76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 2 October 1935
Vierde Blad
No. 23167
De installatie van
Ter Aar's burgemeester B. J. Hogenboom.
Een uiterst hartelijke ontvangst - De gemeente in feesttooi.
De voorbereidingen.
't Was reeds eenige dagen merkbaar,
dat er in de gemeente Ter Aar iets bijzon
ders op til was. Overigens vreedzame
buurtschappen hielden geheimzinnige be
sprekingen. terwijl een groote. uit de bur-
gerii gevormde commissie tot laat in den
nacht confereerde. Ook op het raadhuis
heerschte een zenuwachtige drukte. Ge
meente-ambtenaren liepen in en uit en de
wethouders waren bijna iederen dag tegen
woordig. Den gemeente-secretaris, den
heer B. J. Hogeboom. die heden tot bur
gemeester geïnstalleerd Is was de toegang
tot het raadhuis ontzegd.
Het was voor den niet ingewijde voor
zeker een geruststelling hedenmorgen te
mogen zien. dat het resultaat van al deze
„samenspanningen" waaraan door de
meest ulteenloopende elementen op onge
woon eendrachtige wiize werd deelgeno
men. ten doel had den nieuwen burge
meester een hartelijke ontvangst te berei
den en hulde te betuigen.
Niet alleen wapperden de vlaggen vrij
wel huis aan huis. doch in verschillende
buurtschappen waren door de bewoners
eere-poorten opgericht, waaraan op een
voudige. doch smaakvolle wijze versierin
gen en opschriften prijkten. Het raadhuis
was door de zorgen van den gemeente
opzichter met zijn staf keurig opgetooid
en door het Electr. Bedrijf van een pas
sende illuminatie voorzien. Kortom....
allerwege had men gedemonstreerd, dat
bij goeden wil vrijwel zonder kosten met
eenvoudig materiaal iets goeds te maken
valt. dat toch ..af" is. Spontaan zagen wij
vele werkloozen medewerken om den
nieuwen burgemeester waardig te ont
vangen.
De ontvangst.
Omstreeks half tien hedenmorgen be
gaven de heeren S. de Man. C. Kroft en
P. Tensen zich naar de burgemeesters
woning teneinde burgemeester en mevr.
Hogenboom af te halen. Nabij de drie
sprong bij Kroon had zich inmiddels de
voltallige commissie uit de burgerij, het
eere-comité bestaande uit de beide predi
kanten en den pastoor en de muziekver-
eeniging opgesteld. Toen de burgemeester,
begeleid door de genoemde commissieleden
per auto arriveerde, speelde .Arti et Reli
gion!" het Wilhelmus, waarna de voorzit
ter van het comité, de heer M. Roberts
burgemeester en mevr. Hogenboom als
volgt toesprak.
Welkomstwoord van den heer
Roberts.
De heer M. Roberts, de voorzitter van
het huldigingscomité, heette den burge
meester en zijn echtgenoote allereerst op
deze eigenaardige plaats welkom.
Van de gesprekken die ik wel eens met
De'heer M. Roberts.
u heb mogen voeren aldus spr. herinner ik
me er één, waaruit bleek hoe enkele plek
jes in ons dorp zoo ten volle steeds uw
aandacht hadden en u bekoorden door
hun landelijke schoonheid.
Daarbij domineerde ook steeds onze
Wassenaarsche polderweg, die dan zijn
hoogtepunt volgens u zou bereiken bij
Kroon aan de „Bonk" aan den driesprong.
Het is dan ook geen wonder burgemeester
dat ik mij verheugde toen ik de zeer ver-
eerende opdracht ontving om u hier op
deze plaats te mogen toespreken bij gele
genheid, dat u zich voor het eerst als bur
gemeester officieel naar uw gemeente
naren en naar uw werkterrein gaat bege
ven. Dit panoramapunt is vanaf vandaag
nog méér geworden. Het is thans gegroeid
tot een historisch plekje, een plekje van
eerste ontmoeting tusschen onzen nieu
wen burgemeester en zijn gemeentenaren.
Deze plek lijkt mij voor u nog meer te
zijn geworden burgemeester.. Zij symboli
seert thans ook de ommekeer die heden in
uw levensbaan plaats vindt.
Mij dunkt: deze plaats zal u dierbaar
blijven. Eens was zij u een mijlpaal, een
richting geven aan uw jongensweg van uw
ouderlijke woon naar uw Godshuis en
naar de school waar u uw eerste onderwijs
genoot en thans koos men haar uit als
plaats voor eerste samentreffen tusschen
u en uw burgerij.
