76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 2 October 1935 Vierde Blad No. 23167 De installatie van Ter Aar's burgemeester B. J. Hogenboom. Een uiterst hartelijke ontvangst - De gemeente in feesttooi. De voorbereidingen. 't Was reeds eenige dagen merkbaar, dat er in de gemeente Ter Aar iets bijzon ders op til was. Overigens vreedzame buurtschappen hielden geheimzinnige be sprekingen. terwijl een groote. uit de bur- gerii gevormde commissie tot laat in den nacht confereerde. Ook op het raadhuis heerschte een zenuwachtige drukte. Ge meente-ambtenaren liepen in en uit en de wethouders waren bijna iederen dag tegen woordig. Den gemeente-secretaris, den heer B. J. Hogeboom. die heden tot bur gemeester geïnstalleerd Is was de toegang tot het raadhuis ontzegd. Het was voor den niet ingewijde voor zeker een geruststelling hedenmorgen te mogen zien. dat het resultaat van al deze „samenspanningen" waaraan door de meest ulteenloopende elementen op onge woon eendrachtige wiize werd deelgeno men. ten doel had den nieuwen burge meester een hartelijke ontvangst te berei den en hulde te betuigen. Niet alleen wapperden de vlaggen vrij wel huis aan huis. doch in verschillende buurtschappen waren door de bewoners eere-poorten opgericht, waaraan op een voudige. doch smaakvolle wijze versierin gen en opschriften prijkten. Het raadhuis was door de zorgen van den gemeente opzichter met zijn staf keurig opgetooid en door het Electr. Bedrijf van een pas sende illuminatie voorzien. Kortom.... allerwege had men gedemonstreerd, dat bij goeden wil vrijwel zonder kosten met eenvoudig materiaal iets goeds te maken valt. dat toch ..af" is. Spontaan zagen wij vele werkloozen medewerken om den nieuwen burgemeester waardig te ont vangen. De ontvangst. Omstreeks half tien hedenmorgen be gaven de heeren S. de Man. C. Kroft en P. Tensen zich naar de burgemeesters woning teneinde burgemeester en mevr. Hogenboom af te halen. Nabij de drie sprong bij Kroon had zich inmiddels de voltallige commissie uit de burgerij, het eere-comité bestaande uit de beide predi kanten en den pastoor en de muziekver- eeniging opgesteld. Toen de burgemeester, begeleid door de genoemde commissieleden per auto arriveerde, speelde .Arti et Reli gion!" het Wilhelmus, waarna de voorzit ter van het comité, de heer M. Roberts burgemeester en mevr. Hogenboom als volgt toesprak. Welkomstwoord van den heer Roberts. De heer M. Roberts, de voorzitter van het huldigingscomité, heette den burge meester en zijn echtgenoote allereerst op deze eigenaardige plaats welkom. Van de gesprekken die ik wel eens met De'heer M. Roberts. u heb mogen voeren aldus spr. herinner ik me er één, waaruit bleek hoe enkele plek jes in ons dorp zoo ten volle steeds uw aandacht hadden en u bekoorden door hun landelijke schoonheid. Daarbij domineerde ook steeds onze Wassenaarsche polderweg, die dan zijn hoogtepunt volgens u zou bereiken bij Kroon aan de „Bonk" aan den driesprong. Het is dan ook geen wonder burgemeester dat ik mij verheugde toen ik de zeer ver- eerende opdracht ontving om u hier op deze plaats te mogen toespreken bij gele genheid, dat u zich voor het eerst als bur gemeester officieel naar uw gemeente naren en naar uw werkterrein gaat bege ven. Dit panoramapunt is vanaf vandaag nog méér geworden. Het is thans gegroeid tot een historisch plekje, een plekje van eerste ontmoeting tusschen onzen nieu wen burgemeester en zijn gemeentenaren. Deze plek lijkt mij voor u nog meer te zijn geworden burgemeester.. Zij symboli seert thans ook de ommekeer die heden in uw levensbaan plaats vindt. Mij dunkt: deze plaats zal u dierbaar blijven. Eens was zij u een mijlpaal, een richting geven aan uw jongensweg van uw ouderlijke woon naar uw Godshuis en naar de school waar u uw eerste onderwijs genoot en thans koos men haar uit als plaats voor