LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Vrijdag 4 October 1935
NEGERSLAVEN VOEREN ALLADIN'S BRUIDSGESCHENK AAN.
den Grootvizier, om zichzelf en haar zuster
Dinarzade voor hetzelfde lot te behoeden,
fret pleit bij den Koning wist te winnen.
Veel boeken en kronieken had zij gelezen,
levensbeschrijvingen van vroegere Konin
gen, geschiedenissen van oude volken en
van vele dichters. Dat alles had zij in dui
zend boeken verzameld. Nachten lang ver
haalde Sheherazade, telkenmale een nieuw
vervolg en de Koning luisterde nieuws
gierig, ononderbrokenMet deze ver
telsels redde zij haar eigen leven en dat
der andere vrouwen in den lande.
Duizend en één nachten sprak de lief
tallige begaafde dochter van den Groot
vizier, die haar met angst en beven had la
ten gaan. En de Koning leerde véél van
alles, wat zij hem vertelde.
Groot was eindelijk het feest in 't gan-
sche land, toen het bleek, dat Sheherazade
geen haar gekrenkt zou worden en zij de
finitief tot koningin werd uitgeroepen.
Shahryar en zijn litteraire echtgenoote
leefden met hun volk in geluk en voorspoed
en wel zóólang, aldus lezen wij in een der
boeken, waarin de vertellingen der „Dui
zend en één nacht" zijn opgenomen, tot de
„Verstoorder van alle vreugden en de
Scheider van al wat vereenigd is, hem
kwam weghalen".
Ziethier. zeer in 't kort slechts de oor
sprong van de eindelooze reeks verhalen,
waarvan de lezing U allen zij aanbevolen.
Of het nu is „De visscher en de Ifriet",
„Ali Baba en de veertig roovers". Ali
Chwadsje en den Koopman van Bagdad",
Prins Ahmed en de Fee Peri Banoe". „Het
Tooverpaard". „De Magneetberg". „Prins
Choedabad en de Prinses van Darjabar",
of niet te vereeten Aladdin en de
Wonderlamp", het is alles om 't even: zelfs
ons kunnen deze verhalen uit den slaap
houden, hoewel wij van anderen weer
hoorden dat zij juist deze vertellingen
vóór 't naar bed gaan lezen, om alle be-
nauwenissen van het heden te vergeten
en zoodoende eerder den slaap te vatten.
Gelijk het eertijds gróót feest was in het
oude Perzische rijk toen de Koning be
rouwvol zijn vroegere zonden overzag, de
viziers emirs en andere grooten van het
rijk met eeregewaden begiftigde, last gaf
dertig dagen de stad te versieren en alle
kosten van het volk gedurende dien tijd
zélf uit zijn schatkamer bestreed, ziende
dat Sheherazade „edel, deugdzaam en
trouw" bleef, zoo was het gisteren gróót
feest in onze stad. toen daar o.a. het ver
haal „Aladdin en de Wonderlamp" aan het
oog voorbijtrok, al moesten de bewoners
der stad dit maal de kosten van het feest
zélf betalen, wat zij overigens gaarne
deden, nu het 't aloude festijn, van „Lei
den's Ontzet" gold.
Men moet zich een tijdlang verdiept
hebben in de fantastische wereld van den
„Duizend en één nacht" om geheel de
sfeer van het gisteren vertoonde te kun
nen aanvoelen.
Het is steeds moeilijk, zich van de
nuchterheid van het hedendaagsche leven
waarin echter toch ook, zij 't op andere
wiize, geschiedenis wordt gemaakt om
te schakelen naar de eenlgszins irrieel
aandoende wereld uit oeroude tijden,
waarvan de historie ons niet altiid duide
lijk voor oogen staat. Maar wanneer wij
zien. dat zélfs de geschiedenis, die zich in
den hedendaagschen tijd afspeelt, door
velen niet zuiver begrepen wordt, dan
nemen wij het niemand kwalijk, wanneer
hij niet 'n juist inzicht van Sheherazade's
tijd bezit.
Daarom zijn wij er de organisatoren van
dezen pittoresken optocht dankbaar voor,
dat zij een sluier van dat geheimzinnige
verleden hebben opgelicht en ons men-
schen en dingen voortooverden, uit een
lang vervlogen periode, die wellicht min
der gecompliceerd maar toch zeker
poëtischer en fantasierijker dan de onze
is geweest. Zij deden dit met hun visie:
zoo werkelijkheidsgetrouw mogelijk en als
vrucht van ernstige studie, op een wijze,
die allen zeker in hooge mate heeft weten
te bevredigen!
