De Italiaansch-Abessynische oorlog - Tentoonstelling „De Mensch GEVAARLIJK SPE 76*te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON 99 - GRANDI de Italiaansche gezant te Londen, voor het Foreign Office, voor een bespreking met sir Samuel Hoare. STAK DA ABT-BUITEN krijgt elec- trisch licht. Burgemeester Yerheyen blaast de petroleumlamp in de raadzaal uit. Jong Abessynië volgt den oorlog. De AbessyniscKe gezant in Londen, dr. Marrin volgt met zijn kinderen op de kaart het verloop van den strijd in Abessynië. WATER VOOR DE ABESSYKISCHE TROEPEN IN DE NABIJHEID HARRAR wordt in tonnen op ezels naar de plaats van bestemming vervoerd. VAK JOE LOUIS die Max Baer versloeg, wordt met zijn bruid hartelijk toege juicht door de bevolking van Harlem, New York's negerwijk. DE TENTOONSTELLING „DE MENSCH" TE AU STERE AM. De belangstelling voor den glazen mensch. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 80) Valda gaf Marle haar orders voor het diner en nadat het maal voorbij was, ging de baron aan het werk en tot laat in den avond was hij bezig Valda in te lichten over alles, wat zij te doen had. Zijn voor bereidingen waren volmaakt in orde en scïïenen ln alle mogelijkheden te voor zien. Toen hij was weggegaan, stond Valda's gezicht zeer ernstig, want ze be greep het enorme gewicht van wat haar verteld was. Er was geen twijfel aan of de oorlog was op het punt uit te breken en de Duitschers waren overtuigd van hun succes. „Ik moet den admiraal morgen spre ken", mompelde ze en toen viel haar oog op een portret van haar moeder. „Moeder, vergeef me. Ik heb mijn be lofte gebroken, maar als u nog leefde, zoudt u me niet aan mijn woord houden". Voor ze naar bed ging schreef ze een brief aan Guy. die ze naar de Clytle adresseerde „Liefste, begon ze, „ik was zoo teleur gesteld toen ik zag dat je schip weg was. Ik ben terug in Londen en blijf hier tot. Zaterdag. Dan ga ik naar Southsea. Ik zal in het Queen's hotel logeeren en je moet zoo gauw mogelijk als je terug bent, komen hoor! Ik houd zooveel van je". Ze postte dezen brief 's morgens, toen ze op weg was naar de admiraliteit, maar eerst ging ze naar haar moeder's advo caat, waar ze inlichtingen inwon hoe ze een speciale vergunning zou kunnen krij gen voor een huwelijk. Kort na elven was ze bij admiraal Langton, aan wien ze alles vertelde wat de baron haar ge zegd had. „U is een merkwaardige vrouw" zei hij, toen ze uitgesproken had. „Ik vermoed, dat u de waarde van dezen dienst, die u ons bewijst, inziet". „Ja", antwoordde ze kalm, en ik hoop dat ik er mijn belooning voor krij gen zal". „Ik wilde niet vragen naar Hallam „Ik ga morgen naar Southsea. Wanneer komt de flottille in Spithead?" „Zondag". „Zoudt u kunnen maken, dat Hallam verlof krijgt om aan wal te gaan voor den heelen dag Maandag?" „Ja. ik denk het wel mag ik vragen. „Ik zal eerlijk zijn. Ik wou dat hij Maandag met me trouwde". „Weet Hallam dat en vindt hij het goed?" „Ik heb het hem nog niet verteld De baron denkt, dat Furber op de Schep- ter is". „Schitterend Sylvester heeft dat prachtig in orde gebracht. Hij zal u waar schijnlijk in Southsea opzoeken. Het kon zijn. dat u zijn raad noodig had over de informaties, die u aan den baron moet zenden". „Zooals u wilt. Ik heb niets tegen den man, maar het zou leelijk zijn als een van de menschen van den baron mij met hem samen zagen". „Dat is zoo, maar u kunt er van op aan, dat Sylvester wel voorzichtig zal zijn". „Admiraal, u vindt het toch niet gek van me, dat Ik zoo gauw wil trouwen?" „Kind, je kunt zelf het beste je eigen zaken beoordeelen". „U en ik weten, dat de oorlog voor de deur staat en als hij zou sterven, zou hij toch van mij zijn geweest en ik zou niet zóó ongelukkig zijn. Ik