s
«te Jaarganp
WOENSDAG 30 OCTOBER 1935
No. 23190
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
STADSNIEUWS.
N.V. Leidsche Duinwater-
Maatschappij.
Frankrijk doet nieuwe vredespogingen.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons BLad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarlel. Kleine advertenties uitsluitend bU vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per weelc f. 0.18
Franco per post f. 2.35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
buitengewone alg. vergadering
van aandeelhouders.
IR. P. C. LINDENBERGH
BENOEMD TOT DIRECTEUR.
Ir. P. C. Lindenbergh.
In de hedenmorgen, onder voorzitter
schap van den heer T. S. Goslinga, ge
houden buitengewone algemeene verga
dering van aandeelhouders der N. V.
Leidsche Duinwater Maatschappij, werd
tot directeur der vennootschap benoemd,
de heer Ir. P. C. Lindenbergh te Hooge-
veen.
Tot commissaris-voorzitter werd be
noemd de heer M. G. Verwey, wethouder
onzer gemeente en tot commissaris, de
heer T. S. Goslinga, oud-wethouder.
Ir. P. C. Lindenbergh is in 1896 te
Wemeldinge in de provincie Zeeland ge
boren. In T58I slaagde hij te Delft voor
bet examen Civiel Ingenieur, waarna hij
direct in de aannemerspraktijk tewerk is
gesteld. Als zoodanig heeft hij aan ver
schillende grootere en kleinere werken
medegewerkt, eerst zeer ondergeschikt,
later als hoofduitvoerder. Zoo werkte hij
o.a. plm. 2 jaar mede aan de uitbreidings-
en verbeteringswerken van de Amster-
jhmsche waterleiding te Leiduin en
Weesperkarspel. Daarna was hij Vit jaar
verbonden aan de N.V. Utrechtsche Wa
terleiding Mij., waar hij bij distributie
en onderhoud werkzaam was. Vandaar
»erd hij aangezocht door een aannemers
firma om de leiding op zich te nemen van
den bouw van een stuw in de Maas. Hier
was hij plm. 1 jaar werkzaam, waarna hij
in dienst trad bi.j de N.V. Philips Fabrie
ken te Eindhoven, als Ingenieur bii het
bouwbureau. Als zoodanig werd hli belast
m-t de uitvoering der bouwwerken en
werd hij tevens directeur van de N.V.
Bouwbureau van het concern. Ir. Linden
bergh acht dit een der meest interessante
periodes uit zijn loopbaan. In de voor
naamste landen van Europa werd ge
bouwd en steeds met groote spoed, terwijl
jn Holland zelf en niet liet minst in
Eindhoven ook geweldig werd uit
gebreid.
Toen de crisis intrad was het uit met
"huwen bij het Philips-concern en
K™. ir. Lindenbergh eind 1930 benoemd
lot directeur van Gem. Werken en -bedrit
ven (Gas-, Water- en Electriciteitsbedrijf)
te Hoogeveen.
Tijdens zijn ambtsperiode te Hooge-
J®0* die 5 jaar geduurd heeft zijn
ue bedrijven zooveel mogelijk aan de
veranderde omstandigheden aangepast
fl meei'dere groote werken en plan
nen tot stand gekomen, o.a. de algemeene
wegenverbetering, (w.o. de aanleg van
Pim. 3o K.M. asphalt-betonweg) 5 groo-
rae en vele kleinere beweegbare bruggen,
een nieuwe veemarkt, uitbreiding van het
noieeringstelsel, belangrijke uitbreidingen
I vaü filterinstallatie en de prise d'eau
an de waterleiding. Tevens werd in dien
een nieuw uitbreidingsplan voor de
(ter, J IVU" uivi/iciutiigöL'ii
semeente Hoogeveen gemaakt.
DIEFSTALLEN
JJ- B- alhier heeft bij de politie aan-
ïr~ gedaan van vermissing van een
?™™agen. Aan het politiebureau is een
handwagen gedeponeerd, welke
onbeheerd werd aangetroffen.
