EUWE VREDESPOGINGEN IN UITZICHT? Hoe Italië zich te weer zal stellen tegen de sancties. HET BUITENLANDSCH BELEID DER REGEERING. 76»te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 October 1935 Derde Blad No. 23190 Nieuwe verkeersweg van Addis Abeba naar de kust. Voorloopig verslag der Tweede Kamer. Teraardebestelling wijlen den heer Th. Spreij te Alphen FINANCIEN. VAN 'T FRONT. speciale reuter en a.n.p.-dienst. De Italiaansohe penetratie in het Noorden. ADDIS ABEBA. 29 Oct. (Reuter-A.N.P.) De militaire wandeling der Italianen in Tigre, zooals men den opmarsch met het cos op het uitblijven van Abessijnschen tegenstand rustig noemen kan, wordt langzaam voortgezet over een breed front. De Italianen zijn thans doorgedrongen in michtbaarder streken, waar geen gebrek aan water heerscht. hetgeen hun voorzie- ninssdlensten zal vergemakkelijken. Het is nljwel zeker, dat Ras Seyoem op bevel van den Keizer zal voortgaan zich terug te trekken en Makallé zonder strijd zal laten schieten. De stad is trouwens al voor een groot deel geëvacueerd. Men gelooft, dat de enorme hoeveelheid manschappen, die de Abessünen blijven samentrekken in de streek van Dessie zich Noordwaarts in be- lezlng zullen stellen, zoodra de keizer zal lijn aangekomen. Men verwacht, dat Haile Selassie zich in de eerste dagen van No- rember naar Desise zal begeven. Te Addis Abeba aangekomen koeriers, die uitgezonden waren door het hoofd kwartier van Ras Seyoem. hebben den cor respondent van Reuter-A.N.P. verteld, dat de vorige week een fel gevecht geleverd is in een klein dal ten Zuiden van Adoea. Italiaansche verkenningstroepen ter sterk te van verscheidene honderden manschap- ten, zoo vertelden de koeriers, bemerkten krijgslieden van de stammen die onder level staan van Dedzjasmatsj Ktngfoe. Zij meenden slechts met een afdeeline van de ichterhoede der Abessijnsche troepen te doen te hebben, zoodat ztto hun opmarsch roortzetten. Plotseling werden zij echter testookt. door een goedgevoed vuur van 'n belangrijke legerafdeeling van Ras Seyoem, die op de belde hellingen van het dal vér- torgen lag. De Italianen verspreidden zich in tirailleurslinle. waarbij zij zoo veel mo gelijk gebruik maakten van de oneffen- leden van het terrein en beantwoorden het Abessijnsche vuur. waarbij aan beide ajden belangrijke verliezen werden ge leden. Ten slotte trokken de Italianen zich terug. Ten paleize wordt dit verhaal slechts [edeelteliik bevestigd. De correspondent nu Reuter-A.N.P. voegt hieraan toe. dat let niet althd mogelijk is zich geheel te wisten op de door koeriers hierheen ge trachte inlichtingen. Verder zijn er talrijke schermutselingen en gevechten van minder belang in de bergstreken van Tigre. die zich uitstekend tenen voor hinderlagen, geleverd. In Ogaden is vooral de Italiaansche bchtstrijdmacht actief, met name op den ïnkervleugel van het Italiaansche front. (Copyright Reuter-A.N.P.) Ris Kwettasjoe heeft als zijn meening ijt kennen gegeven, dat de Abessyniërs in sovember tot den aanval gereed zullen bin. Hij schat het aantal dergenen, die nder de wapenen zijn op meer dan een «illioen. Hii heeft veel vertrouwen in den tteynischen soldaat. Hij stelt zich op het standpunt, dat vier aan één geweer kunnen bedienen. „In- ton". zoo zegt hii. „de eerste gedood TOrdt. moet de tweede hem vervangen, en too vervolgens. Onze mannen vreezen den dood niet, Huneer het om het lot van het land gaat". Wat betreft een eventueele regeling, ver klaarde Ras Kwettasjoe met nadruk: ..wij tollen geen duimbreed van ons grondge bed afstaan en den vijand tot over de Oenzen terugdringen Binnen twee maan den zal er geen enkele Italiaan meer in het land zijn". Belgische instructeur in Abessynië overleden. De luitenant-instructeur Roger Cambier, Je lid was van de Belgische militaire mis- is Zondag te Irga Alem in de provincie ™amo. overleden. Cambier was sedert veertien maanden met de opleiding van bataljon geregelde tToepen belast, uet stoffelijk overschot is per vliegtuig