De Marine-manoeuvres - Litausche Oceaanvlieger GEVAARLIJK SPEL 76ile Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Marine-manoeuvres. Hr. Ms. „Gelderland" in volle zee. De Marine-manoeuvres op de Noordzee. FEUILLETON. DE LITAUSCHE VLIEGER WA1TKUS die van New York naar Kowno wilde vliegen, doch in Ierland een noodlanding moest maken. Hr. Ms. „Hertog Hendrik" in volle vaart op de Noordzee tijdens de manoeuvres. I1ET A.S. BEZOEK VAN H.JI. 1)E KONINGIN AAN AMSTERDAM. Matrozen geven do kleine steentjes voor het Paleis een, goede beurt. Hr. Ms. Torpedoboot jager ,,Z. 5" ontmoet op de Noordzee Hr. Ms. Hertog Hendrik" en Hr.Ms. „Gelderland". Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 71) „Waarom niet?" „Omdat je regelrecht naar den baron zoudt gaan", zei Hallam, „En denk je dat te verhinderen?" „Ja, zoo noodlg met geweld". „Voorzichtig. Hij is altijd gewapend", viel Valda hem vlug in de rede en ze ging tusschen Guy en Furber staan. „Wat een aandoenlijke scène", spotte Furber. Hallam's hersenen werkten koortsach tig. Als Furber naar den baron ging, waren al zijn zorgvuldig gemaakte plan nen bedorven. Hij moest tot eiken prijs worden tegengehouden. „Wat denk je met me te doen?" vroeg Furber bedaard. „Wil je me je woord van eer geven..." begon Guy, maar werd door Valda ln de rede gevallen. „Dat geelt niets. Je kunt niet op zijn eer vertrouwen. Guy, je moet hem niet los laten", riep zij. Furber stond op en hield nu een kleine revolver in de hand, die hij vastberaden op Guy richtte. „Hallam, het zou me spijten als ik moest schieten, maar je moet inzien in wat voor positie ik verkeer. Ik moet in leder geval vrij zijn. Ik wensch niet mijn leven verder in de gevangenis door te brengen. Laat me door". „Neen", zei Hallam kalm. „Guy, laat hem gaan. Hij zal schieten, hij is wanhopig", riep Valda in groote angst. „Hallam, wees verstandig, ga op zij". Valda sloeg haar armen om Guy heen en trachtte hem vast te houden. Furber liep vastberaden op de deur toe. Al dien tijd hield hij zijn oogen op Guy gericht en mikte de revolver op hem. Zijn linker hand raakte de deurknop en eerst toen slaagde Guy er in zich van Valda los te maken. Toen snelde hij naar voren, maar de deur werd open geworpen en een ijze ren hand greep Furber's rechterpols. ,Nu is het spel uit'", zei Sylvester, ter wijl de revolver op den grond viel. „Goddank, dat u er is", riep Guy ver heugd. Valda schreide zachtjes, maar het wa ren tranen van verlichting, die uit haar oogen stroomden. Onderwijl hield Sylves ter Furber in bedwang en zei tegen Hal lam dat hij een touw moest halen. Toen hun gevangene gebonden was, ging Syl vester zitten en keek Hallam vragend aan. „Ik ben juist op tijd gekomen. Wat is er gebeurd?" vroeg hij. Guy vertelde het hem zoo kort mogelijk en hij luisterde met levendige belangstel ling. Toen het verhaal uit was ging Syl vester naar de telefoon en belde den ad miraal op, doch hoorde dat deze juist was weggegaan. „Mijnheer Hallam, ik moet hem van nacht hier laten. Ik vermoed, dat er geen rechtsvervolging tegen mijnheer Furber zal worden ingesteld. Wij willen er Scot land Yard niet inmengen. We moeten in ieder geval publiciteit vermijden De ba ron mag niet weten dat wij Furber te pakken hebben". „Natuurlijk niet. Maar toch is het ge vaarlijk hem hier te houden". „Dat gevaar moeten we loopen. We zul len de bewaking verdeelen. Misschien zoudt u graag juffrouw Glyn thuis willen brengen?" zei Sylvester. „Ja". „Beoordeel haar niet te hard. De admi raal en ik kennen haar heele geschiede nis. Vraag haar om die ook aan u te ver tellen", zei de geheime agent met een voor zijn doen ongewone vriendelijkheid. Guy wendde zich tot Valda en stak zijn arm door de hare. „Veeg je oogen af en ga mee", zei hij. Furber keek naar hen en barstte plot seling in lachein uit, maar er was geen vroolijkheid in