Brug ingestort - Vertrek Belgische koningskinderen
GEVAARLIJK SPEL
76ile Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
PRINSES CHARLOTTE EN PRINS BOUDEWIJN in het
compartiment van den trein, die hen naar
Brussel terugbracht.
DOOR INSTORTING VAN EEN
DRUG stortte te Cochran (Ame
rika) een goederentrein 110 voet
naar beneden. Vijf personen
werden gedood.
DE BELGISCHE KONINGSKINDEREN zijn Zaterdag
weer naar Brussel teruggekeerd. Op het station in den Haag.
Men ziet hen naast hun kinde rjuffrouw, daarnaast loopen de
kinderen van den burgemeester van Noord wijk en naast
dezen, de burgemeetser zelf.
BOVEN DEN HAAG ONTLASTTE ZICH GISTERMIDDAG EEN ONWEDER gepaard gaande met hèvigen slag
regen, die vele straten in korten tijd blank zette. Het viaduct aan den Rijswijkscheweg, waar de weg geheel blank
stond. Het verkeer was eenigen tijd gestremd.
NED. D A MESATII LET IEK-K AM PI OEN
SCHAPPEN te Groningen. Mej. T. Koop-
mans (Atlanta) werpt-den discus 34.57 meter.
TAUBER IN DEN HAAG. Richard Tauber
met zijn verloofde, en Buziau.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN AJRKEL
„Juist, U verstaat uw werk. Mijn compll-
I ment".
„Ik heb hem geheel in mijn macht, Fur-
»er ook".
„Ik ben heel tevreden over Furber. Zijn
Vapathieën zijn geheel aan onze zijde,
'ijn vader was een vurig patriot en een
vooruitziend man. Wanneer andere goede
I uultschers hadden gedaan, wat hij deed,
riuden we nu een half dozijn jonge Brit-
I K'ne oflicieren in onzen dienst hebben".
-Furber is niet afkeerig van geld".
.„Wij kunnen hem goed betalen. Ik voel
nets voor gierigheid in deze dingen. Laten
"e uu naar luitenant Hallam gaan",
"oen de prins opstond, kon men zien
hij een buitengewoon lange en mooi
.«wuwde man was.
kunt me voorstellen als graaf Fel-
«eustein-, zei hij.
buy stond op toen zij binnen kwamen
•J keek den vreemdeling met onverholen
™«wsgierigheld aan. Het eerste oogen-
herkende hij hem niet, maar spoedig
Wumerde hij zich het gezicht. Hij had
J' hoofd van de Duitsche marine voor
Er was geen vergissing mogelijk.
k®.l hij had vlak bij hem gestaan toen
Sl),1h. Kiel was.
■Luitenant Hallam, mag ik u aan graaf
Feldenstein voorstellen?" zei de- baron met
nadruk.
„Aangenaam kennis te maken", ant
woordde Guy.
Maar zijn hart klopte hevig, want hij
was zich ten volle het gevaar bewust. Alles
wat hij bij dit onderhoud zou zeggen,
moest zorgvuldig overwogen worden.
Ieder woord moest overdacht de klein
ste vergissing zou hem kunnen verraden.
Hij twijfelde er niet aan of de prins was
hier gekomen om zelf een oordeel te
vormen.
„Ga zitten, mijnheer Hallam. Het doet
me genoegen u te ontmoeten. Ik ben ook
zeeofficier".
„Bij de Duitsche marine?" vroeg Guy.
„Juist. We zullen ongetwijfeld veel ge
meenschappelijke belangen hebben. Het
laatste bezoek van uw vloot aan Kiel bij
voorbeeld".
„Daar was ik ook bij".
„Dan zult u me herkend hebben ais
„Ik heb u terstond herkend prins. Ik
was op de „Drietand".
„Een mooi schip. Ik feliciteer u".
Guy merkte, dat hij door zijn eerlijk be
kennen, dat hij den prins herkend had,
een goeden indruk maakte.
„De baron heeft me een paar zeer inte
ressante papieren laten zien. We zullen
open kaart spelen. Vermoedde u welk ge
bruik er van zou worden gemaakt?"
„Eerst niet niet voordat het te laat
was. Ik bemerkte toen, dat ik te ver war
gegaan. Ik was in de macht van den ba
ron. Hij heeft me dat wel laten voelen
ook", zei Guy bitter.
„Baron, wilt u me misschien even alleen
laten met mijn jongen vriend?" vroeg de
prins.
„Een bijzonder knappe man, maar eigen
lijk geen gentleman U moogt hem niet
lijden, wel?" vroeg de prins, toen ze alleen
waren.
„En u?" vroeg Guy op zijn beurt.
„Het is eigenaardig hoe vaak marine-
menschen hetzelfde denken. U is open
hartig tegen me geweest' wilt u dat
blijven?"
