De groote chrysanten-tentoonstelling te Aalsmeer Brand in filmstudio
1 DE ONBUIGZAMEN
76ste Jaargang
LEIDSCK DAGBLAD
Tweede Blad
De nationale chrysanten-tentoonstelling
1935 te Aalsmeer.
FEUILLETON.
Overzicht van een gedeelte der tentoonstelling.
VUUR VERNIELT FILMSTUDIO. Wat er
overgebleven is van de Twickenham Filmstu-
dios (Eng.) die door brand totaal verwoest zijn.
SCHOTSCHE GASTEN VAN 11.M. DE KONINGIN. Van Schiphol zijn vertrokken enkele Schot-
sche dames, die op het paleis Het Loo de gasten zijn geweest van H.M. de Koningin. V.l.n.r. Lady
Jean Rankin, lady Rachel Howard, jkvr. N. J. baronesse van Heemstra (Hofdame van Prinses
Juliana), mr. Rankin, jhr. Ch. Verheyep en de heer Thomson (stationschef van Schiphol)
DE OPENING VAN DE CHRYSANTEN-TENTOONSTEL
LING TE AALSMEER. Burgemeester Kastelein tijdens
zijn openingsrede.
DE TWAALFDE PARTIJ OM HET WERELDKAMPIOENSCHAP SCHAKEN TUSSCHEN EUWE
EN ALJECHIN. Een die in een der telefooncellen van de Effectenbeurs, te Amsterdam, waar de
partij gespeeld werd, rustig den strijd op eigen schaakbord volgt.
DE GOUVERNEUR VAN DE PROVINCIE
WEST-VLAANDEREN mr. Henri Baels,
bracht een bezoek aan Vlaardingen. Aan boordi
van het instructievaartuig „Prinses Juliana"
naai het Engelsch van J. S. FLETCHER
door mr. H. J. H.
17)
Hij sloeg een ander schapenpad in naar
Je hoeve, waar hij Matthew Scarpe
hoopte aan te treffen. Met een half uur
loopen was hij er en toen hij een ruw
Pad met diepe wagensporen overstak om
de deur der hoeve te bereiken, bleef hij
even staan kijken en er over nadenken,
hoe eigenaardig het leven op zoo'n hei
Men wel zijn moest. Met haar lage mu-
Mn, lagen kozijnen, stevige luiken, haar
ware dak met groote stukken steen be-
jogd, om te voorkomen dat het stroo door
de gierende winden zou worden meege-
ini,.met haar kleine vensters en oude,
lood gevatte ruitjes van meer dan hon-
r™ jaar geleden, scheen deze heide-
Poove een symbool te zijn van de stoere
«acht en de ruwe levenswijze der men-
op deze barre hoogvlakte woon-
st/mv, h°e'e was gebouwd, om tegen
znn n en TOW weer bestand te zijn en
het ook met haar bewoners. Geen
2®®en om gemakkelijk over te halen,
vlaiit ®^ver bij zichzelf, toen hij de met
j steenen geplaveide binnenplaats
t»h wi^ P°rtieh overliepen
wn was hij van plan een dier menschen
eigen morgen over te halen tot een
k'PPgnjken stap.
iliïïLmoest meer dan aan de deur
Jwen, voordat hem werd opengedaan
groote, bonkige vrouw, bijna even
groot als hij zelf, met stevige, gespierde
armen vol zeepsop voor hem stond. Oliver
kende haar wel van gezicht en had haar
heel zijn leven reeds gekend, ofschoon hij
in jaren geen woord met haar gewisseld
had. De menschen van de heide kwamen
zelden zijn huis voorbij, de vrouwen van
de heide gingen zelden naar de stad.
Vroeger, toen hij haar voor het eerst had
leeren kennen, was Miriam Scarpe een
knappe, gezette, donkeroogige en zwart
harige vrouw geweest, een struische
schoonheid met eigenaardige aantrek
kingskracht. De donkere oogen schitter
den nog altijd, het zwarte haar was ilog
glanzend en begon slechts spaarzaam te
grijzen, maar het gelaat was een en al
rimpels en de oude, uitdagende houding
was veranderd tot bittere geslotenheid,
hard als de rotsen in den omtrek. Ze was
een hoekige vrouw, die best een zigeuner-
vorstin zou kunnen zijn en in den ouden
tijd gemakkelijk als heks berucht was ge
worden. Doch haar harde oogen werden
iets zachter en om de grimmige lippen
vertoonde zich een flauw lachje, toen ze
den schatrijken fabrikant herkende en
met een gastvrij gebaar voor hem opzij
ging.
„Obent u het, meneer Carsdale
riep ze verbaasd uit. „Komt u binnen
ik heb u in lang niet. zoover dezen kant
uit gezienu hebt toch, hoop ik, niet
erg staan kloppen? Het gebeurt zoo zel
den. dat er iemand aan de voordeur komt,
dat we die meestal op slot houden en ik
was druk bezig. achter in het huis".
„Waschdag, is het niet zoo, vrouw
Scarpe?" zei Oliver, haar in de lage zit
kamer volgend. „U houdt er de oude
goede gewoonte op na.op Maandag
niets doen. op Dinsdag wasschen
is het niét zoo?,"
„Och ja, ziet u, meneer Carsdale, het
moet nu eenmaal toch gebeuren", ant
woordde Miriam. „En ik houd er geen
meid op nadie geven, je tegenwoordig
meer last dan gemak! Gaat u zitten,
mijnheer Carsdalewilt u geen glas
bier hebben? Zelf gebrouwenik heb
juist een vat aangeslagen, dat we een jaar
geleden gevuld hebben en het is nu net
goed.best om te drinken!"