Vele zijn de optochten geweest die op
den derden dag van October door Leiden
trokken. Al stonden zij niet allen met het
„hutspot haring en wittebrood"-festijn in
verband, niemand duidt het de 3 October-
vereeniging euvel, dat zij haar inspiratie
zoekt in werelden, die niets met Leiden's
ontzet te maken hebben. Veeleer zijn we
er dankbaar voor, dat zij veler kennis ver
rijkt met 't brengen van beelden, waar
van de massa zich nog geen of slechts een
zeer vage voorstelling heeft gemaakt.
Het behoeft dan ook geen verwondering
te wekken, dat het uitermate interessante
onderwerp van ditmaal, de nieuwsgierig
heid prikkelde. Er viel wat te zien, dat
volkomen buiten het gewone kader lag en
daarom alleen reeds den heeren van Ros-
sum du Chattel en Jan de Quack tot
groote dankbaarheid verplichtte. Wat
hebben zij dit gegeven belangwekkend en
vóór alles oogverrukkend weten uit te
beelden. Iedere groep was dermate be
zienswaardig dat zij niet éénmaal, maar
zeker meerdere keeren diende gevolgd te
worden. Zóó hebben wij het gedaan: eerst
tijdens het fiere uittrekken aan den Burg-
gravenlaan en dan nog op enkele andere
plaatsen. Bijv. op den hoek Breestraat
Kort Rapenburg, waar men een zeldzaam
goed overzicht kreeg en alle costuums
overtogen waren door extra-glans en
-gloed van den zonneschijn, die zich op
dat moment wel bijzonder goedertieren
betoonde. Hoe leefden de toeschouwers
mede, hoe lieten zij geen letter van het
programma ongelezen, om toch vooral de
beteekenis van ieder détail te begrijpen!
Eerst de gebruikelijke opeenvolging van
rijtuigen, waarin de commissaris van
politie, de burgemeester en zijn echtge
noote. de bestuursleden der 3 October-
vereeniging. voorafgegaan door politie en
eerewacht te paard en muziek: een tra-
ditioneele maar toch steeds gaarne ge
ziene inleiding tot het specifieke en ieder
jaar wisselende beeld van den eigenlijke
optocht, die dit jaar onmiddellijk reeds
treffend geopend werd door de illustra
tieve verzameling van sheiks en prinsen
het gevolg van den Kalief van Bagdad,
den kolossalen reus. één der vond
sten van dezen stoet. Zijn gouden kleed1
lag waaierend gespreid over het in ver
houding tot hemzelf iets te kleine, maar
trotsche paard, dat zich in den beginne
weerspannig betoonde. Zonder een spoor
der kameelziekte schommelde zijn zoontje
Ali-Kemel op zijn woestijndier. omgeven
door kadie's en niet te vergeten den be
roemden barbier van Bagdad Abul Hassan.
Strenge haremwachters bewaakten zijn
gracieuse slavinnen. Koning Shahryar
troonde bii de doc.iters van den groot
vizier in gezellig tête a tëte luisterend naar
het verhaal van Aladdin en de Wonder
lamp. dat nu in zeven groepen volgde.
Wie herinnert zich niet den wagen van de
wonderlamp en de ring: cactussen groei
den tegen de groene rotsen, waarlangs de
zeven „dschins" geschaard zat-en rond den
grooten aarden pot, waaruit de wonder-
rook walmde. Temidden v3n gele chrysan
ten troonde in haar halve-maan-draag-
stoel Prinses Badroulboudour, sultan El-
Ard-El Khadra geleek een oostersche
Sinterklaas, oud van dagen in scherp con
trast tot den fieren jeugdigen bruidegom
Aladdin. opvallend door de gebogen „hoorn
des overv'.oeds" als merkwaardig hoofd
bekleedsel. Sterk de aandacht trokken de
blanke en de zwarte slaven met hun goud
stukken en schalen schitterende paarlen.
diamanten of robijnen. Zoo zouden wij
kunnen voortgaan grepen te doen uit deze
merkwaardige serie sprookjesbeelden, die
men tot nu toe slechts zag in een of ander
OOSTERSCHE RUITERIJ OP DE gLAUWPOORTSBRUG.
kleurig platenboek. Het slot vormde on
danks zijn eenvoud en duidelijkheid een
pakkende climax: het waren de Moorsche
ruiters in hun hagelwitte pijen, fel afste
kend tegen de glanzend-zwarte paarden!
