HELDEN VAN DEZEN TIJD Afscheid van Ds. W. M. A. Kalkman te Katwijk Zee. DE VIER MULLERS. 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 4 October 1935 Vierde Blad No. 23168 GEMEENTEZAKEN. Van de Chr. Jeugdorganisatie. In de ruim zeven jaar, dat ds. Kalkman te Katwijk Zee werkzaam is geweest, heeft hij zich in 't bijzonder onderscheiden op het terrein van de jeugdorganisatie. Hier was hij „de rechte man op de rechte plaats". De kroon op zijn werk was het tot stand komen van het prachtige Jeugdhuis", waarin Woensdagavond op treffende wijze afscheid van hem is ge nomen. De bestuursleden van de Chr. Jeugd organisatie wilden het vertrek van hun leider en organisator niet onopgemerkt voorbij laten gaan. De Oranjezaal was feestelijk versierd met vlaggentooi, palmen en bloemen. Het vaandel was gedrapeerd _op den achter grond. Tot dit plechtig samenzijn waren uitge- noodigd de besturen van de verschillende afdeelingen, te weten: het bestuur van de Chr. Jeugdorganisatie, de C.J.M.V., de beide C.J.V.'s, de Padvinderij, de mond orgelclub „Concordia", de gymnastiekver. „Hercules", de voetbalclub „Katwijk", de Jongeliedenclub, de meisjesvereenigingen „Wees een Zegen" en de „Vierboet", als mede leden van de C.J.O. Aanwezig waren ook eenige Kerkvoog den en Kerkeraadsleden van de Herv. Kerk en de heer C. van Tongeren. Wegens ambtsbezigheden hadden bericht van ver hindering gestuurd, ds. R. P. A. Rutgers en ds. P. Pras. Omstreeks kwart voor acht werden ds. Kalkman, echtgenoote en kinderen door de heeren A. den Dikken en Jac. Gesink van huis per auto afgehaald. Tromgeroffel in het Jeugdhuis kondigde de aankomst aan. In het middenpad van de Oranje zaal had zich een eerewacht gevormd, bestaande uit onderafdeelingen van de C. J. O., zeeverkenners brachten het eere- saluut. Door vier leden van „Concordia" werd een vroolijke marsch geblazen. Na dat de plaatsen op het podium waren in genomen, bood mej. Pietje Guyt mevr. Kalkman bloemen aan. De tweede voorzitter van de C. J. O., de heer Den Dikken las eenige verzen uit Prediker 3 en nadat gezongen was Ps. 103 1 ging hij voor in gebed. Het karak ter van dezen avond, aldus spr., moet weemoedige gedachten opwekken. De in druk moet bij ds. Kalkman postvatten, dat wij hem noode zien vertrekken. Ge paste luim en ernst zullen deze avond elkaar afwisselen. Na deze inleiding speelde een muziek- ensemble, bestaande uit dr. C. Steinz, mevr. Steinz. H. v. d. Maaden, T. Visser en J. Haasnoot eenige vroolijke stukjes. STEDELIJKE WERKINRICHTING. B, en W. stellen voor op verzoek eervol ontslag te verleenen aan den heer S. van Nooten als lid van het bestuur der Ste delijke Werkinrichting. Ter vervulling van de vacature biedt het bestuur de navolgende voordracht aan: le. G. E. E. Kuyntjes, dir. Ambachts school: 2e. A. de Koster, dir. Meelfabriek. TRANSFORMATORHUISJE. In verband met de doortrekking van de Oegstgeesterlaan en de Mariënpoelstraat hebben de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit de beschikking noodig over een nabij gelegen strookje grond voor den bouw van een transformatorhuisje. Zij zijn bereid voor het beschikbaar stellen van den grond de gebruikelijke vergoeding van f. 7,80 per M2 te betalen. VERKOOP BOUWTERREIN. Bij raadsbesluit van 29 Juli 1935 is aa* de heeren W. Bink en A. P. Valk, alhier, een perceel bouwterrein aan de Timor- straat verkocht. In verband met hun be bouwingsplan verzoeken zij thans een aan, de westelijke zijde van dit terrein gren zende strook grond eveneens van de ge meente te mogen koopen. Adressanten zijn bereid den door B. en W. gevraagden prijs van f.9.