Bovendien heeft de schilderspatroon
vin i aan6'fte gedaan van vermissing
a ™ee overalls en eenig schilders-
Ljr™schap. Tenslotte zijn wederom
hoemi 'ele11 en bela5tfngplaatjes ont-
Naar het «chijnt, worden nieuwe vredespogingen, onder
leiding van Frankrijk, ingeluid. Hetgeen daaromtrent bij ge
ruchte bekend wordt, lijkt nog niet erg hoopvol.
Italië bereidt zich voor om weerstand te bieden aan
economische sancties door rantsoeneering en bezuiniging.
de
Zeer voorzichtig zetten de Italianen in het Noorden den
opmarsch naar Makalle voort zonder op tegenstand te stuiten.
HET ABESSINISCH VRAAGSTUK.
Voordracht van mr. A. B. Cohen Stuart.
Over bovenstaand actueel onderwerp
heeft gisteravond mr. A. B. Cohen Stuart
op uitnoodiging van de Leidsche Studen-
tenvereeniging voor den Volkenbond ge
sproken in het klein-auditorium der Uni
versiteit.
Na een inleidend woord van den praeses,
verkreeg de heer Cohen Stuart het woord.
Het Abessinisch vraagstuk, aldus spr., is
terug te brengen tot de vraag, welke be
langen bij het Italiaansch-Abessinisch
conflict gemoeid zijn. Tot voor kort trok
Ethiopië weinig de aandacht. De aanblik
van zoo troostelooze streken was ook wei
nig geschikt om voor dit land belangstel
ling te wekken en ook de gebrekkige
spoorwegverbinding van Djiboeti naar
het binnenland droeg daartoe weinig bij.
Die trein rijdt n.l. slechts tweemaal per
week met een „snelheid" van 20 K.M. per
uur en heeft voor het geheele traject
drie volle dagen noodig.
Het land is volkomen gespeend van
alles wat zweemt naar moderne organi
satie.
Het heet, dat de bodem rijk is aan
ertsen en petroleum, doch voorloopig
zouden de exploratiekosten nog zóó hoog
zijn, dat van een winstgevende exploi
tatie geen sprake zou kunnen zijn.
Moderniseering, mits op grootsche wijze
doorgevoerd, zou weillcht winstmogelijk
heden bieden, doch men vérgete daarbij
niet, dat de bevolklnz nog steeds wan
trouwig staat tegen eiken nieuwen maat
regel. die wordt genomen met indus-
trieele oogmerken. Nog heden ten dage
beweren velen, dat de aanleg van den
eenigen spoorweg terecht door keizer Me-
nelik zoo lang mogelilk is tegengehouden.
Het post- en geldverkeer is er nog in
hooge mate primitief, interlocaal tele
foonverkeer practisch onmogelijk, terwijl
liet binnenland nog steeds zeer onveilig
is. De tegenwoordige Negus streeft in
velerlei opzicht naar moderniseering, doch
ook hij ondervindt groote tegenwerking
van de omstandigheden, dat dè vervlogen
eenwen het heden beheerschen.
Daarbij komt nog, dat zijn invloeds
sfeer zich niet ver buiten zijn naaste om
geving uitstrekt. De gouvernementen in
de afgelegen gebieden nemen een vrijwel
volkomen onafhankelijke positie in.
Belangrijker dan Abessynië's economi
sche mogelijkheden, is evenwel het be
lang, dat Egypte en de Soedan, en daar
door ook Engeland, hebben bij epn bet=re
reguleering van de rivieren, welke rien
grootst,en watertoevoer leveren voor d=n
Nijl Engeland toonde dit belang reeds
in 1902 in te zien door terzak» een ver
drag met Abessynië af te sluiten. Door
zijn natuurlijke ligging en bodemgesteld
heid is Abessynië ook een zeer beianeriik
strategisch punt, aangezien de bez'tter
van het, Abeeslnische hoogland verschei
dene groote handels- en verkeerswegen
be'-eerscht.
Toegerust met moderne oorlogsmidde
len zou die bezitter de sleutels tot den
Indischen Oceaan in zijn zak hebben.
Aan de geringe economische ontwik
keling, is de slavernij onverhrekelijk ver
bonden. De tegenwoordige Negus heeft
veel gedaan om aan de slavenjachten een
einde te maken, maar geheel geslaagd is
hii daarin niet.
