DE VOLKENBOND EN DE KWESTIE
DER SANCTIES.
Erdal
76,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 10 October 1935
Derde Blad
No. 23171
Oostenrijk en Hongarije tegen sancties.
ADOEA EN ADIGRAT NIET HEROVERD
De strijd in het Noorden.
Wij roepen U toe:
VAN 'T FRONT.
De herovering van Adoea en Adrigrat la
niet bevestigd, integendeel geeft Rome
daarvan een besliste tegenspraak, ver
zekerend dat Adoea sinds Zondagmorgen
vast in handen der Italianen is. Aksoem
is nog niet bezet, doch de val heet aan
staande. Verder heet het nog van Ita-
liaansche zijde:
Het is overigens zeer natuurlijk, dat,
wegens de onbegaanbaarheid van het zeer
moeilijke terrein, na het succesrijke eerste
oprukken der Itallaansche troepen, in de
eerste plaats de verbindingen met het
achterland worden uitgebreid en dat in
dien tusschentijd alle technische voor
bereidingen worden getroffen voor de
tweede etappe van den opmarsch.
De opmarsch wordt in elk geval voort
gezet. Men beschouwt hem, met het oog
op de houding van Genève, zelfs nog meer
noodzakelijk.
Volgens Itallaansche opvattingen zijn
de mogelijkheden voor een vreedzame re
geling uitgeput, zoo dat het Italiaansch-
Abessljnsche confliot thans nog slechts
met de wapenen kan worden beslist.
Dit sluit evenwel verdere onder
handelingen tusschen Italië en de beide
landen, die het meest bij het conflict
geïnteresseerd zijn, Frankrijk en Enge
land, niet uit.
Een speciale correspondent van Reuter-
A.NP. meldt nog uit Addis Abeba:
Van het Noordelijk front geen nieuws
en van het Zuidelijk front geen nieuws,
zoo verklaarde men ons heden, toen wij
in het bureau kwamen, waar officieel de
laatste berichten ter beschikking worden
gesteld van de buitenlandsche journalis
ten. Men voegde hieraan toe, dat de Abes-
sijnsche regeering vandaag geen enkel be
richt had ontvangen van de drie fronten.
Tenzij deze schaarschte aan nieuws het
gevolg geacht moet worden van de stren
ge toepassing der ingevoerde censuur op
berichten van militairen aard, zou dit er
op kunnen wijzen, dat de telegrafische
en telefonische verbindingen verbroken,
misschien wel door de Itallaansche lucht
bombardementen vernield zijn.
Het overbrengen van de offi-
cieele berichten.
In ieder geval is het merkwaardig in
dit verband op te merken, dat men op
het oogenblik voor het overbrengen van
officieele berichten gebruik maakt van
koeriers, die te voet vijftig kilometer per
dag afleggen.
De toestand in het Noorden.
In officieele Abessijnsche kringen ver
klaart men overigens, dat niets bekend is
over invallen van Abessijnsche afdeelln-
gen ln Erythrea. Dezelfde kringen geven
toe, dat geen enkele stelling, die tot nog
toe in handen is gevallen van de Italiaan-
sche troepen, door de Abessijnsche sol
daten is heroverd, ofschoon - en dit alles
geldt voor het Noordelijke front tal
rijke schermutselingen op verschillende
punten in die sectoren plaats hebben ge
had.
Italiaanschc vliegtuigen tot in
de nabijheid van Addis Abeba.
Eskaders Italiaansche vliegtuigen heb
ben verkenningsvluchten ondernomen,
waarbij zij doorgedrongen zijn tot boven
Awasj, dat op ongeveer 130 K.M. hemels
breed van Addis Abeba ligt, daar waar
de spoorweg naar Djiboeti de rivier Ha-
wasj oversteekt. Deze spoorbrug vormt
uiteraard een punt van groot belang. An
dere Italiaansche vliegtuigen zijn versche
nen boven Harrar, ten Zuiden van Dire-
daoea.
Wat is het eerstvolgend doel
der Italianen?
Uit deze verkenningsvluchten zou men
kunnen afleiden, dat een der eerstvolgen
de Italiaansche doeleinden, mogelijk zelfs
het eerste doel, dat thans zal worden na
gestreefd, zal zijn door een gelijktijdig
oprukken van de Italiaansche legers in
't Noorden en Zuiden Fransch en Britsch
Somaliland volkomen te isoleeren van
Abessynië en den eenigen spoorweg onder
controle te krijgen. Reeds is het Zuidelijke
leger met zijn voorhoede 'n vijftigtal kilo
meters opgerukt in de woestijn van Oga-
den.
