Zoo'n Migraine? Op zoek naar verzonken schatten. Thijs IJs en de diamant van Makebijs LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 27 September 1935 PARLEMENTAIR OVERZICHT 1 Nieuwe bergingsmethode BURG. STAND VAN LEIDEN TWEEDE KAMER. BEZUINIGINGSONTWERP EN REGEERINGSBELEID De leider der Christelijk-Histortschen de heer De Geer, heelt gelijk in 't kort is gemeld als zijn overtuiging te ken nen gegeven, dat de politieke crisis een vergissing is geweest, zij had niet behoe ven te ontstaan, want er is geen enkel votum tegen het kabinet geweest. De cri sis is niet ontstaan uit een reëel conflict, maar door redevoeringen. Als zoodanig was zij in strijd met ons parlementair systeem. Moge zij daarom een unicum blijven, zei de heer De Geer. En de schuld vraag? Hij zocht die aan beide kanten; van- weerszijden heeft men, volgens hem, een steek laten vallen. De minister-pre sident hacf niet den eisch van vertrouwen aan één fractie mogen stellen, maar toen die eenmaal gesteld was. had de Katho lieke groep "er anders op moeten reagee- ren en eenvoudig moeten verwijzen naar het votum, dat zij zou uitbrengen, doch ir.plaats van dit te doen, koos de Katho lieke fractie als antwoord de scherpst- denkbare formule. Als gevolg van dit abnormale conflict is er ook een staats rechtelij k-abnormale oplossing gekomen; de kablnets-crisis is een tusschenspel ge worden, maar zulk een crisis moet feitelijk in ons staatsrecht-systeem een definitieve breuk zijn. Nu echter had er iets plaats, dat „een operette-crisis' is genoemd; als gevolg hiervan kwam het oude kabinet terug, want van een nieuw kabinet kan niet ge sproken worden. En de Christelijlf-Hlstorische staatsman waarschuwde tegen een herhaling van iets dergelijks, vooral ook omdat de crisis r.iet alleen staatkundig, maar ook econo misch veel schade heeft toegebracht; men denke slechts aan het afnemen van den goudvoorraad. Maar om onze positie te handhaven en de renten in dalende rich ting te brengen, iqqet niet dat credlet door wettelijke maatregelen ondermijnd worden. In dit verband waarschuwde jhr. de Geer nog eens krachtig tegen „con sequente deflatie", die dit was hij met minister Colijn eens stellig devaluatie tot gevolg zal hebben. En hij blijft met de regeering hopen, dat devaluatie zal uitblijven, doch dit zal de toekomst moe ten leeren. Van consequente deflatie ech ter verwacht hij aanzienlijke uitbreiding der werkloosheid Mr. de Geer verklaarde uitdrukkelijk, inzake de devaluatie volko men te zeilen op het kompas der regee ring. In deze zaak behoort de regeering de leiding te hebben en als devaluatie ooit onafwendbaar zou blijken, zou de regee ring het moment moeten kiezen. Aan het slot van zijn rede waarin hij ook nog verklaard had het program van het kabinet over het algemeen met in stemming te begroeten zei hij, dat, waar dit kabinet het volle vertrouwen heeft van de overgroote meerderheid van parlement en volk. met name ook inzake de beide hoofdpunten devaluatie en in ternationale politiek), hei hit <üe weten schap de kracht kan putten bm zijn zware taak met moed en opgewektheid te ver richten. Het kabinet kon met deze rede van den Christelijk-Historischen leider stellig te vreden zijn. De heer Bierema. de voorzitter der libe rale fractie, was over de crisis ook al niet erg te spreken, omdat zij allerlei nadeelen heeft veroorzaakt. Hij heeft over eenlge voornemens der Regeering opmerkingen gemaakt en nog eens de noodzaak van bezuiniging in het licht gesteld. En als men industrialisatie wil, mag men toch ook niet nalaten te werken aan uitbreiding van het afzetge bied. Ook leverde hij een pleidooi voor het uitvoeren van openbare werken, en gaf zijn sympathie te kennen met het denk beeld, om de contingenteering te vervan gen door heffing aan de grens. Zoo zou men, volgens hem, ook voor den landbouw den steun kunnen vervangen