Het congres der N.S.D.A.P. te Neurenberg Verlaging vaste lasten en huren Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 12 September 1935 Derde Blad No. 23150 PROCLAMATIE VAN HITLER Eerste steenlegging congreshal PARLEMENTAIR OVERZICHT FAILLISSEMENTEN. De meening van de Tweede Kamer O Gisteren is de eigenlijke congres-zitting popend met een rede van Rudolt Hess, narin hij als gebruikelijk, aanving met Kn herdenking van de in den strijd der teweging gevallenen. Hun namen werden (Soor den chef van den staf voorgelezen. Hess begroette vervolgens de aanwezige iditergelaten betrekkingen dezer dooden. Voorts de binnen- en buitenlandsche jasten. In het bijzonder begroette spr. namens de partij de vertegenwoordigers tan de weermacht, die hier voor de eerste maal versohenen zijn ais vertegenwoordi gers van het Dultsche volksleger. Tusschen den partijdag van verleden Jaar en dien van thans ligt de 16de Maart, ie dag waarop met de proclamatie van tederinvoering van den algemeenen dienstplicht het nieuwe begin werd aan gekondigd van de Dultsche vrijheid. Uit deen kracht nam Duischland het recht rich de wapenen te verschaffen, die noo- dlg zijn vrijheid en onafhankelijkheid te teveiligenDuitschland heeft zijn eer her- iterd. Gelijk van recht en gelijk in achting itaat het Dultsche volk weer naast de lierige vrije volken der wereld. Hitler's proclamatie. Gouwleider Wagner uit München heeft fearop een proclamatie van Hitier voorge wen. De proclamatie vangt aan met een lltgenover elkaar stellen van de toestanden gin 15 Jaar geleden en van thans. Gewe en wordt op de vermindering van de terkloosheid van een peil van ruim 6 Sillioen tot 1 3/4 millioen. Gemiddeld 30 io! 40 millioen werkuren zijn daarmede un het Duitsche volk gegeven. Wanneer men op dit oogenblik den loestand op de wereld bekijkt, aldus gaat (t proclamatie voort, ziet men onrust en Onzekerheid. Het recht is zwak en de schijn regeert de wereld. Wee hem, die gif zwak is. De Marxistische theoretici van de leer, te „nooit meer oorlog" predikt, smeden k grootste instrument voor den oorlog. Star zijn thans de 14 punten van Wilson? 5e Duit-schers kunnen thans deze zaken tet groote kalmte aanschouwen, want het lijk is niet meer weerloos. Te rustiger kan Duitschland zijn, daar volk en regeering geen ander voornemen hebben, dan in nede en vriendschap met de naburen te teen. Hoe meer het Joodsch internationaal Bmmunisme gelooft in een algemeenen ïuropeeschen chaos de fakkel van het op per te kunnen uitdragen, des te meer zul- m de nationaal-socialisten de beteekenis luimen waardeeren van het herstel der itlonale weermacht. Deze beschermt sizen vredelievenden arbeid. Voortgaande verheerlijkt de proclamatie »t Duitsche leger, dat de drager is van tn unieke traditie. Het Duitsche volk leeft lans rustig in de warreling van politieke gunningen, dank zij het Duitsche leger liet alleen, maar ook dank zij de natio- iial-socialistisohe partij, die Duitschland leeft gered voor verval en uiteenvallen. Geen agressieve bedoelingen. Het is een trotsche voldoening voor de lationaal-sociallsten het hoofdthema ge nest te zijn van een congres, dat als taieke illustratie van het begrip ,,non- bterventie" in Moskou weken lang de levolutionr.eering van de wereld theore tisch behandeld heeft. Terecht heeft men h hen den voornaamsten hinderpaal ge- üen voor de uitvoering der bolsjewis- ische voornemens in Europa. Het natlonaal-socialisme heeft tegen een enkele Europesehe natie agressieve «ioelingen. Het is ervan overtuigd, dat sdere natie zijn eigen leven moet leiden. Voorts wordt in de proclamatie gespro- ïa van den wil, het bolsjewisme te bre- n. Deze vastbeslotenheid bepaalde gevaren Mer alle omstandigheden reeds in de Mm te smoren, zal, wanneer dit ooit todig mocht zijn, er ook niet voor terug- toikken, zekere