Ondanks de afwezigheid van officieele
berichten is toch bekend geworden, wat
in dit verband vermelding verdient, dat
de Abessijnen met bekwamen spoed ver
sterkingen zenden, niet alleen naar de le-
gertroepen in het Noorden, maar ook naar
de in het Zuiden gelegerde troepen, die
naar verluidt belangrijke hoeveelheden
wapenen zouden hebben ontvangen uit
Japan.
In het Noorden verkennen de Italianen,
daartoe vooral in staat dank zij hun
vliegtuigen, nauwkeurig het terrein, waar
op zij zich gereed maken hun verdere op-
marschen te verrichten.
De Abessijnen blijven bij hun beschul
diging van de Italiaansche vliegers, vol
gens welke dezen in Ogaden bommen zoju-
den hebben geworpen, die chemische pro
ducten bevatten.
(Nadruk verboden).
DE VOLKENBOND BIJEEN.
Het bureau van de Assemblée heeft gis
termiddag na anderhalf uur durende be
raadslagingen de procedure voor de eerst
volgende dagen vastgesteld.
De Assemblée is gistermiddag om -ven
over zes in het Volkenbondsgebouv v,:-
eengekomen. De meeste Europeescht1
ten waren weer vertegenwoordigd door
hun ministers van buitenlandsche zaken.
De belangstelling van pers en publiek was
grooter, dan bij de meeste vorige plenaire
zittingen.
De Tsjechische minister van buitenland
sche zaken, dr. Benesj, opende de zitting
met een mededeeling omtrent de omstan
digheden, die het bijeenroepen van de
Assemblée noodzakelijk hadden gemaakt.
Daarna las hij het besluit voor van den
Volkenbondsraad van Maandag, waarin
Italië tot aanvaller wordt bestempeld en
tot schender van het Volkenbondshand
vest. Vervolgens maakte hij de door het
presidium van de Assemblée opgestelde
voorstellen voor de procedure der verga
dering bekend. Het zeer uitvoerige rap
port van Benesj nam ruim een half uur in
beslag. Nadat besloten was onmiddellijk
tot de beraadslagingen over te gaan, ver
klaarde Benesj, dat thans de leden van
de Assemblée hun standpunt moesten uit
eenzetten. Voor deze debatten gaf hij een
reeks richtlijnendie tevoren uitgewerkt
waren. Daarbij is o.m. bepaald, dat de
Volkenbondsraad zich verder met de aan
gelegenheid zal blijven bezig houden en
dat het niet de taak van de Assemblée is
de procedure op grond van artikel 15 te
hervatten. Het is de taak der leden hun
standpunt te bepalen ten opzichte van wat
in den Raad geschied is. Wie niet het
woord zal vragen, zal geacht worden een
instemmende houding aan te nemen. De
bijzondere positie van eenige staten ten
opzichte van het sanctieprobleem zal in de
te benoemen coördinatiecommissie be
sproken worden. Ee definitieve agenda der
vergadering zal eerst later worden aan
genomen.
Als eerste spreker kreeg daarop de Oos
tenrijksche gedelegeerde, baron Pfluegl,
het woord. Het kernpunt van zijn rede
voering was, dat Oostenrijk zich niet in
staat ziet in te stemmen met de conclusies
betreffende het sanctieprobleem, waartoe
de andere leden van den Volkenbond
rr®ds ziin gekomen. De gedelegeerde gaf
u't.Jne aan de symoathie van zijn land
vo"u* T.ouö. Oostenrijk zal niet vergeten,
dat itiHë ro een tragisch oogenblik van
ziin gPFchiodenis in den besten Volken-
bondsaeest er toe heeft bijgedragen zijn
int?eriteit te waarborgen.
Deze vriendschap zal voortduren. Het
is de taak van den Volkenbond den
vrede te behouden. Spr. kan niet nalaten
op het ernstige gevaar te wijzen, dat de
sancties voor het economische leven van
Europa met zich moesten meebrengen,
vooral voor staten, die tengevolge van on
gunstige omstandigheden zich in een bij
zonder moeilijke positie bevinden en die
niet allean aan zichzelf, maar ook aan
crediteuren moeten denken. Oosten
rijk heeft in een verklaring van 30 Aoril
1P?2 ziin standount. in de sanctiekwestie
uiteengezet, hetgeen principieel in het
verdrag van Locarno (bijlage F) is opge
nomen.
