Abessynische krijgslieden - Inbraak te Kampen - Brulapen - GEVAARLIJK SPEL 76»le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON DE INBRAAK IN HET STATION TE KAMPEN waarbij 1200 werden gestolen. De brandkast werd geforceerd. De stuk gebrande deur. ABESSYNISCHE KRIJGSLIEDEN te Harrar gereed om. naar het front te vertrekken. Links: krijgsman met groot krom zwaard en geweer, rechtseen vader vertrekt naar het front. Zijn zoontje draagt zijn geweer en z'n proviand. EEN NIEUW MODEL RACEFIETS de „stroomlijn-racefiets", uitgevonden door een Engelschman. Erg gemakkelijk lijkt ons de houding niet. DE HAAGSCHE DIERENTUIN HEEFT WEER TWEE LOGE'S GE KREGEN twee brulapen, een geschenk yan den heer Schoenmaker uit Sumatra. HET OOGSTDANKFEEST OP DEN BüCKEBERG BIJ HAMELN. Hitler begroet een boerin.; OP DEN AUTO-SALON TE PARIJS. Eventueele koopera kunnen met de auto, die zij willen koopen, een proefrit ma ken. Vrouwelijke chauffeurs rijden de mooie wagens. TO het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 82) Hij had zijn horloge uit zijn zak geno men en naast zich op tafel gelegd. .Nu legde hij er een kleine revolver bij. „U zult er voor opgehangen worden", zei ze luchtig. „Dat waag ik er op. U is te gevaarlijk om te blijven leven". „Hoe bent u er achter gekomen?" „Je wist het ook van Furber". Er kwam plotseling een gedachte in hem op en hij nam de telefoon op. „Hallo, ben jij'dat Smit? Ik ben er juist achter gekomen Dat was alles wat Valda wilde weten. De baron had klaarblijkelijk nog geen gele genheid gehad om zijn ontdekking aan iemand anders mede te deelen. In het be lang van de Britsche admiraliteit was het noodzakelijk, dat hij ook die gelegenheid niet kreeg. Ze stond op, pakte met de kracht der wanhoop de telefoonhoorn beet en trok uit alle macht. De baron was er niet op voorbereid en uitte een kreet van woede, maar zij bereikte haar doel. Het koord brak en zij hield de hoorn in de hand, het toestel was onbruikbaar gewor den. Baron Branden hief de revolver op en mikte op haar. „Schiet", zei ze verachtelijk. „Ik heb nog niet met je afgerekend. U bent vanmorgen naar Ryderstraat ge volgd; Sylvester wachtte daar op je. Sedert ik weg ben weet hij alles wat je gedaan hebt, hé?" „Ik antwoord niet". „En hij heeft de rapporten opgemaakt. Je moet sterven", Valda keek om zich heen. Was er geen ontsnapping mogelijk? Het leven was haar nog veel waard en hoewel ze den baron tartte, verlangde ze toch te blijven leven. „Als u schiet, zult u gevangen worden genomen, Marie „Die heb ik voor een paar uur uitgezon denLuister, Valda. Ik meen het als ik zeg, dat ik je zal doodschieten, tenzij je alles vertelt. Wanneer ben je begonnen ons te verraden?" „Geef me tijd. Ik zal het vertellen". „Geen leugens", zei hij streng. De revolver werd weer op tafel gelegd en ze ademde bevrijd. „Den avond dat u op mijn kamer kwam en mij bij den prins bracht", begon ze. „Niet eerder?" „Neen". „En Hallam? Ik wil weten van dat ge heime oorlogsrapport". „Daar weet ik niets van". „Hoe hebben ze jou gekregen?" Zij antwoordde niet, maar plotseling begreep hij. „Hallam heeft je omgekocht. door te beloven met je te trouwen. Jij dwaas heeft hij dat dan gedaan?.... Ik geloof van niet. Kind, ik ben bang dat je je be looning nooit zult krijgen". Valda had scherp toegekeken. Eindelijk nam zij de kans waar, snelde naar de tafel en greep de revolver. Maar ze was niet vlug genoeg en er ontstond een worsteling. „Laat los", zei hij woedend. Een luide knal, Valda wankelde, deed een paar stappen en viel achterover op de divan. „U heeft geschoten", fluisterde ze