De manoeuvres van de Lichte Brigade - Nieuwe Duitsche duikboot GEVAARLIJK SPEL 76sle Jaargang LE1DSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. jHONUMENT VOOR MADAME CURIE de bekende radium- onderzoekster voor het Radium- instituut te Warschau. HET MONUMENT VOOR DEN ONBEKENDEN NEDERLANDER dia voor het eerst het verstuiven van de duinen tegenging door helmbeplan ting, is te Bloemendaal onthuld. Naast het monument de burgemeester van Bloemendaal jhr. mr. C. J. A. den Tex. De Lichte Brigade te velde Do manoeuvres op do Veluwe. Bovende zorg voor de paarden. Cavaleristen laten hun paarden drinken. Onder: De motor-afdeeling rukt op. OEFENINGEN VAN DEN DUITSCHEN MILITAIREN BERICH TENDIENST bij Bad Frankenhausen. Het aanleggen van telefoondraden. VROUWELIJKE POLITIE TE WARSCHAU die tot taak heeft vrouwen en kinderen tegen de gevaren van de groote stad te beschermen. DE TENTOONSTELLING VAN DE TACHTIGER BEWEGING IN DE NED. LETTERKUNDE in het Haagsch Gemeen te-Archief. V.l.n.r. Jeanne Reyneke van Stuwe, Willem Kloos, burge meester de Monchy en dr. Mol, directeur Gemeente-archief. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 69) De admiraal begroette Stella zeer hoffe lijk en vroeg haar plaats te nemen. „Ik zou u graag alleen willen spreken", zei ze nerveus. De admiraal keek Hallam vragend aan. „Je kunt gerust spreken waar mijnheer Sylvester bij is hij weet alles", zei Guy tegen haar. „Of zal ik de zaak uitleggen?" Stella knikte en hij begon. „Gisteravond was juffrouw Cameron bij juffrouw Glyn. Terwijl ze daar was, kwam baron Branden en niet wetende dat zij in de andere kamer was, vertelde hij een en ander aan juf frouw Glyn, dat juffrouw Cameron hoorde. Hieruit heeft juffrouw Cameron opge maakt, dat juffrouw Glyn in den Ge heimen Duitschen dienst is en dat ik En- gelsche geheimen aan Duitschland heb verkocht. Ik geloof, dat dat alles is. Ik voelde me niet gerechtigd om uitleg te geven en vond het daarom beter om haar hier te brengen". „Dat was heel verstandig van u, mijn heer Hallam", antwoordde de admiraal en wendde zich toen tot Stella. „Juffrouw Cameron, u is de dochter van een Engelsch admiraal. Ik zal u een groot geheim ver tellen. Wilt u mij uw woord van eer geven, dat u het aan niemand zult zeggen, ook niet aan uw moeder?" „Dat beloof ik". „Mijnheer Hallam handelt met mijn me deweten. Hij gehoorzaamt mijn bevelen". „Ik had nooit kunnen denken, dat hij een spion was. En juffrouw Glyn?" vroeg ze minachtend. „Juffrouw Glyn is in dezelfde positie". „Zij is een Duitsche spion. Dat weet ik zeker uit wat ik gehoord heb". „Ze is in onzen dienst, maar de baron gelooft dat ze voor hem werkt. Ik durf zeggen, dat ze ons reeds groote diensten bewezen heeft. Als u nog niet voldaan is, ben ik bereid u elke vraag te beant woorden". „Ik moet u geloOven en ik geloof u ook. Ik ben dom geweest". „U hadt gelijk met naar mijnheer Hal lam te gaan en hij had gelijk met u hier te brengen. Kan ik nog iets voor u doen?" „Niets, dank u. U is heel vriendelijk ge weest. Goeden dag". „Dag juffrouw Cameron. Blijf hier Hallam. Sylvester zal juffrouw Cameron wel uitlaten". Zoodra ze weg waren keerde de admi raal zich tot Hallam en zijn gewoonlijk on bewogen gezicht vertoonde sporen van op winding. „Zeg me gauw wat er gisterenavond ge beurd is. Sla niets over". Guy gehoorzaamde onmiddellijk en ver gat niets. „Prachtig! Juffrouw Glyn heeft het kra nig geleverd. Ben je er zeker van dat de prins en de baron niet de minste argwaan hebben?" vroeg hij toen Guy had uitge sproken. „Beslist zeker". „Luitenant Hallam, ik dank u zeer voor wat u gedaan heeft. Niemand weet beter dan ik hoe dit werk u moet hebben tegen gestaan. Uw benoeming op de Clytie zal spoedig afkomen. U kunt er terstond op gaan, tenzij u liever eerst een paar dagen verlof wilt hebben". „Ik zou liever ineens dienst nemen. Ik verlang om weer op zee te zijn. Maar er Is nog iets, mijnheer. Is het beslist nood zakelijk dat juffrouw Glyn nog meer werk voor u doet? Ik haat die gedachte". „Ik ook, Hallam. Maar denk er