WAT DE VROUW DRAAGT Eau de Cologne 76®te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 October 1935 Vierde Blad No. 23181 VOOR DE HUISVROUW. Kaasgerechten winnen veld "MatlCreme" DE MODE VOOR JONGE MEISJES. Gelukkig is de tijd voorbij, dat het jonge meisje dacht alleen dim met de mode mee te gaan, als zij precies zoo gekleed was als haar moeder, en alles in het werk stelde er ioo „damesachtig" als het maar eenigszins kon, zelfs liefst zoo overdreven mogelijk, uit te zien. Wat overigens niet al te ver wonderlijk is, de verwarringen van den na-oorlogstijd deden ook hier haar invloed gelden. Maar gelukkig, wij zeiden 't reeds, is er een omslag gekomen en het meisje van heden wil weer zoo jong en jeugdig mogelijk gekleed zijn en weert alles af, wat haar maar in het geringste twijfel achtig voor komt. En hiermede is er een eind gekomen aan den tijd, dat er eigenlijk van „meisjes- mode" geen sprake was, dat het publiek met wist hoe een meisje zich wel moest kleeden. Integendeel, een algeheele ople- ïing op dit gebied is thans merkbaar. Eén L ding moeten wij hierbij vooral niet uit het oog verliezendat er naast „smaak" een groote dosis „takt" noodig is om voor de jeugd het rechte te kiezen! Het zou ten renen male verkeerd zijn, de uitzet van een meisje even omvangrijk te willen ma ten als die van een volwassene; boven dien heeft de ervaring ons geleerd, dat men met weinig, maar goed gekozen, kle dingstukken heel wat beter klaar komt. Wij zeiden zooeven dat de meisjesmode „takt" vereischt, zeker, hiermede bedoelen wij dat elk overdreven modesnufje verbo den is, dit past niet olj haai kleeding en misstaat in leder geval. Dit wil niet zeg gen dat wij niet van bijna iedere nieuwe modevinding gebruik mogen maken. Wij moeten er alleen voor zorgen dat wij ons doel niet voorbij schieten en geen motieven aanwenden die van te voren al tot „een- dagsmode'' bestemd schijnen. Zoo'n „ééndagsmode" kan immers nooit een goede „stijl" hebben, kan dus niet ge schikt zijn voor een jong meisje dat nooit experimenteeren mag en er in geen ge- Tal opvallend mag uitzien! Wij geven u ditmaal enkele ontwerpen die als een soort ideaal-ontwerpen voor een meisjesuitzet bedoeld zijn, vrij van Iedere overdrijving en toch sierlijk, elegant en jeugdig. Een onontbeerlijk kleeding- sluk is, om te beginnen, dan een warme, wollen jurk, om lederen dag te dragen en bovendien geschikt voor sportieve doel- eiden. Zie onze tweede afbeelding. Een casaque-model, met breede, dwarse banen op het jakje, gegarneerd met groote knoopen, die trapsgewijze opgenaaid wor den. De modekleuren groen en bruin, in Telerlei schakeeringen, bieden voor bijna ledereen een keuze. Het verdient aanbe- 'eling de kleur van de jurk In overeen stemming met die van de mantel te ne- mej. Dit iy niet moeilijk, zeker niet als *ij de mantel niet uit een effen, maar uit ten gewerkte stof maken, dan kan men immers uit de verschillende kleuren die in de mantel verwerkt zijn, een keuze doen 'oor de kleur van de jurk. Het eerste model is een voorbeeld van fdon mantel. Een schuins-geruite stof, Aardig afgemaakt door de kleine bont kraag, die als een strik geknoopt is. Mou- jren en onderrand zijn met randen van hetzelfde bont afgewerkt. Hierbij draagt ®en een sportief hoedje met veertje en er jeugdig uit. Al langen tijd is fluweel een materiaal, dat met graagte door een meisje gedra- sen wordt. Niets is zoo elegant en jeugdig 'oor een 15-17-jarige als dit zachte, warme weefsel en het zal dan ook niemand ver- wonderen, dat juist fluweel opjiet oogen- ee? Kroot succes heeft. Vaff fluweel is afh ?a Semaakt, dat onze voorlaatste roeelding 11 toont; een breede ceintuur, on opstaand kraagje van nutria of "rutatie een dito mof, een modieuse ™uw zie de ruimte boven de pols on ideaal dracht voor de jeugd. Men doet verstandig aan, niet een rok en jasje, aar een heele jurk en jasje te maken, veeI Praktischer is. Hierbij een opge- son vilt- 0f fiuweelen hoedje. de middagjurk van het jonge 's'e nemen we óf zachte wollen stof z" en gemengd weefsel van zijde en wol. si.J.'hhvoudige modellen zijn hiervoor het met i ^eel zuNen wij de garneering .