eerste samentreffen tusschen u en uw burgerij. Van hieruit moge dan het eerste welge meende welkom van uwe gemeentenaren u tegenklinken. Met vertrouwen treden wij u tegemoet. Aanvaard onze aanhankelijk heid burgemeester. We willen u die van daag demonstreeren door uw geleide te zijn bij een eereronde door uw gemeente, als straks het zegel zal zijn gelegd op den uit gesproken wil van Hare Majesteit de Ko ningin wier vertrouwensman en vertegen woordiger gij zijt geworden. Burgemeester en mevrouw: van harte welkom in ons midden! Nadat een viertal meisjes, van elke school één bloemen had aangeboden be geleidde men den nieuwen burgemeester naar het raadhuis, waar bij aankomst een eerewacht van Graalmelsjes en leden van andere meisjesvereenigingen stond opge steld. Intusschen was de raadzaal, versierd met palmen en vele bloemstukken geheel gevuld Naast den voltalligen raad en de familie van den burgemeester merkten wij o.m. op den oud-burgemeester en mevr. de Muralt. de burgemeesters van Alphen aan den Rijn. Nieuwkoop Nieuwveen Rijnsater- woude en Leimuiden, Woubrugge en Zeven hoven. de leden van het eere-comité uit de burgerij en vele anderen. Door de beide wethouders bij de deur ontvangen én in de raadzaal binnengeleid, nam burgemeester Hogenboom voor het midden van de tafel plaats, met aan zijn rechterzijde mevr. Hogenboom en ter lin kerzijde de beide wethouders. De installatie. De loco-burgemeester, wethouder van der Hoorn, opende hierop de vergadering met het voorlezen van het ambtsgebed, ge volgd door het lezen van het Kon. Besluit, waarbij de heer B. J. Hogenboom. secre taris der gemeente Ter Aar benoemd werd als burgemeester dier gemeente. Vervolgens hield de loco-burgemeester de navolgende rede: Rede van den loco-burgemeester den heer D. v. d. Hoorn. Geachte Burgemeester, Nu ik gereed sta de verschillende, tot het burgemeestersambt behoorende be voegdheden aan u over te dragen, Is het Rede van den nieuwen burgemeester. Voor alles rekende spr. het zich tot taak op deze plaats te getuigen van zijn eerbie digen dank aan H.M. de Koningin voor de benoeming tot burgemeester dezer ge meente en aan hunne Excellenties den Mi nister van Binnenlandsche Zaken en den De heer D v. d. Hoorn. mij een eer en een behoefte u vanaf deze plaats namens den raad geluk te mogen wenschen met uwe benoeming tot burge meester van deze gemeente, welke benoe ming door ons, gemeentenaren, met vrij wel algemeene instemming is begroet. Het was in de raadsvergadering van 26 Maart 1931, dat u benoemd werd tot ge meente-secretaris van Ter-Aar. Niemand had toen kunnen vermoeden dat thans, ruim vier jaar later, onze onvergetelijke burgemeester de Muralt door u zou wor den opgevolgd. Dat de raad eenparig besloot uw sollici tatie zoo krachtig mogelijk te steunen en dat ook vanuit de gemeente zoovele en zoo krachtige stemmen daartoe opgingen, be wijst dat men uw werk als gemeente-se cretaris en vooral de wijze waarop u dat ambt hebt bekleed, heeft weten te waar- deeren. Het is vandaag, ondanks de" gedrukte lijden, een feestdag voor onze gemeente, omdat wij meenen in u ontvangen te heb ben den burgemeester, die onder de ge geven omstandigheden het best de belan gen der gemeente zal kunnen behartigen. Wij gelooven. die belangen bij u veilig te mogen weten, omdat wij vertrouwen heb ben in uw groote kennis van plaatselijke toestanden en in uwe bestuurskwaliteiten. Onder buitengewoon moeilijke omstan digheden gaat ge uw ambt aanvaarden. Slechts met de grootste moeite en onder het opleggen van zware lasten aan de in gezetenen is het tot nu toe gelukt het schip der gemeentelijke finantieele zelf standigheid drijvende te houden. Bij de uitoefening van uw verantwoordelijk ambt, zult u de medewerking van den raad niet kunnen ontberen. Ik behoef u, na het reeds uitgesproken vertrouwen in uw bestuurs