Miesje'S Brïef IN DE VACANTIE. PRIJSRAADSEL. fi) (Slot) Dat werd een heel andere vacantle dan de twee meisjes zich voorgesteld hadden. Wandelingen of fietstochtjes konden er niet gemaakt worden, dat spreekt van zelf. Maar toch misten de meisjes niet zoo heel veel. 't Was tot nog toe geen mooie zomer. Soms hield de zon zich da genlang schuil. Maar regen viel er zooveel te meer. Dikwijls kwam Rina in haar re genjas, de kraag hoog opgezet, bij Hilda. „Heb je soms zin in een fietstochtje?" grapte ze dan wel eens. Lachend schudde Hilda dan het hoofd. „Dank je. Wil je maar hier bij den divan komen zitten en een beetje voortmaken aan je sjaal?" Ja, 't waren gezellige middagjes, die de twee vriendinnen samen doorbrachten. Van verveling was geen sprake, want tel kens wisten ze weer iets anders te beden ken. Hilda had aan Rina geld uit haar spaarpot gegeven, om fluweel en zij voor 't kussen te koopen. Ze had aan haar vriendin gezegd, welke kleuren ze het liefst had. Den volgenden dag had Rina 't benoodigde meegebracht; lila fluweel voor 't kussen en donker paarse zij om het te bewerken. Toen ze er mee binnenkwam was juist juffrouw Van der Mey ook in de kamer. „Hilda", vroeg Rina met een knipoogje naar haar vriendin, „wil jij voor mij een kussen maken? Ik heb het nog zoo druk met mijn sjaal te breien". „Zeker", zei Hilda, „dat wil ik best doen. 'k Heb nu toch tijd genoeg. Laat eens kijken. O, wat mooie kleuren heb je uitgezocht. Vind u 't ook niet mooi, moeder?" Mocht juffrouw Van der Mey soms iets bemerken, ze liet hiervan niets blij ken, toen ze antwoordde: „Ja, ik vind het ook heel mooie kleuren, Hilda". „En hier is het patroon waarnaar je kunt werken", zei Rina, terwijl ze weer een knipoogje gaf. Aandachtig keek Hilda naar 't patroon dat haar vriendin haar voorhield. Ze durfde niet op te kijken voor haar moe der een oogenblik later de kamer verliet, zoo bang was ze dat ze zich zou verraden. Sinds dien middag werd er nu druk ge handwerkt. Zoowel 't kussen als de sjaal begonnen al aardig op te schieten. Ge lukkig ging ook de voet van Hilda steeds vooruit. In de derde week van de vacan- tie mocht ze er weer even op staan en na een paar dagen gaf de dokter toestem ming om weer door 't huis te loopen. „Nu nog even geduld, Hilda", zei juf frouw Van der Mey, „je zult zien dat je gauw naar buiten mag". En ze kreeg gelijk, 't Volgende bezoek van den dokter was ook het laatste. „Als je nu zachtjes aan doet, mag je weer eens een eindje wandelen, juffertje", zei hij, „maar pas op voor bananenschil len". „En fietsen dokter?" vroeg Hilda. „Dat mag je ook, doch niet langer dan een paar uur op een dag". Toen Fina dien middag kwam werd haar 't goede nieuws al aan de deur ver teld. „Wat fijn, dan kunnen we van de week toch nog samen uitgaan", zei 't meisje hartelijk. ,,'k Weet niet wie er blijder is", lachte juffrouw Van der Mey, „Rina of Hilda". „Allebei, juffrouw", antwoordde Rina. „Ja, ja, ik weet het wel. 'k Heb nu goed gezien hoe graag jullie samen zijn". Dit laatste vacantieweek werd nog een heel prettige voor de twee meisjes. Zelfs 't weer werkte mee, en in plaats van in een regenjas, kwam Rina nu tel kens in een kleurig zomerkleedje. Op den laatsten vacantiedag werden de handwerken die de meisjes gemaakt had den, veilig weggeborgen. In een verbor gen hoekje van Rina's kamertje mocht de sjaal nu wachten op moeders verjaardag. En in Hilda's kastje kwam, netjes in vloei gepakt, het mooie lila kussen. „Alles is lekker op tijd klaar, hé Rien", zei Hilda. „Ja", antwoordde deze, „en we hebben toch een fijne vacantie gehad". FRANCINA. -O- Miesje heeft een brief geschreven Aan haar tante Poezekat, Langen tijd was z'ermee bezig Jongens, wat een werk was dat! 