Prinses Juliana voor de radio - De boksmatch BaerLouis - GEVAARLIJK SPEL 76sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON fi*** wcjr'W' y. DE RADIO-REDE VAN PRINSES JULIANA in verband met de propa gandacampagne voor het Nationaal Crisis-Comité. Prinses Juliana voor de microfoon. HET TRADITI0NEELE OCTOBERFEEST IN MüNCHEN. Een groote feestoptocht trok door de straten. Beiersche meisjes zorgen voor de vroolijke stemming. DE A.S. SCHAAKWEDSTRIJD EUWE—ALJECHIN. Na de aankomst van dr. Aljechin en zijn vrouw te Am sterdam. V.l.n.r. Aljechin, mevrouw Aljechin en Euwe.; WAT MEN DOEN MOET BIJ EEN GASAANVAL werd aan het publiek te Londen, gedemonstreerd door de St. John's Ambulance Brigade. Twee verpleegsters met gasmaskers dragen een kind weg. DE SENSATIONEELE BOKSMATCH BAER—LOUIS. Enkele opnamen uit den strijd, als Baer door zijn tegenstander neergeslagen is en uitgeteld wordt. ONDER DE LEUZE „VOEDT U GOED!" is te Am sterdam een propaganda-optocht gehouden1 voor een meen en doelmatiger gebruik van zuivelproducten door stede lingen. Een reclame voor de Friesche zuivelproducten. Uit het Engelsch vail PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 78) In Ryderstraat hoorde ze, dat mijnheer Guy Hallam den vorlgen avond vertrok ken was. „Maar de oude heer Hallam is thuis", zei de bediende. „Dan zal ik hem opzoeken", antwoordde zij en ging naar de zitkamer. „Goeden morgen, mijnheer Sylvester. Kunt u me ook zeggen of mijnheer Hal lam al naar Weyport is vertrokken?" vroeg ze vroolijk. „Pardon, mijn naam is Hallam". Valda keek hem aan en lachte. „Ik moet u werkelijk mijn excuses ma ken, Is Guy in Weyport?" „Ik weet het niet", antwoordde Hallam wat stijfjes. „Ik ben juist teruggekeerd". „Heeft u Guy niet gezien?" vroeg ze. „Sinds verscheidene dagen niet". „Dus dan weet u ook niet, dat wij gauw gaan trouwen?" „Dat is nieuws voor me, en het spijt me dat ik het hoor", antwoordde hij beslist. „U is niet heel beleefd tegen uw aan staande schoondochter". „Het is nu den tijd niet voor beleefd heid. Misschien moet ik u een verklaring geven. Mijn zoon houdt van juffrouw Ca meron. U kunt niet verwachten dat ik blij zal zijn te hoorep dat hij met iemand anders gaat trouwen". „Zij heeft het afgemaakt. Ik ben hem trouw gebleven. Hij handelt uit vrijen wil. Ik heb hem aangeboden om hem zijn woord terug te geven, maar hij heeft ge weigerd. Gelooft u mij niet?" „Neen. Ik wil niet grof zijn, maar „Vraag het dan aan Guy zelf. Ik heb u de waarheid verteld. Goeden dag". Valda was er In geslaagd haar drift te bedwingen, maar toen ze op straat stond, was haar gezicht rood van boosheid. Ze ging naar de admiraliteit en vroeg admi raal Langton te spreken. Ze bracht hem de opdracht van den baron, dat zij naar Weyport zou gaan, over. „Zal ik gaan?" eindigde zij. „Ja. Morgen. Mijnheer Hallam zal u wel zeggen welke berichten u moet zenden. Heeft u geld noodig?" „Neen de baron zorgt er voor", ant woordde ze. „Doe ik er goed aan dat geld aan te nemen?" vroeg ze. „Uitstekend. Bent u van plan met Hal lam te trouwen?" „Waarom vraagt u dat? U weet waarom ik voor u werk. Moet ik van mijn beloo ning afzien?" „U is een vrouw dat is antwoord ge noeg. Maar handel niet overhaast. Neem den tijd om er over te denken. Hij is een beste kerel". „Dat weet ik en ik zal hem gelukkig maken gelooft u dat niet?" ,U zult zeker uw best doen en lk wensch u geluk". „Maar u is er niet zeker van, hé?" „Ik houd veel van juffrouw Cameron. Het leven is vreemd, juffrouw Glyn" De rest van den dag ging voor Valda langzaam voorbij. Tegen den avond ont ving ze een flinke som geld van den baron. Marie bracht haar een smakelijk diner, maar ze kon niet eten. Guy was in Weyport en ze zou geen rust kennen voor ze daar zelf ook was. Het was bijna twee uur den volgenden dag toen ze aankwam