functies, die klaarblij- 'lijk niet op het terrein van den staat teen, aangezien zij vreemd zijn aan zijn leest innerlijke wezen, langs wetgeven- «1 weg over te dragen aan de instel- bten, die voor de oplossing van een todanige taak beter geschikt lijken, warover beslist echter uitsluitend de van de leiding en niet de wil van den Skeling. „Politiseerende confessies". Wanneer ik aldus Hitier verder in de 'wlamatie in dit verband ook inga de gevaren van de politiseerende con fusies, geschiedt dit, omdat wij daarin techts de ons van oudsher bekende met -[t Marxisme verwante verschijnselen feil. In dit verband zou ik eenige principes Uien uitspreken: "en eerste: de partij heeft vroeger niet voornemen gehad, noch heeft zij dit ™ns. Duitschland in eenigerlei strijd te 'Wen tegen het Christendom. Zij tracht °5Bendeel een groote Evangelische •tekerk te scheppen, en heeft getracht een concordaat een nuttige en duur- verhouding tot stand te brengen fet de Katholieke Kerk, terwijl zij ver- getracht heeft de goddeloozenbewe- Tï in Duitschland op te heffen. Onder geen omstandigheden zal de Penaal-socialistische staat dulden, dat ?8s welken omweg ook de ver-politie- pS der confessies doorgezet of opnieuw jonnen wordt. Deze strijd zal nooit streden worden als een strijd tegen het fasten dom, of tegen een der beide con- fyks, maar hij zal gevoerd worden voor I? zuiver houden van het openbare U van die priesters, die hun roeping hebben en die Dolitici hadden Ten worden en geen zielzorgers Jj? nationaal-socialisten willen dezen o» werkelijk niet, want zij zien het "hsch-boLsjewistische gevaar te duide lijk dan dat zij niet zouden wenschen alle krachten aaneen te sluiten voor de be strijding daarvan. Wij hebben, zoo gaat de proclamatie voort, drie vijanden in onzen 15-jarigen strijd leeren kennen, die alle drie dezelfde schuld hebben: 1 Het Joodsche Marxisme en de met hetzelve verwante parlemen taire democratie 2. Het politiek- en moreel verwerpelijke Centrum. 3. Som mige elementen van het domme, hard- leersche en kwaadwillige slag. Toen wij hen in 1933 overwonnen had den. vonden zij het 't doelmatigst zich schijndood te houden om de natie gele genheid te geven hun schuld te vergeten. Voorloopig verdwenen ze dus uit het openbare leven. Maar zij hebben zich nooit met de nat. socialistische principen vertrouwd pogen te maken, zelfs niet als tegenstander. Daarom was voor hen 1933 niet anders dan een regeeringswissellng. die te gele gener tijd weer door een andere zou wor den gevolgd. Een nieuwe machinist op de rijkslocomotief, maar anders niet. Zij wachten af tot de nieuwe bemanning vermoeid zou raken en vanzelf weer afge lost zou moeten worden. Maar het was hun ontgaan, dat de geheele trein een nieuwe richting had ingeslagen. De Duitsche wissel werd verzet. Nu beginnen ze te ontdekken, dat de trein zich steeds verder van hun stations af beweegt. Het marxisme kan zijn misnoegdheid over den loop der gebeurtenissen niet langer verbergen. Wij hebben zijn aan hangers de mogelijkheid gegeven zich en hun werk te doen vergeten, maar als ze nochtans in het geheim blijven wroeten, zullen wij den strijd ook zoo lang blijven voeren tot er niet één meer waagt een vinger te roeren. Terugblik over 19341935. Daarna geeft de proclamatie een kort overzicht over het afgeloopen jaar „om de consequente vervulling der door het nationaal-socialisme aanvaarde plichten aan te toonen en daaruit de taak voor de toekomst af te leiden". De partij heeft zich in dit jaar buiten gewoon verstevigd. Partij, S.A. en S.S. zijn in dit jaar in hun bestuur vereenvoudigd, in hun leden-contingent echter aan scherpere controle onderworpen. Het resultaat is een beperking wat het aantal betreft, en een stijging in waarde geweest. Het jaar 1934'35 is tevens het jaar van groote inwendige reformatori