— per M2 td betalen, terwijl tevens met hen overeen stemming is bereikt over de aan den ver koop te verbinden voorwaarden. EEN ONDERWIJSKWESTIE. Het bestuur der Vereeniging tot oprich ting en instandhouding van scholen voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs op Gereformeerden grondslag (Grefor- meerde Schoolvereeniging) verzoekt, op grond van artikel 72 der Lager Onderwijs wet 1920 medewerking te verleenen om de in zijn schoolgebouw voor gewoon lager onderwijs aan de Lusthoflaan aanwezige gaskachels, welke een onderdeel uitma ken van de centrale verwarmingsinstal latie van dat gebouw, te vervangen door een z.g. nootjesketel, welke wordt gestookt met anthraciet. De meerderheid van de Commissie voor het Onderwijs is van meening, dat het be stuur in zijn adres de vervanging van de gaskachels door een ketel ten onrechte aanmèrkt als te vallen onder het begrip „verandering van inrichting", bedoeld bij artikel 72 van evengenoemde wet. Van een „verandering van inrichting" kan h.i. geen sprake zijn, aangezien in het systeem van verwarming geen verandering wordt ge bracht. Immers men had en houdt cen trale verwarming. Alleen reeds op dien grond vindt het verzoek h. i. geen steun in de wet en moet dus worden afgewezen. Maar zelfs indien men aannemelijk zou kunnen maken, dat het hier wèl een „verandering van inrich ting'' betreft, als in de wet bedoeld, dan nog bestaat er naar hare meening alle aanleiding afwijzend te beschikken, omdat door inwilliging van het verzoek naar hare stellige overtuiging de normale eischen, aan het geven van lager onderwijs te stel len, zouden worden overschreden. Ook an dere schoolbesturen zouden bij inwilliging volgen, hetgeen de gemeente op belang rijke bedragen zou komen te staan. H.i. moet zulks in deze voor de Gemeente financieel zoo uiterst zorgelijke tijdsom standigheden worden voorkomen, te meer waar het zeer problematiek is, of de be zuiniging, welke het schoolbestuur door de bedoelde verandering hoopt te verkrij gen, ok maar voor nog zoo'n klein be- deelte aan de Gemeente ten goede zou komen. De minderheid der Commissie is van meening, dat het hier wel degelijk een .verandering van inrichting" betreft en dat het ook in ongunstige tijden niet al leen volkomen geoorloofd doch zelfs wen- schelijk is om uitgaven te doen, wanneer die uitgaven, gelijk h. i. hier het geval is, uiteindelijk tot besparing zullen leiden. B. en W. sluiten zich aan bij de meer derheid. o —o Een grootsche, onvergetelijke huldiging! Foto Kruyt. Hierboven een moment van den afscheidsavond van ds. Kalkman te Katwijk aan Zee. - Zittend aan de linkerzijde van de tafel van 1. naar r.: mevr. Kalkman, ds. W. M. A. Kalkman, Jac. van Duyn. Staande van 1. naar r.: M. Langmuur, Jac. Gesink. A. den Dikken, J. W. Barnard, J. A. Suzan, R. Varkevisser. Zittend aan de rechterzijde van de tafel van 1. naar r.: A. Haasnoot. C. J. Lambour, dr. C. Steinz. Deze heeren maken het bestuur uit van de C.J.O. met bijkomende afdeelingen. Voor de tweede maal voerde de heer Den Dikken daarna het woord. Hij legde er den nadruk op, dat het vertrek van ds. Kalkman een groot verlies i^ voor de ge meente. In het kort' ging hij na, wat door zijn toedoen tot stand is gekomen, in 't bijzonder wat het jeugdwerk betreft. Hij was de man van het woord en de daad: „altijd actief", een stuwende kracht in onze beweging. Onder daverend applaus werd hierop namens de C.J.O. aan ds. Kalkman dooi den heer Den Dikken het eere-lidmaat- schap aangeboden. De beurt was nu aan leden van de Kna- penvereen., die voordrachten ten beste gaven. Enkele meisjes van „Wees een Zegen" zegden een bedewensch tot ds. Kalkman en bodem hem bloemen aan. Daarna wer den