en naar het Royal- hotel reed. Ze had uit Londen een tele gram naar Guy gezonden om hem te vragen haar zoo gauw mogelijk te komen opzoeken. Na de lunch wandelde ze langs de kade, waar verscheidene oorlogssche pen lagen, de Clytie voorop. „Kimt u me ook zeggen of mijnheer Hallam aan boord is?" vroeg ze aan een onderofficier van de wacht. „Neen, juffrouw. Hij is vanmorgen aan wal gegaan", was het antwoord. Valda begreep, dat hij haar telegram niet ontvangen had. Wat zou ze doen? Zou ze Stella kunnen gaan opzoeken? Er behoorde moed toe om dat bezoek te bren gen, maar ze aarzelde niet lang. Ze riep een taxi aan en beval den chauffeur haar naar mevrouw Cameron's huis te brengen. „Hij is er natuurlijk niet", zei ze vol vertrouwen in zich zelf. Maar waarom ging ze dan? Toch zeker niet om Stella te zien? De meid had geen bevel om niet thuis te geven, dus werd Valda in de zitkamer gelaten, die ledig was en waar ze eenlge minuten bleef. Eindelijk ging de deur open en kwam mevrouw Cameron binnen. „Wat wenscht u?" vroeg ze veront waardigd. „Ik ben hier om Stella te spreken. Is ze thuis?" antwoordde Valda kalm. „Hoe durft u ons opder de oogen ko men? U, die zoo valsch het geluk van een vriendin hebt verstoord". „Onzin! U weet niet waarover u spreekt. Waar is Stella?" „U kunt haar niet spreken. Ik moet u verzoeken dit huis te verlaten. Wilt u goed begrijpen, dat wij u niet langer wenschen te kennen?" „Dat spijt me, ik houd van StellaIs mijnheer Hallam hier?" „Ik wil niet tegen u spreken. Ik zal u uitlaten", zei mevrouw Cameron en deed haar best waardig te blijven. „Het is niet de moeite waard om te trachten me te verdedigen. Maar ik moet u alleen zeggen dat Stella Guy den bons heeft gegeven. Nog sterker, ik zei, dat ik hem zelf zoo graag mocht en zij Het me geheel vrij". „Je bent een schaamteloos vrouws persoonBlijf, ik ben van gedachten veranderd", riep ze. „Valda Glyn, ik ben altijd goed voor je geweest en lk wil een beroep doen op je beter ik. Ik geloof niet dat je absoluut slecht bent". „Dank u", zei Valda droogjes. „Hallam is hier. Ik zal hem roepen. Vraag hem of hij zijn vrijheid terug wenscht en als hij „ja" zegt...." „Ik heb al aangeboden om hem vrij te laten". „En wat zei hij?" „Alleen, dat hij van plan is met me te trouwen". „Ik ben overtuigd, dat je op de een of andere manier hem in je macht hebt. Doe hem datzelfde aanbod nog eens, waar Stella en ik bij zijn, dan zal ik je ge- looven". „Neen. Die deugdzame bui is weer voor bij", zeide Valda beslist. Inwendig kookte ze van jalouzie en plotseling nam ze een besluit. Ze opende vlug de deur en snelde naar Stella's ka mer. Daar zag ze Guy naast Stella zitten. Met inspanning beheerschte ze zichzelf en kwam bedaard naderbij. „Guy, ik heb je gezocht", zei ze. Hallam was opgestaan en deed een stap naar haar toe. „Dat is een verrassing", merkte hij op. „Ik hoop dat het geen onaangename is. De admiraal raadde mij aan te gaan maar daarover zullen we later praten Hallo, Stella, heb je gehuild?" Mevrouw Cameron stond in de deur opening, haar gezicht een en al veront waardiging. „Juffrouw Glyn, ik moet u verzoeken dit huis te verlaten", riep ze boos. „Zoodra mijnheer Hallam gereed Is om mee te gaanIk denk niet dat hij zal willen blijven Guy, mevrouw Cameron beeft gezegd, dat ze me niet langer wil kennen. Het zal daarom het beste zijn als je voorgoed afscheid van haar neemt. Zul len we gaan?" Guy keek naar Stella. Haar oogen waren van hem afgewend en haar gezicht was zeer bleek. „Goeden dag", fluisterde ze. „Goeden dag", zei hij heesch. Maar mevrouw Cameron vond het nu tijd om tusschenbeide te komen. a „Guy, nu we allen hier zijn vind ik „Moeder, ik beveel u om te zwijgen riep Stella heftig. „Dag Guy. Ga alsje blieft dadelijk weg". (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5