Van hieruit moge dan het eerste welge
meende welkom van uwe gemeentenaren
u tegenklinken. Met vertrouwen treden wij
u tegemoet. Aanvaard onze aanhankelijk
heid burgemeester. We willen u die van
daag demonstreeren door uw geleide te zijn
bij een eereronde door uw gemeente, als
straks het zegel zal zijn gelegd op den uit
gesproken wil van Hare Majesteit de Ko
ningin wier vertrouwensman en vertegen
woordiger gij zijt geworden.
Burgemeester en mevrouw: van harte
welkom in ons midden!
Nadat een viertal meisjes, van elke
school één bloemen had aangeboden be
geleidde men den nieuwen burgemeester
naar het raadhuis, waar bij aankomst een
eerewacht van Graalmelsjes en leden van
andere meisjesvereenigingen stond opge
steld.
Intusschen was de raadzaal, versierd met
palmen en vele bloemstukken geheel gevuld
Naast den voltalligen raad en de familie
van den burgemeester merkten wij o.m. op
den oud-burgemeester en mevr. de Muralt.
de burgemeesters van Alphen aan den
Rijn. Nieuwkoop Nieuwveen Rijnsater-
woude en Leimuiden, Woubrugge en Zeven
hoven. de leden van het eere-comité uit
de burgerij en vele anderen.
Door de beide wethouders bij de deur
ontvangen én in de raadzaal binnengeleid,
nam burgemeester Hogenboom voor het
midden van de tafel plaats, met aan zijn
rechterzijde mevr. Hogenboom en ter lin
kerzijde de beide wethouders.
De installatie.
De loco-burgemeester, wethouder van
der Hoorn, opende hierop de vergadering
met het voorlezen van het ambtsgebed, ge
volgd door het lezen van het Kon. Besluit,
waarbij de heer B. J. Hogenboom. secre
taris der gemeente Ter Aar benoemd werd
als burgemeester dier gemeente.
Vervolgens hield de loco-burgemeester
de navolgende rede:
Rede van den loco-burgemeester
den heer D. v. d. Hoorn.
Geachte Burgemeester,
Nu ik gereed sta de verschillende, tot
het burgemeestersambt behoorende be
voegdheden aan u over te dragen, Is het
Rede van den nieuwen burgemeester.
Voor alles rekende spr. het zich tot taak
op deze plaats te getuigen van zijn eerbie
digen dank aan H.M. de Koningin voor de
benoeming tot burgemeester dezer ge
meente en aan hunne Excellenties den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en den
De heer D v. d. Hoorn.
mij een eer en een behoefte u vanaf deze
plaats namens den raad geluk te mogen
wenschen met uwe benoeming tot burge
meester van deze gemeente, welke benoe
ming door ons, gemeentenaren, met vrij
wel algemeene instemming is begroet.
Het was in de raadsvergadering van 26
Maart 1931, dat u benoemd werd tot ge
meente-secretaris van Ter-Aar. Niemand
had toen kunnen vermoeden dat thans,
ruim vier jaar later, onze onvergetelijke
burgemeester de Muralt door u zou wor
den opgevolgd.
Dat de raad eenparig besloot uw sollici
tatie zoo krachtig mogelijk te steunen en
dat ook vanuit de gemeente zoovele en zoo
krachtige stemmen daartoe opgingen, be
wijst dat men uw werk als gemeente-se
cretaris en vooral de wijze waarop u dat
ambt hebt bekleed, heeft weten te waar-
deeren.
Het is vandaag, ondanks de" gedrukte
lijden, een feestdag voor onze gemeente,
omdat wij meenen in u ontvangen te heb
ben den burgemeester, die onder de ge
geven omstandigheden het best de belan
gen der gemeente zal kunnen behartigen.
Wij gelooven. die belangen bij u veilig te
mogen weten, omdat wij vertrouwen heb
ben in uw groote kennis van plaatselijke
toestanden en in uwe bestuurskwaliteiten.
Onder buitengewoon moeilijke omstan
digheden gaat ge uw ambt aanvaarden.
Slechts met de grootste moeite en onder
het opleggen van zware lasten aan de in
gezetenen is het tot nu toe gelukt het
schip der gemeentelijke finantieele zelf
standigheid drijvende te houden. Bij de
uitoefening van uw verantwoordelijk ambt,
zult u de medewerking van den raad niet
kunnen ontberen. Ik behoef u, na het reeds
uitgesproken vertrouwen in uw bestuurs
beleid, niet nader te verzekeren dat, waar
mogelijk die medewerking spontaan zal
worden gegeven, zoowel door den raad als
door de wethouders.