-^' .orden en kwasten zien, waarvan ons ooelste model een voorbeeld geeft, fee.? dsnsavondjes en andere avond lijk draagt de Jeugd natuur- iy. ®en avondjurk in één van de pastel misset?' A' heeft men er op het oogenbiik "Omen nog geen behoefte aan, het ver dient aanbeveling om er nu toch de ge dachten al eens over te laten gaan Ontwijfelbaar is de stijljurk de aardigste, hiervan geven wij u een laatste model, ta melijk hoog rond de hals saamgetrokken, ruimer en ruimer vallend naar onderen toe. Vlindermouwtjes en bloementoefjes op de schouders, een allerliefste avondjurk voor de backfish! ROBERT HOHENBERG. KEEIN-BONT. Allerlei kleine bontgarneeringen duiken overal in de mode op en wel voorname lijk van bijzondere coupe, ingewikkelde modellen, die zich in alle opzichten van de tot nu toe gebruikelijke, naar verhouding zéér eenvoudige, modellen, onderscheiden. Het is duidelijk dat alleen soepel bont hiervoor bruikbaar is, wij noemen bijvoor beeld geschoren lam, zacht, makkelijk te verwerken. Een heel apart model toont onze afbeelding. Een schuin overgeslagen cape-jakje, met een voorbaan, die de in druk van een vest maakt. Behalve de schuine-knoopsluiting houdt de ceintuur ook nog het jakje in model. Deze creatie kan niet alleen gewoon daags, maar evengoed bij een gekleed middagtoilet gedragen worden. Wij raden er dan liefst een klein, vlot, hoedje van hetzelfde bont bij aan. R. H. WINTER-NACHTJAPONNEN. De moderne nachtjapon wijkt geheel af van die, welke tot nu gebruikelijk was. B;j de ouderwetsche nachtjapon ging het im mers bijna alleen om garneering, en wel, in meerdere of mindere mate, bontgar- neering. Tegenwoordig wordt de meeste aandacht besteed aan de lijn, de modieuse coupe van het nachttoilet. Twee voorbeel den van nieuwe nachtjaponnen laten wij u in onze afbeeldingen zien. Het eerste model is in capevorm uitgevoerd, de rok heeft waaierplooitjes. Een bijzonder accent geeft de imitatie-sluiting van voren, een doorgeregen Kcord. De tweede figuur, een elegant ontwerp van geborduurd weefsel, het meeste ef fect heeft het natuurlijk Wanneer het handwerk is en is dit soort handwerk niet een heerlijk werkje voor de langere avonden? De pofmouwtjes en de diclitge- regen halsuitsnijding maken het geheel sierlijk af. Dit laatste model is zéker ge schikt om 's morgens in huis nog even ge dragen te worden. Een warm, zacht fla nellen jakje hierbij is de aangewezen dracht! Nu is mij iets grappigs overkomen! Ik ontving het verzoek om een patroon te geven van een aardige dames-pullover, maat 46. Ik dacht even na: een pullover, dat is een trui zónder sluiting en mét mouwen, die je over je hoofd heen aan trekt. Voor alle zekerheid vroeg ikhet het nog aan een paar kennissen en wat gebeurde er; ledereen gaf een andere be schrijving van een pull-over! De een zei: met mouwen; de ander: zonder mouwen; een derde: mét knoopen en knoopsgaten; een vierde: zonder sluiting en een vijfde beweerde: een pullover is een slip-over en een slip-over is een vest!! Word daar nu nu maar eens wijs uit! Ik zal u nu ach ter elkaar twee patronen