beleid, niet nader te verzekeren dat, waar mogelijk die medewerking spontaan zal worden gegeven, zoowel door den raad als door de wethouders. Moge de voorbeeldige samenwerking tus schen burgemeester en bestuurscolleges, die onder de met dankbaarheid herdachte leiding van uw ambtvoorganger zoovele jaren heeft bestaan, onder Gods zegen ook in de komende periode worden bestendigd, tot heil van de gemeente en haar inwo ners. Van harte hopen wij dat mevrouw, uw echtgenoote, uit een ver land naar hier gekomen, zich blijvend in ons midden zal „thuis" gevoelen en dat zij gedurende een lange reeks van jgren u tot hulp en steun zal mogen zijn op de plaats, waar God u gesteld heeft. Moge het zijn, dat er spoedig betere da gen voor onze, zoo zwaar getroffen ge meente aanbreken! Met dezen wensch tot besluit verzoek ik u, mijnheer de burgemeester, het voorzit terschap van deze vergadering van mij te willen overnemen en overhandig ik u de teekenen uwer waardigheid. Na het overreiken van de voorzitters hamer en het omhangen van den ambts keten dooi weth. v d. Hoorn nam burge meester Hogenboom het woord aan wiens rede wij het volgende ontleenen: Burgemeester R. J. Hogenboom. Minister van Staat, Commissaris der Ko ningin dezer provincie voor de verleende medewerking. Tevens bracht hij dank aan allen, die door hun steun tot mijn benoe ming hebben bijgedragen. Spr. beschouw de het als een groot voorrecht geroepen te zijn tot het ambt van burgemeester dei- gemeente, die hem om meerdere redenen zoo na aan het hart ligt. Dit voorrecht is zooveel te grooter, nu het hem gegeven is het ambt voort te zetten, dat door zijn hooggeachten voorganger, jhr. K. W. L. de Muralt, gedurende een zoo lange reeks van jaren tot heil der gemeente werd bekleed en ik zou deze gelegenheid niet gaarne laten voorbijgaan zonder hem hulde te brengen voor alles wat hij tot het gemeen telijk welzijn heeft verricht en zijn per soonlijken dank te betuigen voor alles wat hij voor spr. geweest is! Voorts uitte hij een woord van erkente- lijkeid voor de nauwgezette en zorgvolle wijze, waarop de heer D. van der Hoorn als loco-burgemeester de gemeentezaken tijdens de vacature heeft behandeld, terwijl spr, dezen, mede namens zijn echt genoote, dank zegde voor zijn sympathieke woorden, waarmede hij het voorzitterschap der vergadering heeft overgedragen. Spr. aanvaardde het burgemeesterschap niet alleen in het besef van de groote be- teekenis, die door de wet aan dat ambt wordt toegekend, maar gaf zich tevens rekenschap van de bijzondere eischen, die de tijdsomstandigheden stellen. De uit oefening van de aan het burgemeester schap verbonden funotie's zal hem regel matig met de raadsleden in contact bren gen. De wijze, waarop spr. tot hen in be trekking staat, is wel van zeer groot ge wicht. De heer Hogenboom riep hun steun in voor het komende werk met den wensch dat de onderlinge waardeering voor elkan ders beginsel zal waarborgen, dat die band hecht blijft bij alles, wat ons scheidt! Spr. achtte het ongewenscht maar ook bezwaarlijk mededeeling te doen van za ken, die hij in de naaste toekomst aan de orde zal stellen. De taak immers, waar voor de gemeentebesturen zich thans ge plaatst zien, verschilt in meerdere opzich ten van die van eenige jaren terug. En de gemeente Ter Aar maakt daarop geen uit zondering. Hierbij had hij vooral ook het oog op de voorzieningen, die op het gebied van maatschappelijken steun getroffen worden. Een goed financieel beheer maakt het tot een gebiedende eisch, dat bij het overwegen van plannen, die geldelijke of fers vragen, de noodige beperking in acht genomen wordt, ter wille van het in even wicht houden der gemeentefinancièn. Het zal noodig zijn hieraan groote aandacht te blijven schenken, opdat de gemeente haar omvattende taak naar behooren ten uit voer kan brengen. De gemeente