Moge de voorbeeldige samenwerking tus
schen burgemeester en bestuurscolleges,
die onder de met dankbaarheid herdachte
leiding van uw ambtvoorganger zoovele
jaren heeft bestaan, onder Gods zegen ook
in de komende periode worden bestendigd,
tot heil van de gemeente en haar inwo
ners. Van harte hopen wij dat mevrouw,
uw echtgenoote, uit een ver land naar hier
gekomen, zich blijvend in ons midden zal
„thuis" gevoelen en dat zij gedurende een
lange reeks van jgren u tot hulp en steun
zal mogen zijn op de plaats, waar God u
gesteld heeft.
Moge het zijn, dat er spoedig betere da
gen voor onze, zoo zwaar getroffen ge
meente aanbreken!
Met dezen wensch tot besluit verzoek ik
u, mijnheer de burgemeester, het voorzit
terschap van deze vergadering van mij te
willen overnemen en overhandig ik u de
teekenen uwer waardigheid.
Na het overreiken van de voorzitters
hamer en het omhangen van den ambts
keten dooi weth. v d. Hoorn nam burge
meester Hogenboom het woord aan wiens
rede wij het volgende ontleenen:
Burgemeester R. J. Hogenboom.
Minister van Staat, Commissaris der Ko
ningin dezer provincie voor de verleende
medewerking. Tevens bracht hij dank aan
allen, die door hun steun tot mijn benoe
ming hebben bijgedragen. Spr. beschouw
de het als een groot voorrecht geroepen
te zijn tot het ambt van burgemeester dei-
gemeente, die hem om meerdere redenen
zoo na aan het hart ligt. Dit voorrecht is
zooveel te grooter, nu het hem gegeven is
het ambt voort te zetten, dat door zijn
hooggeachten voorganger, jhr. K. W. L. de
Muralt, gedurende een zoo lange reeks van
jaren tot heil der gemeente werd bekleed
en ik zou deze gelegenheid niet gaarne
laten voorbijgaan zonder hem hulde te
brengen voor alles wat hij tot het gemeen
telijk welzijn heeft verricht en zijn per
soonlijken dank te betuigen voor alles wat
hij voor spr. geweest is!
Voorts uitte hij een woord van erkente-
lijkeid voor de nauwgezette en zorgvolle
wijze, waarop de heer D. van der Hoorn
als loco-burgemeester de gemeentezaken
tijdens de vacature heeft behandeld,
terwijl spr, dezen, mede namens zijn echt
genoote, dank zegde voor zijn sympathieke
woorden, waarmede hij het voorzitterschap
der vergadering heeft overgedragen.
Spr. aanvaardde het burgemeesterschap
niet alleen in het besef van de groote be-
teekenis, die door de wet aan dat ambt
wordt toegekend, maar gaf zich tevens
rekenschap van de bijzondere eischen, die
de tijdsomstandigheden stellen. De uit
oefening van de aan het burgemeester
schap verbonden funotie's zal hem regel
matig met de raadsleden in contact bren
gen. De wijze, waarop spr. tot hen in be
trekking staat, is wel van zeer groot ge
wicht. De heer Hogenboom riep hun steun
in voor het komende werk met den wensch
dat de onderlinge waardeering voor elkan
ders beginsel zal waarborgen, dat die band
hecht blijft bij alles, wat ons scheidt!
Spr. achtte het ongewenscht maar ook
bezwaarlijk mededeeling te doen van za
ken, die hij in de naaste toekomst aan de
orde zal stellen. De taak immers, waar
voor de gemeentebesturen zich thans ge
plaatst zien, verschilt in meerdere opzich
ten van die van eenige jaren terug. En de
gemeente Ter Aar maakt daarop geen uit
zondering. Hierbij had hij vooral ook het
oog op de voorzieningen, die op het gebied
van maatschappelijken steun getroffen
worden. Een goed financieel beheer maakt
het tot een gebiedende eisch, dat bij het
overwegen van plannen, die geldelijke of
fers vragen, de noodige beperking in acht
genomen wordt, ter wille van het in even
wicht houden der gemeentefinancièn. Het
zal noodig zijn hieraan groote aandacht te
blijven schenken, opdat de gemeente haar
omvattende taak naar behooren ten uit
voer kan brengen. De gemeente staat im
mers voor zéér zware zorgen. De landbouw
en veehouderij verkeeren in een uiterst
moeilijke positie, terwijl de toestand in de
tuinbouwbedrijven dermate is veranderd,
dat zelfs de exploitatiekosten niet kunnen
worden gedekt. En waar de gemeente na
genoeg geheel op deze bedrijven is inge
steld, ondervindt de middenstand hiervan
in ernstige mate den terugslag. Dat de
werkloosheid onder de landarbeiders van
grooten omvang is, behoeft in verband met
genoemde feiten geen verwondering te
wekken. Spr. verzocht een krachtige sa
menwerking, hetgeen de gemeenschap niet
anders dan ten goede kan komen.
