GEVAARLIJK SPEL 76sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE NIEUWE CURSUS van de Nationale Luchtvaarüschool tot opleiding vpor* .verkeersvlieger is aangevangen. De „hoofdzaak" op dezen voor de leerlingen zulk een gewichtigen dag. DE „GELBIA" van den Kon. Holl. Lloyd, die aan de Italiaansche regeering is verkocht. Het' schip zal worden gebruikt als hospitaal- of troepenschip. INTERNATIONALE KOPPELWEDSTRIJD over 100 K M. op de Veka baan te Amsterdam. Het winnende koppel, de Belgen Buysse .(links) en Biliiet. „DAT IS WAT ANDERS". De bekende Nederlandsche film- HET VIJFDE EEUWFEEST VAN O.L. VROUW VAN 'T speelster Jopie Koopman speelt thans, te Amsterdam ZAND. De plechtige optocht. De burgemeester van Roer- in de nieuwe revue „Dat is wat anders". mond mr. Reymer in den stoet. Naast hem prof. W. H. Tijdens de repetitie. Sloot's van het groot seminarie te Roermond. DE BEKENDE DU1TSCHE VLIEG STER ELLI REIN'HORN spreekt na haar recordvlucht Gleiwitz-Istanboel-Berlijn tot: de radio-luisteraars DE JAARLUKSCHE WEDSTRIJDEN TUSSCHEN MANDEN'DRAGERS VAN DE BOROUGH-MABKT TE LONDEN. - Twee manden dragers in training. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 18) „Later. A propos, heeft u mijnheer Fur- tw vanmorgen gezien?" „Ja". „Waar heeft u hem ontmoet? Ik zou t'aag precies willen weten wat hij heeft gezegd". „Werkelijk, mijnheer Sylvester, u maakt misbruik van „Het is voor uw eigen bestwil, mijn- viel Sylvester hem snel ln de rede. „Om met succes met elkaar samen te wer- «n, moet ik voelen dat u mij vertrouwt. u is natuurlijk een weinig gebeten op me". „U heeft uw plicht gedaan, anders niet", ïei Guy koel. „Zoo moet u het opvatten. Wanneer het J misschien genoegen doet, wil ik graag begeven, dat ik niet geloof, dat u de Jand heeft gehad in het bekend worden Van dat draadlooze rapport". ■Dank u", antwoordde Guy met stugge «leefdheid. ■Maar dat doet er op het oogenblik wel- ®8 toe. Ik ben al meer dan twaalf maan- J® bezig baron Branden en zijn bende pakken te krijgen. Maar tot nu toe zonder eenlg resultaat. Ik geloof dat ik nu Jj> net goede spoor ben. Het komt er nu "laar op aan, of hij u vertrouwt". ■Jk heb mijn best gedaan". Je hebt je uiterlijk tegen. Je ziet er niet als een verrader uit. Maar als hij gelooft, dat u in zijn macht is, dan is de zaak in orde". „En hoe staat het met Furber?" vroeg Guy plotseling. „U moogt het wel weten. Ik verdenk er hem van in betaalden dienst van den baron te staan". Guy uitte een kreet van uiterste verba zing en sprong op. Zijn eerste gedachte was, dat Stella met Furber verloofd was. „U verdacht mij ook", zei Hallam met een lach. „We vergissen ons allemaal wel eens op onzen tijd", antwoordde Sylvester kortaf. „Wat voor reden heeft u om Furber te verdenken?" „Beantwoord me één vraag. Ga eens terug naar den tijd, dat u dat draadlooze rapport maakte. Waren die papieren te bereiken door een officier van de „Drie- tant"? Was er een officier in de hut naast de uwe?" Guy dacht na en herinnerde zich dat hij een copie van het rapport eens op de tafel in zijn hut had laten liggen, maar dat hij niet langer dan een paar minuten was weggeweest. „Wanneer Furber me de hut heeft zien uitgaan, heeft hij gelegenheid gehad mijn rapport te lezen. Maar ik herinner me niet, dat ik hem in de buurt heb gezien". „Daar zal hij waarschijnlijk wel voor ge zorgd hebben. Wanneer mijnheer Furber de man is, die ik denk, is het niet iemand om de dingen half te doen. Er is in ieder geval een officier op een van de dread noughts, die den baron geregeld van inlichtingen voorziet. Dat weten we zeker en ik dacht dat u die man was", zei Syl vester. „Dan zou Furber wei eens een derge lijke vergissing kunnen zijn". „Denkt u? Ik zou graag uw opinie eens hooren", zei de geheime agent ernstig. „Het is niet fair om daarop te antwoor den Ik heb altijd het land gehad aan Furber. „We vermoedden, dat de verrader een officier, belast