. om te vallen.
Een lid meende, dat de Volkenbond als
vredesinstituut een mislukking is gewor
den en dit ook wel moest worden daar hij
niet is gebouwd op Gods Woord. Abessynië,
lid van den Volkenbond, is door een mede
lid aangevallen. Andere Volkenbondsleden
worden wellicht uit hoofde van hun lid
maatschap in een oorlog gewikkeld. Wat
heeft dat lidmaatschap dan voor zin? Dit
lid zou gaarne zien, dat Nederland zich
uit den Volkenbond terugtrok.
Een ander lid achtte uittreding van ons
land uit den Volkenbond dringend nood-
GROOTE BELANGSTELLING.
De heer Th. Spreij.
Gistermiddag had op de alg. begraaf
plaats aan de Schoolstraat te Alphen de
plechtige bijzetting plaats in het familie
graf van wijlen den heer Th. Spreij, die
gelijk gemeld Zaterdag in den ouder
dom van 74 jaar is overleden. De belang
stelling voor deze droeve plechtigheid
was zeer groot. Op de begraafplaats zagen
wij onder de vele aanwezigen o.a. namens
het dagelijksch bestuur der gemeente Al
phen wethouder G, M. Herngreen en de
gemeente-secretaris mr. F. A. Helmstrijd,
verschillende raadsleden, de predikanten
der Ned, Herv. Kerk Julianastraat, ds. J.
Stehouwer en ds. J. de Bruin, alsmede tal
van vrienden van den overledene en
andere belangstellenden. De rouwstoet
werd gevolgd door het personeel van de
N.V. Houthandel v.h. fa. J. Spreij, waar
van de overledene jarenlang mede
bestuurslid is geweest. Zoodra de stoet
op het kerkhof was gearriveerd en het
stoffelijk overschot in het familiegraf was
bijgezet, trad als spreker naar voren ds. J.
Schoneveld, predikant der N.H. Kerk, di?
zakelijk, daar hij onbelangrijk, en d»
kosten niet waard is.
Volgens vele andere leden, die hiertegen
met kracht opkwamen, moet echter de
internationale samenwerking, waartoe de
Volkenbond den weg heeft geopepd, krach
tig en, zoo mogelijk, universeel worden ge
steund, voortgezet en uitgebouwd. Ds Vol
kenbond streeft de vreedzame, internatio
nale samenwerking op den grondslag van
het recht na en juist dit zit in het
Christendom, dat immers de vredesbood
schap heeft gebracht.
Een ander lid merkte op, dat de be
zwaren, die vroeger bij hem tegen den
Volkenbond bestonden zijn opgeheven,
wegens de veranderingen, welke de Bond
in zijn samenstelling heeft ondergaan. Den
Bond op dit oogenblik verzwakken, zou z.i.
gevaarlijk zijn. Misschien zou het, gezien
de moeilijkheden, gewenscht zijn, den
Bond te vervormen tot een permanente
vredesconferentie. Andere leden wezen
erop, dat het arbeidsveld van den Volken
bond veel ruimer is dan dat van een
vredesconferentie.
Een lid critiseerde scherp de aarzelende
houding van den Volkenbond, die z.i. had
moeten optreden, toen Italië met zijn troe
penzendingen naar Afrika begon, en niet
had mogen wachten tot de oorlog was uit
gebroken. Toen was het voor Italië bijna
onmogelijk terug te gaan. Waarom heeft
de Nederlandsche regeering, zoo vroeg dit
lid, niet tot ingrijpen in een vroeger sta
dium aangespoord? Vele andere leden
stelden hier tegenoveT dat de Volkenbond:
zich moet houden aan het pact, dat de
procedure voorschrijft. De eenstemmige
aanwijzing van Italië als schender van het
Volkenbondspact ls h.i. een daad van
groote moreele beteekenis. Den Volkenbond
zelf kan geen verwijt treffen, als de deel
neming der staten aan sancties onvoldoen
de mocht blijken. Deze leden wezen erop,
dat juist bij het conflict ItaliëAbessynië
de Bond belangrijk grootere energie toont,
dan hij in vorige gevallen heeft gedaan.