„Ja".
„Goed. U houdt niet van het werk, dat
u doet?"
„Ik haat het. Ik kwam in de verleiding
en viel. Nu ik gevangen ben, zou ik alles
willen geven om weer vrij te zijn".
„Ik kan u uw vrijheid teruggeven. De
baron is mijn werktuig en durft mij niet
ongehoorzaam zijn. Ik ben bereid u los te
laten op één voorwaarde".
„En die is?" riep Guy met goed ge
speelde gretigheid.
„Een vertrouwelijk gesprek van een half
uur. Als u me zoo goed mogelijk ant
woordt, zult u vrij zijn. Het zal dan zijn of
uw connectie met den baron nooit heeft
bestaan".
„Als ik u alles vertel wat ik weet. wat
voor zekerheid heb ik dan?"
„Mijn eerewoord", zei de prins koel.
„Wilt u dat aannemen?"
„Ja. Als u uw woord geeft, vertrouw ik
daarop".
„Dan heeft u het. Nu ter zake. Laten
we eens veronderstellen, dat de oorlog
tusschen Engeland en Duitschland ver
klaard was. Ik geef toe. dat het niet
waarschijnlijk is. maar laten we zulk een
vreeselijke ramp eens aannemen. Uw ad
miraliteit heeft plannen gemaakt voor de
groote vloot...."
„Ik heb in het geheel geen officieele ge
gevens", zei Guy snel.
„Ik dacht ook niet dat u die zoudt. heb
ben, maar in de longroom zal er toch dik
wijls over die kwestie gesproken zijn".
„Ja", gaf Guy met geveinsden tegen
zin toe.
„Geef me eens een ruwe schets van wat
algemeen gedacht wordt".
Hallam dacht diep na voor hij ant
woordde.
„Wij zouden regelrecht op de Duitsche
vloot afgaan en haar laten zinken", zei hij
kortaf.
„Laten we eens aannemen, dat onze
vloot in de haven lag onder bescherming
van onze forten".
„Wij zouden trachten uw schepen on
schadelijk te maken. Onze tactijk is te
vernietigen, onmiddellijk te vernietigen,
wat het ons ook kosten moge".
„Precies wat ik dacht", zei de prins vol
daan. Toen stelde hij meer vragen. Guy's
hersenen werkten onder hoogen druk,
terwijl hij poogde zóó te antwoorden, dat
de prins misleid werd. Zijn vingers waren
vast ineen geklemd. Hij begreep ten volle
het gewicht van hetgeen hij vertelde.
Wanneer hij den prins maar kon over
tuigen, dat hij een spion was! Hij geloofde
niet dat hij zich tot nu toe vergist had.
Tot zijn groote verlichting kwam de
baron binnen en zei met een verontschul
digenden blik op den prins: „Mijnheer
Hallam, uw vader wenscht u te spreken".
„Vraag of mijnheer Hallam hier wil
komen", zei de prins.
Guy was benieuwd of het zijn vader of
Sylvester zou zijn Wanneer deze laatste
het was, speelden ze buitengewoon ge
waagd spel en moest hij des te meer op
zijn woorden passen.
HOOFDSTUK XXV.
Mijnheer Hallam of liever Sylvester liep
regelrecht op Guy af.
„Het spijt me. dat ik je storen moet,
jongen, maar juffrouw Cameron, Stella,
stuurde me naar je toe".
„Stella?" herhaalde Guy verbaasd.
„Ja, kort nadat je weg was gegaan,
kwam ze heel bedroefd bij me. Ze wil je
onmiddellijk spreken".
„Ik zal naar haar toegaan", riep Guy en
zijn gezicht straalde van blijdschap.
„Waarom is ze gekomen?"
„Ik denk dat ze spijt heeft en weer
goede vrienden met je wil worden".
„Dat is al heel interessant, een twist
tusschen twee gelieven!" zei de prins met
een glimlach.
„Goeden dag, prins", zei Hallam en
voegde er bij: „Ben ik vrij?"
„Wij moeten nog eens een gesprek heb
ben, ik stel er belang in het eind van uw
liefdesgeschiedenis te hooren".
Guy had de deur bereikt, maar Sylves
ter maakte geen aanstalten om hem te
volgen.
„Gaat u mee, vader?" riep hij onge
duldig.
„Ik ben buiten adem. Ik kom wel na".
„Misschien wil mijnheer Hallam een
glas wijn drinken", stelde de prins beleefd
voor.
„Met genoegen. Ik ben niet meer zoo
jong als ik placht te zijn. Ik ben haastig
hierheen gekomen. Ga maar vooruit Guy.
Je bent misschien liever alleen met Stella.
Ik kom over een paar minuten".
Guy aarzelde, maar zag dat Slyvester
wilde blijven, en verliet dus de kamer.
tWordt vervolgd), j