Krontjongnummers ten beste ge geven. Een viertal leden van de reciteer- club „Atego" droeg lyrische poëzie voor. Na de pauze werd aan ds. Kalkman een bureauschemerlamp en een herinnerings album aangeboden. Het album bevat foto's betrekking hebbende op het werk van de Jeugdorganisatie uit vervlogen da gen en uit het heden. De band is ont worpen door den fotograaf D. Kruyt. De calligraaf C. Kruyt had op de voorpagina geschreven: „Aan ds. W. M. A. Kalkman aangeboden door leden van de C.J.O." Na het zingen van liederen door de „Vierboet" sprak dr. Steinz namens de Padvinderij. Spr. memoreerde, dat zeven kinderen van ds_ Kalkman er lid van uit maken. Het is voor de plaatselijke groep een groote slag, dat ds. Kalkman ver trekt, maar toch blijft hij een hoogst aan zienlijke plaats in de Chr. Ned. Padvin derij innemen. Spr. wenschte hem ten slotte een aangenaam verblijf in Amster dam toe. Door de padvinders werd hierna onder muziekbegeleiding het Padvinderslied ge zongen. Na deze grootsche, onvergetelijke hul diging, voerde ds. Kalkman zelf uitvoerig het woord. Het gaan naar Amsterdam, aldus spr., werd mij moeilijk gemaakt VERKOOP SLOOT-GEDEELTE. Van het bestuur van de vereeniging „de Ambachtsschool" is een verzoek ingeko men om van de gemeente te mogen koo pen het gedeelte van de sloot achter de Rijn- en Schiekade. Adressant is bereid den door B. en W gevraagden prijs van f. 0.50 per M2 te betalen. Verder gaat het bestuur accoord met de inzake het dem pen van dit slootgedeelte aan den verkoop te verbinden voorwaarden. I door de hechte banden alhier met de C.J.O en het Jeugdhuis. Waren deze er niet ge weest, dan zou mijn vertrek véél gemak kelijker zijn. Zeer aangetrokken gevoelde ik mij steeds voor de jeugd. „Misschien heb ik daar te veel aangegeven dan noo dig was, vooral met het oog op mijn huisgezin. Maar ik gevoelde het mij op gelegd. Ik wil jong zijn met de jongeren, omdat ik zélf een groot gezin heb. Als ik deze motieven combineer, zult ge begrij pen, waarom ik steeds mijn beste krach ten gegeven heb aan het jeugdwerk. Vooral in dezen tijd moeten al onze krach ten geconcentreerd worden op de jeugd. Anderen zijn ons hierin aanmerkelijk vóór. Alles moet gedaan worden om de jongens te grijpen. Jammer, dat wij als Christenen steeds achteraan komen. Wij moeten leiding geven. Steeds ben ik graag onder de jongeren werkzaam ge weest. Gelukkig kwamen uit het kamp der ouderen blijken, dat ook daar belangstel ling voor mijn werk was. Mijn hoofddoel is steeds geweest de jeugd te grijpen en tot Christus te brengen. Zwaar heb ik, aldus ds. Kalkman, tegen dit afscheid opgezien. Het is zoo moeilijk van al deze bekende gezichten afscheid te nemen. Steeds zal in aangename her nering achterblijven de hier ondervonden prettige samenwerking. De heer Den Dikken dankte den predi kant voor het gesprokene. Ds. Kalkman met echtgenoote werd voorts nog toege zongen: „De Heer zal u steeds gade slaan", waarna de heer Den Dikken met dankgebed sloot. Tenslotte werd door allen hartelijk van ds. Kalkman en-zijn echtgenoote afscheid genomen.. Men weet, hoe reeds eenigen tijd geleden een groep Hollandsche tooneelspelers naar Weenen vertrok en daar onder regie van Rudolf Meinert het bekende stuk „De vier Mullers" verfilmden De vier Mullers zijn Jacq. van Bijlevelt, Johan Heesters, Adolf Bouwmeester en Johan Kaart en dan zijn er nog Gusta ChrispijnMulder, Tilly Perin-Bouwmees- ter, Cissy van Bennekom en Minnie Erf- man, allen van de planken wèl bekend, die dit spel van het tooneel naar het witte doek hielpen overdragen. Aan deze Hollandsche film heeft men getracht een internationaal cachet te ge ven, in tegenstelling tot de meeste andere tot nu toe verschenen Nederlandsche pro ducten. Hierboven Joh. Kaart en Cissy van Bennekom in een der scènes. CARL FROELICH. 