Sprekers streven zal er op gericht zijn
een geest van vertrouwen en onderlinge
waardeering te bevorderen, opdat zoo
vruchtbaar mogelijk gewerkt zal worden.
Vervolgens deed hij een beroep op de
medewerking van de gemeente-ambtena
ren, van wie vooral in deze tijden zeer veel
wordt geëischt. Hij vertrouwde dat ook de
gemeente-veldwachters met nauwgezette
plichtsbetrachting hun bediening zullen
uitoefenen.
Van een burgemeester moet worden ver
wacht, dat hij zich bij alles boven de par
tijen stelt. Deze eisch zal spr. steeds in acht
nemen. De algemeene belangen te behar
tigen zal zijn richtsnoer zijn, zoowel bij
het nemen van positieve als negatieve be
sluiten. Gaarna wil hij voor alle ingezete
nen toegankelijk zijn. Het zal hem voldoe
ning geven hun een dienst, voor zoover
deze op zijn terrein ligt, te kunnen be
wijzen.
Vele arbeiders zijn door langdurige werk
loosheid getroffen, terwijl anderen on
danks stoeren arbeid in hun bedrijven
onder de grootste zorgen gebukt gaan.
Moge de opleving in de bedrijven niet lang
op zich laten wachten! Zal het van over
heidswege geboden zijn met onvei-zwakte
wilskracht den strijd tegen de moeilijk
heden voort te zetten, het is ook van be
lang, dat alle krachten worden aangewend
om het hoofd omhoog te houden, den moed
niet te verliezen en vertrouwen te hebben
in de toekomst!
Spr. is er zich van bewust, dat de uit
oefening van het ambt van burgemeester
de grootste krachtsinspanning vraagt. Hij
is bereid deze te geven in de hoop tot het
welzijn der gemeente te kunnen bijdragen
en aanvaardde dan het voorzitterschap
der vergadering onder het uitspreken van
den wensch, dat God hem de krachten
moge schenken om zijn ambt tot heil der
gemeente te vervullen.
Thans verzocht wethouder J. van Vliet
Wz. het woord en hield de navolgende
toespraak:
Rede van wethouder J. v. Vliet Wzn.
Geachte heer Burgemeester.
Het moge ook mij vergund zijn een
enkel woord tot U te spreken. Allereerst
dan ook mijn persoonlijke gelukwensch
met Uwe benoeming als burgemeester
De heer J. v. Vliet.
Onzer gemeente. Ik hoop dat U vele jaren
a s zoodanig zult mogen werkzaam zijn.
En als ik aan mijn felicitatie nog een
enkel woord wil toevoegen, dan nog dit:
Het is wel een zeer moeilijke tijd, waarin
U Uw ambt aanvaart en voor onze ge
meente is dat in bijzonderen zin het geval.
Ook in ander opzicht is er een groot ver
schil tusschen nu en vijftig jaar geleden.
I Toen ging alles nog veel gemoedelijker en
was alles, ook het bestuur onzer gemeente
van veel kleiner omvang. Daardoor is ook
het werk van burgemeester veel uitgebrei
der geworden en is noodig een administra
tieve kennis van allerlei rijkswetten en
j uitvoeringsbesluiten als voorheen onbe-
kend was.
Mijnheer de burgemeester, we weten
dat U werken kunt en werken wilt en er
zal veel van Uw werkkracht worden ge
vraagd, maai' als er de gewenschte
samenwerking is dan zult U ook veel
kunnen doen. Het komt er vooral op aan
dat er onderling vertrouwen bestaat en dat
vertrouwen wil ik mijnerzijds geven, even
als ik een beroep doe op Uw vertrouwen te
mijnen opzichte. En zeker zal er wel eens
verschil van meening zijn en opvatting
tegenover opvatting staan, maar als er het
vertrouwen is in elkanders eerlijkheid van
overtuiging, dan doet dat aan de onder
linge verhoudingen geen schade.