War Addis Abeba overgebracht. De begra ®js geschiedt vandaag in tegenwoordig. leid "an personeel van het Belgische ge- hhtschap en de militaire missie DE SANCTIES. Ja 39 staten is het verbod van wapen- TOVoer naar Italië reeds uitgevaardigd, in staten is de financieele boycot tegen e reeds toegepast, of zal zeer spoedig Miking treden, en 29 regeeringen heb- Mrklaard tot toepassing van de eco- fflbche sanctiemaatregelen op den door roordinatie-commissle hiervoor vast te ton datum over te gaan. overs staten, die besliste toezeggingen thaancieelen boycot hebben gege- ünis volgende: Afghanistan. Argen- Dsn.' Allstralie, België Bulgarije. China, 2°^ n Engeland. Frankrijk Grie- 'ffid, Guatemala Britsch-Indië. Irak. bit» rftlancl. Liberia Llthauen. Luxem- '"Jdenand.. Nieuvz-Zeeland. Noor- sS» _en. Roemenië. Sovjet-Rusland, r.J_ .TsJeeho-Slowakije Turkije. Uru- sJ Z3"d-Afrika. Zuid-Slavië, Zweden en Al deze staten hebben zich ook bereid verklaard, tot toepassing van de econo mische sanctiemaatregelen over te gaan met uitzondering slechts van China, Iran en Spanje, die hieromtrent ,noE geen uit drukkelijke mededeeling hebben gedaan. Italiaansch verweer. Met ingang van 5 November zal het vleesch in Italië worden gerantsoeneerd, voorloopig voor den tijd van zes maanden, in verband met de toepassing van de sancties van den Volkenbond. Op bepaalde dagen zullen de slagerswinkels gesloten zijn. Syndicaten zullen de visscherij en de jacht meer Intens organiseeren. In ver band hiermede zullen geen jacht- en visohakten worden verleend voor den tijd van zes maanden in de domaniale gebie den. Tevens zal gestreefd worden naar ver mindering der kosten van de staatsbedrij ven, alsook van de scholen. Tot dit doel zal in het parlement een speciale machti gingswet worden Ingediend, op grond waarvan de Italiaansche regeeringschef alle noodig geoordeelde maatregelen op dit gebied kan nemen door eenvoudig zelf decreten uit te vaardigen. Door het eerste dezer decreten worden tot besparing van papier alle staatspubll- caties tot een minimum beperkt. Voorts zal bij het inrichten van bureaux het nieuw aanschaffen van kantoormeu belen en de overige inventaris tot het al lernoodzakelijkste beperkt moeten worden. Alle officieele telegrammen en telefoon gesprekken zullen bekort moeten worden. Tenslotte moet ter besparing van kolen de kantoortijd in principe beperkt blijven vjn 8 uur 's morgens tot 6 uur 's middags, waardoor het verbruik van brandstof en electrisch licht zoo laag mogelijk wordt ge houden. Het denkbeeld, de consumptie door een kaartensysteem te rantsoeneeren heeft Mussolini van de hand gewezen, daarbij uitgaande van het standpunt, dat op de beproefde zelfböheerschlng van 't Italiaan sche volk gerekend kan worden. Met name zal geen wijziging intreden in den verkoop van brood en meel, daar de oogst van dit jaar. die 7.7 millioen ton bedraagt, vol doende is om het -binnenlandseh verbruik te dekken. Voorts zal Italië, naar vernomen wordt, principieel weigeren, waren te betrekken van die landen, welke sancties uitvoeren, resp. den handel in niet onder de sancties vallende producten beperken tot een vol komen evenwichtig clearlngverkeer. Tegen over het wegvallen van de steenkool- transporten uit Engeland hoopt men de steenkoolaankoopen in andere landen te kunnen opvoeren. Voor graan en suiker is het binnen landseh verbruik, naar gezegd wordt, vol komen veilig gesteld. Voor suiker blijft zelfs een overschot ter beschikking. Zonder de in de laatste dagen tot stand gekomen contracten over groote leveran ties van bevroren vleesch door Argentinië en Brazilië zouden voor de rantsoeneering van de vleeschconsumptie reeds thans ingrijpende maatregelen hebben moeten worden genomen. Er is echter pas te Rome een contract onderteekend, waarbij Bra zilië 35.000 ton bevroren vleesch naar Italië zal zenden, terwijl dit land zich reeds in Juni verplichtte tot levering van 22.000 ton bevroren vleesch. DE VREDESPOGINGEN. Jules Sauerwein had