sche werkzaamheden op bijna alle ge bieden van Duitschlands wetgeving en- bestuur. Het jaar 1935 heeft Duitschland echter een zeer slechten oogst gebracht. Deson danks is het echter gelukt, de levensmid delenvoorziening te beveiligen. Wij hou den de inflatie met onwrikbaren wil van ons af. Derhalve geen loonsverhooging en geen prijsstijging. Wij zullen de prijsop- drijvers desnoods door het concentratie kamp tot beter inzicht brengen. Duitsch land is voor een systeem van vaste munt- basis. Het denkt er niet aan, nieuwe schulden te maken en heeft integendeel zijn internationale schulden verminderd. Voor zoover de Duitsche export niet dient om de middelen te verschaffen voor den aankoop van noodzakelijke grondstof fen en levensmiddelen, zal Duitschland trachten, zich door zijn productie van den invoer uit andere landen onafhankelijk te maken. De productie van benzine en kolen werd in groote hoeveelheid ter hand genomen en zal in de komende jaren de Duitsche behoefte aan brandstoffen tot een hoog percentage dekken. De bouw der eerste fabrieken voor kunstmatige gum mi is begonnen. Wij zullen, zoo wordt nog verder in de proclamatie gezegd, een scherpen aanval doen op het aantal werkloozen. Wij zul len het Dultsche rijk in zijn leger ster ken. Wij zullen vooral de beweging als de bron onzer kracht inwendig verster ken en wij zullen in haar geest voortgaan met de opvoeding der Duitsche menschen tot 'n werkelijke gemeenschap. De proclamatie besluit: Daar de bolsjewistische jood te Mos kou in een nieuwe leuze de vernietiging predikt, willen wij, nationaal-socialisten, onze heerlijke banier vaster omklemmen en voor ons uitdragen, met het heilige besluit, te strijden tegen den ouden vijand zonder zorg voor ons leven, opdat Duitsch land zijn eer en vrijheid bewaart, en daar mede de grondslagen voor het leven der toekomst. Eerste steenlegging Congreshal. In den middag vond de plechtige eerste steenlegging plaats van de groote con greshal, die naar de plannen van den overleden professor Ruff zal worden op getrokken. Daar de hal op een in vroegere eeuwen bestaande rivierbedding zal worden ge bouwd. moet de fundeering zeer hecht worden. Alleen het bouwen der fundeering zal zoodoende reeds een jaar in beslag nemen, terwijl de geheele bouw, naar schatting, acht jaren zal duren, Eenige minuten voor half één weer klonken fanfares en presenteerden de eere-compagnieën het geweer. Tusschen een woud van banieren schreed Hitier, begeleid door Rudolf Hess, rijksminister Kerrl, gouwleider Streicher, opperburge meester Liebl en andere vooraanstaande persoonlijkheden der beweging. Allereerst nam burgemeester Liebl het woord waarna rijkskanselier Hitier zich naar de plaats, waar de eerste steen lag, begaf, op welk' plaats hij een kort toe passelijk woord lot de aanwezigen sprak. Hitier v»vzocht daarna den rijksminis ter Kerrl den inhoud van de oorkonde voor te lezen, welke in den grondsteen zou worden ingemetseld, EERSTE KAMER. REGELEN NOPENS HET VERKEER. De Kamer heeft gisteren nog eenige wetsontwerpen afgedaan. Het gold in hoofdzaak twee, zeker niet onbelangrijke, wetsontwerpen, die tenslotte zonder hoofdelijke stemming werden aan genomen, en waaromtrent hét debat geen aanleiding geeft tot een breedvoerige re- sumptie. Het verkeers-ontwerp gaf, evenals in de andere Kamer, aanleiding tot een aantal redevoeringen (hier van de heeren Janssen de Limpens, ter Haar, Kolff, Gelderman en van Sasse van IJsselt), waarin de be kende vraagstukken en vraagstukjes in zake het verkeer werden behandeld en de noodige wenken werden gegeven. Waarop natuurlijk uit den mond van den Minister- van Waterstaat de gebruikelijke mededee- ling volgde, dat hij met al die wenken, wenschen en adviezen zoo mogelijk en zoo veel mogelijk rekening zal houden. Vooral het vraagstuk van de veiligheid, van