In denzelfden zin sprak de Hongaar-
sche gedelegeerde, Von Veliitsj. Het doel
van den Volkenbond en van het Handvest
is het behoud van den vrede en dat voor
onderstelt. dat de oorzaken van den oor
log worden uitgeschakeld. De oorlog mag
alleen een ultima ratio ziin. De interna
tionale samenleving is niet statisch en
mag niet versteenen. Ook de Hongaarsche
gedelegeerde sprak over de moeilijke po
sitie van Hongarije ten opzichte van het
sanctievraagstuk. vooral doordat Hon
garije economisch is aangewezen op afzet
in Italië.
N*dat deze beide sprekers het woord
hadden gevoerd, werd de vergaderine ver
daagd tot hedenmorgen 10 uur 30. Als
eersta spreker zal Aloisi dan het woord
voeren.
De door Oostenrijk en Hongarije afge
legde verklaringen berusten, overeenkom
stig het consultatieve pact van 17 Maart
1934, op een onderlinge afspraak.
Heden verwacht, men, behalve van den
Italiaanschén gedelegeerde, geen princi
pieel e verklaringen tgen de sanctiemaat
regelen. De vergadering zal zich, na de
bespreking over het rapport der commis
sie van zes, bezig houden met het eigen
lijke probleem der sancties.
Ook Nederland in de commissie.
Onder de landen, anders dan leden van
den Volkenbondsraad, die vermoedelijk
zullen worden uitgenoodigd zitting te
nemen in de coödinatie-commi&sie worden
r*moemd België. Griekenland, Nederland,
Zwitserland. Zuid-Slavië, Venezuela, Per-
zië, Zweden en Tsjecho-Slowakije.
Het Hongaarsche en Oosten-
rijksche standpunt.
In toonaangevende kringen te Boeda
pest wordt het standpunt van Hongarije
ten opzichte van de sanctiekwestie aldus
gekenmerkt, dat Hongarije aan den eenen
kant evenals tot dusverre vasthoudt aan
ziin verplichtingen jegens den Volken
bond, maar aan den anderen kant toch
vastbesloten is, ziin vriendschappelijke
betrekkingen met Italië in stand te hou
den Het practische deelnemen van Hon
garije aan sancties tegen Italië ziet men
voor dit land niet als mogelijk, aangezien
Hongari.ie geen nabuurland van Italië is
en de algemeene financieele en economi
sche toestand van Hongarije, in het bij
zonder de op het oogenblik nog bestaande
internationale financieele controle over
Hongarije, een staken van het Hon-
gaarsch-Italiaansche handelsverdrag niet
mogelijk maakt. Men neemt derhalve aan,
dat de Hongaarsche regeering principieel
zal instemmen met de besluiten van de
Assemblee tegen Italië, maar in de prac
tische n'tv'erking dezer oesluiten zal wij
zen on d.=. vmznrr'ere nositie van het land.
En de Oostenrijksche „Reichspost"
schrijft in een artikel over de sanctie
kwestie, dat de economische betrekkingen
van Oostenrijk met Italië zoo mogelijk
VERANDERDE TACTIEK DER
ABESSIJNSCHE TROEPEN?
(Van onzen specialen correspondent
W. F. Deedes).
ADDIS ABEBA, Woensdagavond.
In de hoofdstad zijn omtrent den wer-
kelijken toestand aan het Noordelijk front
weinig Inlichtingen te verkrijgen. Toen de
strijd begon met het binnentrekken van de
Italiaansche troepen over de Noordgrens,
was het duidelijk, dat de Keizer besloten
was zijn troepen een strikt verdedigende
positie te laten Innemen. De Negus had
Ras Seyoum bevel gegeven zijn troepen
terug te trekken en de terugtocht uit
Adoea was een onderdeel van het te voren
opgestelde plan de campagne. Thans wordt
echter openlijk beweerd, dat de Keizer
gevolg heeft gegeven aan de adviezen van
diegenen, die er nu Italië door den Vol
kenbond openlijk als de aanvaller is be
stempeld op aandringen tot den aanval
over te gaan en Eritrea binnen te drin
gen. Ik verneem, dat er waarheid in deze
beweringen schuilt. Gedurende de laatste
dagen is het Abessijnsche leger, in plaats
van verder terug te trekken van Adoea,
voortdurend opgetrokken. De guerilla-oor-
log over de grens van Eritrea en de her
overing van Adigrat dragen zeker bij tot
de veronderstelling, dat de tactiek der
Abessijnsche legers is gewijzigd.