't Puntje van haar tong kwam kijken, Wat of Miesje daar wel schreef En het was toch zóó nieuwsgierig, Dathet steeds maar kijken bleef! Lieve Tante! stond er boven, Komt U weer eens op bezoek? 't Is bij ons zoo heerlijk buiten In ons mooie Poesenhoek. Blijft U 'n tijdje dan logeeren? Hè, ja, als U dat eens dee'! En(ik fluister 't in Uw oortje) Breng U dan voor ons wat mee? Maar nu ga ik eind'gen, Tante. Heel veel groeten en een zoen Van Uw lieve, kleine Miesje. P.S. Zult U het heusch doen? - Moeder schrijft 't adres heel duidjijl Aan Mejuffrouw Poesekat Groote Zolder nummer zeven In de Nieuwe Muizenstad. Samen brengen zij den brief dan Naar de bus. Mies zegt; Ik wacl Op het antwoord! en begrijpt r Waarom Moeder Poes nu lacht. Maar als Moeder 't zegt, keert zij t Met haar mee naar huis terug En bedenkt: Als je een dut doet, Gaat de tijd altijd heel vlug! - Miesje ligt dan ook te droomen, Als haar Tante Poezekat 't Briefje leest, glimlacht en fluistert: -Kleine Miesje is een schat! (Nadruk verboden). C. E. LILLE HOGERWAARD. Prijsraadsel met extra prijzen (16 boe ken) voor grooteren en kleineren. 6 Boe ken worden onder alle getrouwen verloot, 5 boeken onder alle grooteren, 5 boeken onder alle kleineren. Ik koos weer het soort prijsraadsel dat bij allen, groot en klein, zoo in de smaak valt, namelijk een gedichtje opschrijven waarvan ik alleen alle medeklinkers heb opgeschreven, dus jullie moeten alle klin kers raden, en dan de woorden in zijn geheel opschrijven. Ik zocht weer een ge dichtje uit een heel oud boek, dus jullie zult het niet kennen. Het heet Mie-Poes, de titel mag je weten, die behoef je niet te raden. Naam en leeftijd vermelden, anders kun je niet meeloten, tijdig inzenden en er deze keer, zooals altijd met prijsraadsels, geen lange brieven bij schrijven, want ik geef er geen ellenlange correspondentie met aparte antwoorden bij, dat weten jullie wel bij ondervinding als er prijs raadsels zijn en ik dus extra veel werk heb. De grooteren moeten natuurlijk het ge- heele gedichtje invullen en opschrijven, en de kleineren de eerste 18 regels. Ieder puntje beteekent 1 letter. Werkt plezierig, Je weet het, het is niet te moei lijk, dus iedereen kan er aan meedoen. De grooteren zijn van 1116 jaar de kleineren zijn van 7—11 jaar. MIE-POES. K.nd: ,Jiln g..t V n n kt 'k W. .t n t w.t H t b d dt Dt gw n k n .w st..rt ,n w bk n w brd T.nm 1 v .st .p ..n d.g Lkt n wscht Z.g w.t d.t b.d..d.n m. P. .s: k d.. d.t w.l h.t l..l.k st..t D.t ..m.nd v..l ,n m.rs.g g..t M.n l.f m.n k.p .n .1 h.t m.n M..t .lt.d n.t .n pr.p.r z.n. M.. p..s w.s d..r.m ..k .n ..r B...d.nj.ngb.kn. cht ,n h. .r G. .n j ffrw d.Is M P.kw .1 H. .r n. .t trstnd p d .rm.nn.i n spr ng zs ms bhrn p D.n ...d.n d.. h..r h.ls .n k.p .nz.d.n: M.. P..s k.m m. .r fa. V.n k.tt.n h..d.n w. .nd.rs n..t M..rj. b.ntz.lk ,.nn.tl..f d..r D.t .d.r..n j. g..rn. z. .t. De brieven moeten Maandags vóór 9 i aan het Bureau Leidsch Dagblad, en over de post moeten op zijn laatst Ma; dags in den Haag van Beuningenstraat zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 20