Manoeuvres op de Veluwe - Gemoderniseerde molens te Stompwijk
GEVAARLIJK SPEL
76,le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
De oefeningen in groot verband van de lichte brigade op de Veluwe
irinuff
FEUILLETON.
at
Links de aaiïkomsfc in stroomencle regen van een deel der troepen te Apeldoorn. Rechts: de belangstelling van de jeugd voor de proviandwagens te BatHmen.
HET LONDEXSCHE REGIMENT VAN DE KON. MARINEdat do wacht voor het Koninklijk paleis had
betrokken, maakte een marscli door de stad en defileerde voor den
burgemeester. Het défilé voor het stadhuis.
ABESSYNIE GEREED VOOR DE-VERDEDIGING. JSen bijeenkomst van de patriottische vereeniging voor
de St. Georges kathedraal in Addis Abeba voor de aanwerving van
vrijwilligers.
in
DE DRIE WATERMOLENS IN DEN „DRIEMANSPOLDER" TE STOMPWIJK zijn ge,
moderniseerd en voorzien van nieuwe wieken volgens Het systeem Dekker. De drie molens zijn
gistermiddag door den Heer A. Bos, dijkgraaf van den
Driemanspolder, in werking gesteld.
DE LICHTE BRIGADE OP MANOEUVRE OP DE VELUWE. Een pantserwagen passeert
een der straten van Bathmen een afdeeling
wielrijders.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
18)
Haar eerste gevoel was er een van ver
lichting, maar na eenlg nadenken besloot
te dat het beter was haar moeder niet in
haar vertrouwen te nemen. Je kon nooit
«eten, wat mevrouw Cameron zou doen
en Stella was vastbesloten dat Guy door
haar geen nadeel zou ondervinden.
„Je bent een slecht meisje", riep me-
nouw Cameron bij wijze van begroeting.
Je hebt pas één keer geschreven sedert je
Weyport hebt verlaten en toen vertelde je
niets. Ik heb me erg ongerust over je ge-
Haakt. Wat is er gebeurd? Heb je Hallam
Besproken? Ben je met hem geëngageerd?
Waar ben je vanavond geweest?"
Ze deed al deze vragen in één adem en
leen ze klaar was en kuste Stella Baar
Hoeder.
„Ik ben bij Valda Glyn geweest. Ik ben
Het niemand geëngageerd en dat zal ook
«el nooit. Vraag nu niets meer. moeder. We
tullen morgen samen naar Weyport terug-
Baan. Ik ben heel moe en wou nu naar
hed gaan".
„Dat zul je niet. Ik moet weten wat er
Bcbeurd is voor ik mijnheer Hallam sprek".
„Ik verbied u om Guy op te zoeken. Hij
U niets voor me en ik ben niets voor hem'".
„Dat is een stand van zaken, die ik ver
anderd wil hebben", zei mevrouw Cameron
vastberaden. „Ik ben overtuigd dat het
niets anders is dan een misverstand
een of andere onbeduidende twist. Heb je
sir George gesproken?"
„Ja. Hij heeft me meegenomen naar Guy
Sir George heeft gedaan wat hij kon. Hij
zou graag zien dat Guy met mij trouwde,
maar het geeft niets. Over twee weken zal
Valda zijn vrouw zijn".
„Valda. die slang? Zoo, heeft zij er de
hand in. Het werd tijd, dat ik hier kwam".
„Goeden nacht, moeder", zei Stella ver
moeid en ging naar haar kamer. Ze was
niet in een stemming om lang met haar
moeder te praten, en het was bovendien
moeilijk voor haar een geheim te bewaren.
Voor ze in slaap viel had ze haar plan al
gemaakt en ze stond vroeg op en verliet
het hotel zonder mevrouw Cameron te
storen.
Om negen uur was ze in Ryderstraat. De
dienstbode bracht haar boodschap aan
Hallam over en vroeg haar om in de zit
kamer te gaan. Guy, die juist ontbeten
had, was alleen en zat nerveus zijn pijp
te stoppen toen zij binnen kwam.
„Neem me niet kwalijk, dat ik je stoor",
begon zij.
„Stella, wees niet zoo officieel. Kan ik
iets voor je doen?"
„Ik ben gisteren bij Valda geweest. Ik
•vas er toen baron Branden kwam. Ik kon
niet helpen, dat ik hun gesprek hoorde.
Uit wat gezegd werd, maak ik met zeker
heid op, dat zij in den Duitschen Geheimen
Dienst is".
Guy zei niets, maar beduidde haar ver
der te gaan.
„Nog erger, de baron zinspeelde er op,
dat jij hem inlichtingen had gegeven, die
je van de admiraliteit gekregen had. Ik
weet, dat dat een leugen was, maar ik
voel, dat ik je moest vertellen wat ik ge
hoord heb ik vraag je ook niet om
jezelf te verdedigen. Ik beschuldig niet.