kan het niet zoo zeggen, maar. „Ik geloof dat ik het begrijp", zei hij met ongewone vriendelijkheid. Valda bracht daarna de formaliteiten in orde, die voor het verkrijgen van een speciale huwelijksvergunning noodig wa ren en Zaterdagmorgen ging ze naar Southsea met het document in haar taschje. Toen ze in haar hotel kwam, zag ze dat de groote vloot reeds begon aan te komen, maar ze zag nog geen spoor van de flottille, waar de Clytie de leider van was. Maandagsmorgens zag ze in een cou rant een programma van de revue en later hoorde ze dat de Clytie was aan gekomen. Ze wachtte den heelen dag ln het hotel in de hoop dat Guy zou komen. Tegen etenstijd had zij den moed opgegeven en schreef hem een brief, waarin ze hem dringend vroeg zoo gauw mogelijk te komen. Dinsdagmorgen vernam ze dat er geen verlof werd gegeven om aan wal te gaan. 's Avonds kreeg ze een brief van Guy, waarin hij schreef dat hij naar haar toe zou komen, zoodra hij verlof kon krijgen. Het is echter de vraag of het wordt toe gestaan, kom jij dus aan boord om de revue te zien. De piketboot van de Clytie komt naar de pier en ik zal je laten weten hoe laat", schreef hij. Den morgen van de revue kreeg ze een brief van den admiraal. „Ik vermoed, dat u zult denken dat ik u in den steek heb gelaten. In zekeren zin heb ik dat ook, maar geloof me. het is voor uw eigen bestwil. Volgens mijn mee- r.ing is een overhaast huwelijk, zooals u dat wilt, noodlottig voor uw kans op geluk met Hallam. Hij is een eigenaardige kerel en het zou hem voorkomen of u hem wilt dwingen met u te trouwen. Zoodra de revue voorbij is, gaat de flottille naar Weyport terug. Ik zal er voor zorgen, dat Hallam dan een verlof van veertien dagen krijgt". „Misschien heeft hij gelijk", mom pelde ze. Een uur later liep ze naast Hallam op het dek van de Clytie. Ze verbaasde zich over de verandering in hem. De gespan nen trek was uit zijn gezicht verdwenen zijn oogen stonden helder en hij sprak opgetogen over zijn schip. Toen begon de groote revue een ge zicht, dat zelfs Valda ontroerde. Al haar vroegere haat tegen Engeland was ver dwenen, het was tenslotte alleen een ge voel geweest, dat haar moeder haar kunstmatig had bijgebracht en dat nooit natuurlijk was geweest. Zij had het bloed van haar vader in de aderen en ze was blij dat ze het land, dat het zijne was ge weest, kon helpen. Guy wees naar de lange rij Dread noughts. „Denk je dat Duitschland een kans heeft?" vroeg hij. „Neen, tenzij jullie bij verrassing geno men worden en nu is dat onmogelijk, dank zij jou. Engeland moet je heel dank baar zijn voor wat je gedaan hebt". „Neen, jou Valda". „Al wat ik gedaan heb, heb ik voor jou gedaan". Hallam kon geen permissie krijgen om Valda naar den wal te brengen. „Wij gaan met den koning mee wan neer hij de rest van de vloot, die hier in Spithead niet geborgen kan worden, gaat inspecteeren. Ik weet niet wanneer ik je weer zal kunnen zien". „Dan ga ik naar mijn kamers terug. Zul je me telegrafeeren zoodra je kunt komen? Ik kom, waar je ook bent. En Guy „Ja?" „Zou je willen. „Ik zal alles doen wat je wilt", zei hij vast. „Ik wou dat we konden trouwen. De ad miraal zei, dat je veertien dagen verlof zal krijgen". „Valda, ik ben absoluut in jouw handen". „Guy, liefste, vindt je het niet naar om met mij te trouwen?" „Vertel geen nonsens", zei hij lachend. „Ik heb zooveel verdriet gehad sedert ik je met Stella samen heb gezien Maar daar wil ik nu niet meer over praten. Dag schat". Toen de piketboot wegvoer, zag ze hem op het dek staan en er kwam een droe vige uitdrukking in haar oogen. In het hotel pakte ze dadeiijk haar koffer en nam den eersten den besten trein naar Londen. .(Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5