Geen groote stoet, maar een. van
zeldzame variatie, die opviel door artis
tieke, beschaafde afwerking een die
den menschen van de 20ste eeuw wist
te boeien door hetgeen zich in verre
Werelddeelen duizenden laren geleden af
speelde. trok door de Sleutelstad, taiiooze
Leidenaars en kijklustigen uit de omgeving
voor de zooveelste maal de voldoening
gevend, die dit hoogtepunt van den 3 Oc-
toberdag eischt. Wij zijn opnieuw getrof
fen door den arbeid, die hieraan vooraf
gegaan is. Wij hebben ons wederom ver
lustigd in een ommegang waaraan door de
medewerking van vele plaatselijke muziek
corpsen een nog feestelijker cachet werd
gegeven, dan de optocht dit op zichzelf
reeds deed. Vroolijk klonken de marscheo,
zij hielden de deelnemers onvermoeid,
evenals de eerewiin die op verschillende
plaatsen werd aangeboden. Gespannen, ge
ïnteresseerd en dankbaar hebben wij allen
tpegekeken en bekenden toegejuicht, ons
verheugd over de levendige en kunstzin
nige schoonheid van deze oostersche we
reld, die niet nagelaten heeft in de gan-
sche stad groote bewondering te trekken.
Men heeft die bewondering dan ook diverse
malen aan de charmante deelneemsters
„met bloemen" geuit.
Sinds 1388 organiseert de 3 Octoberver-
eenlging optochten, die reeds onze vaderen
bewonderd hebben. Wij zijn er erkentelijk
voor. dat deze prachtige traditie ook in 't
nummertje kon het duo dan ook niet onH
komen. Dat nummer werd een Jordaan»
schets, waarin speciaal Tholen zich eca
ras-cabaretist toonde en waarom men ge
schaterd heeft. Deze „vroolijke zangers
van het Hollandsche lied" die binnenkort
weer een tournee door Indlë gaan ma
ken, hebben wèl een zeer geslaagd af
scheid van de Sleutelstad genomen!
Meerdere „muzikale acrobaten'' zijn er
wijders op de planken gekomen, benevens
rolschaatsenrijders, een viertal pracht-
athleten, wier verschijning denken deed
aan de verhalen over de sport in het eens
zoo roemruchte Athene, en een tweetal
wonderlijke figuren, die met uitgestreken
gezichten (stijl Buster Keaton!) over het
tooneel rondsprongen als twee elastieken
poppetjes, die aan een touwtje heen en
weer worden geslingerdHet was een
clwaas spektakel, die twee daar op het po
dium, maar het werd een niet te misken
nen lachsucces. En dat was per saldo toch
liet doel van hun optreden op dezen goed
geslaagden avond, waarvan het muzikale
gedeelte verzorgd werd door eenige leden
van het muziekcorps der Vrijw. Burger
wacht, uit Amsterdam.
e
CHR. ORANJEVEREENIGING.
De Chr. Oranjevereeniging had gister
avond een feestavond in Prediker belegd,
welke zeer druk bezocht was.
Er heerschte een enthousiaste stem
ming waartoe het muzlek-ensemble Sym-
phonia onder leiding van den heer Plu,
die van tijd tot tijd vaderlandsche liede
ren deed hooren, niet weinig heeft bij
gedragen.
ALI-KEMEL, JONGSTE ZO ON VAN DEN KALIEF.
bewogen heden wordt voortgezet en dat
de huidige generatie in geen enkel opzicht
voor de vorige behoeft onder te doen: in
tegendeel. wij zijn geneigd na hetgeen
wi.i ditmaal zagen te verklaren, dat
ondanks de noodzakelijke zuinigheid, die
het heden eischt, de uitwerking der idéé
beter geslaagd is, dan menigmaal in vroe
ger jaren.
Onze welgemeende hulde dus aan ont
werpers. uitvoerders en medewerkers, die
allen één van zin. ons een optocht schon
ken. die zeker in de lange rij een uitste
kend figuur gemaakt heeft!
DE CABARETAVOND.
Voor de cabaret-voorstelling, die om
halfacht plaatsvond in de groote zaal en
den foyu der Geh.orzaai, was do belang
stelling niet zoo groot ais wij aat van vo
rige :an n gewend zijn. Naaso de cris s
zal men daarvoor vermoedelijk in hoofd
zaak de reden moeten zoeken 'Dij het feit
dat het programma tct op den avond zelf
volkomen duister blijft. Nu was dit pro
gram ditmaal in zooverre iets eenzijdig
dat aan de acrobatiek een bijzonder ruim
deel was ingeruimd, maar desondanks
toch van dien aard, dat menigeen naai
de Gehoorzaal gekomen zou zijn indien hij
gewëten had dat Tholen en van Lier er
zouden optreden en dat ook de bekends
telepaath Maloitz van de partij zou zijn!
