ALLES FÜR MEIN MADCHEN.
EEN NIEUWE ZENDER
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 October 1935
Derde Blad
No. 23169
BUITENL. WEEKOVERZICHT
Jubileumoperette van Paul Harden.
DE TEERLING IS GEWORPEN.
Toen Caesar de Rubicon overtrok, kou
hij de gevleugelde woorden hebben geuit:
{ilea jacta est! (De teerling is geworpen).
Ook Mussolini heeft thans deze woorden
tot de zijne gemaakt. Op zijn bevel is de
opmarsch der Italianen in Abessynië be
gonnen onder commando van generaal de
Bono.
Generaal de Bono.
Italië gaat dus Abessynië „beschaving"
brengen onder het gedonder der kanon
nen, het geratel der machinegeweren, het
geronk der bommen werpende vliegtui
gen, die boven Adoea reeds hun „bescha-
vingstaak" volbrachten.... Ingezet is de
meest ouderwetsche „veroveringsoorlog"
onder de leus, dat expansie noodzakelijke
is! Voor den Duce was er blijkbaar geen
terug meer, wilde hij zich handhaven als
dictator.
De oorlogsfakkel is dus weer ontstoken!
Voor den Volkenbond breken thans
moeilijke tijden aan. Den oorlog voorko
men heeft hij niet gekund, zal hij nu de
zen spoedig weten te doen eindigen? Het
gaat daarbij om niets meer of minder
dan om zijn bestaansrecht. De weten
schap, dat de leden daarvan overtuigd
zijn, moge dit iichaam de kracht schen
ken, die zoo zeer van noode is.
Er blijft den Voilkenbond niets anders
over dan op te treden volgens art. 16 van
het covenant. Dit artikel zegt:
„Indien een lid van den Bond, met
inbreuk op de in de artikelen 12, 13 en
15 omschreven en aanvaarde verplich
tingen, overgaat tot oorlbg, zal dat ipso
facto als een oorlogsdaad tegen alle
andëre Volkenbondsleden gelden. Deze
verbinden zich terstond alle handels-
en financieele betrekkingen met dat lid
te verbreken, alle betrekkingen tusschen
hun onderdanen en die van den staat
die het verdrag schendt, te verbieden
en een einde te maken, aan alle finan
cieel-, handels- en persoonlijk verkeer
tusschen de onderdanen van dien staat,
onverschillig of hij lid is van den
Bond".
„In dit geval is de Volkenbondsraad
gehouden, den betrokken regeeringen
aan te bevelen met welke strijdkrachten
te land, ter zee en in de lucht elk
Bondslid heeft bij te dragen tot de ge
wapende macht, die de verplichtingen
van den Bond heeft te doen eerbiedi
gen.
„De Bondsleden beloven elkaar voorts
steun bij de uitvoering van de op grond
van dit artikel te treffen oeconomische
en financieele maatregelen, om de daar
mee gepaard gaande verliezen en na-
deelen tot het minimum te beperken.
Zij steunen elkaar evenzeer tegen eiken
maatregel welke de staat die inbreuk
maakt op het Handvest, tegen een hun
ner neemt. Zij doen al het noodige, om
de strijdkrachten van elk Bondslid, dat
deelneemt aan een gemeenschappelijk
optreden tot het doen eerbiedigen van
de Volkenbondsverplichtingen, den door
tocht door hun gebied te vergemakke
lijken.
„Elk Bondslid dat zich aan krenking
van een in het Handvest omschreven
verplichting schuldig maakt, kan buiten
den Volkenbond worden gesloten. Deze
uitsluiting wordt door de stem van alle
andere in den Volkenbondsraad verte-
woordigde Bondsleden uitgesproken".
Begonnen wordt derhalve met economi
sche sancties! Gelet op de financieele
positie van Italië kan dit wellicht reeds
afdoende zijn mits allen meedoen en
de uitgetreden leden geen roet in het eten
werpen. Dit slaat natuurlijk in de eerste
plaats op Duitschland
Economische sancties wil Italië als straf
accepteeren, heeft de Duce verklaard in
een rede. die alle kenmerken droeg van
het forceeren van den oorlog. Doch hoe
gemakkelijk gebeurt er niet iets, dat het
eenmaal ontstoken oorlogsvuur doet over
slaan naar elders.... Speciaal, waar in
Europa nog zooveel brandstof rijkelijk
ligt opgestapeld! Europa bloedt nog steeds
uit vele wonden, door het vredesverdrag
van Versailles geslagen.
Bange dagen zijn aangebroken; één
daad van onbedachtzaamheid kan de
meest funeste gevolgen in zich bergen!
Het feit, dat men zich daarvan over het
algemeen bewust is, tempert weliswaar
het gevaar, doch opheffen doet het de
mogelijkheid van onverhoopte gebeurlijk
heden niet
Op zich zelf is het reeds een gevaarlijk
avontuur, waarin Italië zich heeft gestort.