het aantal ongelukken, zal, zoo beloof de hij, bij voortduring zijn aandacht heb ben. Hij weigerde in dit verband er toe mede te werken, dat de bepalingen inzake maximum-snelheid zouden worden opge heven. Deze kunnen nog niet worden ge mist; al zal men niet aan den lagen kant mogen blijven. Ook enkele andere wen schen wees hij af. zooals het verplichtstel len van roode achterlichten voor fietsen. Een wit spatbord met reflector vond hij doeltreffender. Ook voor een algemeen verbod aan fietsers, om op den weg te rij den, als er een rijwielpad is, was hij (nog) niet te vinden; zulk een verbod zou meende hij alleen gerechtvaardigd zijn, als er een goed rijwielpad is. En voor een psycho-technisch onderzoek van auto bestuurders is de tijd ook nog niet geko men. In het algemeen betoogde de Minis ter, dat het ontwikkelingsproces van het verkeer voortgaat en dat de wet zich daar aan. zoo noodig, zal moeten aansluiten. De Minister deelde overigens mede, dat het toegezegde wetsontwerp inzake de wet telijke aansprakelijkheid spoedig zal wor den ingediend. En hij beloofde ook te zullen optreden als beschermheilige voor wielrijders en zelfs voor ouderwetsch-heden als voetgan gers. Bravo! Zooais gezegd is het wetsontwerp zonder stemming onder den hamer doorgegaan. STEUN VOOR DE ZEESCHEEPVAART. Ook het wetsontwerp inzake het verlee- nen van rentelooze voorschotten ten be hoeve van de zeescheepvaart bracht eenige sprekers in het geweer de heeren Wibaut, Ter Haar en Droogleever Fortuyn, waarbij vooral laatstgenoemde op meer steun aan drong. Minister Gelissen heeft in zijn antwoord laten doorschemeren, dkt hij niet onbereid is tot meer steun. Indien hem de nood zakelijkheid blijkt, zullen er nieuwe maat regelen worden voorgesteld, ook voor de kleine vaart, en de kleine kustvaart, daar mee zal niet worden gewacht, tot het te laat is, zooals een der sprekers vreesde. In dit verband wees hij er op, dat waarlijk niet alleen de scheepvaart in ons land steun behoeft; ook in andere landen zelfs waar gedevalueerd is moet zij worden geholpen. Wat meer bepaald den bouw van den nieuwen Staten betreft zei de Minis ter, dat de toezeggingen van de Holland— Amerika lijn daaromtrent zijn gedaan. Zoo eenigszins mogelijk zal de bouw in ons land plaats hebben, maar de berekeningen zijn thans in vollen gang, en mocht het hierop uitloopen. dat de bouw in het bui tenland zal geschieden (b.v, omdat onze eigen werven belast zijn en het buitenland veel goedkooper is) dan zou men toch de betaling kunnen doen geschieden door middel van Nederlandsche voortbrengse len, dus Nederlandsche arbeidskracht. Zoo hoopt de Reegering den bouw dus in ieder geval dienstbaar te maken aan werkver schaffing, op welke wijze dan 'ook. Overi gens wordt, wat het onderhouden van diensten betreft, met verschillende reede- rijen overleg gevoerd; oók met de Koninklijke Hollandsche Lloyd zijn nog besprekingen gaande, om de gedupeerde pensioenrechthebbenden te helpen. Men weet. dat de directie dier maatschappij geen gelden voor de pensioenrechten heeft gereserveerd, maar alles in het verlies op- slokte De Minister meent nu de menschen, die moreele rechten hebben, alsnog te kunnen helpen Tenslotte: de Minister wil ook het mo gelijke doen, om onze sterk-gedunde zee- vloot te vernieuwen. Ook dit ontwerp ging er zonder hoofde lijke stemming door. HAGENAAR. Uitgesproken: H. Gordijn, kapper. Leiden, Lage Rijn dijkstraat 90 c. R.c. Mr. H. van Wagenin- gen. Cur. Mr. F. H. van der Tas, Leiden. J D. Bokslag, koopman, Katwijk a. Zee. R.c. mr. A. Ikman van Burck. Cur. mr. E. A. Cosman, Leiden. De nalatenschap van Cornells Eveleens, in leven boomkweeker, Aalsmeer. R.c. mr. S. J. Pit. Cur. mr J. H J. Simons, Haar lem. Opgeheven wegens gebrek aan actief: A. v. d. Bosch, Rijnsburg. Na deze voorlezing overhandigde