in de „Paris Solr" geschreven, naar aanleiding van de aan wezigheid van Laval en Hoare te Genève op Vrijdag, dat Engeland en Frankijk het eens zouden zijn geworden over nieuwe voorstellen aan Italië. Men zou dien dag een geheel nieuw stadium ingaan. „Frankrijk en Engeland doen op het oogenblik alles", zoo stelt Sauerwein het voor, „om het terrein voor onderhande lingen te effenen. Er zijn reeds verschil lende Engelsche deskundigen te Parijs, die eenige dagen met de Fvanschen ge confereerd hebben en men is het Zondag avond eens geworden over den inhoud van de voorstellen, die men Italië zal doen. Engeland en Frankrijk zouden Ita lië de controle over verschillende Abes sijnsche provincies willen aanbieden. Voor Harrar, een erfelijk leengoed van den Negus en de heilige stad Aksoem, alsmede voor het Abessijnsche binnenland en de hooglanden, zouden Frankrijk en Enge land geen enkele concessie wilier, toe staan, omdat de Negus hier nooit in zou kunnen toestemmen" Sauerwein schrijft verder de détails van de voorstellen niet verder te kunnen ver melden, omdat die nog onderwerp uit maken van besprekingen. Naar aanleiding van bovenstaand be richt. waarvan ook andere Parijsche bla den hebben meldh.g gemaakt, wordt uit Londen van ofllcieele zijde verklaard: De voorstellen die ontstaan zijn uit de jongste diplomatieke besprekingen tus- schen Rome en Parijs en bestemd waren om tot grondslag te dienen voor een vreedzame oplossing van het Italiaansch- Abessijnsche geschil, hebben te Londen een onderwerp van nauwkeurige studie uitgemaakt. In het bijzonder heeft men willen nagaan, of de voorstellen overeen stemden met de Engelsche eischen en met den geest, van het Volkenbonds verdrag en of zij gelijkelijk aanvaardbaar waren voor Abessynië en voor Italië. Over deze Engelsche eischen nu, meldt de officieele berichtgever, is het tusschen de Frausche en de Engelsche regeeringen Ontlasting van Dzjiboeti-spoorweg - Opleving van den handel te Addis Abeba - Koersstijging van den daalder. (Van onzen specialen correspondent W. F. Deedes.) Addis Abeba, Dinsdagavond. De aanleg van een nieuwen weg van de kust naar Addis Abeba veroorzaakt hier veel opgewondenheid. Tot nu toe is de hoofdstad steeds afhankelijk geweest van een enkelen spoorweg, de Dzjlboeti- Hjn. Slechts een succesrijke aanslag op de lijn is noodig om de hoofdstad van Abessynië van de buitenwereld af te snijden. De regeering heeft zich daarover na tuurlijk zeer bezorgd gemaakt, maar zoodra de nieuwe weg voltooid is, zal dit probleem vermoedelijk eindelijk zijn op gelost. Vandaag heeft men ten paleize medegedeeld, dat inderdaad binnen een maand alle verkeersverbindingen tusschen de hoofdstad en het Noord-Oosten van Abessynië grootendeels onafhankelijk van de spoorlijn zullen zijn. Deze toestand zal zeer vermoedelijk tot het a.s. voorjaar gehandhaafd worden, d.w.z. gedurende de meest critieke periode van den oorlog. De voortgang van het werk ls natuurlijk van buitengewone beteekenls en vandaag werkten alleen reeds honderden arbei ders aan de korte sectie aan dit einddoel van den weg. dat nog steeds niet voor gebruik gereed is. Ik verneem, dat niet alleen een verster king van de brug over de rivier Awasj zal worden aangebracht. De weg is natuurlijk ruw en waarschijnlijk onbegaanbaar ge durende de zware Abessijnsche regens. Zware vrachtauto's zullen er echter over kunnen rijden en de beteekenis er van is voor de Abessijnsche troepen onme telijk. Deze nieuwe mogelijkheid om goederen per vrachtauto te vervoeren, bevrijdt de hoofdstad van haar voortdurende angst voor de eventueele verwoesting van den spoorweg, wat tot nu toe de isolatie van de stad zou hebben beteekend Op het oogenblik wordt de spoorlijn tot het uiterste benut, wat ernstige opstoppingen veroorzaakt. Troepentransporten, gere gelde passagierstremen en boottreinen rijden steeds met vertraging, tengevolge van de zware belasting van de waggons en goederentreinen, die meestal hun ma ximumgewicht vervoeren. De