Weliswaar mag worden aangenomen, dat
de Italiaansche troepen, modern uitge
rust en bewapend, het tegen het Abessy-
nische leger niet te moeilijk zullen heb
ben, wanneer het tot een openlijk treffen
komt, doch tegen een guerilla-oorlog in
zulk ontoegankelijk terrein is de best be
wapende macht altijd in gevaar. Men ver-
gete vooral niet, dat den Italianen hoog
stens 7 maanden ten dienste staan; dan
,,Hallo, halloi hier Radio Mars
Dames en Heeren, wij vangen thans aan met de uitvoering van een gevarieerd programma..."
begint de regenperiode opnieuw en wordt
het oorlogvoeren onmogelijk. De opgeruk
te troepen zullen dan echter ook van alles
moeten worden voorzien over lange en
slechte verbindingslijnen. Worden die ver
broken, dan zit het leger als een rat
in de val! En zullen de Italianen in 7
maanden Abessynië kunnen veroveren?
Deze vraag durft totdusver niemand be
vestigend beantwoorden van hen, die de
situatie ter plaatse kennen.
En tot overmaat van ramp bevindt, ook
buiten dit conflict om. Europa zich weer
in politieke deining. Nog steeds gist men
omtrent het resultaat van het bezoek van
den Hongaarschen premier Goemboes aan
Berlijn, van de reis van von Ribbentrop
naar Brussel, van de Jachtpartij in Polen!
Een bericht, dat Duitschland aan Oosten
rijk een non-agressie-pact zou hebben
aangeboden, schijnt weliswaar onjuist,
doch het begint er anderzijds toch op te
lijken, dat het bericht in wezen slechts
te voorbarig werd gelanceerd. Als vast
staand kan men aannemen, dat Goemboes
op zich heeft genomen een betere ver
standhouding te bevorderen tusschen
Berlijn en Weenen en tevens tusschen
Berlijn en Rome. Trouwens, bij een gun
stige wending in de Duitsch-Oostenrijk-
sche betrekkingen komen Duitschland en
Italië elkaar als van zelf nader.
Tsjecho-Slowakije en Roemenië volgen
de gebeurtenissen in Oost-Europa na
tuurlijk met Argus-blik. Roemenië heeft
Polen zelfs al in scherpe vormen gewaar
schuwd, dat bij voortzetting der huidige
politiek van het vormen van een Midden-
Europeesch blok, Roemenië nader zal sa
menwerken met sovjet-Rusland...,
Al deze onzekerheid helpt intusschen
geducht mede om over Europa een sfeer
van wantrouwen en var. oorlogsgerucht te
doen hangen!
Paul Harden als straatzanger.
Maandag 14 October a.s. zal de Fritz
Hirsch Operette haar nieuwste werk ko
men vertoonen in den Schouwburg te Lei
den. „Alles für mein Madchen" werd ge
componeerd door Walter Kollo. Het libretto
schreven Robert Bodansky, en Bruno Hardt
Warden. Het is een mondaine geschiedenis,
die zich in Italië afspeelt in de wereld van
de rensport. De vrouwelijke hoofdrol zingt
en speelt de in ons land zoo populaire diva
Hilde Harmath. Deze operette werd geko
zen ia verbapd met hot vUfentwintigrjarig
tooneeljubileum van Paul Harden. Hij
speelt hier voor een echte Italiaansche laz-
zarone, een trouwe, goedhartige kerel, die
zich terwille van zijn meisje in een zee van
avonturen stort. Fritz Hirsch werd de be
langrijke functie opgedragen, een jonge,
schoone, maar capricieuze prinses onder
zijn hoede te moeten nemen, een taak,
waarvan hij zich met zeer veel ambitie
kwijt. Voor deze prinses speelt Martha
Wagner. Claire Clairy verschijnt in travestl
dit keer als piccolo van een sportclub, waar
zij een elk adviezen geeft, in zake de liefde
en de rensport. Naast haar staat Arpad
Latabar, de lange komische kracht van het
gezelschap en kunnen o.m. nog genoemd
worden: Eman Sllten, Leo Reicher, Alfred
Blume.
Hans Lichtenstein dirigeert het orkest.
Gerard Vroom heeft als décorontwerper
een kans gekregen zich te vergasten op het
felle Italiaansche coloriet. Maison de Paris
ontwierp voor deze gelegenheid een spe
ciaal avondtoilet voor Hilde Harmath „Ta
rantella" genaamd. De costuums van de
Prinses de Lavarna zijn naar ontwerpen
van den Haagschen modekunstenaar Leo
van Witsen vervaardigd. Danstoiletten
stammen uit eigen ateliers onder leiding
van Sophie Degenhardt en Francois. Dans-
studies van Arpad Latabar. Algeheele lei
ding van Fritz Hirsch. De voorstelling
vangt om acht uur aan.