door 'n com penseerde heffing aan de grens.Dr. Bierema gaf zijn vreugde te kennen over de hou ding der katholieke fractie jegens het kabinet en eveneens over het feit, dat er blijkbaar een betere verhouding begint te komen tusschen de liberalen en de katho lieken. De liberalen aldus dr. Bierema staan welwillend tegenover het kabinet, nl behouden zij natuurlijk het recht op eigen oordeel. Namens de vrijzinnig-democraten heeft de heer Joekes samenwerking met het ka binet toegezegd; zij zullen er naar streven die samenwerking zoo vruchtbaar moge lijk te maken. En hij heeft de houding van zijn groep bij de kablnets-formatie verdedigd. Volgens hem was er geen goede grondslag voor de vorming van een Par lementair kabinet aanwezig; in dit ver band critiseerde de heer Joekes de flnan- cieel-economische politiek der sociaal democraten, waarmee zijn fractie zich niet kon vereenigen. Uit interrupties van den heer Albarda bleek, hoe gebeten de socialisten op de vrijzinnig-democraten zijn. Men weet, dat als de laatste hadden toegestemd, er een kabinet-Aalberse ge komen zou zijn van katholieken, sociaal democraten en vrijzinnig-democraten. Maar ze wilden niet. En daarom zijn de socialisten danig boos op hen. Trouwens, ze zullen het niet minder zijn op de anti-revolutionairen, want namens dezen heeft de heer Schouten met nadruk verklaard, dat een kabinet, waarin ook anti-revolutionairen en so ciaal-democraten zouden zitting nemen, onmogelijk is. Daarvoor zijn de verschil punten te groot. De heer Schouten voegde er bij een betuiging van vreugde, dat ook de katholieken niet alléén met de sociaal democraten wilden optreden; hij vreesde daarvan ook gevaren voor de Christelijke beginselen. Overigens verdedigde de heer Schouten de houding van minister Colijn dezen zomer; ook hij gelooft dat de crisis veel schade heeft aangericht en zeide wel bezwaren te hebben tegen de rede van den heer Aalberse, maar daarover thans te zuilen zwijgen. Dat de anti-revolutionairen het kabinet zullen steunen, spreekt vanzelf. Wij behoeven over de rest der discussie thans niets meer te schrijven. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Cople van de al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggeven. DE HOND. Met niet geringe verbazing las ik het ingezonden van „een belastingbetaler" van gisteravond. Deze zou gaarna zien dat de hondenbelasting op f. 15.— per Jaar werd gebracht, met de dwaze motiveertng dat 't houden van een hond een „zuivere luxe" is. Neen waarde beer gij hebt het mis: een hond is geen luxe. integendeel. Vandaar ook dat de huidige belasting hier ter stede (n.l. f. 6.per jaar) m.l. zeer onbillijk is. Een hond is zeer prettig, voor namelijk in een gezin waar kinderen zijn. Het is een huisgenoot en trouwe makker van kinderen Er gaat een opvoedende kracht van uit en zij leeren de dieren liefhebben en begrijpen. Het aankweeken van liefde en waardeering voor dieren ts toch waarlijk geen luxe. Een dergelijke belastingverhooging zou dan ook schan delijk onbillijk zijn en zou alleen het resultaat hebben, dat 't aantal zwervende trouwe huisvrienden aanmerkelijk ver- gToot zou worden. Het ware veel eer te wenschen dat de hond belastingvrij was. Beleefde dank voor plaatsing, D. BURGERJON. Leiden. MILHOENENNOTA. Ik heb met belangstelling het Ingezon den Stuk gelezen, van een belastingbetaler. Genoemde heer begint te verklaren dat een hond luxe is, ik kan U met cijfers aan- toonen dat in ons land 46% der honden bezitters, een hond hebben om hun huls, fabriek of erf te beschermen tegen onge- noode gasten. Ten tweede moet genoemde heer taxa teur worden bij de belasting, want in ons land zijn er geen 2 mlllioen honden, maar 328.000 waar belasting voor wordt betaald; laten we aannemen dat er 150.000 zijn (dat komt mi) te veel voon die geen belas ting betalen, pan komen we nog niet aan het