ontwrich ting van den dienst wordt steeds ern stiger. De situatie wordt nog verergerd door de plotselinge opleving van den handel. De regeering, die de opbrengst uit in- en uitvoerrechten dringend noodig heeft, heeft bevolen, dat alle huiden, koffie- zendingen en diverse andere voorraden onmiddellijk uit het binnenland moeten worden opgezonden. Dank zij de stijging der wereldprijzen maken de verkobpers van deze artikelen goede zaken. De handelaars, die Addis Abeba niet hebben verlaten, ondervinden nu dientengevolge, dat zij voorspoedige tijden beleven, die nog wel eenigen tijd kunnen voortduren. De vraag naar sterling van de zijde van de exporteurs heeft de waarde van den daalder versterkt, die thans schom melt tusschen 12 en 13 in het pond. (Copyright Morntngpost-A.N.P.) RECLAME- 2887 Dat goed en goedkoop samen kan, Toont BOOG Axijn U duid'lijk Sn! tot algeheele overeenstemming gekomen. De voorstellen, die tevens zijn voorgelegd aan een commissie van Fransche en En gelsche technische deskundigen, worden door deze commissie niet geacht overeen te stemmen met genoemde Fransch- Engelsche eischen. Met nadruk wijst men er nu op, dat uit de gedachtenwisseling van de regeeringen te Parijs en Londen geen voorstellen zijn ontstaan voor een minnelijkeschikking om voorgelegd te worden aan de vergadering te Genève en de geruchten, die de aanwezigheid van Hoare in genoemden zin uitleggen, moe ten met kracht worden tegengesproken. Hoare's reis naar Genève moet slechts worden opgevat als een demonstratie van het groote gewicht, dat de Engelsche re geering hecht aan de te nemen beslissin gen. Mussolini heeft gisteravond een bespre king gehad met den Britschen ambassa deur, Sir Eric Drummond, waaromtrent men een zeer streng stilzwijgen in acht neemt. In welingelichte Italiaansohe kringen verklaart men met betrekking tot de op nieuw opgedoken geruchten omtrent tast bare verzoeningsvoorstellen, dat al derge lijke combinaties in de meeste gevallen te ver gingen. Op het oogenblik worden geen recht- streeksche onderhandelingen gevoerd. Men gaat slechts na of een basis gevon den kan worden, waarop onderhandelin gen zullen kunnen worden gevoerd. Men waarschuwt er te Rome evenwel voor den tegenwoordigen Internationalen toestand al te optimistisch te beschouwen. Baron Aloisi zal zich dezer dagen naar Genève begeven, teneinde deel te nemen aan de volkenbonds-besprekingen. De da tum van zijn reis is nog niët vastgesteld. Wordt de Kamercommissie gepasseerd Aan het voorloopig verslag der Twee de Kamer inzake de begrooting van Buitenlandsche Zaken voor 1936 wordt ontleend, dat vrij algemeen werd geklaagd over te groote soberheid bij de toelichting, Vele leden wezen andermaal op de zeer bedenkelijke gevolgen der bezuinigingen, welke op deze begrooting hebben plaats gevonden, voornamelijk wat betreft de vermindering met f, 50.000 wegens beper king van het aantal kanseliers op diplo matieke en consulaire posten. Ons land beschikt nu in Roemenië en Joego Slavië te zamen slechts over één gezantschap te Boekarest, dat feitelijk uitsluitend door den gezant zal worden bezet. Vele leden konden zich niet vereenigen met het standpunt der regeering inzake het inlichten en consulteeren der commis sie voqr buitenlandsche zaken uit de Kamer. Dit standpunt schijnt te zijn, dat de regeering eerst doet, wat zij meent, te moeten doen, en dan achteraf de com missie daarvan mededeeling doet. Zoo op gevat, mist die commissie elke beteekenis. Vorige ministers hebben meermalen aan de commissie mededeelingen gedaan over hun voornemens bij onderhandelingen, die nog niet waren afgesloten. De voorzitter van den ministerraad heeft in de Eerste Kamer gezegd, dat de regeering zelve de verantwoordelijkheid voor haar daden moet durven dragen en daarna onderwor pen is aan de controle van de Staten-Ge- neraal. Deze instelling is moeilijk te ver eenigen met de motieven, die tot de instel ling van de commissie hebben geleid. De buitenlandsche politiek moet even goed