met de artillerie, was". „En u verdacht mij en ik ben bij de torpedo's". „Ik wou, dat u dat nu maar wilde ver geten". zei Sylvester ongeduldig. „Er is zelfs nu nog genoeg schijn tegen u om u te veroordeelen. Wat kon ik anders doen?" „Help me om dien schijn weg te nemen". „Dat tracht ik reeds te doen. De verden king zal niet van u worden afgenomen vóór we de schuldige hebben ontdekt. U kunt me helpen dat te doen. Heb ik u overtuigd waar uw belang ligt?" „Ja. Ik beken, dat ik iets tegen u had, dat was heel natuurlijk". „Zeker, van uw standpunt beschouwd wel. Mijn werk heeft alle sentimentaliteit en gevoel op de vlucht gejaagd. Nu begrij pen we elkaar en kunnen verder gaan. Het is nu tijd om naar de admiraliteit te gaan, mijnheer". Sylvester wilde hem niet daarheen ver gezellen en legde er nadruk op, dat het gevaarlijk voor Guy zou zijn wanneer zij in eikaars gezelschap werden gezien. „Wanneer de baron ons samen zag, was het ineens mis". Hallam moest op de admiraliteit een kwartier wachten eer de admiraal hem ontving en de antwoorden met hem door liep. Er werden er verschillende veranderd, doch tenslotte werden allen goedgekeurd. „U heeft het heel goed gedaan", zei de admiraal vriendelijk. „Er is juist genoeg waarheid in om ze geloofwaardig te ma ken en als ze worden aangenomen wel, dan zal het een goed ding voor de Brit- sche marine zijn, wanneer de Dag komt". „Ik begin te vermoeden, dat die dag zeer nabij is". „Ik kan u niets daaromtrent zeggen, behalve u oü het hart drukken om uw best te doen," We verlangen zeer de hand te leggen op lederen spion, in dienst van den baron" „Weet hij niet, dat u hem verdenkt, dat hij in Duitschen geheimen dienst is?" „Wij hopen van niet. Wij hebben niets gedaan dat hem argwaan kan doen krijgen. De baron wordt overal ontvangen en met de meeste égards behandeld". „Mijnheer, wanneer de dag aanbreekt en mijn naam niet gezuiverd is Guy's stem beefde en hij hield plotseling op „Nu Hallam?" „Als de groote oorlog eens uitbrak en ik ben niet in staat om voor mijn land te vechten. Ik mag er niet aan denken!" „Doe het dan niet", zei de admiraal droogjes. „Maar als de oorlog uitbreekt en ik ben nog onder verdenking, zoudt u me niet kunnen vertrouwen". „Officieel sta Je onder verdenking. Ik kan niet meer zeggen, alleen nogmaals, doe je uiterste best". De admiraal wendde zich af, want hij kon het lijden in Hallam's oögen niet aan zien, maar hij handelde met opzet zoo. Het noodlot had hem in Hallam een wa pen in handen gegeven en geen gevoels overwegingen zouden hem kunnen tegen houden. „A propos, je kunt Sylvester onvoor waardelijk vertrouwen.' Hij weet alles van deze zaak wat ik ook weet. En al wat jij weet. moet hij ook weten". „Het is alleen zoo ellendig, dat ik in het onzekere wordt gelaten. Sylvester heeft een plan voor vanavond, maar hij ver trouwt het mij niet toe. Ik moet in den blinde handelen". „Dan ik het ook voor je eigen bestwil. Ik herhaal nog eens, vertrouw Sylvester en je zult er geen berouw van hebben. Nog Iets, ken je je vroegere collega, Furber?" „Ja, mijnheer". „Blijf met hem in contact en houdt je oogen open. Juffrouw Cameron is niet hier gekomen". „Ze zal u niet lastig vallen, mijnheer. Ze is geëngageerd met Furber, dus u kunt onder die omstandigheden niet verlangen dat ik vriendelijk tegen hem ben". „Dat zou te veel gevergd zijn van een mensch. Maar die verloving is heel interes sant. Ik ben twee weken geleden in Wey- port geweest". „Dat herinner ik mij, mijnheer". „Ik passeerde juffrouw Cameron op straat. Iemand wees haar me aan. Ze had een buitengewoon mooi meisje bij zich". „Dat zal juffrouw Glyn zijn geweest". „Glyn? Een marine-naam. Ze leek heel veel op een vroegere collega van me, we zijn samen op het Walvisch-eiland ge weest. Zijn naam was Glyn". „Ze heeft nooit gezegd, dat haar vader bij de marine was". tWordt vervolgd;, j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9