half mlllioen. Weet U dat er plaatsen in ons land zijn waar de belastingen varieeren tusschen de f. 10 en f. 15 b.v. Wassenaar waar voor de eerste hond f 10 en de tweede f. 20 betaald moet worden? Het komt U misschien onwaarschijnlijk voor, als ik u zeg, dat er veel bedrijven zijn die hun bestaan aan de hondenbezitters hebben te danken, b.v. fabrieken die hon denbrood fabriceeren, mandenfabrieken, veeartsen, handelaren, uitgevers van diver se bladen enz Als nu de belasting f. 15 voor een hond zou bedragen, dan weet ik zeker dat er 50% der hondenbezitters hun hond oprui men. zie naar Duitschland! Toen in 1924 de belasting op 30 mark werd gebracht, Stonden de menscheri in queue om hun hon den te laten afmaken. Dan zou het ook geen 30 mlllioen opbrengen, zooals U dacht maar 3 3/4 millioen. Met het aantoonen van deze cijfers ver onderstel ik, dat U een ander idee zal krij gen van de hondenbelasting. U mijnheer de Redacteur dankend voor de verleende plaatsruimte. J. W. W. „HOE LANG NOG?" „Hoe lang nog" zoo zuchten nog vele Jonge werkloozen, „hoe lang nog" schreeuwt en woelt het in hun binnenste. En nog zijn er, die ondanks de naakte werkelijkheid van 't steeds slechter en slechter worden van den huldigen toestand, nog een beetje idealisme in zich dragen, die denken dat er eens een eind aan zal komen. Van de jon geren van 20 tot 25 Jaar kan ik dat nog wel indenken, doch wanneer men reeds ouder is, beziet men de zaak wel met an dere oogen. Toch, ondanks alles, zullen er maar wei nig zijn, die zoo optimistisch gestemd zijn. Want wat is 't gevolg, wat zijn de ver schrikkelijke gevolgen van een langdurige werkloosheid? Zijn velen er wel van over tuigd? Weten zij wel wat er achter dat woord „werkloosheid" schuilt? Juist voor hen die zoo hunkeren naar een toekomst? Die Jongeren die eigenlijk het leven nog in moesten en door die lange werkloosheid ouder geworden zijn? Hoevelen zijn er niet, waarbij alle gevoelen is afgestompt? Die nergens geen heil meer in zien, omdat 't al zoo verschrikkelijk lang duurt die on verschillig worden in alles over alles. Voor hen toch voor die jongeren, die hun toekomst onverwachts zagen wegva gen, is 't veel en véél erger, dan voor die werkloozen die getrouwd zijn, en moreel veel beter op de been blijven. Niets ontroert ons meer, niets pakt ons, voor 't huldig maatschappelijk leven en geestelijk leven is alle gevoel afgestompt en verdwenen. Och zoo kort geleden zei een hooggeplaatst persoon „wij hebben medelijden met hen die al reeds laren door de werkloosheid ge troffen zijn". Jawel maar aan medelijden hebben wij niets, wij verlangen radicale middelen, handelingen, want heusch, het kan nog anders zijn. En een andere auto riteit sprak onlangs door de Radio: „af wachten. kalm afwachten en rustig blij ven". Ach hoe gemakkelijk is dat allemaal te zeggen, en „dit en dat heeft onze groot ste aandacht" enz. enz. maar daden, die veel zouden kunnen verrichten, radicaal ingrijpen, dat blijft uit. De heer De Visser namens de commu nisten en de heeren Westerman, Sneevliet, Van Houten, Arts en Vervoorn als één lingen hebben nog het woord gevoerd, en hun msenlng over verschillende punten gezegd. Nu zal vandaag minister Colijn nog eens spreken. Dat kan misschien nog wel aar dig worden, vooral het antwoord aan den heer Aalberse. De Minister heeft reeds de .opmerking gemaakt, dat er over het Be- zniniglngs-ontwerp zelf weinig is gezegd. Inderdaad. Maar de aanneming daarvan staat dan ook vast. HAGENAAR. De algemeene steunregelingen die geno men zijn betreffen hoofdzakelijk „hand arbeiders", ook hier ter stede is, meen ik, nog niets anders verricht. Een erge een zijdige werkverschaffing. Er zijn Gemeen ten die ingezien hebben dat ook op ander terrein Iets gedaan moest worden, zooals bijv. Haarlem voor de ordening van het oude archief van het voormalig burgerlijk armbestuur. Ook Groningen, R'dam e.a. doen wat zij kunnen. En hier? In onze zoo beroemde Academiestad? Geeft men hier blijk van medeleven met die Jongeren, die ontzaggelijk aan de hevigste nervositeit lijden en misschien, wat alreeds gebleken is, niet meer nuttig zouden kunnen zijn voor de maatschappij? Zijn er reeds niet velen, zeer velen volkomen gefnuikt d. w. z. vleugellam gemaakt door dien ellendigen droevigen tijd? En toch er is nog wel iets, neen er is nog véél te doen, en er kan nog veel ge daan wordenmaar waarom? 