eens over na. Als ze nu weigerde zou het hen achter dochtig maken. Het gaat tenslotte alleen om een paar brieven en denk eens aan het voordeel dat we daar uit kunnen halen". „Dat zie ik In, maar het is ellendig werk voor een dame. En er is ook gevaar voor haar aan verbonden. Als de baron er ach ter kwam, zou hij voor niets terugdeinzen" „Juffrouw Glyn moet de risico loopen. Er staan te groote belangen op het spel. Je moet er mij niet op aanzien. Ik doe alleen wat ik meen dat mijn plicht is". „Dat begrijp ik volkomen, maar Ik zal blij zijn als het achter den rug is". „Het zal niet lang meer duren. Het gaat er nu om spannen. Jouw schip zal leider worden van de flottille, die bij 't eerste kruiserbataillon hoort. Er komen verschil lende nieuwe kruisers in de vaart. Mis schien word jij wel commandant van één daarvan. Zou je dat graag willen?" „Niets liever, mijnheer", antwoordde Guy en zijn oogen schitterden. „Dat zal een mooie promotie voor Je zijn maar je hebt het verdiend. A propos, heb je Furber gezien?" „Neen mijnheer". „Tracht met hem in aanraking te ko men. De Clytie is in Weyport. Je kunt er morgen opgaan. Gebruik de rest van den dag om Furber op te zoeken. Tracht hem uit te hooren en kom het me morgenoch tend vertellen. Hallam, ik ben heel tevre den over je. Adieu". Guy verliet het gebouw met lichten tred. Eén van de nieuwe torpedojagers en hij commandant ervan! Het overtrof zijn stoutste wenschen. En als de oorlog uit brak zou hij de gelukkigste man bij de marine zijn. Toen begon hij over Stella te denken. Dezen keer had ze hem vertrouwd ofschoon de schijn tegen hem was. Zijn gedachten over Valda waren niet bitter, maar het was toch ellendig, dat zij bin nenkort zijn vrouw zou worden, terwijl zijn hart aan een ander toebehoorde. El lendig voor haar en voor hem. Maar hij kon toch niets doen om zichzelf vrij te maken, want zij had loyaal haar belofte gehouden. In ieder geval had hij een maand vrij heid en hij besloot alle zorgen op zij te zetten. Hij liep met luchtigen stap naar zijn kamer. „Jij hier?" vroeg hij verbaasd, toen hij Furber daar in een leunstoel zag zitten. „Ja. Ik moet Je spreken", zei deze kalm Mark Furber stond langzaam op en keek Hallam glimlachend aan. „Ik vermoed, dat je van de admiraliteit komt?" begon hij. „Ja Wat heb je te zeggen?" vroeg Guy kortaf. „Wat een openhartigheid. Het is grap pig hoe weinig die vreemdelingen het Engelsche karakter begrijpen. Ik ben juist een uur bij baron Branden geweest". „Je lastgever?" zei Guy veelbeteekenend. „En de Jouwe", vulde Furber aan, de oogen strak op Guy's gezicht gevestigd. „De baron heeft me alles, wat je gedaan hebt, verteld". Hallam dacht vlug na. 't Zou fataal zijn, als Furber vermoedde dat hij in werkelijk heid handelde op bevel van de admirali teit. Hij moest in ieder geval gelooven dat hij (Hallam) inderdaad een spion was. „Dat had de baron je niet moeten ver tellen. Dat was mijn geheim", riep hij boos. „Ik heb tot nu toe altijd baron Branden bewonderd, maar nu ben ik geneigd te denken dat hij gek is. Wat heeft hij Je over mij verteld", ging Furber voort. „Niet veel. Ik weet, dat jij het was, die mijn draadloos rapport hebt ontvreemd". „Dat heeft Valda je gezegd", zei Furber en Hallam wist dat het nutteloos zou zijn het te ontkennen. „De vrouw, met wie Jij gaat trouwen. Dat feit hindert me. Ik zal ronduit met je praten. Ik ken Je karakter door en door. Je bent de laatste man in de wereld om zijn land te verkoopen en toch gelooft de baron dat je een spion bent. Je kunt op één punt zwak zijn, waar het vrouwen betreft, en als zij in het spel zijn, zul je heel bang zijn hun gevoel te kwetsen. Maar alles bij elkaar genomen ben je een interessant probleem voor me". „Furber, je verveelt me". „Ik hoop van niet", was het beleefde antwoord. „Want ik kan niet weggaan voor ik er achter ben. Als jij den baron voor den gek hebt gehouden, dan ben ik zelf in gevaar. Je zult mij dan waarschijn lijk bij de admiraliteit verraden hebben", .IWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5