Het liifeigenschao wordt er nog veel
vuldig aangetroffen, mede a's gevolg
van het feit. dat het kernvolk, de Am-
hara's niet geschikt is voor den land
bouw. maar een echt krijgersvolk is. dat
slaven noodig heeft voor de dagetiiksebe
werkzaamheden.
Uit een oogpunt van algemeene meat-
schapneliike ordening is In Abessynië in
derdaad nog veel werk te verrichten.
Hoe komt het dan zoo vraagt spr. dr*
de Euroneesche beschaving hier zoo wei
nig is doorgedrongen?
Eenerziids is dit te verklaren uit de
uitgestrektheid en de ontoegankelijkheid
van het land. anderzijds aan de betrek
kelijke saamhoorigheid der bevolking,
welke vér uitgaat boven het enge stam
verband
Een derde factor is de vrees van d»
Europeesche staten om het politieke
evenwicht te verstoren en de onderlinge
na-ijver bij de wederziidsche kolonialp
expansiepolitiek. Die naijver begon eigen
lijk al, toen in 1859 de eerste spade in
den grond werd gestoken voor het Suez-
kanaal. Uitvoerig schetste spr. hoe ach
tereenvolgens Frankrijk. Engeland en
Italië rondom het Suezkanaa' nederzet
tingen vestigden en schilderde hii de om
standigheden. waaronder in 1896 de Ita-
liaansche strijdmachten door het Abessi-
nische leger bij Adoea werden verpletterd.
In 1906 sloten Engeland, Frankrijk en
Italië het drie-partij en-verdrag, waarin
het beginsel der wederzijdsche invloeds
sfeer was neergelegd en waarbij werd
overeengekomen, dat, zoo noodig, geza
menlijk tegen Abessynië zou worden op
getreden. In 1916 sloten dezelfde staten
een nieuw verdrag, waarbij aan Italië een
grootere macht werd toegekend. De
Fransch-Engelsche beloften zijn echter
nooit geheel in vervulling gegaan, terwijl
na de totstandkoming van den Volken
bond dit lichaam een beletsel voor de
verwezenlijking der Italiaansche wen-
schen vormde.
Het Italiaansche fascisme heeft in de
laatste jaren de nationale strijdlust aan
gewakkerd.
In 1923 droeg Frankrijk, gesteund door
Italië, Ethiopië met succes vopr als lid
van den Volkenbond, waardoor dit land
zijn positie aanmerkelijk versterkte. Dit
bleek rëfeds in 1925 toen Frankrijk en
Engeland hun invloedssfeer in Abessynië
wilden uitbreiden, doch daarin door den
Volkenbond werden verhinderd.
Spr. behandelde dan het incident van
Wal-Wal en de daaruit voortgesproten
recente verwikkelingen, niet alleen tus-
schen Italië en Abessynië, maar ook tus-
schen Italië en den Volkenbond Dit
laatste conflict is enkel en alleen te
wijten aan het gewelddadig optreden van
Italië en aan de onverzoenlijke houding
van Mussolini tegenover de bemidde
lingspogingen van Frankrijk en Enge
land.
Het zou op zelfmoord lijken, wanneer
Engeland daarna lijdelijk was blijven
toezien. Albion deed een beroep op den
Volkenbond, hetgeen leidde tot het tref
fen van economische sancties tegen den
tot aanvaller verklaarden staat.
Hopelijk zullen deze voldoende blijken
om tot het gewenschte resultaat te lei
den en zal worden voorkomen, dat het
geheele Europeesche werk voor den vrede
en de beschaving, ook in het verre Oos
ten, verloren gaat.
Spr. eindigde met den oprechten
wensch, dat de Europeesche mogend
heden de bereidheid mogen vinden om
werkzaam te zijn in het belang der col
lectieve veiligheid en van den vrede, zoo
wel in als buiten Europa.
De praeses dankte den heer Cohen
Stuart met enkele woordpn voor zijn in
teressante uiteenzetting van de ontwik
keling van het huidige conflict.
kon. vereen. „oost en west" en
mij. tot nut van 't algemeen.
Lezing van Jhr. Dr. J. C. Mollerus.
Voor de afdeeling Leiden van de Kon.