Ik verneem verder, dat de troepen van
Ras Seyoum en van den schoonzoon van
den Keizer hun marsch in Noordelijke
richting voortzetten en zij schijnen zich
50 mijl ten Zuiden van Asmara te conso-
lldeeren, waardoor de Italiaansche troepen
in twee gedeelten worden gesplitst.
Verder is een gedeelte van het leger van
Ras Seyoum er in geslaagd om langs een
sterke troepenmacht dicht bij de vesting
stad Adukualo over de grens van Eritrea
te komen. Deze troepen zullen waarschijn
lijk nog verder in Eritrea oprukken, wan
neer zij de benoodigde versterkingen krij
gen.
De Abessijnsche regeering verwacht een
sterke verandering in den toestand, wan
neer de troepen, die tot nu toe tegen in-
heemsche troepen hebben gevochten, wer
kelijk tegenover Italiaansche troepen ko
men te staan.
Omtrent de actie der Italianen verneem
ik, dat zij de streek langs de spoorlijn in
de nabijheid van Awash hebben verkend
met het oog op luchtbombardementen-
De Abessijnsche regeering is er thans toe
overgegaan in het belang van de militaire
maatregelen een censuur op de dagblad-
berichten ln te stellen. Het nieuws, dat
toch reeds schaarsch is, wordt hierdoor nog
meer beperkt.
(Copyright Morningpost - A.N.P.)
nog enger zijn dan die van Zwitserland
met Dcalië. De waarde van den Oosten-
rijkschen uitvoer naar Italië bedroeg in
1934 95'/; millioen Schilling, de invoer uit
Italië had een waarde van 49'/. millioen
Schilling, zoodat de Oostenrijksche han
delsbalans jegens Italië voor 45 millioen
actief was.
In den loop van dit jaar is Italië de
grootste afnemer van Oostenrijksche pro
ducten geworden. Oostenrijk, dat met de
grootste inspanning juist een begin heeft
kunnen maken met het herstel van zijn
economisch leven, mag, aldus het blad,
wel verwachten, dat zijn vitale belangen
gerespecteerd zullen worden, indien er
sprake is van economische sancties.
Het ..Neues Wiener Tageblatt" schrijft,
dat zich het merkwaardige geval zou kun
nen voordoen, dat een kleine staat, die
aan de sancties zou deelnemen, daardoor
ernstiger zou worden getroffen dan de
staat, tegen welken zij gericht zijn.
Felle critiek der Italiaansche
bladen.
De Italiaansche bladen richten felle
aanvallen op de actie van Genève, die
aldus de „Lavoro Fascista" Italië in den
rug tracht te treffen, terwijl dit in Afrika
strijdt. De bladen wijzen eensgezind op
de onverantwoordelijkheid van de Volken-
bondspolitiek en haar slaafsheid jegens de
imperialistische belangen van Groot-
Brittannië. Sommige bladen vragen zich
af of de Volkenbond zelfmoord wil plegen.
Wat in deze dagen in Genève gebeurt, zoo
schrijft de ..Giornale d'Italia". vormt een
definitieve bevestiging van de politiek, die
geleid wordt door Groot-Brittannië en die
ten deel heeft het optreden van Italië
tegen te houden ondanks zijn rechten en
bovendien Italië alle verantwoordelijkheden
op de schouders te leggen. Bij zijn defini-
eering van Italië als den aanvaller heeft
de Volkenbond alleen maar rekening ge
houden met de geschiedenis van de Ita-
liaansch-Abessijnsche betrekkingen in de
laatste drie dagen na het overschrijden
van de rivier de Mareb, tot aan de ver
overing van Adoea, maar hij heeft alle
precedenten van veertig jaren, die het op
treden van Italië bepaald hebben stilzwij
gend gepasseerd. Wederom wijzen de bla
den ook op de houding van den Volken
bond tegenover Japan, toen dit land
Mantsjoerije binnen viel. De wijze van op
treden van Genève geeft blijk, aldus de
„Giornale d'Italia", van een gebrek aan
eerbied voor het internationale recht en
daarom moet na Adoea de Italiaansche
actie meer dan ooit worden voortgezet.
