Zware brand te IJselmuiden - De suikerbieten-campagne GEVAARLIJK SPEL 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Geregelde Abessynische troepen Vertrekken uit Addis Abeba, naar het zuiderfront in auto's FEUILLETON. ZWARE BRAND IN LAND- EN TUINBOUW- SCHUUR TE IJSELMUIDEN. Groote hoeveel heden graan en hooi met een totale waarde van plm. f 27.000 gingen verloren. Wat er overbleef. De suikerbieten-campagne is in vollen gang. Het storten van de aangevoerde bie ten op de terreinen der suikerfabriek fc© Halfweg. PRINSES TROUWT HANDELSREIZIGER. Prinses Ingeborg von Bentheim- Steinfurt met haar verloofde, den heer August Apton Hans Solken, een han^ delsreiziger. Het jonge paar. ZUIVELPROPAGANDA IN HET STADION TE AMSTERDAM. 30.000 kipderen woonden een demonstratie bij, georganiseerd door het comité „Voedt u goed met melk". Na het uitdeel en van melk-chocolade. DE FRANSCHE KRUISER „JEANNE D'ARC" is enkele dagen geleden uit Brest vertrokken ïoor een wereldreis van 8 maanden. Op den voorgrond twee booten van de marine-school. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 84) Haar oogen vielen toe, maar toen Stella trachtte weg te gaan, hield Valda haar hand stevig vast. „Ga nog nietWacht tot hij komt. Ga dan naar je hotel terug". „Wil je heusch dat ik je alleen laat?" „Ik wil. dat je me alleen laat. Ik wil alleen met Guy zijn. Ik heb jou al mijn juweelen vermaakt tot je oudste meisje oud genoeg zal zijn om ze te dragen. Zul je haar Valda noemen?" „Valda, liefste, praat niet zoo!" „Nu wil ik rusten". Kort na twaalven ging de bel. De ver pleegster stak haar hoofd om de deur en knikte. „Het is Guy", fluisterde Stella. „Dag lieveling kus me". „Dag Valda Ik zal je nooit vergeten..." De tranen stroomden haar over de wan gen en ze bleef haar vriendin staan aan kijken. „Zend hem bij me", zei Valda en haar stem klonk sterker. HOOFDSTUK L. Guy Hallam in uniform met de streepen van luitenant-commandant stond in de hall. Zijn gezicht stond ernstig en vast beraden. Toen de deur open ging, deed hij een stap naar voren. „Stella", riep hij en zij gaf hem een teeken om stil te zijn. „Ga mee naar de zitkamer, een oogen- blik maar, Valda wacht op je. En Guy, het arme meisje heeft niet lang meer te leven. Zul je heel lief voor haar zijn...." „Dat hoef je niet te vragen", zei hij ernstig. „Ga dadelijk naar haar toeMaar wacht nog even, heeft mijnheer Sylvester je alles verteld wat ze gedaan heeft?" „Alles". „Dag", zei ze en raakte even zijn lin ker arm aan, die in een doek hing. Een oogenbllk later stond hij naast Valda's bed. „Arm kind", zei hij heesch. „Kom op het bed zitten, dicht bij me. Je arme arm „Dat is niets. Mijn rechterarm is des te beter", en hij legde die om haar schou ders en trok haar dicht tegen zich aan. ,Dit was waard om voort te blijven leven Guy, wil je me een kus geven? Ik denk dat Stella het zal kunnen be grijpen en vergeven". Hun lippen vonden elkaar en hij voelde dat zij heftig beefde. „Jij hebt je belofte gehouden en ik zal de mijne houden", zei hij zeer ernstig. „Het is te laat". „Een speciale vergunning", stelde hij voor. Ze glimlachte flauw toen ze er aan dacht dat zij zulk een document in haar tasch had. „Neen. liefste, maar ik zegen je voor je loyaliteit. Je bent nooit werkelijk van mij geweest. De eenige band, die je aan mij bond, was je eer Guy, ik ga sterven". „Dat moet je niet zeggen". „Maar het is waar, lievelingStella en ik hebben veel met elkaar gepraat. Zij is niet jaloersch op mij en ik ben het niet meer op haai'. Je moet me één ding be loven". „Alles", „Dat je zoo gauw mogelijk met Stella zult trouwen. Er mag niet om mij ge treurd worden". „Ik heb beloofd met jou te trouwen. Ik zal er nu dadelijk op uit gaan om een speciale vergunning te krijgen...." „Doe niet mal, liefste. Houd me stevig vast. Ik voel me zoo zwak en jouw arm is zoo sterk. Weet je zeker dat de wond niet ernstig is?" „Over een paar weken is het weer in orde en dan ben