staat im mers voor zéér zware zorgen. De landbouw en veehouderij verkeeren in een uiterst moeilijke positie, terwijl de toestand in de tuinbouwbedrijven dermate is veranderd, dat zelfs de exploitatiekosten niet kunnen worden gedekt. En waar de gemeente na genoeg geheel op deze bedrijven is inge steld, ondervindt de middenstand hiervan in ernstige mate den terugslag. Dat de werkloosheid onder de landarbeiders van grooten omvang is, behoeft in verband met genoemde feiten geen verwondering te wekken. Spr. verzocht een krachtige sa menwerking, hetgeen de gemeenschap niet anders dan ten goede kan komen. Sprekers streven zal er op gericht zijn een geest van vertrouwen en onderlinge waardeering te bevorderen, opdat zoo vruchtbaar mogelijk gewerkt zal worden. Vervolgens deed hij een beroep op de medewerking van de gemeente-ambtena ren, van wie vooral in deze tijden zeer veel wordt geëischt. Hij vertrouwde dat ook de gemeente-veldwachters met nauwgezette plichtsbetrachting hun bediening zullen uitoefenen. Van een burgemeester moet worden ver wacht, dat hij zich bij alles boven de par tijen stelt. Deze eisch zal spr. steeds in acht nemen. De algemeene belangen te behar tigen zal zijn richtsnoer zijn, zoowel bij het nemen van positieve als negatieve be sluiten. Gaarna wil hij voor alle ingezete nen toegankelijk zijn. Het zal hem voldoe ning geven hun een dienst, voor zoover deze op zijn terrein ligt, te kunnen be wijzen. Vele arbeiders zijn door langdurige werk loosheid getroffen, terwijl anderen on danks stoeren arbeid in hun bedrijven onder de grootste zorgen gebukt gaan. Moge de opleving in de bedrijven niet lang op zich laten wachten! Zal het van over heidswege geboden zijn met onvei-zwakte wilskracht den strijd tegen de moeilijk heden voort te zetten, het is ook van be lang, dat alle krachten worden aangewend om het hoofd omhoog te houden, den moed niet te verliezen en vertrouwen te hebben in de toekomst! Spr. is er zich van bewust, dat de uit oefening van het ambt van burgemeester de grootste krachtsinspanning vraagt. Hij is bereid deze te geven in de hoop tot het welzijn der gemeente te kunnen bijdragen en aanvaardde dan het voorzitterschap der vergadering onder het uitspreken van den wensch, dat God hem de krachten moge schenken om zijn ambt tot heil der gemeente te vervullen. Thans verzocht wethouder J. van Vliet Wz. het woord en hield de navolgende toespraak: Rede van wethouder J. v. Vliet Wzn. Geachte heer Burgemeester. Het moge ook mij vergund zijn een enkel woord tot U te spreken. Allereerst dan ook mijn persoonlijke gelukwensch met Uwe benoeming als burgemeester De heer J. v. Vliet. Onzer gemeente. Ik hoop dat U vele jaren a s zoodanig zult mogen werkzaam zijn. En als ik aan mijn felicitatie nog een enkel woord wil toevoegen, dan nog dit: Het is wel een zeer moeilijke tijd, waarin U Uw ambt aanvaart en voor onze ge meente is dat in bijzonderen zin het geval. Ook in ander opzicht is er een groot ver schil tusschen nu en vijftig jaar geleden. I Toen ging alles nog veel gemoedelijker en was alles, ook het bestuur onzer gemeente van veel kleiner omvang. Daardoor is ook het werk van burgemeester veel uitgebrei der geworden en is noodig een administra tieve kennis van allerlei rijkswetten en j uitvoeringsbesluiten als voorheen onbe- kend was. Mijnheer de burgemeester, we weten dat U werken kunt en werken wilt en er zal veel van Uw werkkracht worden ge vraagd, maai' als er de gewenschte samenwerking is dan zult U ook veel kunnen doen. Het komt er vooral op aan dat er onderling vertrouwen bestaat en dat vertrouwen wil ik mijnerzijds geven, even als ik een beroep doe op Uw vertrouwen te mijnen opzichte. En zeker zal er wel eens verschil van meening zijn en opvatting tegenover opvatting staan, maar als er het vertrouwen is in elkanders eerlijkheid van