„Dat kan ik niet weigerenja heel
graag", antwoordde Oliver. „Het is al lang
geleden, dat ik echt eigen brouwsel ge
proefd hebik dacht niet, dat het
tegenwoordig nog gebeurde met al die
brouwerskarren, die je rond ziet rijden!"
„Och, maar wij Scarpes veranderen niet
veel", zei Miriam, „wij doen nog net als
onze voorvaders gedaan hebben, meneer
Carsdale".
Oliver keek het vertrek eens rond, toen
zijn gastvrouw weg was om bier te tap
pen. Hier wees niets op verandering,
dacht hij bij zichzelf. Dat vertrek met al
wat er in was, zou hij net zoo aangetrof
fen hebben, als hij zijn bezoek honderd
jaar geleden was komen brengen. Met een
vaag gevoel van nieuwsgierigheid keek hij
naar de zwart berookte balken der zolde
ring, de oude meubels, de open kasten vol
ouderwetsch aardewerk en glas, de inge
lijste getuigschriften en merkwaardige
platen, die naast het met koper ingelegde
kabinet hingende huisvrouwen der
Scarpes hadden die van geslacht op ge
slacht gewreven en gepoetsten zou
den daarmee doorgaan, lang nadat de
tegenwoordige Scarpes van de wereld ver
dwenen waren.
„Het geeft hier alles zoo den indruk,
dat u hier al vanaf de dagen van den
Zondvloed gevestigd bent, viouw Scarpe!"
zei hij opeens, met de hand de kamer
rondwijzend, toen vrouw Scarpe binnen
kwam met een kruik hier en een stel oude
geslepen glazen, die een verzamelaar
moesten doen watertanden. „Ik weet, dat
ik nog eens in deze kamer geweest hen.
ja, dat zal nu wel vijftig jaar geleden zijn,
want ik was nog maar een jongen, die
een boodschap kwam brengenen
heusch, ik zie geen verandering! Ik kan
me allés nog herinneren!"
Miriam keek haai: bezoeker van terzijde
aan, terwijl ze een glas "bier voor hem in
schonk. Ze reikte hem het eene glas over
en bracht het andere zelf aan haar
lippen.
„Op uw gezondheid, mijnheer Cars
dale!" zei ze. „Verandering?in vijftig
jaar.Wel, lk zou er op durven wed
den, dat hier niets veranderd Is sedert de
dagen van Koningin Annewanneer
dat ook geweest mag zijn! Bij ons veran
deren we nooit iets!"
„Maar u bent zelf toch geen Scarpe".
zei Oliver, haar tersluiks aankijkend. „U
heet Marriner van uzelf.ik kan me u
nog best herinneren, toen u nog een
flinke jonge vrouw was.... en u hebt u
goed gehouden!"
„Iedere vrouw, die met hen trouwt,
wordt zelf ook een Scarpe", antwoordde
Miriam. „Ik ben vergeten dat ik ooit iets
anders geweest ben",
Oliver nam een langen teug van het
bier en zette zijn glas met een zucht van
welbehagen neer.
„Lekker goedje", zei hij goedkeurend.
„Echte hop en mout.heel wat anders
dan wat ze in de brouwerijen maken.
Daar doen ze er van allerlei rommel door
heen! Maar ja, ik zou uw zoon graag eens
willen spreken.is hij thuis?"
„Hij is over de hei naar Ryvedale ger
gaan", antwoordde Miriam. „Hij wou
graag wat hulp hebben met de schapen
en nu is hij naar het dorp om te zien of
hij een mannetje vinden kan. Kan ik som&
iets voor u doen, meneer Carsdale?"
„Neen, dank u", zei Oliver. „Het heeft
niet zooveel om het lijf en er is geen haast
bij. Maar ik had zin een eindje dezen
kant op te wandelen en kwam toen op de
gedachte twee vliegen in één klap te
slaan. Dus, hij is naar het dorp? Dan loop
ik nog een eindje door in die richting.
Misschien kom ik hem tegen".
;,Als u dat karrespoor volgt, gebeurt
dat vast. Hij is al een uur weg", zei
Miriam.
Ze bleef hem wantrouwend na staan
kijken toen hij de aangegeven richting
insloeg.
HOOFDSTUK VIII.
Oude grond en nieuw geld.
Aan. het einde van het karrespoor ont
moette Oliver vlak bij de dorpsstraat Mat
thew Scarpe. Hij nam den man aandach
tig op, toen hij naderbij kwam, want hij
had hem niet meer gezien sedert Matthew
nog een klein kind was. Oliver herinnerde
zich den vader van Matthew nog heel
goeddie was eenige jaren geleden
gestorven en toen was de opmerking ge
maakt, dat hij wel niet gemist zou wor
den. en Oliver was er nu benieuwd
naar of hij meer op zijn vader dan opzijn
moeder zou lijken, nog niet zoozeer in
uiterlijk, als wel in karakter. Daarom be
keek hij dan ook Matthew Scarpe zoo
nauwlettend, toen deze naar hem toe
kwam.
(Wordt vervolgd).