Vereenlging „Oost en West" en voor het
departement Leiden van de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen, heeft gisteravond
jhr. dr. J. C. Mollerus uit Haarlem een
lezing met filmbeelden gehouden over
„Mijn luchtreis naar en van en mijn ver
blijf in Ned. Oost-Indië". De slechts matig
bezochte bijeenkomst stond onder leiding
van prof. dr. S. Ph. van Ronkel, die den
spreker met een kort woord inleidde. Jhr.
dl'. Mollerus hield daarna zijn hoogst in
teressante lezing, die hij thans voor de 115e
maal voordroeg. Ook hier ter stede heeft
jhr. Mollerus deze rede reeds eenige malen
gehouden, zoodat wij ons thans ontslagen
achten van den plicht haar opnieuw weer
te geven. Het feit, dat jhr. Mollerus reeds
eerder met deze rede in Leiden is opgetre
den verklaart ook waarschijnlijk het
kleine gehoor, dat overigens zeer aandach
tig was en zich zeer dankbaar voor het
gebodene betoonde.
o--
O. L. SCHOOL SCHUTTERSVELD.
Ouderavond.
Gisteravond werd aan bovengenoemde
school een ouderavond gehouden. De zeer
slechte weersomstandigheden in aanmer
king genomen, was de opkomst van de
ouders heel goed te noemen.
Na een kort inleidend woord van het
hoofd der school, den heer v. d. Walle,
waarbij de aanwezigen hartelijk welkom
werden geheeten op den eersten ouder
avond, die onder zijn leiding stond, werd
terstond het woord gegeven aan den heer
D. W. v. d. Wal, inspecteur van politie
alhier, die een lezing met lichtbeelden
hield over het onderwerp „School en Ver
keer". Met aandacht volgde het publiek
deze lezing en het dankwoord van den
heer v. d. Walle gericht tot genoemden
inspecteur, was zeker op z'n plaats.
Onder leiding van mej. Koeman voer
den daarna de meisjes van de 6de klasse
eenige gymnastische oefeningen uit. Met
groote ambitie werd er gewerkt en het
was een lust deze kinderen bezig te zien.
Alles ging keurig en netjes in z'n werk
en de oefenstof stond op goed peil.
Mej. Koeman zoowel als de meisjes
hadden veel succes en de laatsten kregen
tot belooning allen een kleine versnape
ring.
In de nu volgende pauze werd druk ge
bruik gemaakt van de gelegenheid om
zich met het onderwijzend personeel te
onderhouden en het schriftelijk werk van
de kinderen te bezichtigen.
Het financieel verslag vertoonde een
klein 'oatig saldo.
Bij de verkiezing van de Oudercommis
sie werden de drie aftredende leden me
vrouw Bar then en de heeren v. d. Broek
en v. Strien herkozen en tot nieuwe leden
gekozen de heeren Van Stralen en
Schouten.
Na een korte bespreking werd besloten
een schoolfonds) e te stichten. De Ouder
commissie zal daarvoor maandelijks bij
de ouders een kleine bijdrage in ont
vangst nemen.
Van de rondvraag werd geen gebruik
gemaakt, waarna de voorzitter om pl.m.
11 uur dezen goed geslaagden ouder
avond sloot.
VAN HEURNIUS TOT BOESER.
Drie eeuwen Egyptologie in Nederland,
1620—1935.
Gisteravond hield dr. W. D. van Wijn
gaarden een voordracht over dit onder
werp in het Rijksmuseum van Oudheden.
Reeds in de 17e eeuw bestond in ons land
eenige belangstelling in de beschaving van
het oude Egypte. De Leidsche hoogleeraar
in de Medicijnen, Heurnius, wist omstreeks
1620 het kabinet van Anatomie te verrijken
met een aantal voorwerpen uit Egypte.
Reizigers, ook uit Nederland, bezochten
Egypte, brachten vaak antiquiteiten mede
en gaven uitvoerige reisbeschrijvingen uit.
Van Egyptologische wetenschap is echter
nog geen sprake.