ik weer terug op de Clytie, hoop ik". „Wil je me over het gevecht vertellen?" Guy was blij dat hij het onderwerp van gesprek kon veranderen en gaf een leven dige beschrijving van hun succesvollen tocht. Haar oogen genoten van de opwin ding in zijn gezicht. Wat hield hij van zijn beroep en wat was hij toch een echte man, een man, waar iedere vrouw trotsch op kon zijn. „Vond je het heerlijk?" „Het was een prachtige tijd ik ver lang er al weer naar om er op los te gaan". Plotseling voelde hij, dat ze slap in zijn armen lag. Hij snelde naar de deur en riep de verpleegster. „Telefoneer den dokter, dan zal ik haar een opwekkend middel geven. Blijft u liever in de zitkamer. Ze mag niet meer opgewonden worden", zei de zuster be velend. Gelukkig was de dokter thuis en kwam kort daarna, maar eerst een uur later verscheen hij in de zitkamer. „Mijnheer Hallam, wilt u bij juffrouw Glyn komen? Maar u moogt maar een oogenblik blijven. Ze wil niet rusten voor ze u gezien heeft. Ik heb haar juist een slaapdrank gegeven". Weer stond Guy naast haar bed. „Dag lieveling. Ik heb altijd van Je ge houden vergeet me niet. Dat is mijn excuus voor alles. Het zal ook mijn excuus tegen moeder zijn. Kus me, liefste". Hij kuste haar op de lippen. „U moet nu gaan", zei de dokter beve lend. Hij gehoorzaamde en had niet den moed om te kijken. In de hall gaf hij de ver pleegster zijn telefoonnummer op. „Ik zal in Ryderstraat blijven tot ik iets van u hoor". Een kwartier later zat hij bij zijn vader, en hoewel zijn gedachten bij Valda waren, dwong hij zichzelf om een verslag van het gevecht te geven. „Heb je dat meisje die juffrouw Glyn nog gezien?" vroeg de heer Hallam. „Juffrouw Glyn is een van de dapperste trouwen, die ik ooit ontmoet heb", ant woordde hij en ging zijn slaapkamer bin nen. Even later kwam zijn vader bij hem. „Er is een dame voor je aan de tele foon". Guy stond op en greep de hoorn. „Is u daar mijnheer Hallam?Ik ben de verpleegsterJuffrouw Glyn is gestorvenze is in haar slaap heen gegaan De telefoon viel op de tafel en hij be dekte zijn gelaat met de handen. Eenige dagen later stond hij naast het graf van Valda Glyn. Admiraal Langton was bij hem, beiden droegen hun uniform en op beider gelaat was diepe droefheid te lezen. „Ik geloof dat het zoo het beste is", zei de almiraal. „God weet het", antwoordde Guy eer biedig. „Wij hebben een groote schuld van dankbaarheid aan haar". „Ja". „Zij was de edelmoedigste vrouw di§ ooit geleefd heeft. Den laatsten tijd dacht ze alleen om anderen. Aan jou en aan Stella Cameron". „Admiraal, de wond heeft niets te be- teekenen. Kan ik weer naar mijn schip gaan?" „Het kan wel geschikt worden". „Dank u, mijnheer". Weken later, na voortdurend op de Noordzee te zijn geweest, kreeg hij eenige dagen verlof. Hij kwam geheel onver wacht in Weyport en trof Stella alleen. „Guy", riep ze, toen ze hem zag en haar gezicht straalde van blijdschap. „Stella, ik heb Valda beloofd dat we zoo gauw mogelijk zouden trouwen. Ik heb een speciale vergunning. Kan het mor gen?" „Ben je hier alleen om je belofte aan haar te houden?" vroeg ze ernstig. „Ja. Anders zou ik nog gewacht hebben". „Houdt je dan niet meer van me? O, Guy!" „Niet meer van je houden?" riep hij en trok haar met plotselinge passie in zijn armen. „Ik zal nooit ophouden je lief te hebben; ik heb altijd van je gehouden, maar de arme Valda „Zeg maar niets meer. Ik had het moe ten begrijpen. Ik kan morgen klaar zijn", zei ze bevend en hij kuste haar feeder. Een week later, de dag voor hij weer naar zijn schip zou gaan, stonden zij naast Valda's graf een graf bedekt met versche bloemen en zij hielden zwijgend eikaars hand vast. „Guy, ze hield ontzettend veel van je.. We hebben veel aan haar te danken", zei Stella en haar stem brak. „Niet alleen jij en ik, liefste, maar ons land ook". Toen zij zich omkeerden om heen te gaan, salueerde hij eerbiedig. xeiot.1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5