heeseh, „Het was je eigen schuld", antwoord de hij. Het bloed drong reeds door haar japon. „Haal een dokter, ik geloof dat ik sterf". „Zul je zeggen, dat het een ongeluk was?" „Ja ga nu". De baron aarzelde niet langer, maar ging naar de gang. De voordeur werd ge opend en hij deinsde terug. „U?" riep hij, toen hij Sylvester her kende. „Ja. Kom mee terug naar binnen", zei de laatste streng. „Ik heb haast". „Ik vrees dat u moet gehoorzamen. U is mijn gevangene". „Waarom?" „Om verschillende beschuldigingen. Kom binnen". „Juffrouw Glyn ls gewond. Ik ga een dokter halen". „Ik kan u niet uit mijn oogen laten gaan. Kom binnen", zei Sylvester streng. De baron gehoorzaamde. Sylvester volg de hem in de zitkamer. „Juffrouw Glyn heeft hij op u gescho ten?" vroeg hij. „Neen, het was een ongeluk", antwoord de ze zwakjes. Sylvester durfde den baron niet alléén te laten en ging daarom naar de trap en riep den portier. Het duurde bijna een uur voor de dokter kwam en onderwijl had Sylvester een boodschap gezonden naar het naastbijzijnde politiebureau om hulp te vragen. Er kwamen spoedig eenige agenten en de baron werd in arrest ge nomen. Valda was naar haar slaapkamer ge bracht, waar de dokter haar onderzocht. „Het is gevaarlijk om haar te vervoeren. Ik zal een verpleegster zenden. Ik zal haar moeten opereeren", zei hij tegen Sylvester. Deze gaf hem zijn kaartje. „Spaar geen kosten. U kunt er op reke nen dat de admiraliteit voor de betaling verantwoordelijk is". De dokter verborg zijn verbazing. „Ik moet juffrouw Glyn spreken". „Zij is nog bewusteloos. Val haar zoo weinig mogelijk lastig". „Is de wond gevaarlijk?"' „Ja, maar er is toch goede kans op herstel". Sylvester's gelaat was vol sympathie toen hij naast haar bed zat. „Zeg me alles wat er gebeurd is. Tk moet het weten, u begrijpt me nietwaar?" „Niemand weet, dat hij alles ontdekt heeft. Daar ben lk zeker van", fluis terde ze. „Goddank", zei hij. „Kan ik niets voor u doen". .Alleen één ding, laat Hallam zoo gauw mogelijk bij me komen". „Dat zal moeilijk zijn, de vloot ligt in gevechtspositie". „Ik verlang om hem nog éénmaal te zien". „We zullen ons best doen". „Dank -u", zei ze dankbaar. HOOFDSTUK XLLX. Admiraal Langton zat in zijn kantoor. De rimpels in zijn gelaat waren dieper, maai- zijn oogen stonden helder en vast beraden. „Geen nieuws van juffrouw Glyn?" vroeg hij aan Sylvester. „Ik kom juist van haar huis. Ze is het zelfde als gisteren". „Wordt ze nog niet wat sterker?" „Neen, mijnheer. Het is zoo jammer dat we Hallam niet te pakken kunnen krijgen. Ze vraagt voortdurend naar hem". „Ik heb juist bericht van hém. U weet natuurlijk dat de Clytie in het gevecht bij Helgoland was". Sylvester knikte bevestigend. „Hij is gewond en aan wal gebracht. Het is gelukkig niet ernstig; een kogel door den arm en hij zal wel kunnen reizen. Ik zal naar het hospitaal telegrafeeren". „Gisteren verlangde juffrouw Glyn om juffrouw Cameron te zien. Zij is gisteren gekomen". „En zijn zij weer goede vrienden?" .Schijnbaar welIk heb vanmorgen met den dokter gesproken. Hij gelooft niet, dat er veel kans op is, dat ze beter wordt". „Arm meisje. Ze heeft ons een grooten dienst bewezen. Ik zou dat beest van een baron kunnen wurgen", zei de admiraal plotseling. „Waar is baron Branden?" „In hechtenis. Ze hebben besloten hem. niet te ondervragen voor de oorlog voorbij is. Hij heeft helaas niets gedaan, nadat de oorlog is verklaard, en kan dus niet voor den krijgsraad worden gedaagd. „Dat is jammer. Ik zou dien vent hebben willen zien doodschieten". .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5