rijks minister Kerrl den „Führer" een speciaal voor deze gelegenheid vervaardigden gou den hamer. Dan weerklonk het Deutsch- land- en het Horst Wessellied. na afloon waarvan Hitler drie hamerslagen op den steen gaf, daarbij de woorden uitspreken de: ..Sta vast en spreek als een eeuwige getuige". Daarop verliet Hitier het terrein, om- jubeld door de geestdriftige toejuichingen der onafzienbare menschenmassa. In het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp in zake bij zondere maatregelen ter verkrijging van verlaging van sommige vaste lasten en huren betreurden vele leden dat dit wets ontwerp is ingediend op een zoodanig tijdstip dat het afdeelingsonderzoek daar van heeft moeten plaats vinden zonder dat de leden der Kamer voldoende gelegen heid hebben gehad zich daaromtrent door degenen die bij de zeer ingewikkelde te regelen materie betrokken zijn. te laten voorlichten. Niettemin verklaarden ver scheidene leden een zoo spoedig mogelijke openbare behandeling van dit onderwerp met het oog op de door de indiening ge schapen onzekerheid noodzakelijk te achten. Van verschillende zijden werden tegen hetgeen wordt voorgesteld zeer ernstige bedenkingen ingebracht, deels omdat men van meening was. dat de noodzakelijke aanpassing niet door wettelijke maatrege len en in ieder geval niet door de thans voorgestelde wettelijke maatregelen te be reiken valt deels ook, omdat men in devaluatie, zeker thans den eenig mogelij ken weg tot het bereiken van een lager stabilisatieviak zag. Vele andere leden bleken met de regee ring van oordeel, dat de wetgever stimu- leerend behoort oo te treden, ten einde de aanpassing te bevorderen. In zooverre kon den zij zich dus met de grondgedachte van het ontwerp vereenigen. Konden een aantal hunner ook met de uitwerking dezer gedachte in hoofdzaak overeen stemmen. verscheidene der tot deze groep behoorende leden waren van meening. dat dit wetsontwerp onvoldoende is om het daarmee beoogde doel te bereiken en dat het ook te dien einde belangrijk zal moeten worden omgewerkt: ter bevorde ring van een aanpassing van wezenlijke beteekenis zullen h.i. echter nog verschei dene andere maatregelen en wel binnen zoo kort mogelijken tijd. moeten volgen. Aantasting van overeenkomsten. Zeer bedenkelijk achtten sommige leden de motiveering der regeering dat in de gewijzigde levensomstandigheden voor den wetgever voldoende grond ligt om burger rechterlijke overeenkomsten over de ge heele linie aan te tasten. Het introducee- ren van deze stelling als rechtsbeginsel in ons positieve recht zal tot gevolg hebben, dat de rechtszekerheid geheel op losse schroeven gezet wordt. Sommige andere leden brachten als be zwaar tegen het wetsontwerp voornamelijk j naar voren, dat voor velen een aanmer kelijke daling van inkomsten daarvan het gevolg zal zijn. Dit zal o.a. tot gevolg hebben, dat allerlei personen en zaken minder arbeid zullen kunnen laten ver richten. waardoor de werkloosheid zal toe nemen. Ook zullen die belastingen ten ge volge van het in het ontwerp voorgestelde nog weer mmder gaan opbrengen. Wat men den eenen kant wint. aldus deze le den. zal men aan den anderen kant weer verliezen. Verscheidene leden konden zich in hoofdzaak bil de geuite bezwaren tegen de voorgestelde wijze van ingrijpen in de burgerrechtelijke verhoudingen aansluiten, Vele andere leden verklaarden, zonder de toelichting der regeering in haar ge heel te willen onderschrijven, het uitgangs punt. n.l. dat de aanpassing van vaste lasten en huren aan een lager kosten niveau door wettelijke maatregelen dient te worden gestimuleerd, te kunnen aan vaarden. Grond en rechtvaardiging voor een zoodanig ingrijpen zagen zij in het alge meen belang dat inderdaad kan eisc'oen dat onder geheel andere omstandigheden aangegane verplichtingen, in het bijzonder die