De strijd in Abessynië - Herdenking Ontzet
GEVAARLIJK SPEL
76ite Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
DE OORLOG
IN AFRIKA:
FEUILLETON.
Boven links. Abessynische soldaten met vliegtuig-afweergeschut aan het Zuidelijk front. Boven
rechts: Een mitrailleur-post, verdekt opgesteld in het struikgewas. Onder links: Abessynische verken
ningstroep op een heuvel. Rechts: menigte te Addis Abeba wachtend op
nieuws van het front.
DE HERDENKING VAN ALKMAAR'S ONTZET. Groote landenoptocht in Alkmaar. Op het Stationsplein werden door de
Rijnlandengroep volksdansen uitgevoerd.
DE BEKENDE FILMACTEUR EMIL TANNINGS bracht een bezoek aan de
Rembrandt-tentoonstelling te Amsterdam. Jannings tijdens zijn rondgang
door de tentoonstelling.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
83)
„Ik heb medelijden met juffrouw Glyn,
maar het is misschien toch beter dat zij
sterft. Mijnheer Hallam zou haar ge
trouwd hebben, maar ik betwijfel of ze
gelukkig zou zijn gewordenAls ik be
denk wat dat meisje voor Engeland heeft
gedaan".
„En vergeet Hallam niet hij heeft
onschatbaar werk gedaan en nu kunnen
we hem beloonen. De kapitein van de
Clytie meldt dat hij schitterend werk
heeft gedaan in Helgoland. Hij krijgt stel
lig het D.S.O. (distinguished Service
Order) en komt ook voor bijzondere pro
motie in aanmerking. Als u juffrouw Glyn
weer spreekt, groet haar dan hartelijk van
me", eindigde de admiraal.
„Ik ben van plan haar vanavond nog
op te zoeken. Mag ik zeggen dat er groote
kans bestaat dat Hallam zal komen?"
„Ja, ik geloof wel dat het zeker is, maar
ik zal even het hospitaal opbellen".
„Ik zal even wachten, mijnheer".
Een uur later was Sylvester in Old Ca
vendish straat. Stella kwam hem in de
hall tegemoet en legde haar vingers op de
lippen.
„Ze slaapt. Ga mee naar de zitkamer",
fluisterde zij.
„Ik heb nieuws voor u. Luitenant Hal
lam is licht gewond. Hij komt in de stad
en zal tegen twaalf uur hier zijn".
„Daar ben ik heel blij om".
„Wilt u juffrouw Glyn op zijn bezoek
voorbereiden?"
„Ja".
„En wilt u er om denken dat ze nog
steeds zijn aanstaande vrouw is?"
„Ik zal het niet vergeten", antwoordde
zij met onvaste stem.
„Wij mogen nooit vergeten wat zij voor
Engeland gedaan heeft. Zij gaf haar
leven, toen ze trachtte den baron te ver
hinderen met zijn menschen te telefonee-
ren. Daaraan hebben wij te danken, dat
wij dezen oorlog zoo gunstig zijn begon
nen. U weet dat ze sterven zal?" eindigde
hij en zijn stem drukte droefheid uit.
Stella begon zachtjes te schreien. Ze
was nu zonder eenige jalouzie en had nu
alleen nog maar medelijden met de vrouw,
die haar vriendin was geweest.
„Ik heb zoo'n medelijden met haar. Ze
is zoo veranderd en draagt haar pijn met
zooveel geduld. En ze weet, dat ze niet
kan blijven leven. Toch is ze niet bang
voor den dood. Ze verlangt alleen maar
om mijnheer Hallam nog eens terug te
zien. Ik geloof dat dat het eenige is,
waarvoor ze nog blijft leven".
„Arm kind", zei Sylvester en zijn stem
was niet vast.
Kort daarop ging hij weg met de belofte
den volgenden morgen terug te komen en
Stella ging naar de kamer van Valda. De
verpleegster stond op en zij nam haai
plaats in.
„Ik zal niet langer dan een half uur weg
blijven", fluisterde de zuster.
De deur werd zeer zacht gesloten, maar
Valda's oogen gingen open en ze glim
lachte tegen Stella.
„Prettig dat je er bent. Dan voel Ik me
niet zoo eenzaam. Als Guy nu maar
kwaml"
Ze zuchtte diep en Stella vatte haar
hand.
„Hij kan morgen hier zijn. Wind je niet
op, lieve. Probeer zoo flink mogelijk te
blijven".
„Weet je zeker dat hij komt?" fluisterde
Valda.
„Zeker".
„Je hoeft niet bang te zijn, Stella. Ter
wijl ik hier al die lange dagen gelegen
heb, heb ik veel nagedacht. Zelfs als ik
in leven zou blijven zou ik Guy toch niet
kunnen vasthouden. Alles ziet er zoo an
ders uit als je zoo dicht bij den dood
bentMaar je moet niet denken, dat
ik minder van hem houd. Hij is voor mij
de eenige man op de wereld. Voor hem
heb ik een meineed gedaan, maar ik heb
er geen spijt van. Ik denk, dat moeder
het zal begrijpen en ik zal gauw in staat
zijn het haar zelf uit te leggen. En vader
zal het ook begrijpen en zal blij zijn, dat
ik het land, dat hiji lief had, heb gehol
pen".