't is Immers uiterlijk nog overal rustig!! Maar laten zij, die iets kunnen doen, dan hier weten dat er ontzaggelijk geleden wordt onder die Jongeren schrijnend leed èrl wanhoop èn diepe neerslachtigheid. En wat zullen de gevolgen hiervan zijn. wat zal er uit voortvloeien? Liever omschrijf ik het hier niet, doch een goed psycholoog zal hierop wel antwoord weten. DESPERO, Oude Singel 184, Lelden. MUZIEK- EN TOONEEL-UITVOERINGEN IN „ENDEGEEST". Zooals de dagbladen Indertijd uitvoerig gemeld hebben, hebben de gestichten En degeest, Rhijngeest en Voorgeest een mooie, ruime centrale ontspanningszaal gekregen, die op 14 Juni ,JJ. werd Ingewijd. Nu het winterseizoen nadert, leek het mij ge- wenscht om nog eens de aandacht op deze ontspanningszaal te vestigen, die onder meer bedoeld is om er een paar maal in de maand een uitvoering te geven voor de patiënten der gestichten. Het is een mo dern ingerichte zaal met goede acoustlek, plaats biedend aan ruim 400 personen; een flink tooneel met een aantal kleedkamer tjes, maakt dat niet alleen zang-, muziek-, gymnastiek-, maar ook tooneel-uitvoerin- gen gegeven kunnen worden Natuurlijk laten de finantiën van de gestichten niet toe om beroeps-artlsten te engageeren voor dergelijke uitvoeringen; daarom doe ik thans een beroep op de verschillende amateurs-vereenigmgen in Leiden en omstreken om voor het geven van een liefdadigheids-uitvoering ook eens aan de gestichten te denken. Ondergeteekende zal gaarne aanbiedin gen tijdig ontvangen om een goede verdee ling van de uitvoeringen over het seizoen mogelijk te maken. Met dank aan de redactie voor de plaats ruimte, De Geneesljecr-Directeur, Dr. F. J. STUURMAN. 1086 RESLAME. 1087 Dus weer een ellendige dag in het voor uitzicht. Heusch niet noodig! Neem een "AKKERTJE" en binnen 'n kwartier voelt Ge U weer frisch en opgewekt en zijt Ge Uw hoofdpijn kwijt. AKKER-CACHETS helpen verrassend snel bij Hoofdpijn, Kies pijn, Zenuwpijn, Rheumatiek, Griep. Per 12 stuks slechts 52 cent. Overal verkrijgbaar. Vraagt ook: „Laxeer-Akkertjes", de nieuwe vinding van Apotheker Dumont tegen ver stopping, hardlijvigheid, enz.Werken zacht. Een vinding die veel moeilijkheden oplost IN DE OUIKERSKLOK (Van onzen reisredacteur). Voor mij op tafel ligt een schelpje, af komstig uit een schelplaag, eenige meters in dén grond onder den bodem van het water bij Spaamdam. Ik heb het daar zelf opgeraapt, zonder dat ik het water beroerde, alsof Ik een steentje voor mijn voeten van den grond raapte, nadat ik in betrekkelijk korten tijd met een bijzonder toestel van nieuwe vinding tot zoover in den bodem was afgedaald. Dit toestel, dat het model heeft van den duikerklok en door een zeer eenvoudige constructie zich snel onder water in den bodem boort, is uitgedacht door den heer W. van Wlenen, technisch direéteur van de Maatschappij tot het aannemen van bergingswerken te Amsterdam, die het gisteren voor het eerst voor enkele genoodigden gedemon streerd heeft. Als een der eersten ben ik met den uit vinder in zijn duikinrichtlng omlaag ge weest. Tot nu toe zijn, bulten den heer Van Wlenen zelf en een van zijn arbei ders die hem steeds assisteert, misschien drie of vier personen met dit nieuwe toestel mede de diepte ingegaan. Het is een sensatie, welke den schijn heeft van iets avontuurlijks, maar die door de soli diteit der