U hebt getoond onpartijdig te kunnen en
te willen zijn en daarom zal de verwach
ting, dat U als burgemeester U boven de
partijen weet te stellen zeker niet worden
teleurgesteld. En als er moeilijkheden en
bezwaren komen, moge het dan U en ook
allen, die onder U en naast U op eenigerlei
wijze tot het medebesturen onzer ge
meente geroepen worden, gegeven worden
wijsheid en verstand te zoeken bij den
Almachtigen God, om Wiens verlichting
van ons verstand we bidden bij den aan
vang van elke raadsvergadering.
Burgemeester, nog één opmerking:
Mochten er ooit in de gemeente Ter-Aar
revolutionaire woelingen uitbreken en ge
tracht worden het wettig gezag omver te
werpen, dan vindt U onder andere ook de
groep, waartoe ik de eer heb te behooren,
aan Uwe zijde, ter handhaving van het
gezag, dat God over ons gesteld heeft,
waarvan wij in U eeren den voornaamsten
drager in onze gemeente!
Hierop spraken de raadsleden de heeren
Kroon Apeldoorn. Verboom en Hogen
boom die allen zeer hartelijke woorden
aan het adres van den burgemeester uit
ten, Vervolgens voerde burgemeester
Coliin het woord namens den kring Rijn
land van Burgemeesters en Secretarissen,
alsmede ds. Hoeui t van Velsen en ds.
Wamink.
Namens de gemeente-ambtenaren sprak
de eerste ambtenaar ter secretarie, de heer
M. J. W. Kelder, den nieuwen chef toe
als volgt:
Rede van den heer M. J. W. Kelder.
Geachte Burgemeester,
Het is vandaag voor de gemeente
ambtenaren een gewichtige dag en op mij
De heer M. J. W. Kelder.
rust de aangename taak. nu U geïnstal
leerd zijt als Burgemeester dezer gemeen
te, namens hen een welkomstwoord te
mogen spreken.
Uw benoeming tot burgemeester was
den gemeente-ambtenaren des te aan- j
genamer, omdat zij U reeds zoo geruime»
tijd in Uwe werkkring als secretaris heb
ben leeren kennen en waardeeren. Voor
hen beteekent Uw optreden als Burge
meester de komst van een chef, die de
toestanden, personen en zaken met be
trekking tot de gemeente kent, wat ten
zeerste in het belang der gemeente is te
achten. De uitstekende samenwerking, die
onder Uw door alle ambtenaren hoog
geachten ambtsvoorganger, jhr. de Muralt,
tusschen de verschillende gemeente
diensten bestond, zal, naar wij vertrouwen
onder Uw bestuur bestendigd blijven,
wat gepaard aan een ernstige opvatting
van hun taak door de ambtenaren der
gemeente, tot verlichting van Uw zorgen
zal kunnen bijdragen.
Namens het geheele gemeente-personeel
kan ik U verzekeren, dat het als een voor
recht wordt beschouwd in de toekomst
onder Uw supervisie te mogen werken,
waarbij de stellige overtuiging bij ons be
staat ook wederkeerig op Uw welwillen-
den steun te mogen rekenen.
Als blijk van de sympathie die de amb
tenaren U en Mevrouw, Uw echtgenoote
toedragen veroorloof ik mij U deze bloe
menmand aan te bieden, met den wensch
dat God U vele jaren wijsheid en krach
ten voor de U opgelegde taak moge
schenken!
De commissie uit de burgerij, die vrij
wel in haar geheel in de raadzaal tegen
woordig was sprak, bii monde van haar
voorzitter, de heer M. Roberts, zich in den
volgenden zin uit:
Rede van den heer M. Roberts
namens de Burgerij.
Spr. was thans dankbaar voor de gebo
den gelegenheid namens het comité voor
de burgerij wederom het woord te voeren.
Verweesd als we waren sinds het af
scheid van uw geachten voorganger jhr.
de Muralt prijzen we ons thans wederom
gelukkig in het bezit te zijn gesteld van
een nieuwen bewindsman van een nieu
wen burgervader.
Men behoeft nu juist geen chauvinist te
zijn, als men bij het vernemen der tijding,
dat een eigen zoon der gemeente zelve tot
de hoogste communale waardigheid wordt
geroepen, daarmede zijn ingenomenheid
betuigt. Bekend als we mogen worden ver
ondersteld met de verschillende acties, die
zijn gevoerd geworden tot steun voor uwe
sollicitatie mag toch wel als een vaststaand
feit worden aangenomen, dat naast die
sollicitatie-adhaesie bij de benoemende
autoriteiten de overtuiging heeft voorge
zeten, dat men in U den rechten man op
de rechte plaats heeft gezien!