„Probeer nu wat te rusten het is
gauw morgen", zei Stella.
„Jij moet me ook veel vergeven, Stella.
Ik heb met opzet getracht Guy in den val
te lokken en ik ben er in geslaagd. Hij
heeft nooit opgehouden Jou lief te heb
ben".
„Ik heb verdiend wat ik kreeg. Ik liet
hem in den steek, toen ik op de proef
werd gesteld. Mijn vertrouwen in hem was
niet groot genoeg, maar ik heb mijn les
geleerd".
„Het lijkt me zoo onbegrijpelijk, dat je
hem ooit kon wantrouwenIk zou wel
eens willen weten of ik ooit zijn liefde had
kunnen winnen wanneer we getrouwd
waren. Ik geloof van wel. Een liefde als de
mijne moet wederliefde opwekken", zei
Valda droomerig.
Toen bleven haar oogen op Stella
rusten.
,„Ja, je bent mooi, maar lang niet zoo
mooi als ikGeef me eens de hand
spiegel aan", zei ze en Stella bracht hem
haar.
„Mijn gezicht is bleek en ingevallen,
maar ik zie er niet terugstootend uit. Het
kan me niet schelen dat hij me zoo ziet.
Stella, zul je altijd goed voor hem zijn?"
„Valda, ik kan het niet dragen", zei
Stella droevig. „Je bent mijn vriendin en
ik houd van je en
„Je bent nu niet jaloersch meer?"
„Probeer om beter te worden".
„Je weet dat dat niet meer kan. Het is
bijna gedaan met me. Ik heb me nu met
de gedachte verzoend dat jij Guy's vrouw
zult worden. Zal je maken dat hij me niet
heelemaal vergeet?"
Stella schreide nu zonder terughou
ding.
„We zullen je geen van allen vergeten,
maar ik weet niet eens of Guy nog wel
met me wil trouwen".
„Waarom zeg je dat nu? Het was alleen
zijn eergevoel dat hem aan mij gebonden
hieldJe krijgt een besten man, liefste.
Hij is een soort man waaraan je nooit
hoeft te twijfelen".
„Hebben ze je over Helgoland verteld?"
„Neen, wat is er?"
„De Clytie heeft schitterend werk ge
daan. Ze zeggen dat Guy de D.S.O. zal
krijgen. Ik moet je er op voorbereiden,
dat Guy gewond is, maar heel licht".
„Zeg me alles alles", riep Valda en
trachtte zich op te richten in bed, maar
ze viel door zwakte weer achterover.
Haar oogen schitterden van opwinding
toen ze luisterde en toen het verhaal uit
was ging ze tevreden weer liggen.
„Wat zal hij blij zijnwas het maar
morgen".
„Probeer te rusten, Valda".
„Goed, maar ga niet weg. Houdt mijn
hand vast".
Stella keek met bezorgde oogen naar
haar vriendin en toen de verpleegster te
rugkeerde, sliep Valda.
Voor Stella was een bed op de sofa op
gemaakt en ze lag daar met open oogen,
die spraken van niet gestorte tranen. Ze
dacht niet aan Guy, maar aan het meisje
in de andere kamer. Zou zij in staat zijn
geweest tot zulk een edelmoedigheid, als
zij in Valda's plaats was geweest? Al haar
vroegere genegenheid voor Valda was
teruggekeerd en ze verlangde om haar te
kunnen helpen.
De nacht ging langzaam voorbij en na
het ontbijt werd ze in de slaapkamer ge
roepen.
„Stella, wil jij mijn haar borstelen?"
vroeg Valda.
Ze droeg reeds een kapmanteltje, één
massa roomwitte kant.
„Ik wil er zoo goed mogelijk uit zien",
zei ze met een glimlach.
Wat later vroeg ze om den handspiegel
en bekeek zichzelf critisch.
„Zuster, u kunt wel een poosje weggaan.
Ziezoo, Stella, maak het je gemakkelijk.
Ik wil een praatje maken".
„Je doet beter met te rusten".
„Hij kan pas over een paar uur hier zijn
en als hij weg is, wil ik jou niet meer zien
en niemand anders. Je misgunt me dat
uur toch niet, wel?"
Stella hield een snik in, ze kon niet
spreken.
„Ik geloof niet dat je de mannen zoo
goed kent als ik. Al had ik nooit Guy's
liefde veroverd, dan gelooï ik toch. dat ik
hem gelukkig zou hebben kunnen ma
kenGuy heeft een heel oprecht ka
rakter, maar hij is diep ook. Vertel hem
nooit ook maar het kleinste leugentje. Hij
heeft een afkeer van een vrouw, die liegt.
Je bent een beetje al te terughoudend.
Laat hem in je ziel zien. Laat hem voelen
hoeveel je van hem houdt, maar wees met
sentimenteel.... Ik zou je nog veel meer
willen zeggen, maar ik ben moe.
.(Slot volgt.),