als elke andere tak van regeeringsbeleid gevoerd worden in overleg met de Staten- Generaal. Juist het feit, dat de buiten landsche politiek vrijwel buiten de Staten- Generaal om wordt gevoerd, was aanlei ding tot de instelling van de commissie voor buitenlandsche zaken. Deze moest ook dienen ais zeker tegenwicht voor de geva ren der geheime diplomatie. Een lid verklaarde in het algemeen geen groote bewondering voor den Volkenbond te voelen, maar vroeg zich thans af, hoe de toestand zou zijn, indien dit Uchaam er niet was, waarom hij erin zag een instru ment in Gods hand. Deze meening vond tegenspraak bij andere leden, volgens wie de Volkenbond, niet opgetrokken op geloof in God, een huis is, op zand gebouwd, ge doemd. om te vallen. Een lid meende, dat de Volkenbond als vredesinstituut een mislukking is gewor den en dit ook wel moest worden daar hij niet is gebouwd op Gods Woord. Abessynië, lid van den Volkenbond, is door een mede lid aangevallen. Andere Volkenbondsleden worden wellicht uit hoofde van hun lid maatschap in een oorlog gewikkeld. Wat heeft dat lidmaatschap dan voor zin? Dit lid zou gaarne zien, dat Nederland zich uit den Volkenbond terugtrok. Een ander lid achtte uittreding van ons land uit den Volkenbond dringend nood- GROOTE BELANGSTELLING. De heer Th. Spreij. Gistermiddag had op de alg. begraaf plaats aan de Schoolstraat te Alphen de plechtige bijzetting plaats in het familie graf van wijlen den heer Th. Spreij, die gelijk gemeld Zaterdag in den ouder dom van 74 jaar is overleden. De belang stelling voor deze droeve plechtigheid was zeer groot. Op de begraafplaats zagen wij onder de vele aanwezigen o.a. namens het dagelijksch bestuur der gemeente Al phen wethouder G, M. Herngreen en de gemeente-secretaris mr. F. A. Helmstrijd, verschillende raadsleden, de predikanten der Ned, Herv. Kerk Julianastraat, ds. J. Stehouwer en ds. J. de Bruin, alsmede tal van vrienden van den overledene en andere belangstellenden. De rouwstoet werd gevolgd door het personeel van de N.V. Houthandel v.h. fa. J. Spreij, waar van de overledene jarenlang mede bestuurslid is geweest. Zoodra de stoet op het kerkhof was gearriveerd en het stoffelijk overschot in het familiegraf was bijgezet, trad als spreker naar voren ds. J. Schoneveld, predikant der N.H. Kerk, di? zakelijk, daar hij onbelangrijk, en d» kosten niet waard is. Volgens vele andere leden, die hiertegen met kracht opkwamen, moet echter de internationale samenwerking, waartoe de Volkenbond den weg heeft geopepd, krach tig en, zoo mogelijk, universeel worden ge steund, voortgezet en uitgebouwd. Ds Vol kenbond streeft de vreedzame, internatio nale samenwerking op den grondslag van het recht na en juist dit zit in het Christendom, dat immers de vredesbood schap heeft gebracht. Een ander lid merkte op, dat de be zwaren, die vroeger bij hem tegen den Volkenbond bestonden zijn opgeheven, wegens de veranderingen, welke de Bond in zijn samenstelling heeft ondergaan. Den Bond op dit oogenblik verzwakken, zou z.i. gevaarlijk zijn. Misschien zou het, gezien de moeilijkheden, gewenscht zijn, den Bond te vervormen tot een permanente vredesconferentie. Andere leden wezen erop, dat het arbeidsveld van den Volken bond veel ruimer is dan dat van een vredesconferentie. Een lid critiseerde scherp de aarzelende houding van den Volkenbond, die z.i. had moeten optreden, toen Italië met zijn troe penzendingen naar Afrika begon, en niet had mogen wachten tot de oorlog was uit gebroken. Toen was het voor Italië bijna onmogelijk terug te gaan. Waarom heeft de Nederlandsche regeering, zoo vroeg dit lid, niet tot ingrijpen in een vroeger sta dium aangespoord? Vele andere leden stelden hier tegenoveT dat de Volkenbond: zich moet houden aan het pact, dat de procedure voorschrijft. De eenstemmige aanwijzing van Italië als schender van het Volkenbondspact ls h.i. een daad van groote moreele beteekenis. Den Volkenbond zelf kan geen verwijt treffen, als de deel neming der staten aan