Voorts wijzen de Italiaansche bladen op
de schade, die voor de landen van de
Kleine Entente, Centraal-Europa en den
Balkan zouden voortvloeien uit het toe
passen van economische sancties tegen
Italië Zij, die de economisohe sancties
bijzonder ernstig- zouden willen doen wor
den, moeten oppassen, want het Italiaan
sche volk zou als één man opstaan op den
dag, dat de sancties zijn leger, dat in
Afrika strijdt, in den rug zouden treffen.
DE DIPLOMATIEKE
BETREKKINGEN VERBROKEN.
De Italiaansche gezant te Addis Abeba
heeft van zijn regeering machtiging ont
vangen zijn paspoort aan te vragen en zijn
standplaats te verlaten.
Tegelijkertijd heeft de Italiaansche re
geering van den Abessijnschen zaakgelas
tigde te Rome de mededeeling ontvangen,
dat zijin regeering wenscht, dat hij zich
zijn paspoort laat geven en Italië verlaat.
Aan dit verlangen zal worden voldaan.
De diplomatieke betrekkingen tusschen
de beide landen zijn dus als verbroken te
beschouwen.
In bevoegde kringen te Rome verklaart
men. dat de door Italië genomen maat
regel het gevolg is van een uit Genève
ontvangen mededeeling. dat Abessynië
eischt, dat de Italiaansche gezant uit
Abessynië vertrekt.
De verbreking der diplomatieke betrek
kingen gaat, naar men te Rome verklaart,
in beide gevallen dus uit van Abessynië,
dat hiertoe het initiatief heeft genomen.
Engelsche kabinetsraad.
Het Engelsche kabinet is gistermorgen
bijeengekomen om, onder voorbehoud van
qc op dat moment nog niet gevallen be
slissing van de Assemblée, de laatste hand
te leggen aan de voorstellen, die in ver
hand met het ontworpen optreden van Ge
nève tegen Italië zijn uitgewerkt. De zit
ting van het kabinet duurde twee uur en
een kwartier. Het trok de aandacht, dat
de staatssecretaris voor het mijnwezen in
de kabinetszitting aanwezig was. Men
brengt dit in verband met het feit. dat
bij de bespreking der sancties dc Engelsche
uitvoer van steenkool naar Italië een be
langrijke plaats heeft ingenomen.
Gistermiddag heeft weer een bespreking
der ministers plaats gehad en wel in de
ambtswoning van den minister-president.
Aan deze bespreking namen ook deel de
ministers van Handel, Bmnenlandsche Za
ken en de Dominions. Vervolgéns heeft
Baldwin een bespreking gehad met de drie
ministers van de departementen van De
fensie. Men veronderstelt, dat het kabinet
den internationalen toestand van alle zij
den heeft bestudeerd, en dat het voorts
een aantal voorloopige beslissingen heeft
gpnomen, welke moeten worden ten uit
voer gelegd, zoodra vaststaat, welke poli
tiek de Volkenbond te Genève zal volgen.
Men kan voorts als vrij zeker aannemen,
dat ook het embargo op wapens en de
laatste Fransche nota besproken zijn. In
de kwestie van de eventueele opheffing van
het verbod van uitvoer van wapens zal
geen beslissing worden genomen, aleer de
Volkenbond zijn houding zal hebben be
paald. Bij de beraadslagingen over de
Fransche nota werd de noodzakelijkheid
ingezien van nadere toelichting.
Men is niet gereed gekomen en de zit
ting is verdaagd.
Naar verluidt is geen enkele beslissing
genomen omtrent een eerder dan 29 Oct.
bijeenroepen van het parlement. Wanneer
de ontwikkeling van de gebeurtenissen in
Genève dit wenschelijk maken is het echter
mogelijk, dat de regeering alsnog het par
lement verzoeken zal eerder bijeen te
komen.
Duitschland en de kwestie der
sancties.
In officieele kringen wordt medegedeeld,
dat vermoedelijk na de beslissing van de
assemblee van den Volkenbond de Duit-
sche regeering zal worden gevraagd, in
hoeverre Duitschland bereid is samen te
werken met de maatregelen van den Vol
kenbond. Men verzekert, dat er geen sprake
-. an is, Duitschland een leening aan te bie
den tot compensatie voor het derven van
de winst, die zou kunnen voortvloeien uit
het toepassen van commercieele restricties
in den handel met Italië.