geven: één van een pullover volgens mijn idéé: een trui dus met V-vormige hals en lange mou wen, zonder sluiting aan de trui; en één van een jumper, dus een trui van iets gekleeder model. U vraag mij om maat 46; dat is zoo moeilijk te zeggen, omdat de eene vrouw vast breidt en de andere los. Het model, dat ik u hier geef, meet van den schou der tot den onderkant 61 c.M.; de wijdte over de borst is 86 c.M.; de lengte van de mouwen 59 c.M. Het is een patroon met strepen om de heup, langs den hals en c-nderlangs de mouwen; en gebreid met 2 paar breinaalden No. 3 en No. 2>/s. U moet zelf de kleuren maar kiezen; als u zwart is. vind ik beige als grondkleur heel aardig en dan strepen in groen en goud bruin of geel; is u blond, dan kan bleek blauw als hoofdkleur dienst doen en moe ten de strepen warm geel zijn en donker blauw. Voor een grijze dame staat lila heel mooi met grijze en groene of don kerpaarse strepen. U begint met de onderkant van het voorpand en zet in de hoofdkleur met de naalden 2'lz: 126 stekepj^op. Brei dan over een lengte van 5 c.M. het ribbetje 1 recht, 1 averecht. Dat is de rand. Verder wordt de gansche pull-over recht heen en ave recht terug gebreid. Ga door in dezelfde kleur, maar met de andere naalden (dus No. 3) en brei 2 toeren; daarna beginnen de randen. Het maakt een aardig effect, als u er een enkele metaaldraad-toer tus- schen werkt. Op een beige pull-over: een gouden draad: op een grijze of blauwe een zilve ren. Na de hierboven genoemde 2 toeren in de hoofdkleur; 1 toer met metaaldraad; 7 toeren in een bijkleur; 1 toer metaal draad, 5 toeren hoofdkleur: 1 toer me taaldraad, 5 toeren 2de bijkleur, 1 toer metaaldraad, 5 toeren hoofdkleur; 1 t. met.draad, 3 t. 1ste bijkleur; 1 toer met.- draad 5 t. hoofdkl.; 1 t. met.dr.: 1 t. 2de bijkleur; 1 t. met.draad: 5 t, hoofdkl.; 1 t. met.dr.; 1 t. 1ste bijkleur; 1 t. met.dr.; 5 t. hoofdkl.; 1 t. met.dr.; 1 t. 2de bijkl.; 1 t. met.draad. Daarna recht heen en ave recht terug blijven breien in de hoofd kleur over een lengte van 27 c.M. Dan beginnen de armsgaten en de hals. Neem het werk met den rechten kant van het werk naar u toe; kant de 3 eerste steken af; brei de volgende 60 st. recht en keer om. Volg t.: brei de 2 eerste ste ken tezamen en dan averecht tot het einde van den toer; minder aan de hals zijde van het werk 1 steek bij eiken vier den toer en aan den kant van het arms gat bij eiken toer 1 steek; 8 maal achter elkaar; daarna aan deze kant (het arms gat) om den anderen toer 1 steek minde ren, 6 maal in het geheel; maar natuurlijk onderwijl aan de halszijde met minderen doorgaan, zooals u begon, dus bij eiken vierden toer. Als het aantal steken op 32 is teruggebracht, moet u hierop zonder minderen doorgaan tot de halslengte uw maat is; ik denk dat het plm. 15 c.M. zal meten vanaf de eerste mindering; kant dan af, of zet de steken op een aparte naald, om ze later aan den rug te mazen. Dan is één helft van de halsopening klaar en werkt u dus de andere helft nét zoo. Daarna begint u aan den rug, die u na tuurlijk precies gelijk maakt aan de voor zijde. Goed opletten, hoor! Want de stre pen moeten aan elkaar passen! De rug is alleen een beetje smaller dan de voor zijde; u moet er 122 steken voor opzetten. Ga door tot u het armsgat bereikt hebt: 26V- c.M. boven de gekleurde strepen. Op den rug verdeelt u de steken niet, zooais aan de halszijde. Maar als u aan de arms gaten toe is, kant u aan het begin oer volgende 2 toeren 3 steken af. Daarna gaat u met het armsgat door net als aan den voorkant, totdat het armsgat 14 c.M, lang is. Neem nu den rechterkant van