Algemeen werd instemmlg betuigd met
de rede, door den Minister te Genève ge
houden, en de houding der regeering ten
opzichte van de Volkenbondsactie. Eenige
leden, hoezeer zij zich ook met die rede
konden vereenigen, zouden het wel op prijs
hebben gesteld, als de minister had ge
sproken op een plaats in de rij der spre
kers, meer in overeenstemming met de
positie van Nederland ais kleine mogend
heid. Vele andere leden voerden hiertegen
over echter aan, dat in de Volkenbonds
bijeenkomsten geen onderscheid werd ge
maakt tusschen groote en kleine staten.
Al was er bij sommige leden twijfel over
de vraag of, indien economische en finan
cieele sancties niet mochten baten en
militaire sancties moesten worden toege
past Nederland ook gan deze laatste zou
moeten deelnemen, over de deelneming aan
sancties van de eerste soort kon h.i. geen
twijfel bestaan ook al zou daarvan eenige
economische schade voor ons land het ge
volg zijn.
Gemeend werd. dat de verplichting van
den bij den Volkenbond aangesloten staat
zich bepaalt tot economische sancties,
maar dat met betrekking tot eventueel
daarop volgende militaire sancties elke
staat zich krachtens het Volkenbondspact,
nader zelfstandig zou beraden. Men achtte
het prematuur, nader op de vraag, of
Nederland eventueel zou moeten deelne
men aan militaire sancties, in te gaan. De
vraag werd voor beantwoording eerst vat
baar geacht in een verder stadium van
ontwikkeling der gebeurtenissen.
na voorlezing van een schriftgedeelte in
een ernstige grafrede het heengaan
schetste van den overledene in wien de
Heere, aldus spr, zoo'n welbesteed leven
had geschonken, zoowel maatschappelijk,
kerkelijk als geestelijk. In bijzonder rele
veerde spr. zijn hoedanigheden van het
kerkelijk medeleven, ook nog zelfs gedu
rende de laatste jaren, niettegenstaande
de heer Spreij zich om gezondheidsrede
nen, zoowel uit het openbare als kerkelijk
leven, had moeten terugtrekken. Voor de
familie noemde spr. het dan ook een
groote troost en zegen, dat men aan deze
groeve niet behoefde te staan als treuren
den die geen hope hebben, maar bij dit
heengaan ook mag en kan worden gezien
op het heerlijk verlossingswerk van Jezus
Christus, waarvan de overledene die nu ts
ingegaan in den Vrede Zijns Vaders gedu
rende zijn leven zoo rijkelijk heeft mogen
getuigen. Na ook de aanwezigen op ver
manende wijze op dezen eenigén weg des
behouds zoomede op de wederkomst des
Heeren te hebben gewezen, eindigde spr.
met het uitspreken van gebed: „Onze
Vader, die in de Hemelen zijt", Amen.
Nadat de oudste zoon de heer J.
Spreij Thzn., eenige woorden van dank
had gesproken voor de laatste eer aan
den overledene bewezen, behoorde deze
droeve plechtigheid tot het verleden en
verlieten allen diep onder den Indruk den
doodenakker.
DE NEDERLANDSCHE BANK.
De goudvoorraad is gestegen met ruim
f. 18 millioen.
Blijkens den weekstaat per 28 dezer van
De Nederlandsche Bank is in de afgeioo-
pen week de goudvoorraad vermeerderd
met f. 18.054.223 tot f. 588.778.554. tegen
f. 570.724.432 op 21 dezer. i. 561.814.052 op
14 dezer, f. 555.736.913 op 7 dezer,
f. 536.080.978 op 30 Sept., f. 541.910.772 op
23 September, f. 562.940.597 op 16 Sep
tember en f. 599.708.019 op 19 Sept. jl.
De bimnenlandsche wisselportefeuille nam
af met f. 680.470 tot f. 51.251.985, tegen
f. 51.932.455 op 21 dezer.
De beleeningen namen af met f 1.611.673
tot f. 140.420.536 (v. w. f. 142.032.209).
De bankbiljetten-circulatie steeg met
5.451.035 gulden tot f. 788.944.475. tegen
f. 783.493.440 op 21 dezer, f. 795.94S.970 op
14 dezer en f. 805 778.090 op 7 dezer.
Het beschikbare metaalsaldo steeg met
11.678.397 gulden tot f. 273.654.971. tegen
f. 261.976.575 op 21 dezer, f. 248.700.753 op
14 dezer en f. 241.225.987 op 7 dezer.
I