Ik herhaal alleen maar wat ik hoorde".
„Vertrouw je me?" vroeg hij en er was
een eigenaardige bittere glimlach op zijn
gezicht.
„Onvoorwaardelijk".'
„Dank jeWat jammer, dat je dat
zelfde vertrouwen niet eerder hebt gehad.
Nu ziet alles er leelijk uit. Je hebt bewij
zen genoeg om me aan te klagen en toch
zeg je dat je me vertrouwt. Vroeger was
er niets geen bewijs'".
„Jij bent het, die onze verloving hebt
afgemaakt", riep ze driftig.
„Het was niet meer dan eerlijk tegen
over jou om dat te doen".
„Ik was jaloersch van Valda. Ik zag
jullie dien avond samen. Je zag er uit of
je haar het hof had gemaakt. Ik was dol
van jalouzie".
„Ik had haar gekust. Jij had me den
bons gegeven. Ik was ellendig en zij is
heel mooi".
„Ja, de schoonheid van den duivel. Ze
is niets anders dan een ellendige Duitsche
spion".
„Dat moet je niet zeggen", riep hij
streng, „dat ls een leugen. Hetzelfde ver
trouwen, dat je zoo goed was mij te
schenken, ben je haar ook verschuldigd.
Maar ik kan het niet uitleggen. Het is
niet mijn geheim. Maar om Valda's wil
moet ik er nil op aandringen dat je naar
admiraal Langton gaat. Hij is om tien uur
op de admiraliteit. Je moet hem precies
herhalen wat je gisterenavond gehoord
hebt".
„Alles aan admiraal Langton vertel
len?" zei ze verbluft. „Heb ik me weer gek
aangesteld?"
„Neen, maar je zoudt het misschien
kunnen doen", antwoordde hij en zij
bloosde om zijn grofheid.
Guy ontroerde op het gezicht van haar
verlegenheid. Hij, die aan een andere
vrouw gebonden was, hunkerde er naar
om haar in zijn armen te nemen en het
verdriet van haar gezichtje te kussen.
„Ik heb aan Valda gezegd dat je van
mij hield", zei ze, „en dat doe je ook".
„Stil".
„Je kunt het ontkennen, maar je oogen
verraden je. Ik schaam me niet. Ik heb
gisteravond een boel geleerd en mijn
instinct heeft me nog meer gezegd. Je
handelt onder dwang. Als je vrij was om
te doen wat je hart je ingeeft, zou je aan
mijn zijde staan. Je vindt het natuurlijk
schaamteloos van me dat ik zoo spreek
je begrijpt het niet. Ik ben zoo wanhopig,
dat als ik niet zeker wist dat je van me
hield, ik gek zou worden. Maar je houdt
wel van me en met die wetenschap kan
ik alles verdragen".
„Stella, je maakt het me heel moeilijk",
zei hij met inspanning.
„Met die wetenschap kan ik blijven
leven. Ik zal zelfs gelukkig kunnen zijn,
maar geen andere man zal mijn lippen
aanraken".
„Goddank", zei hij impulsief. „Maar
Furber dan".
„Ik verloofde me alleen met hem om
jou pijn te doen. In mijn hart heb ik hem
altijd veracht. Mijnheer Furber bestaat
voor mij niet meer",
Guy keek op zijn horloge. Tot nu toe
had hij zichzelf in bedwang gehouden,
maar er was een grens aan zijn kracht en
het zou veiliger zijn om ineens weg te
gaan.
„We zullen door St. James-park loopen.
Ik heb frissche lucht noodig. Ga mee",
zei hij bevelend.
Ze glimlachte even, want ze begreep
hem en het deed haar genoegen.
„Je hebt niet ontkend, dat je me lief
hebt", fluisterde ze, maai' hij liep de ka
mer uit en antwoordde niet.
HOOFDSTUK XLI.
Zoodra admiraal Langton in zijn bureau
kwam, ging hij regelrecht naar de brand
kast en nam er de enveloppe uit. Hij on
derzocht de sluiting zorgvuldig met een
vergrootglas. Nog niet voldaan schelde hij
cm Sylvester.
De agent kwam binnen en bekeek op
zijn beurt de enveloppe.
„Knap werk", zei hij tenslotte.
„Ben je er zeker van dat hij open is ge
weest?"
„Absoluut, mijnheer".
„Heb je Hallam al gesproken?"
„Neen, ik ben den heelen nacht bezig
geweest. Is hij nog niet gekomen?"
„Ik zal het eens vragen", antwoordde de
admiraal en nam de telefoon van den
haak. Nadat hij gesproken had, bedekte hij
liet mondstuk met de hand en zei tegen
Sylvester: „Juffrouw Cameron is bij hem
cn hij wenscht dat ik met haar zal spre
ken. Ik ben benieuwd wat er gebeurd is. Ik
zal hen binnën laten komen".
CWordt vervolgd), j