Uw vakbekwaamheid en werklust, orga
nisatietalent, en plichtsbetrachting heb
ben het hunne bijgedragen bij uw benoe
ming tot ons gemeentehoofd. Vóór alles
ook uw overbekendheid met den toestand
in uw gemeente, uw volledig ingewerkt
zijn in alle plaatselijke aangelegenheden.
Wij verwachten daarvan dan ook alle goeds.
De zoo juist genoemde eigenschappen en
omstandigheden kunnen niet anders dan
hare hulp verleenen aan uw beleid en be
heer. Wij rekenen allen op uw steun en
hopen dat u met Gods hulp vruchtbaar
werk voor onze gemeente zult kunnen ver
richten.
Wij zijn er van overtuigd dat we u en de
gemeente mogen gelukwenschen met het
genomen Kon. Besluit inzake uw benoe
ming.
Zeer gaarne richten wij ook namens de
burgerij eenzelfde gelukwensch aan uw
familie inzonderheid aan uw vader, die zijn
Ter Aarsch ambtelijk leven van meer dan
40 jaren ziet bekroond door deze eervolle
benoeming van hem, op wien hij zijn hope
had gesteld. En dan wil ik er in één adem
bijvoegen een woord van gelukwensch aan
onzen oud-burgemeester jhr. de Muralt,
die zijn zorgen over onze gemeente, die hij
bij zijn afscheid onwillekeurig en vanzelf
sprekend met zich nam, nu wel van zich
zal zetten, gesteld als hiji ze ziet in han
den van hem in wien hij steeds zoo'n
groot vertrouwen stelde.
Moge Gods rijkste zegen op uwen ar
beid nederdalen tot heil van onze ge
meente en u tot vreugd!
Nadat de burgemeester de sprekers har
telijk had dank gezegd, volgde aanbieding
der eerewi.in waarna deze plechtige zit
ting was beëindigd.
Feestelijke ommetocht.
Intusschen stelde zich op het plein bij
het gemeentehuis een geweldige optocht
op, met 't kennelijk doel den burgervader,
na diens officieele installatie door de ge
meente te geleiden. Niet minder dan on
geveer 80 paarden ruim 20 auto's en tien
tallen versierde fietsen maakten deel uit
van de stoet waarin zich tevens op een
groote vrachtwagen het muziekcorps
„Arti" bevond.
Nadat de burgemeester met zijn familie,
de raad het eere-comité. de inhuldigings
commissie. den gemeente-ambtenaren en
de genoodigden in de voor hen bestemde
auto's hadden plaatsgenomen, stelde de
stoet zich, voorafgegaan door politie te
paard in beweging in de richting Lan-
geraar.
Zichtbaar aangenaam verrast door de hulde
van de zijde van de bevolking, die zich
allerwege langs den weg uitte in versierde
bruggen, eere-poorten en vlaggen, bene
vens groote belangstelling van de ingeze
tenen langs den weg. bereikte de burge
meester de R.K. School, waar op het plein
voor de R.K. Kerk de kinderen voorzien
van talrijke vlaggetje met honderden in
een groote kring stonden opgesteld. De
heer Roberts, hoofd dier school hield, na
dat burgemeester en mevr. Hogenboom
zich temidden van deze kinderzee hadden
begeven, een toespraak waarin hii den
burgemeester gelukwenschte namens het
personeel en de leerlingen der R K. School.
Het doet den onderwijzer zoo goed aldus
spr. te mogen constateeren, dat zijn leer
lingen carrière maken en als we deze dan
mogen zien opklimmen tot een hooge ver
antwoordelijke positie als het burgemees
tersambt is dan leven we zoo gaarne in
tens mee.
Even duidelijk zal het zijn burgemeester
dat wij een dergelijke gebeurtenis als
vandaag beleven met beide handen aan
grijpen om onze leerlingen voor te houden
hoe ver werklust en p]ichtsbetrachtin„
den mensch kunnen plaatsen op den maat
schappelijken ladder.
Burgemeester: we hopen dat uw arbeid
in deze gemeente zegenrijk moge zijn en
dat het onderwijs bii voortduring Uw volle
belangstelling moge hebben. We vragen
voor onzen moeizamen arbeid uw daad-