van meer duurzamen aard. niet onge wijzigd gehandhaafd blijven. Huurverlaging het zwaartepunt? Een groot deel van de leden, die tegen het uitgangspunt der regeering geen be zwaar hadden, kon zich toch met de uit werking van dit denkbeeld allerminst ver- eenigen. Ofschoon het ontwerp door zijn verdeeling in vijf paragrafen den indruk wekt. dat een vijftal onderscheiden aan passingsmaatregelen worden voorgesteld, zagen verscheidene toch het zwaartepunt in de huurverlaging. Blijkbaar aldus deze leden heeft de regeering overwo gen, dat de huiseigenaren, tevens verlicn- ting van een aantal drukkende lasten noodig hebben. Maatregelen ter verlichting van de vaste lasten, maar dan over de geheele lijn en met algemeene economische werking acht ten zij steeds dringender geboden. Noodig is een complex van maatregelen, waardoor ons volksleven met één slag op een lager stabilisatieviak gebracht wordt; zulk een complex van maatregelen had naar hun meening reeds veel eerder genomen al thans voorbereid moeten zijn Zij spraken als hun overtuiging uit dat een stelsel als destijds in het plan-Briining ontwikkeld mits gewijzigd naar de omstandigheden van ons land den economischen toestand hier te lande aanzienlijk zou verbeteren. De huidige regeeringspolitiek brengt, zoo meenden zij ons volk niet als geheel op een lager vlak. zij heeft slechts ten ge volge. dat in het vlak waarop wij ons thans bevinden, gaten worden geboord, waardoor telkens grootere of kleinere groepen der bevolking omlaag tuimelen. Partieele maatregelen maken, naar hun overtuiging, den drang naar het toepassen van monetaire maatregelen als hulpmid delen bij het noodzakelijke aanpassings proces steeds krachtiger. Resumeerende gaven deze leden als hun oordeel te kennen dat het wetsontwerp, indien de regeering het althans niet door een ander van veel verdere strekking wil verwensen niet alleen zal moeten omge werkt doch ook zoo spoedig moge'iik door verdere maatregelen ter verlaging der vaste lasten gevolgd ral wo"ten worden. Algemeene maatregelen. Verscheidene andere leden, die van oor deel waren, dat tot nog toe bij de ge voerde deflatiepolitiek de noodzakelijk heid om ook huren en vaste lasten te doen dalen, niet voldoende in het oog gehouden was, constateerden met instem ming, dat dit ontwerp de strekking heeft vaste lasten te verminderen door alge meen werkende maatregelen en niet en kel door de mogelijkheid te openen tot verlaging in afzonderlijke gevallen, waar in het bestaan van een noodtoestand wordt aangetoond. Enkele grondgedach ten van het ontwerp hadden dan ook hun instemming. Niettemin waren ook deze leden volstrekt niet bevredigd door het geen wordt voorgesteld en hadden zij tegen een deel der voorstellen eenige be zwaren. Een aantal leden was bereid, dit ont werp als „crisismaatregel" te aanvaarden. Verscheidene van de leden, die zich in hoofdzaak met het wetsontwerp konden vereenigen, of het althans als eersten stap in de goede richting beschouwden, meenden, dat het eigenlijk overbodig was, thans opnieuw een debat over de al of niet wensehelijkheid van devaluatie te gaan voeren. Tegenover het oordeel van die leden, die het overgaan tot devaluatie den eenig bruikbaren weg noemden, wil den zij echter toch als hun oordeel te kennen geven, dat het geheel onjuist is te meenen, dat bij devaluatie geen onbillijk heden en onrechtvaardigheden zouden worden begaan, omdat een dergelijke maatregel voor allen gelijkelijk zou wer ken. Integendeel, het staat naar hun meening wel vast, dat devaluatie in den meest grilligen vorm voordeel brengt aan den een en nadeel aan den ander. Voor wat dit nadeel betreft, wezen zij in het bijzonder op de spaarders, en niet alleen de groote. doch vooral ook de kleine, en op alle gepensionneerden en anderen, die van een lijfrente of soortge lijke vaste