overtuiging, dan doet dat aan de onder linge verhoudingen geen schade. U hebt getoond onpartijdig te kunnen en te willen zijn en daarom zal de verwach ting, dat U als burgemeester U boven de partijen weet te stellen zeker niet worden teleurgesteld. En als er moeilijkheden en bezwaren komen, moge het dan U en ook allen, die onder U en naast U op eenigerlei wijze tot het medebesturen onzer ge meente geroepen worden, gegeven worden wijsheid en verstand te zoeken bij den Almachtigen God, om Wiens verlichting van ons verstand we bidden bij den aan vang van elke raadsvergadering. Burgemeester, nog één opmerking: Mochten er ooit in de gemeente Ter-Aar revolutionaire woelingen uitbreken en ge tracht worden het wettig gezag omver te werpen, dan vindt U onder andere ook de groep, waartoe ik de eer heb te behooren, aan Uwe zijde, ter handhaving van het gezag, dat God over ons gesteld heeft, waarvan wij in U eeren den voornaamsten drager in onze gemeente! Hierop spraken de raadsleden de heeren Kroon Apeldoorn. Verboom en Hogen boom die allen zeer hartelijke woorden aan het adres van den burgemeester uit ten, Vervolgens voerde burgemeester Coliin het woord namens den kring Rijn land van Burgemeesters en Secretarissen, alsmede ds. Hoeui t van Velsen en ds. Wamink. Namens de gemeente-ambtenaren sprak de eerste ambtenaar ter secretarie, de heer M. J. W. Kelder, den nieuwen chef toe als volgt: Rede van den heer M. J. W. Kelder. Geachte Burgemeester, Het is vandaag voor de gemeente ambtenaren een gewichtige dag en op mij De heer M. J. W. Kelder. rust de aangename taak. nu U geïnstal leerd zijt als Burgemeester dezer gemeen te, namens hen een welkomstwoord te mogen spreken. Uw benoeming tot burgemeester was den gemeente-ambtenaren des te aan- j genamer, omdat zij U reeds zoo geruime» tijd in Uwe werkkring als secretaris heb ben leeren kennen en waardeeren. Voor hen beteekent Uw optreden als Burge meester de komst van een chef, die de toestanden, personen en zaken met be trekking tot de gemeente kent, wat ten zeerste in het belang der gemeente is te achten. De uitstekende samenwerking, die onder Uw door alle ambtenaren hoog geachten ambtsvoorganger, jhr. de Muralt, tusschen de verschillende gemeente diensten bestond, zal, naar wij vertrouwen onder Uw bestuur bestendigd blijven, wat gepaard aan een ernstige opvatting van hun taak door de ambtenaren der gemeente, tot verlichting van Uw zorgen zal kunnen bijdragen. Namens het geheele gemeente-personeel kan ik U verzekeren, dat het als een voor recht wordt beschouwd in de toekomst onder Uw supervisie te mogen werken, waarbij de stellige overtuiging bij ons be staat ook wederkeerig op Uw welwillen- den steun te mogen rekenen. Als blijk van de sympathie die de amb tenaren U en Mevrouw, Uw echtgenoote toedragen veroorloof ik mij U deze bloe menmand aan te bieden, met den wensch dat God U vele jaren wijsheid en krach ten voor de U opgelegde taak moge schenken! De commissie uit de burgerij, die vrij wel in haar geheel in de raadzaal tegen woordig was sprak, bii monde van haar voorzitter, de heer M. Roberts, zich in den volgenden zin uit: Rede van den heer M. Roberts namens de Burgerij. Spr. was thans dankbaar voor de gebo den gelegenheid namens het comité voor de burgerij wederom het woord te voeren. Verweesd als we waren sinds het af scheid van uw geachten voorganger jhr. de Muralt prijzen we ons thans wederom gelukkig in het bezit te zijn gesteld van een nieuwen bewindsman van een nieu wen burgervader. Men behoeft nu juist geen chauvinist te zijn, als men bij het vernemen der tijding, dat een eigen zoon der gemeente zelve tot de hoogste communale waardigheid wordt geroepen, daarmede zijn ingenomenheid betuigt. Bekend als we mogen worden ver ondersteld met de verschillende acties, die zijn gevoerd geworden tot steun voor uwe sollicitatie