constructie van het model en het tamelijk snelle verloop der handeling den deelnemer het gevoel van zekerheid geen oogenblik doet verliezen. Toestel en werking. Het geheele geval ziet er uit als een groote flesch met een langen hals. De hoogte bedraagt in totaal 11 meter. De middellijn van het bodemoppervlak Is on geveer 6'/i meter, die van den „hals" van de flesch een halven meter. Het geldt hier nog slechts een model, doch uit de ge slaagde werking ervan valt af te leiden, dat in de toekomst met zulk een toestel wellicht groote ondernemingen kunnen worden verricht, die tot nu toe den men- schen steeds onoverkomelijke moeilijkhe den in den weg hebben gelegd. Het toe stel hangt aan de kabels van een hoogen drijvenden bok In het water van de Nel bij Spaamdam en is door zijn groote hoogte en zijn roode menlekleur op een afstand duidelijk te zien. Van boven is het luchtdicht afgesloten door een deksel met twee glazen venstertjes, Van onderen is het open. Een drietal slangen voor iucht- en watertoevoer lelden van dit toe stel naar pomplnstallaties op de drijven de bok; eenlge electrische geleldlngsdra- den zorgen voor een verbinding met de buitenwereld door een telefoon- en een belinrichting. Men moet er nu nog van onderen in kruipen, hetgeen geschiedt door er met een vlotje onder te varen. Bij een defini tieve uitvoering van grooter formaat zal een luchtsluiskamer worden Ingebouwd, die het mogelijk zal maken van boven in het toestel te komen en ook er uit of In te gaan, wanneer het in den bodem van de zee staat en de lange hals alleen maar boven het water uitkomt. Rondom den rand onderaan loopen dikke buizen met gaatjes, waardoor fonteinen van water kunnen worden gespoten, zoowel schuin buitenwaarts naar beneden als rechtstan dig langs den buitenwand omhoog. Deze waterstralen woelen den grond los en ma ken er een gat in, waarin de duikerklok zakt. Van binnen bevindt zich een groote regelbare douche, die tot het grondvlak reikt en tusschen de wanden den grond wegspoelt. Door de drukking van de lucht, welke er van boven met kracht wordt in geblazen, blijft het water steeds beneden tot den rand staan; het te veel aan lucht 8. Des prinsen poging heeft gefaald; zie hier nu hoe hij door de booze dwergen wordt gesmaald! Die kleine kereltjes beschikken over 'n tooverkracht, die nu prins Rechtebrecïit tot staan weer bracht! Doch Thijsje heeft dat niet eens afgewacht; terwijl de prins daar door de dwergen wordt bespot, sluipt hij heel zacht en ongezien naar binnen, in de grot! De eerste hindernis is overwonnen; het eig'Iijk avontuur wordt nu begonnen! ontwijkt beneden met groote bellen, did het water in beroering brengen en den, losgewoelden grond medenemen. Naar beneden! Voor natte voeten behoeft men hier niet. bang te zijn. Om mijn kleeren voor roest- en verfvlekken te vrijwaren, werd ik in een leeren pak gestoken, dat men voor mij gereed had gehouden. Binnenin zijn drie platvormpjes aangebracht, op eik waarvan een persoon kan staan Daar gaan we! Het vlotje is onder de klok weggetrokken en onder me zie ik het zwarte veenachtige water, dat in zachte beweging is. Naar boven kijkende ontwaar ik een ladder, die in de verte eindigt bij twee kijkgaatjes, elf meter boven mijn voeten. Op manshoogte eenlge kranen en manometers en iets hooger een paar elec trische lampjes, gevoed door een batterij. Een telefoon en de morsesleutel van een bei-installatie hangen bij den leider aan den wand. Op een teeken van den heer Van Wie- nen beginnen de fonteinen onder ons te spulten. Tegelijk suist boven de luchttoe voer, die ons droge voeten moet laten houden. Het toestel zakt langzaam tot op het water, dat nu opeens door de erdoor heen dringende zonnestralen een lichtere kleur heeft bekomen. We dalen geleidelijk. In eep hoek zien we beneden de schaduw van het vlotje In het water, dat vlak naast de duikerklok