inkomsten moeten leven. Vermeerdering van export, aldus deze leden verder, behoeft men van devaluatie niet te verwachten. Gaat men haar als strijdmiddel in den internationalen eco nomischen strijd aanwenden, ten einde oen export te vermeerderen, dan zullen de overige landen al heel spoedig maat regelen nemen orn den daardoor vergroo- ten export te weren. In het beste geval zal slechts een tijdelijke vermeerdering van export het resultaat zijn. Daar staat echter tegenover, dat de aanschaffing van noodzakelijke grondstoffen en levensmid delen uit het buitenland aanzienlijk zal worden bemoeilijkt, terwijl men niet mag vergeten, dat Nederland nog steeds heel wat meer importeert dan exporteert. Juist omdat aan devaluatie zoo vele be zwaren verbonden zijn, juichten deze leden het toe, dat de regeering bereid is, de medewerking der Staten-Generaal te vra gen om langs anderen en h. 1. beteren weg een verlaging van de vaste lasten te verkrijgen. Zij vonden daarin aanleiding, de regeering bij haar streven krachtig te steunen. Aantasting der hoofdsommen. Tegen den aandrang tot het ingrijpen in alle mogelijke schuldverhoudingen en vooral tegen den drang tot aantasting der hoofdsommen, verklaarden verscheidene leden zich met kracht te moeten verzet ten. Aantasting der hoofdsommen, aldus deze leden, moet onvermijdelijk tot groote onbillijkheden leiden. Tegen het vaststellen van een maxi mumrente voor pandbrieven werd. evenals tegen het vaststellen van zulk een maxi mum voor hypotheken, aangevoerd, dat een op deze wijze gefixeerde rente kans loopt de algemeen gangbare te worden. Verscheidene leden meenden in de ge heele regeling op dit punt een uiting te zien van een welhaast al te teedere zorg voor de belangen der hypotheekbanken. De marge van 3/4 tusschen hypo theek- en pandbriefrente, welke het ont werp aan de hypotheekbanken toestaat, achtten verscheidene leden aan den rui men kant. Erfpachtscanon. Tegen de voorgestelde verlaging van den erfpachtscanon werden van verschil lende zijden ernstige bedenkingen inge bracht. Het zal voor de meeste der hierbij betrokken gemeenten en vooral voor de allergrootste, vrijwel onmogelijk zijn, het uit deze maatregelen voortvloeiende ge mis aan inkomsten goed te maken, zoo meende men. Voor Amsterdam alleen reeds is een jaarlijksche inkomstenvermindering be rekend van ongeveer 1 millioen gulden. Waar het bedragen van dergelijken om vang betreft, zal het rijk ten slotte op de een of andere wijze het verlies zelf moe ten dragen. Tegen hetgeen in paragraaf 4 over ver laging van uit wettelijke voorschriften voortvloeiende lasten, welke drukken op de exploitatie van onroerende goederen wordt voorgesteld, werden door zeer vele leden ernstige bezwaren geopperd. Verscheiden leden betreurden, dat de voorgestelde huurverlaging zich uitslui tend tot woningen, winkels en koffiehui zen bepaalt, zoodat het bedrijfsleven daarvan vrijwel geen rechtstreeksch voor deel heeft. Op uitbreiding van het ont werp met bepalingen betreffende de huurprijzen van panden en terreinen, bij bedrijven in gebruik, drongen zij aan. Van verschillende zijden werd er op ge wezen, dat de huiseigenaren, die thans reeds in groote moeilijkheden verkeeren, door de voorgestelde huurverlaging ern stig gedupeerd zullen worden. Naar de meening van sommige leden zal van hen een offer gevraagd worden, dat in vele ge vallen hun ondergang tengevolge zal hebben. Deze leden meenden, dat de Overheid zich van ingrijpen in de huren zooveel mogelijk moet onthouden. Tegen het betoog, dat de huiseigenaren door dit voorstel gedupeerd zullen worden, werd van andere zijde opgemerkt, dat dit dan slechts het geval zal zijn, indien de huren hunner woningen sedert 1931 nog in het geheel niet of slechts zeer weinig gedaald zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9