het werk naar u toe, brei 32 steken, kant de volgende 24 af en brei de laatste 32. Op deze 32 st. 10 toeren breien; af kanten. Dat is éér. schouder; de wol aanhechten voor den anderen schouder en deze het zoo breien. De mouw begint u bovenaan in de hoofdkleur: zet met naalden No, 3: 96 st. op; brei 64 st. averecht, omkeeren, 1 af halen, 33 recht, omk. en 1 afhalen, 35 aver.; omk. en 1 afh., 37 recht; omk. en 1 afh.; 39 aver.; omk. en 1 afh. en zoo door gaan: steeds 2 steken méér breiende aan eiken kant tot alle steken gebruikt zijn. Ga dan verder: recht heen. aver, terug; brei om den anderen toer 2 st. tezamen aan beide zijden van het werk; in 't ge heel 3 maal. Daarna in eiken vierden toer 2 steken tezamen breien, 8 maal in 't ge heel; en ga vervolgens zonder minderen verder tot de mouw 33 c.M. lang is. Daar na begint de gekleurde rand; die bij de onderzijde van de pull-over past; ik schrijf dat niet nog eens op; het patroon is precies eender, maar u werkt het na tuurlijk juist achterste voren, dus begint met den rechten kant van het weri naar u toe met 1 toer recht in metaaldraad; 1 t. 2de bijkleur; 1 t. met.dr,; 5 t. hoofd kleur enz. Als uw rand af is en u werkt de 2 laatste toeren in de hoofdkleur, dan moet u bij den allerlaatsten toer bij eiken lOden steek 2 tezamen breien. Neem dan de naalden No. 2en brei over 'n breed te van 5 c.M. het ribbetje van 1 recht, 1 averecht; af kan ten en de 2de mouw nét zoo breien. Maas of hecht nu de schou ders aan elkander; naai de mouwen in de armsgaten en naai ten slotte de zijnaden van den pull-over en de mouwnaden dicht. Nu nog de hals-afwerking; neem met de naalden No. 2'h 24 steken op langs den achterkant van den hals. Gebruik de hoofdkleur en brei 1 toer recht. Daarna recht heen en aver, terug breien; steeds minderende: om den anderen toer 2 ste ken tezamen breien aan beide zijden van het werk: u moet steeds strepen breien op dit gedeelte: b.v. 1 t. met.draad, 3 t. lste bijkleur; 1 t. met.dr., 2 t. hoofdkl.; 1 t. met.draad; 2 t. 2de bijkleur; 1 t. met. draad; 1 t. hoofdkleur; nu met de hoofd kleur doorgaan en 2 toeren het ribbetje breien van 1 recht; 1 aver.; afkanten. Voor de randjes langs den V-vormigen hals 72 st. opzetten in de hoofdkleur en hierop strepen breien, die precies corres- pondeeren met het randje langs den rug; naai dit randje aan den rechterkant van de halsopening en hecht het aan de punt van de halsopening op den linkerkant; voor het 2de randje, dat dus links moet komen, 62 st. opzetten en dit net zoo breien en links vastnaaien; zorg, dat de 3 halsrandjes netjes en precies bij elkaar aansluiten, want de hals is het „oog" van de pull-over! Als u nu bet werk*nog aan den verkeer den kant heeft opgeperst, is het kant en klaar. Over 14 dagen dus een jumper: mét sluiting! door MARTINE WITTOP KONING. „Onbekend maakt onbemind". Dat moest eigenlijk wel niet zoo zijn, maar eenigszins begrijpelijk is het toch: persoonlijk contact brengt eigenschappen tot uiting, die men tot dusverre niet had vermoed in den „onbekende" en die in staat zijn de kennismaking in blijvende vriendschap te doen overgaan. Geldt dit voor personen, het kan ook voor zaken gelden. zeker ook voor le vensmiddelen. Zooals misschien de eerste stap naar kennismaking met een vreemde ons wat moeite kost, zoo zal ook vaak het eerste hapje van een onbekend gerecht ge paard gaan met een overwinning op ons zelf. Maar evenals we na de eerste (gevrees de!) ontmoeting met een onbekende dik wijls verlangen naar een volgende, zoo zal ook niét uitgesloten zijn, dat we op het eerste hapje gretig het tweede en derde laten