30 jaar in dienst van de film. Geliefd zijn op alle deelen van den aardbol de fllmartlsten die on het witte doek menschelijke grootheid en mtr-ché- lijke zwakheid in allerlei vs: r.t:es aan hun medemenschen tooneu. Dit is begrij pelijk. want zij staan lederen dat. ieder uur in de voortdurende belangstelling. Anders is het met de .onzichtbaren". die leven en vorm aan ie film geven. Wie kent die kunstenaars? Aan het begin van de film komen zij een oogenblik met groote letters on het doek maar duiken dan weer weg in de duisternis en hoeveel moeilijker is toch hun werk' men ziet hen meestal over het hoofd en vergeet wat zij deden, omdat hun beeld niet, zooals bij de spelers, ieder oogenblik op het doek komt. Nu is er echter een gelegenheid één der bekendste regisseurs ook eens voor de iens Onvermoeid stond hij in het atelier, steeds zoekende naar verbetering. Hij werd zijn eigen draaiboekschrijver, archi tect cameraman en regisseur Een uitvinding van drie Duitsche inge nieurs. het Triërgon-patent bracht een revolutie in filmkringen teweeg: De ge luidsfilm was geboren! En één de eerste Duitsche geluidsfilms was weer een Carl- Froelich-film .Die Nacht gehort uns". Daarna was men natuurlijk zeer be nieuwd naar zijn verder werk. En Froe- lich stelde niet teleur, In zijn volgende film „Brand in de opera" (1930) bewees hij de mogelijkheden, die deze nieuwe kunst uiting: de geluidsfilm, bood met tech nische virtuositeit te beheerschen. Steeds zocht en vond Carl Froelich nieuwe wegen in de filmkunst. Meisjes in uniform" (1931) en .Rijpende jeugd" (19321 zullen niet snel vergeten worden. En nog steeds onvermoeid staat deze zestigjarige kunstenaar in zijn atelier, dat hii met de laatste technische volmaakt heden liet toerusten, waardoor de voor bereidingen niet te veel tijd vragen en het geheel niet ondergeschikt behoeft te zijn aan techniek Dat is ook één van de ge heimen van zijn succes: Niet alleen de technische prestaties de entourage de groepeering der beelden zijn kermerken van zijn beste films maar de houding van „Tragiek en comedie". Zijn films zijn van een algemeene menschelijkheid. Froelich kent den mensch en maakt daarvoor een film. Hii vraagt'zich niet af moet dit zijn een specifiek Duitsche. Fransche. Eneel- sche of Sraansche film maar hij richt zijn arbeid alleen op dit ééne: hoe rea geert de mensch als denkend en voelend wezen op dat wat ik hem brengen wil. Carl Froelich. die nog van geen rust- nemen weten wil is bij het maken van zijn films uitgegaan van dezen stelregel: De film moet „volkskunst" zijn in den besten zin van het woord natuurlijk, zoo als het leven zelf natuurlijk is en eerlijk blijven. Dan pas heeft men kans met waardeering ontvangen te worden en kan het werk een eerlijke critiek doorstaan. Zijn vroegere films getuigen hiervan en zijn komende films. .Ik was Jack Morti mer" met Adolf Wohlbrück De dvnomer" met Emi' Jannine* Rose Bernd" met Pauls u'e"1 v en De Sabijn?ch° maag denroof" met Emil Jannine- films, die uitgebracht worden door de Tobis te Am sterdam. zullen bewijzen dat hii nog steeds zijn films maakt naar dit principe. EEN NIEUWE KERSTFILM. In de Twickenham-studio's in Engeland werd een nieuwe Dickens-film vervaardigd onder regie van Henry Edwards. Men weet, hoe de Amerikaansche verfilming van „David Copperfield" van denzelfden auteur overal sterk de aandacht trekt. In Engeland is nu een van de mooiste korte vertellingen uit het fantasierijke brein van dezen grooten novellist en ro mancier: „A