sancties onvoldoen de mocht blijken. Deze leden wezen erop, dat juist bij het conflict ItaliëAbessynië de Bond belangrijk grootere energie toont, dan hij in vorige gevallen heeft gedaan. Algemeen werd instemmlg betuigd met de rede, door den Minister te Genève ge houden, en de houding der regeering ten opzichte van de Volkenbondsactie. Eenige leden, hoezeer zij zich ook met die rede konden vereenigen, zouden het wel op prijs hebben gesteld, als de minister had ge sproken op een plaats in de rij der spre kers, meer in overeenstemming met de positie van Nederland ais kleine mogend heid. Vele andere leden voerden hiertegen over echter aan, dat in de Volkenbonds bijeenkomsten geen onderscheid werd ge maakt tusschen groote en kleine staten. Al was er bij sommige leden twijfel over de vraag of, indien economische en finan cieele sancties niet mochten baten en militaire sancties moesten worden toege past Nederland ook gan deze laatste zou moeten deelnemen, over de deelneming aan sancties van de eerste soort kon h.i. geen twijfel bestaan ook al zou daarvan eenige economische schade voor ons land het ge volg zijn. Gemeend werd. dat de verplichting van den bij den Volkenbond aangesloten staat zich bepaalt tot economische sancties, maar dat met betrekking tot eventueel daarop volgende militaire sancties elke staat zich krachtens het Volkenbondspact, nader zelfstandig zou beraden. Men achtte het prematuur, nader op de vraag, of Nederland eventueel zou moeten deelne men aan militaire sancties, in te gaan. De vraag werd voor beantwoording eerst vat baar geacht in een verder stadium van ontwikkeling der gebeurtenissen. na voorlezing van een schriftgedeelte in een ernstige grafrede het heengaan schetste van den overledene in wien de Heere, aldus spr, zoo'n welbesteed leven had geschonken, zoowel maatschappelijk, kerkelijk als geestelijk. In bijzonder rele veerde spr. zijn hoedanigheden van het kerkelijk medeleven, ook nog zelfs gedu rende de laatste jaren, niettegenstaande de heer Spreij zich om gezondheidsrede nen, zoowel uit het openbare als kerkelijk leven, had moeten terugtrekken. Voor de familie noemde spr. het dan ook een groote troost en zegen, dat men aan deze groeve niet behoefde te staan als treuren den die geen hope hebben, maar bij dit heengaan ook mag en kan worden gezien op het heerlijk verlossingswerk van Jezus Christus, waarvan de overledene die nu ts ingegaan in den Vrede Zijns Vaders gedu rende zijn leven zoo rijkelijk heeft mogen getuigen. Na ook de aanwezigen op ver manende wijze op dezen eenigén weg des behouds zoomede op de wederkomst des Heeren te hebben gewezen, eindigde spr. met het uitspreken van gebed: „Onze Vader, die in de Hemelen zijt", Amen. Nadat de oudste zoon de heer J. Spreij Thzn., eenige woorden van dank had gesproken voor de laatste eer aan den overledene bewezen, behoorde deze droeve plechtigheid tot het verleden en verlieten allen diep onder den Indruk den doodenakker. DE NEDERLANDSCHE BANK. De goudvoorraad is gestegen met ruim f. 18 millioen. Blijkens den weekstaat per 28 dezer van De Nederlandsche Bank is in de afgeioo- pen week de goudvoorraad vermeerderd met f. 18.054.223 tot f. 588.778.554. tegen f. 570.724.432 op 21 dezer. i. 561.814.052 op 14 dezer, f. 555.736.913 op 7 dezer, f. 536.080.978 op 30 Sept., f. 541.910.772 op 23 September, f. 562.940.597 op 16 Sep tember en f. 599.708.019 op 19 Sept. jl. De bimnenlandsche wisselportefeuille nam af met f. 680.470 tot f. 51.251.985, tegen f. 51.932.455 op 21 dezer. De beleeningen namen af met f 1.611.673 tot f. 140.420.536 (v. w. f. 142.032.209). De bankbiljetten-circulatie steeg met 5.451.035 gulden tot f. 788.944.475. tegen f. 783.493.440 op 21 dezer, f. 795.94S.970 op 14 dezer en f. 805 778.090 op 7 dezer. Het beschikbare metaalsaldo steeg met 11.678.397 gulden tot f. 273.654.971. tegen f. 261.976.575 op 21 dezer, f. 248.700.753 op 14 dezer en f. 241.225.987 op 7 dezer. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9