LEVERTRAAN ALS 'T NAJAAR IS! GOEDE OPLOSSINGEN. TOEN OMA EN KLEIN MEISJE WAS GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS ONTVANGEN VAN: Annie Keyzer. Wim Keyzer (zie corres pondentie). Rietje Keyzer, Piet Lagas, Helen van der Vlerk, Sientje Timmermans, Bram Bavelaar, Adri Bavelaar, Leni Groe- neveld, Greetje Groeneveld, Jo Wassenaar, Eempien Wassenaar, Tieleman van der Linden, Rika de Graaf, Jannle van Biezen Jan van Beek, Lientje Lefeber, Cornelis J. Arbouw, Corrie Holleman, Rika Uljee, Jo- han van Nood, Maurits van Nood, Tineke van Nood, Hanny van der Hoek, Hendrika van Egmond, Toosje Bouter, Beppie Bou- ter. Wim Nieboer, Jannie Nieboer, Jacobus Nieboer, Adriaan Pison, Jan de Graaf, Grietje de Graaf, Aaltje van Vliet, Boukje van Vliet, Adriaan van Vliet, Marietje van Vliet, Ans Vollenga, Rietje Vollenga, Ca- rolientje Verbiest, Cisca van Gijzen, Jaan- tje Braxhoven, Beppie Braxhoven, Dientje Olivier, Rietje van den Berg, Leendert W. Jongeleen, Nel van Reenen, Truus van Eyk. Geertruy de Groot, Emma de Groot, Piet van Schayck, Stientje Groeneveld, Jetje Groeneveld, Aafje van Haalem, Jaap Kruit, Wies Groeneveld, Trees Groeneveld, Jenny van Houten, Gerda Spiecker, Jan Brokaar, Marie Brokaar, Trijntje Durieux, Triny Blotkamp. Hendrientje Blotkamp, Rietje Vollenga, Hennie de l'Ecluse, Jannie de Water, Frans de Water, Mientje de Wa ter, Dorus de Geus, Kees de Geus. door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. Och, Omaatje-lief, toe, vertel toch eens even: Waar zijn al uw donkere haren ge bleven? Uw hoofd is nu wit, hè? Ja, heele- maal wit. En zwart was uw haar, zei laatst Moeder, als git! Er is toch, zeg Oma, niets naars mee gebeurd? Misschien enkel maar., een., een.. beetje verkleurd? Hoe komt het zoo wit? Maar daar houd ik juist van. Was éénmaal uw haar net als van onze Han? Och, Omaatje, toe! ik ik zou zoo graag weten, Hoe u als klein meisje toch wel hebt geheeten. Vertelt u eens eerlijk, was u wel eens stout? Of had u ook toen al een hartje van goud? Droeg u lichte jurken en kniekousjes, ja? Precies zooals ik naar 'n partytje soms ga? Hield u ook van dansen en stoeien en springen En wou u ook dikwijls een liedje mooi zingen? En Omaatje, één ding zou 'k nog willen weten Hebt u altijd zoet, zeg, uw bord leeggegeten? Al was het niet lekker en toch zoo heel veel? Of zette u ook op een vrees'lijke keel? Het eenige antwoord, dat Omaatje geeft En waarbij haar stem wel een klein beetje beeft, Is: Kindje, mijn meisje, wat ben je een schat! Wat zou ik beginnen, als 'k jou toch niet had! Vanavond, als 't klokje weer zeven keer slaat En vlak voordat jij naar je bedje dus gaat, Vanavond, mijn meisje, vertel ik van toen, Maar nu geef ik vooruit j' al even een zoen! Rietje, Piet en Zusje Han Weten er al alles van; 't Drietal staat fluks op een rij, Is er als de kippen bij! Want vóór zij naar bed toe gaan. Komt Moes met haar flesch er aan! 'n Lepel heeft zij in de hand. Levertraan genoeg in 't land! Na het hapje uit de flesch Deelt Moes flikjes uit, juist zes. Twee voor ieder dus. 't Smaakt goed! 'k Hoop, dat 'k lang nog slikken moet. (Nadruk verboden). Mammie, uit de flesch! zegt Piet Ikke ook! juiciht kleine Riet, Oolijk kijikend roept dan Han: 4 Flikken word je sterker van! Als je dóe steekt in je mond, Word je in een wip gezond! Moes zegt lachend: Slim ben jij! 'k Ga je stellig niet voorbij. Een, twee, drie! nu vlug naar bed! I Hoor, daar slaat de klok al net! Morgen geef 'k weer levertraan. Maar nu rustig slapen gaan! ANNIE O. Najaar is 't en 't stormt geducht. Menig oude boom, die zucht! Maar het bladervolkj'in 't bo6ch Huppelt vroolijk over 't mos. 't Wil wat van de wereld zien. Later heeft het spyt misschien, Want een blad, dat gaat van huis, Komt, dat 's vast! heusch nooit meer thuis. Maar daar denkt het nu niet aan! t Wil eeys vroolijk spelen gaan. Krijigertj'is zoo'n grappig spel. 't Kleinste blaadje weer dat wel! Hupla, hup! wat een gehol! Alle blaadjes vinden 't dol. 't Windje is hun beste vrind, 'n Blaadje lijkt toch op een kind! Zie ze draven, 't is een klucht. Bijna botsen z'in de lucht! Maar nu kunnen ze niet meer, 't Is genoeg voor dezen keer! Ov'ral in het groote bosch Liggen blaadjes op het mos.... Alle oogjes vallen toe 't Bladervolkje is zoo moe! 't Maantje kijkt eens en het lacht, Denkt: Ik hou ook hier de wacht! Slaap gerust dus allemaal, Droom maar in de Ritseltaal! (Nadruk verboden). (Nadruk verboden) CARLA HOOO.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 17