Christmas Carol", of zooals het hier algemeen bekend is: „Een Kerst vertelling" tot stand gekomen. Deze vertelling, geschreven in 1842, is een karakteristiek staal van Dickens eigen aardige kunst. Er is de echt Engelsche, op het huiveringwekkende gerichte verbeel ding, de sterke gevoeligheid en de huma nitaire strekking in, die de vier hoofd elementen vormen van al zijn werk. Het verfilmen van een „short-story" in Dickens tijd gebruikte men dezen term nog niet, hoewel er vele novellen het licht zagen heeft het voordeel boven de lijviger werken, dat de geschiedenis beter in haar geheel blijft en men zich niet moet bepalen tot brokstukken uit een boek, wat wel een van de grootste grieven is tegen de reeds verfilmde boeken van Dickens. Deze film komt uit Engeland, waar men toch beter dan waar ook de echte sfeer kan uit beelden, die Dickens' werk typeeren. De rol van Scrooge wordt vertolkt door Sey mour Hicks, die in Engeland als een nog grooter karakterspeler beschouwd wordt dan Emil Jannings. Omstreeks Kerstmis wordt deze film in Engeland en ons land in circulatie ge bracht. In Amerika is men intusschen reeds be gonnen met de verfilming van Dickens' „A tale of two cities" met Ronald Colman in de hoofdrol. HET LEVEN VAN BEETHOVEN. Bemerkende, dat er een steeds grootere vraag is naar meer cultureele films, een vraag, die wellicht een nog grooter omvang zal krijgen na een film als „Een Midzomer- nachtsdroom", kondigt Jack Warner, vice- president van de Warner Bros-First Na tional aan, dat zijn maatschappij „Het Leven van Beethoven" zal produceeren, ge baseerd op den levensloop van dezen we reldvermaarden componist. Mr. Warner heeft reeds opdracht gegeven tot het schrijven van een scenario voor deze Beet hoven-film en heeft het plan opgevat, deze film op dezelfde groote schaal te doen laten vervaardigen als „Een Midzomer- nachtsdroom". Erich Wolfgang Korngold. die Felix Mendelssohn's muziek van „Een Midzomernachtsdroom" voor Max Rein- hardt's verfilming van Shakespeare's on sterfelijke fantasie bewerkte, zal Beet hoven's meest bekende en grootsche com- positie's bewerken voor een symphome- orkest van 125 musici, aldus het voorloo- piee plan. William Dieterle, die Max Rein- hardt bij de verfilming van „Een Midzo- mprnaebtsdroom" assisteerde is met de regie belast. De productie-leiding heeft nog geen beslissing genomen in zake de rol- verdeeling voor deze Beethoven-film, daar het manuscript nog niet geheel volledig is. der openbaarheid tg voeren. Carl Froelich werd dezer dagen 60 jaar. Hierin meenen wij aanleiding te vinden een terugblik te geven over zijn prestaties, waaraan hij zijn succes te danken heeft. Zijn naam heeft niet alleen in z'n geboorteland een goeden klank, maar ook in het buitenland geldt hij als één der beste regisseurs. Hij is tevens één der pioniers van de film. In 1905 stond hii als cameraman naast Os kar Messter in het atelier, waar hij de jonge levendige zwart-wit-kunst van den grond af leerde kennen. In 1909 werd voor het eerst zijn naam genoemd, toen hij een belangrijk verkeersongeluk te Berlijn op de film vastlegde. Deze film vond een af zetgebied in het buitenland en daardoor is Froelich eigenlijk de grondlegger van het „week-journaal". reen O'Sullivan. Honderden vliegtuigen van de Amerikaansche luchtvloot verleenden tijdens de opnamen, waarin tal van waag stukken worden uitgehaald, hun medewer king. Robert Young, Wallace Beery en Lewis Stone ziet men hier in de film „Helden van dezen tijd" „West Point of the air", een spannend verhaal uit de vliegerswereld met een sterke rol voor Wallace Beery en Mau-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13