dien lach. „Neem me niet kwalijk, maar het is be slist grappig. Jullie tweeën gaan daar weg als een paar geliefden. Hallam, je bent een uitmuntend acteur en ik maak je mijn compliment. Ik zou den baron zijn gezicht wel eens willen zien als hij achter de waarheid komtValda ga je weg zonder mij goeden dag te zeggen? Mis schien zien we elkaar nooit meer terug", zeide hij verwijtend. „Goeden dag", zei ze machinaal. Guy bracht haar naar buiten en riep een taxi aan. Gedurende de rit naar Ca- vendishstreet spraken ze weinig. Hallam had genoeg om over te denken. Het kwam hem onmogelijk voor dat dit mooie meisje naast hem een Duitsche spion zou zijn. maar toen hij begreep dat het waar moest zijn, schoof hij een weinig van haar af. „Haat je me, Guy?" fluisterde ze. „Laten we wachten met praten tot we thuis zijn", antwoordde hij. Nu eerst kwam hü op het denkbeeld, dat hij een gelegenheid had om zich vrij te maken. Niemand zou het hem kunnen kwalijk nemen als hij weigerde een Duit sche spion te trouwen. Zijn hart klopte bij het denkbeeld dat hij vrij zou kunnen zijn. Dan zou hij over een uur of twee naar Stella kunnen gaan en een paar woorden zouden hen weer bij elkaar bren gen. Zijn oogen ontmoetten die van Valda vol wanhoop en vol smeeking en hij schaamde zich over zichzelf. Zoodra de taxi stil stond, opende ze de deur en liep vlug de trappen op. Hallam volgde haar langzaam en ging de zitka mer binnen, die leeg was. Met een diepen zucht ging hij zitten en nam zijn sigaret tenkoker uit zijn zak. Het was degene, die Valda hem gegeven had en hij staarde er eenige oogenblikken naar. „Arm meisje", mompelde hij. In de aangrenzende kamer lag Valda op bed. Ze schreidde niet meer, maar haar oogen stonden bedroefd en hopeloos. Tevergeefs trachtte ze moed te vatten voor wat er komen ging, want het vol gende uur zou over haar toekomst beslis sen. Eindelijk stond ze op en opnieuw ontwaakte de hoop in haar hart. Ze zou Guy de waarheid vertellen en zich aan zijn genade over geven. Na een vluchtigen blik ln den spiegel ging ze langzaam naar de zitkamer. Guy sprong op en ze be duidde hem dat hij naast haar op den divan moest gaan zitten. „Mijnheer Furber had gelijk. Ik ben al een tijdlang agent in den Dultschen ge- eimen dienst. Ik begrijp wat je denkt, maar wil je je oordeel opschorten tot ja mijn verhaal gehoord hebt?" Haar lippen waren droog en Guy haalde een glas water voor haar. „Dank je", zei ze dankbaar. „Je hebt zeker gehoord van mijn vader". „Ja, de admiraal heeft het me verteld". „Dan hoef ik dat niet nog eens te doeh. Ik heb hem nooit gekend, maar mijn moe der heb ik heel lief gehad. Zij leefda maar voor één doel: zijn dood te wreken. Ze overtuigde mij er van dat ik geen kwaad deed met haar te helpen. Heusch, ik heb nooit begrepen wat ik deed, totdat ik lief kreeg. Toep maar dat weet je. Ik heb alles gedaan wat ik kon om Enge land te helpen, Hoewel ik het haatte en verlangde om vrij te zijn, werkte ik toch voor jouw land". „Wist de admiraal dat je voor Duitsch- land hebt gewerkt?" „Ja, mijnheer Sylvester ook". Ze stond op en ging voor hem staan, haar gezicht vol hartstocht en smeeking. „Vergeet niet, dat ik nog heel jong was, weinig meer dan een kind, toen ik begon. Tracht het te begrijpen en vergeef het me. Laat me niet in den steek, liefste. Jouw liefde is al wat ik heb. Als ik die niet heb, zal ik sterven. Ik ben eerlijk tegenover je geweest, behalve in dat ééne. Ik was van plan je dat later te vertellen. Ik zweer je dat het zoo is. Ik zou het niet voor je geheim hebben kunnen houden". Guy was diep geroerd door haar smee- ken en terwijl zij sprak, voelde hij, dat hij zich onmogelijk vrij zou kunnen maken door haar op te offeren. Valda keek hem met pijnlijke angst aan en het scheen bijna of ze zijn gedachten kon lezen. .(Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5