De expeditie van Napoleon naar Egypte
in 1798 gaf den stoot tot het wetenschap
pelijk onderzoek van het oude Egypte en
leidde tot de ontcijfering van het hiëro-
1 glyphenschrift in 1822. Op de grondslagen,
die toen gelegd zijn, heeft een kring van
I geleerden uit vele landen voortgebouwd. In
ons land heeft een viertal geleerden mede
gewerkt om de Egyptologie tot een alge-
I meen erkende wetenschap te maken. Eerst
I Reuvens, van 1818 tot 1835, de eerste direc
teur van het Rijksmuseum van Oudheden
alhier, die een Egyptische collectie van
groote beteekenis wist te vormen; na hem
van 1835 tot 1891 zijn opvolger Leemans,
die de Egyptische Monumenten publiceer
de; vervolgens Pleyte, reeds van 1869 aan
het Museum verbonden en van 1891 tot
1903 directeur, een goed kenner van het
hiëratisch. en eindelijk Boeser, van 1892
tot. 1924 leider van de Egyptische afdeeling
van het Museum en van 1902 tot 1928 lector
in de Egyptologie aan de Universiteit te
Leiden, wiens voornaamste werk is de
nieuwe uitgave in lichtdruk van de Egyp
tische verzameling. Boeser, wiens colleges
door vele studenten werden bezocht en die
door zijn lezingen en rondleidingen in het
Museum bij velen belangstelling voor
Egypte wekte, overleed in het begin van
dit jaar (25 Febr. 1935).
Dat men thans algemeen aan inrichtin
gen van onderwijs en daarbuiten gevoelt,
dat men het onmogelijk kan stellen zonder
kennis van de oud-Egyptische beschaving
is voor een groot deel te danken aan het
werk van onze vier groote Nederlandsche
Egyptologen: Reuvens. Leemans, Plevte en
Boeser. wier namen altlid in de geschiede
nis der Egyptologie met eere zullen wor
den genoemd.
HERV. GEREF. STAATSPARTIJ.
Ds. Willekes over „De kerk in het midden"
De Herv. Geref. Staatspartij had gis
teravond in „Rehoboth" aan het Rapen
burg een openbare bijeenkomst belegd,
welke vrij goed bezocht was.
Na gebruike'iike opening en een inlei
dend woord door den voorzitter, den heer
A. Bouwman waarin spr. herinnerde aan
het 12'/2-jarig bestaan van de afdeeling.
sprak ds. F C. Willekes heTv. pred. te
Spijk (Gr.) over De kerk in het midden".
De kerk in het midden, aldus begon spr.
zeggen wii; de kerk er buiten zeggen an
deren waaronder spr. rekent degenen die
in 1834 en 1886 zijn uitgetreden. Maar ook
vinden wij ze in de Vaderlandsche (Her
vormde) Kerk. Men voerde, en spr. dacht
nu aan de christelijke school, een christe
lijke actie los van de kerk. Wii zagen, dat
de hervormden dienst mochten doen als
houthakkers en wateroutters. Ook oo ver-
eenigingsgebied zagen wij het ver
schijnsel van- de hervormde kerk er bui
ten. Men gaf de voorkeur aan het prae-
dicaat .chistellik". Ook in de politiek werd
zoo gedacht Het heette dat men niet
overal kerkie moest soelen en wees dan b.v.
op de christelijke radio.
Onder verwijzing van een citaat van dr.
Kromsigt werd aangetoond, dat er bij de
N.C.R.V. vele voetangels liggen op het ter
rein van het kerkelijk standpunt en de
vri.je-kerk-idee. Christelijke actie aldus
spr. was in het verlpden en is in het heden
het zaet gefluit van den vogelaar.
Alle christe'Hke actie wordt een afge
scheiden zending onder de hervormden.
Deze actie tracht de kerk op non-activiteit
te zetten en heeft de souvereinitelt in
eigen kring ingezet (leerstelling dr. Abr.
Kuyper). Deze souvereiniteit is feitelijk een
BINNENLAND.
De Tweede Kamer over het buiten-
landsch beleid der regeering. (3e Blad).
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging der Drankwet. (3e Blad).
Heden is het 25 jaar geleden dat Henri
Dunant, de stichter van het Roode Kruis,
overleden is. (Binnenland, 3e BLad).
Het Georg. Overleg mist bindende be
voegdheid; uitspraak van den Centr. Raad
van Beroep. (Binnenland, 3e Blad).
Begrafenis van prof. mr. R. Fruin, te
's-Gravenhage. (Kerk en School, 3e Blad).