is blijven liggen. Op den duur verdwijnt dit alles en is het water weer zwart geworden. Met een spade roert de helper inhet water beneden zich; de steel steekt er steeds verder boven uit en nu zie ik in eens een kluit veen boven het water uit steken. We zijn op den bodem aangeland. Met een spade worden de groote veen- bonken verkleind, om zoo onder den rand te verdwijnen. Geweldig spuit de douche beneden in het midden en bij stukjes en. beetjes dalen we. wanneer het sein daar toe wordt gegeven. Ik voel in mijn ooren, dat de luchtdruk voortdurend grooter wordt. Steeds dieper. Hoe diep zitten we nu? Drie meter tachtig. Het telefoontje geeft het gewensch'e uitsluitsel, want binnen ls de diepte niet meer te schatten. We zijn ongeveer twee meter onder den bodem van de Nel en hier krijgen we vasten grond onder de voeten. Een zandlaag met schelpen zijn we genaderd, die gemakkelijker wegspoelt. Nog dalen we. Vier meter twintig, komt uit de tele foon. In een goed half uur is de duikerklok met ons een 2'/i meter onder water in den bodem geboord, terwijl onze voeten kurkdroog zijn gebleven. Nu ls het genoeg. De watertoevoer van de douche In t midden wordt afgesloten en het water stroomt snel weg naar de kanten. Ik stap op den drogen grond, ruim vier meter onder het wateropper vlak. Schelpjes liggen hier. waarin de dieren duizenden jaren geleden geleefd hebben. Ik raap er een op en steek het in mijn zak. Het lijkt alles zoo gewoon en toch is het tevoren nog niemand mogen gelukken zulk een kurkdrogen bodem in een duikerklok te verkrijgen, waarin zon der bezwaar gewerkt kan worden. Het stijgen gaat wat sneller; doordat het nu nog met handlleren geschiedt, duurt het echter nog ruim een kwartier, voordat we weer boven zijn en het vlotje onder de klok is geschoven. Dan zien we de zon weer het water beschijnen en even later staan we aan den wal. Toekomstgedachten. Het principe van de duikerklok, dat hier toegepast is, is niet nieuw. Wel echter het resultaat, dat het mogelijk maakt gemak kelijk in den bodem te werken. Bij de pogingen om het goud van de „Lutlne" machtig te worden en ook bij andere werkzaamheden met een duiker klok heeft men steeds te kampen met de omstandigheid, dat het zand van den bo dem door den druk van het water wordt opgestuwd en bij het graafwerk omhoog woelt. De vinding van den heer Van Wie- nen maakt aan deze moeilijkheden een einde. Er schijnt dan ook een groote toe komst in te zitten. Onder de genoodigden was gisteren ook de heer C. A. G. van der Boom. inspec teur voor de scheepvaart in het eerste district die met belangstelling de demon stratie volgde en zich de werking volledig liet uitleggen. In principe kon hij er zich zeer wel mee vereenigen. Wat zijn nu uw plannen, vroeg ik aan den heer Van Wlenen. die tezamen met den heer A. Erzey, de directie der bergingsmaatschappij vormt. Ik reflecteer in de eerste plaats naar de „Lutlne", was het antwoord, maar ook andere objecten wil ik aanvatten. In de baai van Vigo in Spanje ligt de in 1702 door de Engelschen tot zinken gebrachte zilvervloot en dan ligt er ook nog 'n schip met rijke lading gezonken nabij Tober mory op de Westkust van Schotland. Deze laatste schepen liggen in rustig water en ik zal gemakkellijk door de alles bedek kende zandlaag heen komen. Maar eerst moet ik een grooter toestel maken. Op mijn vinding heb ik al patent aange vraagd, en we zullen, naar ik hoop, spoe dig kunnen beginnen. Het ls misschien het ei van Columbus, deze vinding. ZU paart eenvoud aan doel treffendheid. hetgeen er het beste van doet verwachten. ONDERTROUWD. Chr. Holswiider. ]m„ 27 Jaar en J. M. P. Heijberg, Jd„ 26 jaar. OVERLEDEN. W. Plasmijer-Rietveld, wede, 72 jaar H v. d. Wijngaard, man, 49 jaar P. Mooten, man, 83 jaar - W. J. v. d. Lin den, gesch. vrouw, 76 jaar. a—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 11