volgen. Tenslotte kunnen we ons niet voorstellen hoe het was, toen we het ge recht nog niet in onze lijst voor dagelijksch gebruik hadden opgenomen! Min of meer is het zoo gegaan met ons goed Nederlandsch product, de kaas. De aarzeling voor een meer veelvuldig gebruik betrof hier niet de kaas zelf: die was bekend genoeg en die werd dus in ieder gezin wel aanvaardmits men zich mocht houden aan de oude gewoonte van kaas te combineeren met een boter ham. Toen dook hier en daar veelal bij eenigszins bereisde menschen het ver langen op naar „gerechten met kaas", die men in het buitenland had leeren waar- deeren; de macaroni of de spaghetti met kaas, de bloemkool „au gratin", de risotto, de kaascroquetten deden schuchter hun intrede in de Hollandsche keuken; ze wer den door de gasten in het gezin geproefd en overgenomen en ze werden op die ma nier in ruimeren kring ingeburgerd als diner-gerechten wel te verstaan. Daarnaast echter naast de gastro nomische waarde voor de fijnproevers dus van kaasgerechten kwam hoe lan ger hoe meer naar voren de voedings waarde van de Nederlandsche kaas speciaal in dezen tijd, nu iedere huisvrouw het hare doet om haar uitgaven te beper ken, zonder daarbij aan de gezondheid van het gezin nadeel toe te brengen. Kaasgerechten in het middagmaal brachten bezuiniging op de huishoudreke- ning: kaas niet enkel als een tusschen- gevoegd lekkernijtje in het middagmaal, maar als noodzakelijk onderdeel van het hoofdgerecht in den eenvoudigen maaltijd vond ook grif de noodige aanhangers en aanhangsters. Ik spreek hier uit ondervinding. In de laatste weken bereikte mij telkens uit alle deelen van het land het verzoek om nog eens wat mogelijkheden aan te geven voor het onderbrengen van kaas in de huiselijke gerechten. Mag ik het antwoord op die vraag maar voor allen tezamen geven, in den vorm van een paar recepten die in dezen tijd van 't jaar een goede kans zullen hebben? Stamppot van savoye kool met kaas (4 personen) (Het gerecht wordt beschouwd als hoofd gerecht van den maaltijd, met misschien een soep vooraf of (en; een zoet gerecht toe), 1 middelmatig groote kool, l'/s kg. aard appelen. 250 gr. C/i pond) kaas, 40 gr. (2 afgestreken eetlepels) boter of vet, wat zout, misschien wat peper. Maak de kool schoon, snipper ze fijn en zet ze op met niet teveel (een goed bo dempje I kokend water en wat zout. Breng ze aan de kook en leg er dan de geschilde aardappelen op: laat beide samen gaar worden (ongeveer uur, liefst niet lan ger!) en onderzoek nu en dan of het bo dempje water nog voldoende is; vul het anders wat bij. Stamp de kool met de aardappelen door RECLAME- 229* Geeft Uw huid de zoo be geerde zacht matte teint en is de beste onderlaag voor poeder. >ITcologneJ1 Het universeele Verfrisschingsmiddel in beroep, bij sport, op reis. Overzicht onzer belangrijkste Veemarkten. De aanvoeren zijn op de gebruiksvee- afdeelingen in de afgeloopen week nog weer aanzienlijk stijgende. Den Bosch had j.l. Woensdag een recordaanvoer te notee- ren en hiermede bleek dat de nieuwe Bos sche veemarkt veel te klein is. Dit demon streerde zich reeds eerder, toen er aanvoe ren van 2200 a 2300 stuks waren; doch Woensdag was het voor de bezoekers haast onmogelijk, zich tusschen de looppaden te bewegen. Het vakblad „De Vee en Vleesch- handel" vestigde dezer dagen reeds de aan dacht op den onhoudbaren toestand op de markt. Ook hier ter plaatse was gisteren het aanbod vrij groot, doch zelfs bij een druk bezoek was er nog ruimte over, want het geheele complex standplaatsen achter de molen was nog onbezet. De nieuwe markt blijkt in de practijk dan