mag toch wel als een vaststaand feit worden aangenomen, dat naast die sollicitatie-adhaesie bij de benoemende autoriteiten de overtuiging heeft voorge zeten, dat men in U den rechten man op de rechte plaats heeft gezien! Uw vakbekwaamheid en werklust, orga nisatietalent, en plichtsbetrachting heb ben het hunne bijgedragen bij uw benoe ming tot ons gemeentehoofd. Vóór alles ook uw overbekendheid met den toestand in uw gemeente, uw volledig ingewerkt zijn in alle plaatselijke aangelegenheden. Wij verwachten daarvan dan ook alle goeds. De zoo juist genoemde eigenschappen en omstandigheden kunnen niet anders dan hare hulp verleenen aan uw beleid en be heer. Wij rekenen allen op uw steun en hopen dat u met Gods hulp vruchtbaar werk voor onze gemeente zult kunnen ver richten. Wij zijn er van overtuigd dat we u en de gemeente mogen gelukwenschen met het genomen Kon. Besluit inzake uw benoe ming. Zeer gaarne richten wij ook namens de burgerij eenzelfde gelukwensch aan uw familie inzonderheid aan uw vader, die zijn Ter Aarsch ambtelijk leven van meer dan 40 jaren ziet bekroond door deze eervolle benoeming van hem, op wien hij zijn hope had gesteld. En dan wil ik er in één adem bijvoegen een woord van gelukwensch aan onzen oud-burgemeester jhr. de Muralt, die zijn zorgen over onze gemeente, die hij bij zijn afscheid onwillekeurig en vanzelf sprekend met zich nam, nu wel van zich zal zetten, gesteld als hiji ze ziet in han den van hem in wien hij steeds zoo'n groot vertrouwen stelde. Moge Gods rijkste zegen op uwen ar beid nederdalen tot heil van onze ge meente en u tot vreugd! Nadat de burgemeester de sprekers har telijk had dank gezegd, volgde aanbieding der eerewi.in waarna deze plechtige zit ting was beëindigd. Feestelijke ommetocht. Intusschen stelde zich op het plein bij het gemeentehuis een geweldige optocht op, met 't kennelijk doel den burgervader, na diens officieele installatie door de ge meente te geleiden. Niet minder dan on geveer 80 paarden ruim 20 auto's en tien tallen versierde fietsen maakten deel uit van de stoet waarin zich tevens op een groote vrachtwagen het muziekcorps „Arti" bevond. Nadat de burgemeester met zijn familie, de raad het eere-comité. de inhuldigings commissie. den gemeente-ambtenaren en de genoodigden in de voor hen bestemde auto's hadden plaatsgenomen, stelde de stoet zich, voorafgegaan door politie te paard in beweging in de richting Lan- geraar. Zichtbaar aangenaam verrast door de hulde van de zijde van de bevolking, die zich allerwege langs den weg uitte in versierde bruggen, eere-poorten en vlaggen, bene vens groote belangstelling van de ingeze tenen langs den weg. bereikte de burge meester de R.K. School, waar op het plein voor de R.K. Kerk de kinderen voorzien van talrijke vlaggetje met honderden in een groote kring stonden opgesteld. De heer Roberts, hoofd dier school hield, na dat burgemeester en mevr. Hogenboom zich temidden van deze kinderzee hadden begeven, een toespraak waarin hii den burgemeester gelukwenschte namens het personeel en de leerlingen der R K. School. Het doet den onderwijzer zoo goed aldus spr. te mogen constateeren, dat zijn leer lingen carrière maken en als we deze dan mogen zien opklimmen tot een hooge ver antwoordelijke positie als het burgemees tersambt is dan leven we zoo gaarne in tens mee. Even duidelijk zal het zijn burgemeester dat wij een dergelijke gebeurtenis als vandaag beleven met beide handen aan grijpen om onze leerlingen voor te houden hoe ver werklust en p]ichtsbetrachtin„ den mensch kunnen plaatsen op den maat schappelijken ladder. Burgemeester: we hopen dat uw arbeid in deze gemeente zegenrijk moge zijn en dat het onderwijs bii voortduring Uw volle belangstelling moge hebben. We vragen voor onzen moeizamen arbeid uw daad-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13