EERSTE KAMER.
BUITENGEWONE BEVOEGDHEDEN
VOOR DE REGEERING.
De internationale toestand is gisteren in
de Eerste Kamer ter sprake gekomen, ge
lijk reeds beknopt is gemeld.
Toen indertijd het conflict tusschen Bo
livia en Paraguay was uitgebroken, en er
kans bestond op ingrijpen van den Vol
kenbond, diende onze Regeering het wets
ontwerp in „tot het uitvaardigen van uit
voerverboden ter bevordering' van de in
ternationale samenwerking in het belang
van den vrede of ter bescherming van de
levensbelangen van het Rijk in tijden van
buitengewone internationale spanning".
Dit wetsontwerp, dat de deelneming van
Nederland aan bepaalde economische
sancties mogelijk maakt, is gisteren be
handeld maar nu waren het niet de
twee bovengenoemde landen, die het zeer
actueel maakten, maar Italië en Abessynië.
Minister Colyn heeft (aangezien de Mi
nister van Buitenlandsche Zaken in Ge
nève was) de bedoeling van het ontwerp
nog eens kort toegelicht, en toen bleek al
spoedig de (eventueele) onvoldoendheid
van het ontwerp. Immers, de gevraagde
bevoegdheden betroffen wel beperking van
uitvoer naar andere landen, dus ook naar
Italië, maar niet beperking van invoer uit
Italiëë of verhooging van invoerrechten
tegen Italië, Voor deze bevoegdheden wordt
een nieuw ontwerp in gereedheid ge
maakt. De vraag besprekend van even
tueele toepassing van sancties tegen Italië,
zette de Minister, onder instemmings
teekenen uit de Kamer, uiteen, dat Neder
land daarbij geen leidende positie heeft in
te nemen, al zullen wij onze verplichtin
gen dienen na te komen. En als deze ver
plichtingen een offer beteekenen, dan is
de collectieve veiligheid der Staten ook
onzerzijds dat offer waard. Natuurlijk zal
de Regeering de nieuwe bevoegdheden met
voorzichtigheid gebruiken, maar Neder
land aldus de Minister-President zal
zijn internationale verplichtingen na
komen.
Er is op deze ministerieele rede een kort
debat gevolgd. Prof. Van Embden vond ge
legenheid daarbij te zeggen, dat Italië j
„een veroverings-oorlog" was begonnen,
..even wreedaardig als lafhartig", die ge-
tuigde van „de meest cynische schending
v'an plechtige geloften". Hij was overigens j
van oordeel, dat het ontwerp inderdaad de
Regeering onvoldoende bevoegdheden ver
schaft, doch sprak de hoep uit, dat de toe
te passen economische sancties voldoende
zouden zijn, anders zouden er wel eens I
militaire op kunnen volgen. Over deze rede
gaf de heer Briët zijn verbazing te ken-
RECLAME.
vermaard door zijn glans
en zoo goed voor het leer!
Groote doos 10 ct. Extra groote doos 15 ct.
1807
nen; prof. Van Embden zoo zei hij
heeft altijd de weerloosheid van Neder
land bepleit, en nu spreekt hij zich uit
voor economische sancties van zóó verre
strekking, dat deze zoo goed als zeker mi
litaire maatregelen tengevolge zouden
hebben. In verband echter met deze laatste
woorden gaf de heer Mend els, die het
meedoen aan economische sancties een
hoogen plicht van ons land noemde, als
zijn meening te kennen, dat ten aanzien
van militaire sancties elk land vrij is;
daaromtrent bevat het Handvest van den
Volkenbond in tegenstelling tot de eco
nomische sancties geen verplichtingen
voor de leden. De Minister-President liet
zich hieromtrent niet uit; in zijn dupliek
herhaalde hij echter, dat Nederland zijn
verplichtingen jegens den Volkenbond zal
moeten nakomen, doch bij een eventueel
te voeren actie geen leidende rol mag spe
len. Bij het in bewerking zijnde wetsont
werp zal natuurlijk rekening gehouden
moeten worden met de mogelijkheid, dat
de internationale actie zal lelden tot een
invoerverbod van goederen uit Italië.