ook goed te voldoen, want eenigerlei klacht hooren we niet. Wat den handel betreft, was men echter steeds slechter te spreken. Er is dan ook veel verloren, zoowel gebruiksvee als guste vee voor de mesterij was weer beduidend lager in prijs. We zagen nu beste versch gekalfde vaarzen verkoopen voor f. 140 f. 145, lichtere f. 125f. 135, die voor 14 dagen terug minstens f.20 duurder waren; terwijl er thans bovendien nog veel onver kocht bleef. Oudere zware kalf- en melk koeien evenredig minder. De handel die gister nog gedaan werd, gebeurde veelal door boeren die gebrek aan een kwantum melk hebben om te voldoen aan hun leve ringscontract; op de Noordelijke markten (Leeuwarden en Zwolle) was alles gister ook terugloopend in prijs. De algemeene tendenz op de slachtvee- markt was eveneens minder. Wolvee was ook flauwer, vooral de fok schapen waren beduidend lager in prijs, f. 14—f. 17. Vette schapen f. 17—f. 22, lam meren f. 10—f. 13 per stuk. De magere var kenshandel was ook al heel flauw ge stemd, aangezien de vette varkens thans met den dag terugloopen in prijs. elkaar, roer er de boter (vet) en de ge raspte kaas door (misschien ook een ietsje peper) en laat het gerecht nog even goed heet worden, zoodat de kaas kan smelten. Gebruik als kaassoort naar eigen ver kiezing oude of jonge: de oude voor wien van een pikant gerecht houdt, de jonge voor wien het zachtere prefereert. Schoteltje van resten kool en aardappelen Bereid dit schoteltje, waarbij feitelijk geen „mitten en gewichten" te pas komen, van een restje kool-stamppot of van een schaaltje overgehouden kool en een dito schaaltje koude aardappelen. Vul in het eerste geval het vuurvaste schoteltje laagsgewijs met stamppot en geraspte kaas, zóó, dat het bovenste laagje uit kaas bestaat. Strooi daarover een ietsjê paneermeel, (heel dun, zoodat de kaas óók zichtbaar blijft), leg er kleine klontjes boter op en laat het schoteltje in den oven door en door heet worden en een goud bruin korstje vormen. Leg in het tweede geval om en om laagjes gestoofde kool en laagjes aard appelplakjes met over de aardappelen tel kens wat geraspte kaas gestrooid. Laat ook hier het bovenlaagje uitkaas bestaan en behandel het schoteltje verder op dezelfde wijze als het vorige. Beide schoteltje leenen zich uitstekend als „warm hapje" bij de boterham. Koolrolletjes met kaas. (4 personen). 1 niet te groote savoye kool, 400 gr. (4 ons) jonge kaas, 80 gr. (4 afgestreken eet lepels) boter of vet. 1 eetlepel fijngehakte selderij Haal de kool voorzichtig blad voor blad uit elkaar en kook dan de bladeren bijna gaar in ruim kokend water met wat zout (ongeveer 20 minuten)laat ze op een ver giet uitlekken en wat afkoelen. Snijd in- tusschen de kaas (Goudsche of Edammer) in staafjes van ongeveer 1 cm. dikte en 8 cm. lengte. Leg in elk koolblad een staafje kaas met wat fijn gehakte selderij bestrooid, rol het blad om het staafje op en sla de zijkanten naar onderen om, zoo dat stevige rolletjes worden gevormd. Bak de rolletjes op een zacht vuur in de koe- kepan met de boter lichtbruin: schik ze dan op een verwarmden schotel en giet er de nog in de pan overgehouden boter over. Presenteer deze koolschotel aan 't mid dagmaal bij aardappelpurée, of wel, maat er een lunchgerecht van, maar gebruik dan van alles een kleinere hoeveelheid. Wie zich vollediger op de hoogte wil stellen van de steeds meer „veld win nende" kaasgerechten, kan ik het zoo juist verschenen geïllustreerde receptenboek „Van Eigen Land" aanbevelen, dat door het Zuivelbureau te 's-Gravenhage uitge geven wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13