Vooral Maloitz moet de sensatie van dezen
avond genoemd worden! Hij bepaalds zich
tot blindlezen, omdat de hem toegemeten
ruimte beperkt was, maar wat hij pres
teerde was feilloos en deed het aandach
tig auditorium stil worden van bewonde
ring en verbazing! Maloitz degelijk ge-
blmdoekt vertelde in tien achtereen
volgende gevallen wat de kleur was van
hem verstrekte paperassen, als knipkaar-
ten, abonnementen, passen, e.ci. aan wien
zij toebehoorden, waar de eigenaars woon
den; kortom: alle bijzonderheden, die er
over te vertellen waren, daarbij de voor
werpen steeds achter z'n rug houdende en
betastende, Maloitz kreeg verder op een
papier de namen van drie dieren of voor
werpen door het publiek opgeschreven
en na het papier in de hand genomen
te hebben teekende hij ze uit op een bord
of schreef er de (eenigs malen ongewone)
namen van op, voor zoover de dieren hem
onbekend waren en uitbeelden dus on
mogelijk was.... Ze waren verbluffend,
deze experimenten van den befaamden
Hollandschen telepaath, die geen oogen-
bllk weifelde, en nog lang zullen de toe
schouwers er over napraten en er zich
over verbazen!
Tholen en Van Lier brachten humor van
de goede Hollandsche soort! Herman
Tholen druk conserveercnd en grappen
makend, Jaap van Lier aan den vleugel
en de nummers kruidend met z'n verma
kelijke imitaties van dieren, müziek-in-
strumenten, enz.! Het publiek werd en
thousiast ih hooge mate en aan een extra
De voorzitter, ds. H. Thomas heeft een
openingswoord uitgesproken.
Ds. Joh. W. Groot Enzerink, die in deze
samenkomst de feestrede hield, sprak
over „Oranje in donkere tijden".
Spr. begon met een woord van hulde
voor de 3-Octobervereeniging, die het ini
tiatief neemt om jaarlijks het ontzet van
Leiden te doen gedenken, 't Verleden toch
mag nooit worden vergeten. Voor spr. is
de samenkomst in de Pieterskerk daarom
van zoo groote beteekenis, omdat daar op
die historische plaats, vanzelf het verle
den oprijst.
Ons oog richt zich dan in de allereerste
plaats naar boven, naar den God onzer
vaderen, wat ons in deze donkere dagen
tot groote troost kan zijn.
God werkt wonderen, maar doet dit
door menschen. God heeft ons volk door
Oranje verlost. Da Costa zong: „Zijn ste
dehouder was Oranje".
Voortgaande schetste spr. de groote be
teekenis van Leidens ontzet voor heel ons
land. In den strijd tegen Spanje ging het
om de vrijheden des lands, maar bovenal
om de vrijheid der religie.
Daarom is Prins Willem de leider ge
worden van ons volk, omdat de Oranje's
altijd stonden aan de zijde der verdruk
ten. Zoo heeft het huis van Oranje tot
op heden de liefde van ons volk.
De groote drijfkracht bij de pogingen
voor Leidens ontzet was Oranje. God
sterkte de zwaar beproefde burgers van
Leiden maar deed dit ook weer door
Oranje.
In donkere dagen, aldus spr., bleek al
toos weer de onverbreekbare band, die
bijeenhoudt: God. Oranje en Nederland.
Oranje in donkere dagen! Wij denken
aan het rampjaar 1672. Wat zag het er
toen hopeloos uit. Ambachten stonden
stil. winkels en rechtbanken gesloten,
academiën en scholen vacantie, Regee
ring radeloos, volk redeloos en 't land
reddeloos.
Maar ziet! Willem III werd stadhouder.
Oranje liet zich weer hooren, en zei o.m.
tot de gezanten van Engeland, dat er
maar één middel was om den ondergang
der republiek niet te aanschouwen: het
sterven bij. de verdediging der laatste
gracht!
Daar hebt gij, aldus spr., Oranje in
donkere dagen. God gaf uitkomst, zooals
ook in het begin der vorige eeuw, toen
Oranje onder het gejubel van duizenden
te Scheveningen in ons land kwam.
Ook nu hebben wij weer donkere dagen,
maar wij hebbgn, God zij dank, ook nog
Oranje.
Koningin Wilhelmina is een persoon
lijkheid. die zich niet, aldus ds. Groot
Enzerink, laat behandelen als de Koning
van Italië. Zij onderschrijft nog het woord
van den Zwijger: ik heb een vast verbond
gemaakt met den Potentaat aller poten
taten.
Heel ons land lijkt een belegerde ves-
8-8