De Kamer heeft het wetsontwerp zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Wij vestigen er echter nog eens de
aandacht op. dat dit, en ook het nieuw-
aangekondigde, ontwerp niet tegen een
bepaald land zijn gericht, maar algemeene
regeerings-bevoegdheden betreffen, om in
voorkomende gevallen te hanteeren.
BEGROOTING VOOR HET
LANDBOUWCRISISFONDS.
Het landbouw-debat, dat in deze en in
de andere Kamer al zoo vaak plaats had,
is gisteren bij bovengenoemde begrooting
herhaald.
En daarbij zijn natuurlijk de bekende en
gebruikelijke wenschen geuit, wenken ge
geven, grieven gelucht.
Zoo waarschuwde de heer Kolff tegen
een te ver gaande bemoeiing met het be
drijfsleven. Al dat ge-order in land- en
tuinbouw acht hij uit den booze. Ook mag
de voorlichtingsdienst niet worden beperkt
en is de controle te veel gecentraliseerd,
en dient de teelt-beperking soepeler te
worden toegepast. Zoo bracht de heer
Ruyter allerlei bezwaren ter sprake, met
name ook wat betreft wat wij zouden kun
nen noemen de varkens-politiek, ten aan
zien waarvan, naar hij meent, allerlei mis
standen bestaan. Ook de Crisis-Zuivel-
Centrale kreeg heel wat critiek van hem
te hooren; hij vroeg inlichtingen omtrent
te hooge salarissen. Bij dit alles sloot de
heer Van Rappard zich met klachten aan.
Erkentelijk voor de instelling van het De
partement van Landbouw had hij niette
min bezwaren tegen de wijze van steun-
verleening aan den landbouw en tegen het
te uitgebreide ambtenaren-korps. Hij
achtte vooral maatregelen noodig, om den
kleinen landbouwer voor ondergang te
behoeden, en dus het afzetgebied van den
landbouw te vergrooten. En in dezen geest
ging het, via verschillende sprekers,
voort.
Totdat de nieuwe Minister van Land
bouw, mr. Deckers, al die wenken en wen
schen en grieven ging beantwoorden. Wij
stippen uit dat antwoord slechts het voor
naamste aan. Als een groot doel van het
regeeringsbeleid op zijn gebied heeft hij al
dadelijk genoemd, dat de landbouw-bevol-
king, het iandbouw-bedrijf, in stand moet
worden gehouden. Daarvoor zijn maatre
gelen en offers noodig. En nu erkende de
Minister royaal, dat zulke maatregelen, die
vaak met spoed genomen moeten worden,
wel eens verkeerd kunnen uitvallen, zoo-
dat. later blijkt dat een andere beslissing
beter ware geweest. Zulk risico moet men
tegenwoordig nemen. Intusschen moeten
ook de landbouw-bedrijven zich aanpassen
aan de gewijzigde omstandigheden. Ach
tereenvolgens heeft de Minister verschil
lende maatregelen, den laatsten tijd ge
nomen, verdedigd, met name ook de ver
hoogde heffingen op varkensvleesch. Al
die crisis-maatregelen zullen niet „ten
allen tijde" gehandhaafd kunnen blijven,
zei de Minister, maar.de landbouw zal
toch nog wel eenige jaren gesteund moe
ten worden, al zal er een oogenblik komen
dat de wijze van steun ver leening zal die
nen te worden veranderd. De Minister
heeft het werk van den voorlichtingsdienst
verdedigd, en ook den arbeid der contro
leurs, al wil hij overwegen de controle in
handen der organisaties te leggen. Ge
tracht zal worden de „oaperasserie" voor
de boeren te vereenvoudigen, althans niet
uit te breiden. Verschillende adviezen
zullen door den Minister, die zich tevreden
verklaarde óver het systeem van samen
werking der regeeringscommissarissen. in
overweging worden genomen. Hij zal zien
of een onderzoek noodig is naar vereen
voudiging der landbouw-crisis-organisa-
ties. Beperking van de margarine-industrie
ten behoeve van de boter achtte hij niet
doeltreffend. Over aanvullenden steun
aan kleine boeren zou de Minister eens
denken: het Is zijn vaste voornemen het
lot der kleine boeren te verbeteren.
Ziedaar een bloemlezing uit 's Mi
nisters rede: de begrooting is tenslotte
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
HAGENAAR.