Ir. J. P. van Vlissmsren, hoofdingenieur-
directeur van den Rijkswaterstaat, is in*
gaande 1 December benoemd tot directeur-
generaal. (Laatste Berichten, le Blad).
Euwe won de 12e schaakpartij tegen
Aljechin, die nu leidt met 6*/-5Vs punten
(Sport, 2e Blad).
Verduistering tot een bedrag van f. 25.000;
een te Scheveningen kantoorhoudend
Haagsch effectenhandelaar gearresteerd.
(Laatste Berichten, le Blad).
BUITENLAND
Onder Fransche leiding worden nieuwe
vredespogingen ingeluid. (3e en le Blad).
Italië bereidt zich voor het hoofd te
bieden aan de economische sancties. (3e
en le Blad).
De Italiaansche opmarsch in de rich
ting van Makalle. (3e en le Blad).
In Spanje weer een kabinet Chapaprieta.
Slechts de 2 gecompromitteerde ministers
vervangen. (Buitenland, le Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN,
EERSTE BLAD.
gelijkstelling van alles. Herhaalde malen
is van doleerenden kant aangedrongen
deze souvereiniteit in de belijdenis te zien
toegepast.
Nadat spr. zich fel tegen de souvereini
teit in eigen kring had uitgesproken en
er als hervormd predikant voor gewaar
schuwd had wakend en actief te blijven
stond spr. een oogenblik stil bii de Kerk,
als lichaam van Christus. In dit verband
zette spr. de taak uiteen van de Kerk ten
opzichte van Volk en Overheid. Heersche-
resse zal de kerk hierbij nooit zijn. dat is
naapsch. Maar zij zal het Woord van God
prediken en in het midden der wereld haar
profetische taak volbrengen. Deze profe
tische taak zullen wij haar niet ontnemen:
anders zouden wij krijgen de demagogie
van het in zich zelf vroom-voeiende volk.
De leuze: de kerk er buiten, moet als
valsche leuze worden afgewezen.
Voortgaande wees spr. er op, dat het in
Rome geheel anders gesteld is. Hier zien
wij, dat de kerk er niet buiten wordt ge
houden, maar terdege overal haar invloed
laat gelden.
De leuze „de kerk er buiten" moet dienen
om de verscheurde kerk te bepleisteren.
Men zegt dan, laat dit maar zoo blijven en
laten wij trachten elkander dan maar op
alle Christelijke terrein te vinden. Door
zoo te redeneeren en de kerk van Christus
hierdoor er buiten te laten, geeft men,
volgens spr. Rome al meer en meer gele
genheid om als de kerk op te treden.
De kerk, die God gesticht en gerefor
meerd heeft in onze landen, zal in het
midden zijn. God heeft in Nederland zijn
kerk geplant. De vaderlandsche kerk is
krank, maar vergeten wij niet, dat zij het
wezen heeft behouden. De zuivere bedie
ning van het Woord en der Sacramenten
worden in haar nog gevonden en daarom
mogen wij haar den scheidbrief niet ge
ven. Spr. hoopte, dat allen die de kerk den
rug hebben toe gekeerd, tot haar zouden
terugkeeren. Hiertoe is in de allereerste
plaats noodig: gemeenschappelijke schuld
belijdenis.
De leuze ,,de Vaderlandsche Kerk in het
midden" zullen wij blijven aanheffen
ondanks alle verguizing.
Wij zullen hierbij alles van den Heere
verwachten, wetende, dat wij in Zijn weg
veilig zijn.
De kerk weer hersteld en door de Over
heid weer erkend, zóó zag Da Costa het.
Dat ook wij het zóó mogen zien. Niet langs
en door onze Christelijke actie, maar enkel
en alleen door God, tot Zijn eer. Kerk,
Oranje en Vaderland worden, aldus ein
digde spr. zijn rede, niet onchristelijk ver
broken.
Met het zingen van Ps. 105 5 en dank
gebed van ds. Willekes werd de samen
komst gesloten.
•LSCHE RIJKSDAALDERS IN
OMLOOP.
Bij de Leidsche politie zijn drie valsche
rijksdaalders gedeponeerd. Men zij dui
op z'n hoedel