De loopbaan van Paul Harden
Zijn wieg stond in Weenen. Zijn ouders
waren zeer gefortuneerd. Reeds als kind
voelde Paulchen zich tot het tooneel aan
getrokken. Maar zijn vader wilde er niet
van hooren. Paul Harden moest en zou
bankdirecteur worden. Paul vond steun bij
zijn Moeder. Zij liet hem in 't geheim
zanglessen geven. Heel prettig was dit niet
zoo achter Vaders rug. Dat ging zoo een
tijdje. Tot op een dag de vader wel moest
inzien, dat Paul voor niets anders dan voor
het tooneel was géboren. Paul Harden
kreeg toestemming aan het tooneel te gaan
Hij bezocht eerst het conservatorium. Ver
volgens begon hij zijn loopbaan zoo als dat
gewoonlijk gaat, in de provincie. Daarna
kreeg hij een contract in Weenen. Hij was
eerst op in het Strausstheater en later in
het Carltheater. De operette was in haar
bloeitijd. Victor Leon had twee werken ge
componeerd, die in al de operette-theaters
van de wereld groot succes hadden. Dat
waren ..Die Geschiedene Frau" en „Die
Kinokönigin", welke destijds eveneens met
groot succes in ons land werden vertoond.
Deze operettes genoten vooral in Oosten
rijk een enorme populariteit. En met hen
steeg de roem van Paul Harden. Hij was
geweldig gezien, zoowel bij het publiek als
bij de pers, die zijn levendig spel en zijn
goed geschoold orgaan om het hardst loof
den. Er kwam in dien tijd ook een aanbod
van Max Gabriël om in Amsterdam in het
Rembrandttheater te komen spelen. Aan
vankelijk voelde Paul Harden hier wel
voor, maar toch dorst hij er niet toe over
gaan. Hij was bang zich niet thuis te kun
nen voelen in de lage landen aan de zee,
weinig vermoedende, dat hij ten onzent
nog eens zijn zilveren tooneeljubileum zou
vieren.
De wereldoorlog brak uit. Deze maakte
een einde aan Paul's carrière te Weenen.
Hij nam een engagement aan in Berlijn.
Hier legde hij opnieuw den grondslag voor
een voorspoedige loopbaan. Toen de wa
penstilstand kwam, waren de Berlijnsche
theaters avond aan avond tjokvol. Paul
Harden werd daar een rijk en een beroemd
man. Hij was aan de Kroll-opera verbon
den en voerde onderhandelingen met Max
von Schillings. De inflatie deed alles weer
te niet. Alles wat hij door talent en vlijt
had opgebouwd was niet meer. Daarna
nam Paul Harden een engagement aan in
Zwitserland. Kort daarop leerde hij Fritz
Hirsch kennen en sinds dien hebben die
twee intens samen gewerkt. Want behalve
een uitnemend acteur en zanger is Paul
Harden een knap leeraar in zang- en too-
neelspeelkunst. Bovendien staat hij Fritz
Hirsch trouw terzijde bij het instudeeren
van de nieuwe operettes. Heel wat rollen
heeft Paul Harden in de afgeloopen jaren
vertolkt. Alle waren zij zeer uiteenloo
pend. Men hoeft slechts te denken aait
„Walzertraum", „Viktoria und ihx Husar",
„Zwei Herzen im Dreivierteltakt", „Fleder-
maus", „Für dich, Marie Louise!", „Drei-
maderlhaus", „Mein Liehchen wohnt am
Donaustrand", „Czardasfürstin" enz., om
te kunnen constateeren, dat Paul Harden
zijn plaats bij het Fritz Hirsch-gezelschap
ten volle verdient. Hij is een hard werker
en als een ras-artist zelden of nooit tevre
den over het eigen gebodene. Onuitputte
lijk is zijn vindingrijkheid, zijn z'n dwaze
invallen. Hem met Fritz Hirsch tezamen
in een scène te zien is nooit of te nimmer
een verloren avond, voor de getrouwe be
zoekers der Fritz Hirsch-operette.
TIJDSCHRIFTEN.
„Meisjesleven".
Het maandblad „Meisjesleven" onder
redactie van Willy Pétillon bevat in het
Octobernummer „Episodes uit het leven
van Joop ter Heul" door Cissy van Marx-
veldt. Emmy de Bink schrijft over het
zweefvliegen, Titia den Hartog plaatst een
verhaal „Mijn eerste levensles". Weer een
voor meisjes lezenswaardige aflevering!
COMBINATIE LOUIS DE VRIES
EN SAALBORN?
Interne overwegingen van financieelen
aard zijn aanleiding geweest voor den heer
Adriaan van der Horst uit de directie van
Het Hollandsch Tooneel te treden, eer»
uittreding, die echter geenszins de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen hem
en Louis de Vries heeft verstoord.
In zijn plaats zullen waarschijnlijk de
heeren Louis Saalborn en Parser aan het
Hollandsch Tooneel worden verbonden:
definitieve besluiten dienaangaande zijn
nog niet genomen. De zaak zal binnen
enkele dagen haar beslag krijgen, indien
zich althans geen onoverkomelijke moei
lijkheden „voordoen. XV ad.)